Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 oktober 2011
gepubliceerd op 19 december 2011

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van delegaties van bevoegdheden aan de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar van Net Brussel, Gewestelijk Agentschap voor Netheid

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2011031596
pub.
19/12/2011
prom.
29/10/2011
ELI
eli/besluit/2011/10/29/2011031596/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 OKTOBER 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van delegaties van bevoegdheden aan de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar van Net Brussel, Gewestelijk Agentschap voor Netheid


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en latere wijzigingen;

Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, artikel 6;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995 tot vaststelling van delegaties van bevoegdheden aan de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 mei 2011;

Gelet op advies 50.011/2/V van de Raad van State, gegeven op 10 augustus 2011 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 oktober 2011;

Op de voordracht van de Minister-President bevoegd voor Openbare Netheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, dient te worden verstaan onder : 1° de Minister : het Lid van de Regering of de Gewestelijke Staatssecretaris die de beheersbevoegdheid van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid uitoefent;2° Agentschap : het Gewestelijk Agentschap voor Netheid. I. Werking

Art. 2.De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar staan in voor het dagelijks beheer van het Agentschap, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

Er wordt hun algemene delegatie van ondertekening toegekend voor alle handelingen die tot dit dagelijks beheer behoren.

Art. 3.De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar nemen gezamenlijk de beslissingen en gaan de verbintenissen aan die nodig zijn voor de uitvoering van de aan het Agentschap toevertrouwde opdrachten en voor het financieel beleid.

Art. 4.§ 1. In afwijking van artikel 3 is de leidend ambtenaar bevoegd om : 1° de begroting van het Agentschap uit te voeren overeenkomstig de vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen;2° maatregelen te nemen die nodig zijn voor de goede werking van het Agentschap. § 2. In afwijking van artikel 3 is de adjunct-leidend ambtenaar bevoegd : 1° om de overeenkomsten voor commerciële abonnementen te sluiten waarvan het bedrag niet meer dan 124.000 euro bedraagt; 2° voor de rechtsgedingen waarin het Agentschap optreedt als eiser, als verweerder of als tussenkomende partij, met inbegrip van de bevoegdheid om alle uitgaven die voortvloeien uit deze rechtsgedingen en de uitgaven die uit een desbetreffende berusting, afstand van geding of dading voortvloeien goed te keuren;3° om alle nodige maatregelen te treffen inzake verzekering waarvoor het Agentschap verantwoordelijk is en inzake het innen van de vorderingen van het Agentschap. § 3. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar houden elkaar geregeld op de hoogte van de handelingen die zij verrichten krachtens de bevoegdheden die hun bij dit artikel respectievelijk zijn toegekend.

Art. 5.In dringende gevallen of ingeval van afwezigheid van meer dan acht dagen, vervangen de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar elkaar in de uitoefening van hun functies.

Art. 6.De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar kunnen, indien ze de Minister erover inlichten, binnen de grenzen en onder de voorwaarden die ze samen bepalen, sommige van de hun in de artikelen 2, 3 en 4 toegekende bevoegdheden uitwisselen of delegeren.

Art. 7.§ 1. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar regelen samen de opdrachten in het buitenland van de personeelsleden, na akkoord van de Minister. § 2. In afwijking van § 1, is de voorafgaande toestemming van de Minister niet vereist voor de opdrachten in het buitenland die niet langer dan twee dagen duren.

II. Overheidsopdrachten

Art. 8.§ 1. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, en onverminderd de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, worden de bevoegdheden die zijn toegekend inzake de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten te sluiten en uit te voeren, gedelegeerd : 1° aan de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar, die gezamenlijk optreden, voor de opdrachten waarvan het bedrag, buiten toegevoegde waarde, niet hoger is dan : - 744.000 euro, voor een openbare aanbesteding of een algemene offerteaanvraag; - 372.000 euro, voor een beperkte aanbesteding of een beperkte offerteaanvraag; 2° aan de leidend ambtenaar voor de opdrachten waarvan het bedrag, buiten toegevoegde waarde, niet hoger is dan : - 248.000 euro voor een openbare aanbesteding of voor een beperkte aanbesteding en voor een algemene of beperkte offerteaanvraag; - 74.500 euro, voor de onderhandelingsprocedure. § 2. De in § 1 bedoelde delegaties van bevoegdheden, zijn geldig voor zover het voorwerp van de uitgave goedgekeurd is door de Regering of de Minister, hetzij door goedkeuring, van een programma waarin dit voorwerp vervat zit, hetzij door een bijzondere beslissing betreffende dit voorwerp, of voor zover de uitgave het voorwerp is van bijzondere taken waarmee het Agentschap belast is. Deze goedkeuring is niet vereist voor de lopende dienstuitgaven of voor de uitgaven waarvan het geraamde bedrag niet hoger dan 67.000 euro is. § 3. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar zijn eveneens bevoegd om, in het kader van de normale uitvoering van de gesloten opdracht en binnen de grenzen van het oorspronkelijk bedoelde voorwerp, de rekeningen en de schuldverklaringen betreffende de opdrachten voor werken, leveringen en diensten waarvan het bedrag de in § 1 bedoelde delegaties van bevoegdheden overschrijdt, goed te keuren.

Art. 9.Na de sluiting van de opdracht binnen de grenzen is de gedelegeerde overheid die de opdracht heeft toegekend gemachtigd om, onverminderd de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, inzonderheid artikel 8 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies van openbare werken en artikelen 17 en 42 van de bijlage tot vaststelling van de algemene aannemingsvoorwaarden van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en van de concessies van openbare werken bij het voormelde koninklijk besluit, met een met redenen omklede beslissing af te wijken van de toepassing van bepaalde bedingen van de opdracht.

Art. 10.Op voorwaarde dat de Minister ervan op voorhand wordt ingelicht, kunnen de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar, mits ze de overeenstemmende bevoegdheden beperken, sommige van de hun in artikel 8 toegekende bevoegdheden uitwisselen of gezamenlijk delegeren.

III. Personeel

Art. 11.De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar zijn bevoegd, elk voor zijn eigen taalrol, om de eedaflegging van de personeelsleden van niveau 2+, 2, 3 en 4 te ontvangen.

Art. 12.De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar zijn gezamenlijk bevoegd om : 1° de vacante betrekkingen in niveau 2+, 2, 3 en 4 bekend te maken om erin te voorzien door promotie of aanwerving;2° de personeelsleden van niveau 2+, 2, 3 en 4 in disponibiliteit te stellen door intrekking van werk in het belang van de dienst;3° de personeelsleden in disponibiliteit te stellen om persoonlijke redenen of bijzondere opdracht;4° het contractueel personeel aan te werven in het kader van de machtigingen van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het te ontslaan en om de beslissingen te nemen voor de aanwerving van de tijdelijke personeelsleden en arbeiders van niveau 2+, 2, 3 en 4.

Art. 13.§ 1. De leidend ambtenaar is bevoegd om : 1° de beslissingen te nemen voor de benoeming promotie en wijziging van graad van de stagedoende en vastbenoemde personeelsleden en arbeiders van niveau 2+, 2, 3 en 4;2° de beslissingen te nemen tot vaststelling van de wedde van de personeelsleden en arbeiders van niveau 1, 2+, 2, 3 en 4.3° de beslissingen te nemen inzake indeling bij een dienst en overplaatsing van de personeelsleden van niveau 1, 2+, 2, 3 en 4, na advies van de adjunct-leidend ambtenaar voor wat het begeleidingspersoneel betreft. § 2. De adjunct-leidend ambtenaar is bevoegd om : 1° de beslissingen te nemen betreffende de toelating tot de stage van personeelsleden van niveau 1, 2+, 2, 3 en 4;2° de beslissingen te nemen betreffende de aanvaarding van vrijwillig ontslag of normale oppensioenstelling van vastbenoemde of tijdelijke personeelsleden van niveau 2+, 2, 3 en 4;3° het vereiste voorstel voor de benoeming, de verandering van graad of de promotie door verhoging in graad of door overgang naar een hoger niveau voor de personeelsleden van niveau 2+, 2, 3 en 4 op te stellen;4° de beschikbaarheid van rechtswege wegens ziekte of invaliditeit van de personeelsleden van niveau 1, 2+, 2, 3 en 4 vast te stellen en om het hun toe te kennen wachtgeld vast te leggen;5° aan de personeelsleden van niveau 1 - met uitzondering van zij die tot rang 15 behoren, die onder de bevoegdheid van de leidend ambtenaar vallen - en van niveau 2+, 2, 3 en 4 de verloven van alle aard waarop ze recht hebben, toe te kennen, en om ter zake de krachtens het reglement voorziene beslissingen te nemen.

Art. 14.Op voorwaarde dat de Minister er op voorhand van wordt ingelicht, kunnen de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar, na gezamenlijk akkoord, sommige van de bevoegdheden die hun respectievelijk bij de artikelen 12 en 13 zijn toevertrouwd, uitwisselen of delegeren.

Art. 15.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995 tot vaststelling van delegaties van bevoegdheden aan de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid wordt opgeheven.

Art. 16.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt.

Art. 17.De Minister bevoegd voor Openbare Netheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 oktober 2011.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE

^