Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 december 2011
gepubliceerd op 06 februari 2012

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van technische specificaties voor de chemische analyse en monitoring van de watertoestand

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2012031048
pub.
06/02/2012
prom.
22/12/2011
ELI
eli/besluit/2011/12/22/2012031048/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van technische specificaties voor de chemische analyse en monitoring van de watertoestand


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid, met name artikel 37, § 1;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu, gegeven op 13 juli 2011;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 15 september 2011;

Gelet op het advies nr. 50.541/3 van de Raad van State, gegeven op 22 november 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister van Waterbeleid, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit besluit strekt tot omzetting van Richtlijn 2009/90/EG van 31 juli 2009 tot vaststelling van technische specificaties voor de chemische analyse en monitoring van de watertoestand krachtens Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad. HOOFDSTUK 2. - Onderwerp en definities

Art. 2.In dit besluit worden technische specificaties voor de chemische analyse en monitoring van de watertoestand vastgesteld in toepassing van artikel 37 van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot vaststelling van een kader voor het waterbeleid.

Het legt de minimale prestatiekenmerken vast voor de analysemethoden die bij de monitoring van de watertoestand, sediment en biota worden gebruikt, alsmede voorschriften voor het aantonen van de kwaliteit van analyseresultaten.

Art. 3.Voor de toepassing van voorliggend besluit wordt verstaan onder : 1° « de ordonnantie » : de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot vaststelling van een kader voor het waterbeleid;2° « het besluit MKN » : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2011 tot vaststelling van de milieukwaliteitsnormen, de basiskwaliteitsnormen en de chemische normen voor de oppervlaktewateren tegen de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen en andere verontreinigende stoffen.3° « het besluit grondwater » : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 juni 2010 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand;4° « aantoonbaarheidsgrens » : het uitgangssignaal of de concentratie waarboven met een vermeld betrouwbaarheidsniveau kan worden gesteld dat een monster verschilt van een blanco monster dat geen relevante te bepalen grootheid bevat;5° « bepalingsgrens » : een vermeld veelvoud van de aantoonbaarheidsgrens bij een concentratie van de te bepalen grootheid die redelijkerwijs met een aanvaardbaar nauwkeurigheids- en precisieniveau kan worden bepaald.De bepalingsgrens kan met behulp van een geschikte standaard of een geschikt monster worden berekend en kan vanaf het laagste kalibratiepunt op de kalibratiecurve, met uitzondering van de blanco, worden verkregen; 6° « meetonzekerheid » : een niet-negatieve parameter die de spreiding karakteriseert van de kwantitatieve waarden die aan een te meten grootheid worden toegekend, gebaseerd op de gebruikte informatie;7° « te bepalen grootheid » : stof aangetoond of bepaald in een geanalyseerd monster;8° « te meten grootheid » : hoeveelheid van een stof die aan een analyse wordt onderworpen. HOOFDSTUK 3. - Analysemethoden en kwaliteitsbeheersing van deze methoden

Art. 4.Alle analysemethoden, met inbegrip van de laboratorium-, veld- en onlinemethoden, die worden gebruikt met het oog op de programma's voor chemische monitoring die krachtens van artikel 37 van de ordonnantie worden uitgevoerd, worden overeenkomstig de norm EN ISO/IEC-17025 of andere gelijkwaardige op internationaal niveau erkende normen gevalideerd en gedocumenteerd.

Art. 5.§ 1. De analyses van de chemische en fysisch-chemische parameters die worden uitgevoerd in het kader van de programma's voor monitoring van de watertoestand, bedoeld in artikel 37 van de ordonnantie, worden toevertrouwd aan laboratoria of door laboratoria gecontracteerde partijen die methoden voor kwaliteitszorgsystemen hanteren in overeenstemming met de norm EN ISO/IEC-17025 of andere gelijkwaardige op internationaal niveau erkende normen. § 2. De laboratoria of door laboratoria gecontracteerde partijen waaraan de onder paragraaf 1 bedoelde analyses worden toevertrouwd, tonen hun bekwaamheid bij de analyse van relevante fysisch-chemische of chemische te meten grootheden aan door : a) deel te nemen aan programma's voor geschiktheidsbeproeving waarin de in artikel 4 van dit besluit bedoelde analysemethoden worden bestreken van te meten grootheden op concentratieniveaus die representatief zijn voor de in toepassing van artikel 37 van de ordonnantie uitgevoerde programma's voor chemische monitoring;b) beschikbare referentiematerialen te analyseren die representatief zijn voor de verzamelde monsters die adequate concentratieniveaus bevatten in vergelijking met de milieukwaliteitsnormen en kwaliteitsdoelstellingen die voorzien zijn in bijlagen 2, 3 en 4 van het besluit « MKN » en de kwaliteitsnormen en drempelwaarden die zijn vastgelegd in bijlage II van het besluit « grondwater ». § 3. De in paragraaf 2, a), bedoelde programma's voor geschiktheidsbeproeving zijn georganiseerd door geaccrediteerde organisaties of internationaal of nationaal erkende organisaties die voldoen aan de eisen van norm ISO/IEC 17043 of van andere gelijkwaardige op internationaal niveau erkende normen.

De resultaten van de deelname aan deze testprogramma's zijn beoordeeld op basis van de scoringsystemen die worden vermeld in norm ISO/IEC 17043 of in norm ISO 13528 of in andere gelijkwaardige op internationaal niveau erkende normen. HOOFDSTUK 4. - Minimale prestatiekenmerken voor analysemethoden en berekening van gemiddelde waarden

Art. 6.§ 1. De minimale prestatiekenmerken van de in artikel 4 bedoelde analysemethoden zijn gebaseerd op een meetonzekerheid van ten hoogste 50 % (k = 2), geschat op het niveau van relevante milieukwaliteitsnormen en/of geschikte kwaliteitsdoelstellingen die zijn opgenomen in bijlagen 2, 3 en 4 van het besluit « MKN », of, voor het grondwater, op het niveau van de kwaliteitsnormen en drempelwaarden van bijlage II van het besluit « grondwater », en een bepalingsgrens van ten hoogste 30 % van de hierboven bedoelde milieukwaliteitsnormen en/of kwaliteitsdoelstellingen en drempelwaarden. § 2. Wanneer er geen relevante milieukwaliteitsnormen, kwaliteitsdoelstellingen of drempelwaarden zijn, zoals bedoeld onder paragraaf 1, voor een bepaalde parameter of wanneer er geen gekende analysemethode is die aan de in paragraaf 1 vermelde minimale prestatiekenmerken voldoet, wordt de monitoring uitgevoerd met behulp van de beste beschikbare technieken die geen buitensporige kosten met zich brengen.

Art. 7.§ 1. Wanneer de waarde van de fysisch-chemische of chemische te meten grootheden in een bepaald monster onder de bepalingsgrens ligt, wordt voor de berekening van de gemiddelde waarde het meetresultaat vastgesteld op de helft van de waarde van de betrokken bepalingsgrens. § 2. Wanneer een berekende gemiddelde waarde van de in paragraaf 1 bedoelde meetresultaten onder de bepalingsgrens ligt, wordt deze waarde betiteld als « lager dan de bepalingsgrens ». § 3. Paragraaf 1 is niet van toepassing op te meten grootheden die een totaal zijn van een bepaalde groep fysisch-chemische parameters of chemische te meten grootheden, met inbegrip van hun relevante metabolieten en afbraak- en reactieproducten. In die gevallen worden resultaten onder de bepalingsgrens van de individuele stoffen vastgesteld op nul. HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling

Art. 8.De Minister die bevoegd is voor Waterbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 22 december 2011.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

^