Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 april 2009
gepubliceerd op 14 mei 2009

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de uitvoering, via een bijzonder bestemmingsplan, van het gebied van gewestelijk belang nr. 6 - Thurn & Taxis

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2009031255
pub.
14/05/2009
prom.
23/04/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 APRIL 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de uitvoering, via een bijzonder bestemmingsplan, van het gebied van gewestelijk belang nr. 6 - Thurn & Taxis


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, inzonderheid op de artikelen 53 tot 57;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001 tot goedkeuring van het Gewestelijk Bestemmingsplan;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002 tot goedkeuring van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 januari 2003 waarmee de Stad Brussel verzocht werd een bijzonder bestemmingsplan uit te werken gericht op de verwezenlijking van het programma van het Gebied van Gewestelijk Belang « Thurn & Taxis »;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 augustus 2004 tot weigering van goedkeuring van het basisdossier van het bijzonder bestemmingsplan nr. 70-10 « Kanaalwijk-Thurn & Taxis »;

Gelet op de bepalingen met betrekking tot de bodembestemming, in het bijzonder voorschrift nr. 18 met betrekking tot de gebieden van gewestelijk belang (GGB);

Overwegende dat het programma van het GGB nr. 6 - Thurn & Taxis - als volgt is bepaald : « 6A. Dit gebied is bestemd voor huisvesting, handelszaken, kantoren, productieactiviteiten, hotelinrichtingen, logistieke en vervoersactiviteiten, voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten en voor groene ruimten.

De oppervlakte bestemd voor openbare groene ruimten mag niet kleiner zijn dan 1 ha, de bij de wegen horende groene ruimten niet inbegrepen.

De vloeroppervlakte bestemd voor huisvesting mag niet kleiner zijn dan 25 % van de totale vloeroppervlakte, de vloeroppervlakten bestemd voor voorzieningen van collectief belang niet inbegrepen.

De strook grond van zowat zestig meter breed die in het gebied is opgenomen en grenst aan het gebied voor havenactiviteiten en vervoer moet inzonderheid worden bestemd voor : 1° een begroende achteruitbouwstrook om een goede plaatselijke ordening mogelijk te maken;2° de aanleg van een openbare weg die zorgt voor een goede bereikbaarheid van de gebieden 6A en 6B, alsmede van het voornoemde gebied voor havenactiviteiten en vervoer. 6B. Dit gebied is bestemd voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten, handelszaken, productieactiviteiten en voor kantoren. » 1. Beperkingen van het BBP Overwegende dat het GGB nr.6, vermeld in het GBP, de GGB nr. 6A en nr. 6B onderscheidt;

Overwegende dat de perimeter van het GGB nr. 6, zoals deze wordt omschreven in het GBP, beperkt is tot 27,9 ha (GGB 6A : 19,3 ha en GGB 6B : 8,6 ha) ha/binnen de eigenlijke site van Thurn & Taxis;

Overwegende dat het GGB nr. 6 gelegen is binnen een grotere perimeter waarvoor een richtschema werd uitgewerkt voor hefboomgebied nr. 5 « Thurn & Taxis », goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 4 december 2008;

Overwegende de ligging van de site Thurn & Taxis nabij het kanaal en haar historische band met dat kanaal;

Overwegende dat het potentieel van de site tot uiting moet worden gebracht, rekening houdend met haar positie in het Gewest en met haar bevoorrechte ligging net langs de eerste kroon en haar centrale ligging in het toekomstige infrastructuurnetwerk van het openbaar vervoer en in de groene vermazing; 2. Bestaande toestand Overwegende de gebouwen vervat in het GGB 6B met : Voor gebouw A (de magazijnen) : - 18 328 m2 uitrustingen van collectief belang en voor tijdelijke tentoonstellingen, met uitsluiting van handelsactiviteiten die met deze tentoonstellingen geen verband houden; - 20 161 m2 opslagplaatsen/pakhuizen;

Voor gebouw B (koninklijk pakhuis) : - 15 808 m2 kantoren; - 13 300 m2 winkels; - 15 808 m2 productieactiviteiten voor immateriële goederen; - 12 768 m2 ruimten die de verschillende bestemmingen gemeenschappelijk hebben;

Voor het gebouw van de gevaarlijke stoffen : - 230 m2 kantoren; - 230 m2 opslagplaatsen/pakhuizen;

Parkeerplaatsen : - 195 overdekte plaatsen; - 172 plaatsen in open lucht; 3. Ordeningsdoelstellingen Overwegende dat de prioritaire doelstellingen voor het gebied luiden als volgt : a) met het oog op de stadsstructuur - het fysiek en functioneel invoegen in het omringende gewestelijke stadsweefsel; - het gebied met de omringende wijken en met de rest van de stad verbinden; - voor de site een aanleg uitwerken die vertrekt vanuit de verwezenlijking van structurerende openbare ruimten; - elementen van het bebouwd en landschappelijk erfgoed respecteren en valoriseren; b) met het oog op de bestemmingen - een nieuwe stadswijk creëren die de ontwikkeling van huisvesting mogelijk maakt; - activiteiten diversifiëren en een functionele en sociale mix tot stand brengen; - de site voorzien van lokale en gewestelijke uitrustingen, met inbegrip van de aanleg van een grote groene en multifunctionele openbare ruimte die wordt behandeld als landschap, met groen en met verhardingen; - de evenementiële dimensie van de site behouden door de historische gebouwen en de groene en multifunctionele openbare ruimte beter tot uiting te brengen; c) met het oog op de uitwisseling van de site met nabijgelegen wijken en ruimten; - ze aansluiten op het openbaar vervoersnetwerk om de toegankelijkheid met het openbaar vervoer te waarborgen; - zachte mobiliteit stimuleren op de site en in de uitwisseling met de aangrenzende wijken; - het autoverkeer en het lokaal verkeer beperken; d) duurzame ontwikkeling - de site urbaniseren en herkwalificeren met naleving van de beginselen van de duurzame ontwikkeling;4. Stadscompositie a) Structurerende elementen voor de interne stadscompositie van de site Overwegende dat op de site een bebouwd en een natuurlijk erfgoed aanwezig is; Dat in het gebied 6B het koninklijk pakhuis en de magazijnen onderworpen zijn aan renovatiewerken en opnieuw actief zijn;

Dat bij de patrimoniale gebouwen van monumentale aard het goederenstation een renovatie en een prioritaire bestemming vereist;

Dat het goederenstation behandeld dient te worden als een overdekte openbare ruimte;

Dat andere patrimoniale gebouwen behouden en herbestemd moeten worden, zoals het dienststation en de watertoren/ elektriciteitscentrale;

Overwegende de visuele en landschappelijke kenmerken voor de wijken aan de rand van de site en het uitzicht op het stadscentrum en de Noordwijk vanop de Jubelfeestbrug en de Lakenveldsquare;

Overwegende dat de diepte van de site tussen de Jubelfeestbrug en de Havenlaan, alsook de perspectieven na het vrijmaken van de site op zich al een belangrijk patrimoniaal erfgoed inhouden; b) Relatie tussen de site en de omliggende wijken Overwegende dat de verbindingen tussen de site en de omliggende wijken moeten verbeteren; Dat de stadsontwikkeling van de site vereist dat deze ontsloten wordt, ingepast in de stad en toegankelijk wordt voor het publiek en dit door nieuwe fysieke verbindingen te creëren; c) Openbare ruimten Multifunctionele openbare groene ruimte Overwegende dat de grotendeels onbebouwde toestand van de site vandaag een uitgelezen kans inhoudt om een grote en multifunctionele groene openbare ruimte aan te leggen van hoge kwaliteit; Dat het gewestelijk ontwikkelingsplan de site Thurn & Taxis heeft aangewezen als enige mogelijkheid/gelegenheid om binnen de eerste kroon een gewestelijk georiënteerde multifunctionele openbare groene ruimte aan te leggen;

Dat de aanleg van een multifunctionele openbare groene ruimte op schaal van het Gewest de site een meerwaarde geeft en tegelijk het gebrek aan groene ruimten in de randwijken opvangt;

Dat de oost-west doorsteek van de site voldoende breed moet zijn om langs weerszijden voldoende hiërarchische uitdrukking te verlenen aan deze verbinding en plaats te kunnen bieden aan meerdere soorten activiteiten en sferen;

Groene doorgang Dat de geplande brede openbare groene ruimte aansluit bij een territoriumgeografie die het vroegere tracé van de lijn 28A, aangelegd als groene ruimte, verbindt met het kanaal;

Topografie Overwegende dat de bermen die het westelijke deel van de site begrenzen, een verwijzing inhouden naar het verleden van de locatie; dat deze derhalve aanzien moeten worden als een afzonderlijk patrimoniaal element waarvan de topografie tot uiting moet worden gebracht, in het bijzonder in de zone tussen de « Lakenveldsquare » (aan het kruispunt met de Lakenveldstraat; de Rotterdamstraat en de Samberstraat) en de achterkant van het gebied voor haven- en vervoersactiviteiten;

Overwegende dat de bermen bijdragen tot de continuïteit en de uitspreiding van de groene vermazing;

Goederenstation Overwegende dat de structurering van de site moet worden versterkt, uitgaand van het goederenstation, dat plaats moet bieden aan een structuur van als overdekte openbare ruimten en waarvan het toeristisch potentieel moet worden ontwikkeld;

Dat de bouw van nieuwe vloeroppervlakte binnen het goederenstation het creëren van klare, rechte lijnen in het station niet mag schaden;

De kanaaloevers Overwegende de inplanting van een openluchtzwembad verfraaid met een park langsheen de linkeroever van het kanaal en de noodzaak om een duidelijke verbinding vrij te houden tussen deze zone en de Thurn en Taxis site; d) Mobiliteit Overwegende dat het belangrijk is dat de ontwikkeling van de site en de parkeermogelijkheden niet leiden tot verkeersoverlast ten opzichte van het absorptievermogen van het wegennet rondom de site; Openbaar vervoer Overwegende dat de gewestelijke plannen voorzien in een modale shift van de individuele auto naar het openbaar vervoer en zachte mobiliteit;

Overwegende het project voor de bediening van de site door één of meerdere tramlijnen met hoge dienstfrequentie, de bediening door buslijnen, de nabijheid van de metrostations IJzer, Ribaucourt, Belgica en Pannenhuis, alsook het Noordstation;

Dat dankzij de tramlijn(en) hiermee de bediening van de site in het stedelijk vervoersnetwerk geïntegreerd kan worden, ze rechtstreeks en snel in verbinding komt te staan met de omliggende wijken, belangrijke openbare-vervoerspolen (de bestaande metrostations in de omgeving) en de multimodale pool van het Noordstation;

Dat de gewestelijke en gemeentelijke plannen tevens bepalen dat het noodzakelijk is dat over het kanaal een kunstwerk wordt aangelegd in het perspectief van de Picardstraat, dat enkel toegankelijk is voor de zachte mobiliteit en het openbaar vervoer;

Dat de vlotte toegankelijkheid van de site gewaarborgd is en dat de mobiliteitsstudies aantonen dat hiertoe op de site de aanwezigheid van minstens één tramlijn vereist is, met haltes op de site zelf;

Dat het precieze tracé van de nieuwe tramlijn die de site Thurn en Taxis zal bedienen, nog bepaald moet worden door een gedetailleerdere studie;

Overwegende dat de stedelijke ontwikkeling als nieuwe wijk van Thurn & Taxis vergezeld moet gaan van een zeer efficiënte bediening door het openbaar vervoer, die in verhouding staat tot het ontwikkelingsniveau van de activiteiten;

Dat de treinbedding van de vroegere lijn 28A zodanig aangelegd zou moeten worden dat ze aan de achterzijde van site een groene verbinding vormt in de richting van Laken en Molenbeek, dat het gewicht van de gewestelijke openbare groene ruimte vergroot en het continue karakter van de groene vermazing wordt gewaarborgd en de bruggen goed tot uiting komen;

Dat het derhalve is aangewezen dat de onbebouwde ruimte tussen de Bockstaelbrug en lijn 28 in stand wordt gehouden en dat hiervoor een aanleg wordt voorbehouden voor trage verplaatsingen, zodat een verbinding ontstaat tussen de grote openbare open ruimte en de groene wandeling op lijn 28;

Dat op de site eveneens plaats moet worden voorbehouden voor een tramlijn, en zelfs een trein-tram, en een eventuele treinverbinding met het havengebied;

Overwegende dat inzake mobiliteit de aanleg van een brug voorbehouden aan het openbaar vervoer en de zachte mobiliteit het mogelijk moet maken het kanaal over te steken in het verlengde van de Picardstraat in de richting van de Simon Bolivarlaan;

Voetgangers en fietsers Overwegende dat het wegennet het transitverkeer op de site niet mag bevoordelen en dat verplaatsingen te voet of met de fiets aangemoedigd moeten worden;

Overwegende dat het aangewezen is dat er nieuwe toegangen komen die worden voorbehouden voor de zachte mobiliteit tussen de wijken rondom de site Thur & Taxis en naar het nieuw aan te leggen park;

Dat het aangewezen is een vlotte en gebruiksvriendelijke verbinding aan te leggen tussen de site Thurn & Taxis en de site met het zwembad en begeleidende groene infrastructuur op de kanaaloevers; e) Parkeerplaatsen Overwegende dat de beperking van de parkeercapaciteit een aanzienlijke hefboom blijkt te zijn van een duurzaam mobiliteitsbeleid; Overwegende dat het aangewezen is een maximum aan vollegrondoppervlakte te behouden, dat het merendeel van de uit te voeren parkeerplaatsen dient te worden voorzien onder de nieuwe gebouwen;

Dat het aangewezen is het aantal plaatsen op de site tot een strikt minimum te beperken; f) Bestemmingen Overwegende dat het belangrijk is om de gebruiksmogelijkheden van de site zo verscheiden mogelijk te houden door ruimte af te bakenen voor de woonfunctie, voor administratieve activiteiten, voor productie, logistiek, hotelbedrijven en handel; Overwegende dat de stadsontwikkeling van Thurn & Taxis veronderstelt dat er buurtuitrustingen en -handel worden gevestigd die complementair zijn aan het wonen en aan de economische activiteiten die op de site worden ontwikkeld;

Dat bepaalde ontbrekende uitrustingen opgevangen kunnen worden in de omliggende wijken;

Dat tevens voorzien dient te worden in een functieprogramma dat bijdraagt tot de externe aantrekkingskracht en de gewestelijke uitstraling van de site;

Dat om aan deze sociale behoeften te voldoen derhalve voorzien dient te worden in een kwalitatief hoogstaand en toegankelijk netwerk van gewestelijk en supra-gewestelijk georiënteerde wijkuitrustingen, dat een billijk evenwicht gevonden dient te worden tussen deze uitrustingen van verschillende niveaus en groottes en dat deze behoorlijk in de wijken moeten worden ingepast in gemengde huizenblokken, dat een gemengd programma van uitrustingen op verscheidene schaal moet worden voorgesteld dat moet beantwoorden aan de vraag ingevolge de ontwikkeling van de site, alsook aan de vraag met betrekking tot de bewoners van de omliggende wijken, waarbij men erop toeziet dat grote uitrustingen met gewestelijke en internationale uitstraling op de site kunnen worden opgevangen;

Dat het belangrijk is dat naast de functionele mix ook een sociale mix moet worden tot stand gebracht en dat meerdere groottes en types woningen er samen een plaats vinden;

Dat het gewestelijk ontwikkelingsplan, alsmede andere plannen en programma's van meerdere overheden voorzien in een diversificatie van het woningenaanbod in het kader van een beleid gericht op « een woning voor allen »;

Dat het stedenbouwkundig potentieel van de T&T site, zijn troeven, zijn omvang en zijn ligging in het stadscentrum een unieke gelegenheid vormen om tot deze doelstelling bij te dragen, alsook tot de doelstelling om kwalitatief hoogstaande huisvesting te bieden in de stad;

Dat de woonfunctie een plaats moet vinden op de plaatsen die hiervoor het meest geschikt zijn inzake lichtinval, uitzicht en stadssfeer;

Dat bij de herbestemming en de verdichting van het goederenstation de architecturale kenmerken behouden moeten blijven, rekening houdend met de eigenheid van de betrokken ruimte, hetzij een opeenvolging van grote hallen, waarvan de zichtbare structuur behouden en gevaloriseerd moet worden;

Overwegende de andere gebruikskenmerken en een specifieke functionele ligging in Brussel, verbonden aan de evenementiële dimensie van de openbare open ruimte en de activiteiten die in de Magazijnen plaatsvinden;

Dat de site beschikt over een traditie en een nationale en internationale uitstraling voor de opvang van cultuuractiviteiten;

Dat zij een belangrijke rol speelt in het Brussels cultuuraanbod en -landschap en dat voor de aantrekkelijkheid van de site en van de stad dit verscheiden aanbod, nabij het stadscentrum, in stand gehouden en versterkt dient te worden, Besluit :

Artikel 1.De gemeenteraad van de Stad Brussel wordt verzocht, binnen een termijn van 3 jaar te rekenen vanaf de kennisgeving van dit besluit, een bijzonder bestemmingsplan goed te keuren met betrekking tot het deel van zijn grondgebied dat geboekt staat als « gebied van gewestelijk belang (GGB) nr. 6 » uitgebreid tot de naburige gebieden die afgebakend worden : Aan de zuidoostkant door de Havenlaan, de Materialenkaai, de Redersbrug en de verlengde as van de Van Meyelstraat tot aan de Materialenkaai; aan de noordoostkant door de Dieudonné Lefèvrestraat, met inbegrip van het « Byrrh »-gebouw, een deel van het gebied voor haven- en vervoersactiviteiten (GHAV) en een deel van het spoorweggebied (SWG) langsheen het GGB 6A, zoals deze staan aangegeven op het bijgaande plan.

Art. 2.Dit BBP dient overeen te stemmen met het programma van de GGB nrs. 6A en 6B, zoals ingevuld in de bepalingen aangaande de bodembestemming van het GBP, alsook met de hieronder opgesomde bepalingen. a) Met het oog op de algemene aanlegvoorstellen dient het BBP te steunen op de volgende elementen : - de beginselen van de duurzame ontwikkeling en van een duurzame stedenbouw zoals vermeld in het richtschema voor Thurn & Taxis; - De site moet een algemene structurering ondergaan middels de organisatie van de openbare ruimten zoals : - de aanleg van de gehele site wordt georganiseerd in functie van een grote groene openbare ruimte die multifunctioneel is en uit één stuk bestaat, tussen de Havenlaan en het tracé van de vroegere lijn 28, en overeenkomstig de hierna omschreven eigenschappen; - De oppervlakte van de multifunctionele groene openbare ruimte mag niet kleiner zijn dan 91.500 m2 in één stuk binnen de GGB 6A en 6B en de delen van de GHAV en SWG die begrepen zijn in de perimeter van het BBP. De groene ruimten, zoals de achteruitbouwstroken, de binnenzijde van huizenblokken, de tuinen, de groene daken, de wegen,... mogen hiervoor niet verrekend worden; - deze multifunctionele groene openbare ruimte wordt behandeld als landschap en mag plaats bieden aan verharde ruimten; - op de zuidhelling wordt deze multifunctionele groene openbare ruimte begrensd door de aanwezigheid van patrimoniale gebouwen die gevaloriseerd dienen te worden : de grenzen van de groene openbare ruimte worden afgestemd op de bestaande gebouwen, verlengd tot aan de berm loodrecht op de « Laekenveldsquare », aan de kant van de Laekenveldstraat, zodat het uitzicht vanop die heuvel wordt vrijgemaakt; - de noordhelling wordt begrensd door nieuwe gebouwen langsheen het park en de inplanting van de gebouwen op deze helling geniet flexibiliteit zodat eventueel kan gebroken worden met een rechtlijnige rooilijn. - Binnen GGB 6A bedraagt de breedte tussen de twee bebouwde hellingen minstens 90 m. De hoogte van de gebouwen leeft de algemene regel voor de bouwhoogte na die in dit besluit wordt vastgesteld. - Binnen GGB 6 B wordt een grotere flexibiliteit gehanteerd voor de inplanting van de openbare open ruimte en voor de hoogte van de gebouwen, voor zover het gebied gelegen tussen de voorgevel van het goederenstation en de as in het verlengde van het noordelijke deel van de Redersbrug onbebouwd blijft; - er wordt een gebied voorbehouden om occasionele evenementen te organiseren; - het oostelijke deel van de openbare groene ruimte nabij de Havenlaan dient een toereikende onbebouwde breedte te behouden om een visuele en fysieke verbinding vrij te houden tussen de kanaaloevers en de site van Thurn & Taxis; - bij de aanleg van de site moet worden toegezien op de instandhouding van het perspectief vanop de Jubelfeestbrug en vanaf de Leakenveldsquare op het kanaal tot aan de « skyline » van de Noordwijk; - er worden toegangen voor voetgangers uitgevoerd vanaf de Jubelfeestlaan, de Jean Dubrucqlaan, de Pannenhuisbrug en de Laekenveldsquare.

De Noord-Zuid verbindingen - De aanleg van een permanente noord-zuidverbinding voor voetgangers en fietsers op de site, die het mogelijk maakt deze helemaal over te steken en een band tot stand te brengen tussen de Maritieme Wijk en de Maria-Christinawijk zodat continuïteit ontstaat tussen de Vandenbogaardestraat en de Molenbeekstraat; - de minimumbreedte van deze oversteek, die als landschap moet worden behandeld, bedraagt 20 m tussen de rooilijnen; - de verbinding is in hoofdzaak voor voetgangers en fietsers; voor de lokale bediening van de gebouwen kan ze op bepaalde plaatsen berijdbaar worden gemaakt, zonder daarom de oversteek mogelijk te maken voor auto's, met uitzondering van brandweervoertuigen; - het geheel « watertoren-elektrische centrale » vormt een scharnierpunt in de ruimtelijke continuïteit van de verbinding.

Benutting van de topografie van de site - de bermen blijven bestaan en worden behandeld in het kader van een beheersplan en van de groene vermazing; - de behandeling en de aanleg van de bermen onderaan de Laekenveldstraat en de Dieudonné Lefèvrestraat zijn van die aard dat ze de sociale controle bevorderen en dat een uitkijk op de achterkant behouden blijft.

De renovatie van het goederenstation - het goederenstation wordt behandeld als overdekte ruimte die toegankelijk is voor het publiek en over de hele noord-zuidlengte doorgestoken kan worden door tenminste één voetgangersverbinding, waarmee zij aansluit bij de continuïteit van de Ribaucourtstraat en deze verbindt met de groene openbare ruimte van de site; - de binnenruimte van het goederenstation wordt bovendien in de oost-westrichting gestructureerd door een aantal voetgangersverbindingen die het station doen aansluiten bij de Magazijnen, het Koninklijk Pakhuis, en de gebouwen die het plan mogelijk maakt aan de westzijde van het station; - de renovatie en herbestemming van het goederenstation is een waarborg om zijn structuur tot zijn recht te laten komen zodat deze, net als het dak, van binnenuit zichtbaar blijft.

Algemene compositieregel voor de gebouwen in GGB 6A Op het plan wordt de inplanting van nieuwe gebouwen geregeld door de structurerende openbare ruimten zoals hierboven vermeld.

In de hoogteverhouding wordt de bouwhoogte van nieuwe gebouwen geregeld door het bebouwd erfgoed dat op de site aanwezig is. - 1) de hoogte van nieuwe gebouwen aan de westkant van het goederenstation, tussen het station en de berm van Laekenveld, mag niet hoger zijn dan de nokhoogte van het dak van de grote hallen van het goederenstation (24 m);

Een overschrijding van de bouwhoogte wordt toegestaan op drie voorwaarden : a) dat zij berekend wordt in een compensatiemechanisme;b) dat de hoogste gebouwen bij voorkeur gelegen zijn in het gedeelte langs de berm aan de kant van de Laekenveldstraat.Het is evenwel toegestaan te alterneren tussen de oostelijke en westelijke rooilijnen. Daarbij dient erop toegezien te worden dat de lichtinval gevrijwaard wordt, door meer bepaald te voorkomen dat schaduw valt op de gebouwen die voorzien in de woonfunctie; c) dat zij het uitzicht op het goederenstation niet hinderen; - 2) de maximumhoogte van de nieuwe gebouwen aan de noordkant van de openbare groene ruimte, tussen deze ruimte en het gebied voor haven- en vervoersactiviteiten, wordt begrensd als volgt : a) de gebouwen langs de groene openbare ruimte mogen niet hoger zijn dan de nokhoogte van het dak van de grote hallen van het goederenstation (24 m);b) De gebouwen gelegen langs de nieuwe weg aan de noordkant mogen hoger zijn, maar mogen niet uitreiken boven de lijn die vertrekt vanaf het centrum van de groene openbare ruimte - uitgaande van een theoretische breedte van 120 m - en waarbij de daklijst van de gebouwen die ingeplant zijn langs de groene openbare ruimte, dient als uitgangspunt;en op voorwaarde dat de oppervlakte in m2 gelijkmatig verdeeld is per huizenblok; c) De hoge gebouwen mogen alternerend opgesteld worden (tussen de noordelijke en zuidelijke rooilijn) met vrijwaring van de lichtinval, waarbij inzonderheid wordt voorkomen dat schaduw valt op gebouwen die voorzien in de woonfunctie; - de nieuwe gebouwen worden ingeplant in huizenblokken zodat de ruimtelijke en visuele permeabiliteit wordt bevorderd en het uitzicht van de site met haar verschillende diepten behouden blijft; - de gebouwen met een grotere bouwhoogte dan die welke vastgelegd is in de hierboven vermelde algemene compositieregel voor de gebouwen worden gegroepeerd langs de kant van de Havenlaan.

Voor de ligging van de woningen, ongeacht het type, moet bij voorrang rekening gehouden worden met de lichtinval en het uitzicht op het park; 3) de plaatselijke sportuitrustingen (sport- en speelpleintjes) worden bij voorkeur ingeplant in de diepte van het park, nabij de reeds bewoonde wijken;4) In het goederenstation mogen de gebouwen niet meer dan 2/3 van de grondoppervlakte in beslag nemen en maximaal twee bovengrondse verdiepingen tellen, behalve op de vier hoeken van het station, waar zij tot drie bovengrondse verdiepingen mogen reiken.b) Met het oog op de bestemming van de site dient het BBP erop toe te zien dat een functionele mix ontstaat op de site, ttz.binnen de twee gebieden van gewestelijk belang 6A en 6B : 1. de bestaande en gerenoveerde gebouwen met een bestemming als kantoren, winkels en uitrustingen, hebben een totale oppervlakte van 96 633 m2 op het moment waarop dit besluit wordt goedgekeurd (cfr. bestaande toestand); 2. de nieuwe ontwikkelingen binnen de GGB ZIR 6A en 6B, met inbegrip van het goederenstation, worden bestemd als volgt : - een minimum van 40 % woningen, een minimum van 10 % uitrustingen van collectief belang of van openbare dienst en het saldo wordt bestemd voor administratieve of productieactiviteiten, hotelbedrijven, logistiek en vervoer, met ten hoogste 40 % voor de administratieve of productieactiviteiten; - en maximum van 370 000 m2 bruto bovengrondse oppervlakte voor de GGB nrs. 6 A en 6 B, bovenop de bestaande 96 633 m2; - GGB 6A biedt plaats aan ten hoogste 330 000 m2 nieuwe oppervlakte, waarvan ten hoogste 40 000 à 50 000 m2, in het goederenstation. - GGB 6B omvat ten hoogste 40 000 m2 aan nieuwe oppervlakte - De uitrustingen van collectief belang of van openbare dienst worden niet beperkt in oppervlakte maar moeten wel voorzien in de volgende functies : - kinderkribben/-opvang, één of meerdere basisscholen, een circusschool, overdekte en niet-overdekte sportuitrustingen, één of meerdere sociaal-educatief of sociaal-cultureel georiënteerde buurtuitrustingen; - minstens 30 % van de oppervlakte bestemd voor huisvesting wordt besteed aan middelgrote woningen die over de site worden verspreid; - er wordt voorzien in een functionele mix per huizenblok;

Op grond van het BBP is het mogelijk een nieuwe oppervlakte van maximaal 10.000 m2 over te hevelen van het ene GGB naar het andere;

Met betrekking tot het goederenstation : - de bestemmingen moeten een functionele mix waarborgen (uitrustingen, vrije tijd, evenementen, centrum voor tentoonstellingen/seminars/conferenties, educatief centrum, winkels, permanente openluchtmarkt, horeca, kantoren,...) in aanvulling bij gebouwen A van de sheds; de parkeerplaatsen : - in totaal ten hoogste 3 500 plaatsen (openbare en privé-)parkeerplaatsen op de site; - parkeerplaatsen verbonden aan woningen worden onder de gebouwen aangelegd; - globaal gezien bevindt zich de parkeerruimte onder de nieuwe gebouwen; - voor een deel mogen zich parkeerplaatsen bevinden onder de openbare groene van het GGB 6B ruimte (tegenover het Koninklijk Pakhuis); - voor wat de bestaande gebouwen betreft, mogen zich enkel parkeerplaatsen bevinden onder het goederenstation; - er dient een openbare parking voorzien te worden op de site. Het nauwkeurige aantal plaatsen moet worden vastgesteld in functie van de spreiding van bestemmingen voor handel en evenementen.

Parkings moeten omgevormd of afgeschaft kunnen worden in functie van de evolutie van wijze waarop de site wordt bediend door het openbaar vervoer. c) Met het oog op het te behouden bebouwd erfgoed : Behoudens het Koninklijk Pakhuis en de Magazijnen, die een renovatie en een herbestemming hebben ondergaan, worden de volgende gebouwen en bouwwerken behouden en gerenoveerd : - het goederenstation; - de vroegere elektriciteitscentrale / watertoren; - het 'hôtel des postes'; - het Magazijn voor gevaarlijke producten; - de toegangskiosken en de hekken; d) Met het oog op de verplaatsingen, het parkeren, de toegang tot de site en de openbare ruimten in de onmiddellijke omgeving, dient het BBP te voorzien in : * de aanleg van een openluchtzwembad op de linkeroever van het Becobekken, alsook een park langsheen het bekken, dat de landschappelijke verbinding maakt met de aanleg van de openbare groene ruimte op de site Thurn & Taxis en van de aanleg die de Haven van Brussel op de linkeroever van het bekken reeds heeft verwezenlijkt; * de organisatie van de mobiliteit op de site, die in hoofdzaak bestemd is voor voetgangers en fietsers.

Enkel de volgende wegen zijn toegankelijk voor auto's : - als doodlopende straat het deel van de noord-zuidverbinding van de site tussen de Picardstraat en de grens van het bebouwbare gebied gelegen tussen het goederenstation en de berm van Laekenveld, alsook de plaatselijke straten die op deze wegenis uitgeven en de gebouwenblokken aandoen gelegen aan de westkant van het goederenstation; - een « L »-vormige wegenis aan de noordkant van GGB nr. 6, die voorziet in het plaatselijk verkeer naar de gebouwen gelegen aan de noordkant van de centrale openbare open ruimte, alsook de plaatselijke straten die op deze wegenis uitgeven loodrecht op de oost-westtak van de L-vormige wegenis die de oost- en westkant aandoet van de gebouwen gelegen aan de noordkant van de centrale openbare open ruimte; - deze plaatselijke wegverbinding tussen de nieuwe gebouwen aan de noordkant van het centrale park en het gebied voor haven- en vervoersactiviteiten aan de noordkant van het GGB nr. 6 krijgt een aanleg van minstens 20 m breed.

De wegenis tussen de brede centrale openbare open ruimte en de gebouwen aan de noordkant hiervan is niet toegankelijk voor auto's; * de volgende toegangen tot de site - een grote toegang aan de Havenlaan; - een hoofdtoegang in het verlengde van de as Vandenbogaardestraat- Molenbeekstraat, op het eindpunt van de noord-zuidverbinding die de site doorkruist; - een tweede toegang aan de kant van de Picardstraat, aan het goederenstation, loodrecht op de Ribaucourtstraat; - deze toegangen liggen gelijk met de openbare ruimten in de onmiddellijke omgeving; - secundaire toegangen die de site verbinden met de naburige wijken : aan beide zijden van de Bockstaelbrug, aan beide zijden van de Clessebrug, ter hoogte van de Laekenveldsquare, ter hoogte van het kruispunt Scheldestraat/Picardstraat, ter hoogte van de Zieglersite, ter hoogte van het metrostation Pannenhuis, aan Bockstael; * een erfdienstbaarheid van doorgang voor de toegang tot de privé-site Ziegler; * de toegangsprincipes tot de parkings; *de heraanleg van de Picardstraat, waarbij een eigen baan wordt voorzien voor het openbaar vervoer; * er moet gezorgd worden voor een performante bediening van de site door het openbaar vervoer; de achterzijde van de site wordt bediend door tenminste één tramlijn in eigen baan, waarmee het mogelijk wordt te voorzien in de bediening van nieuwe ontwikkelingen; * de bouw van een nieuw kunstwerk voor voetgangers, fietsers en het openbaar vervoer over het kanaal in het verlengde van de as gevormd door de Bolivarlaan en de Picardstraat; e) Het BBP dient eveneens toe te zien op de toevoeging van de volgende elementen : - het opleggen van waarborgen voor een gezamenlijke uitvoering van woningen en oppervlakte verbonden aan andere activiteiten; - het opleggen van waarborgen voor een gezamenlijke uitvoering van de aanleg van de grote openbare open ruimte en de renovatie van het goederenstation ten opzichte van de nieuwbouwwoningen; - het vastleggen van criteria die beantwoorden aan de hoge kwaliteitsvereisten inzake het leefmilieu, zowel voor de algemene aanleg en de infrastructuren als voor de bouwwerken op het vlak van energie, water, microklimaat, geluid en overlast, afval en werfafval; - de promotie/ontwikkeling/terbeschikingstelling van alternatieven voor parkeerplaatsen op de site, inzonderheid car-sharingsystemen, in bouwwerken zowel als op de wegenis, op een centrale, veelgebruikte plaats op de site.

Art. 3.Dit besluit herroept en vervangt het besluit van 9 januari 2003.

Brussel, 23 april 2009.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid, Ch. PICQUE

^