Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2012
gepubliceerd op 19 juni 2012

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici, de registratie van koeltechnische bedrijven en de erkenning van de examencentra

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2012031299
pub.
19/06/2012
prom.
22/03/2012
ELI
eli/besluit/2012/03/22/2012031299/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 MAART 2012. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici, de registratie van koeltechnische bedrijven en de erkenning van de examencentra


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op Verordening (EG) Nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonafbrekende stoffen;

Gelet op de Verordening (EG) Nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen;

Gelet op de Verordening (EG) Nr. 303/2008 van de Commissie van 2 april 2008 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning voor de certificering van bedrijven en personeel betreffende stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevat;

Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, in het bijzonder artikelen 6, 70, 78/1 en 78/4;

Gelet op de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de beoordeling en de verbetering van de luchtkwaliteit, en meer bepaald artikel 13;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2007 pub. 24/04/2007 numac 2007031145 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici en de registratie van koeltechnische bedrijven sluiten inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici en de registratie van koeltechnische bedrijven;

Overwegende de artikelen 22.5 en 23.4 van Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonafbrekende stoffen die stellen dat lidstaten van de Europese Unie de minimumopleidingseisen moeten bepalen waaraan het personeel moet voldoen dat betrokken is bij het onderhoud van apparatuur die deze stoffen bevatten;

Overwegende het artikel 5 van Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen dat stelt dat lidstaten van de Europese Unie hun eigen opleidings en certificeringsvoorschriften, op basis van minimumeisen, moeten opstellen voor zowel bedrijven als relevante personeelsleden die betrokken zijn bij de installatie, het onderhoud of de service inzakekoel-,klimaatregelings-en warmtepompen die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevatten alsmede de terugwinning ervan;

Gelet op het advies van de Raad van de leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 29 juni 2011;

Gelet op het advies nr. 50.382/3van de Raad van State, gegeven op 25 oktober 2011 in toepassing van artikel 84, paragraaf 1 alinea 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Draagwijdte en definities

Artikel 1.Met dit besluit worden de Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonafbrekende stoffen, de Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen en de Verordening (EG) nr. 303/2008 van de Commissie van 2 april 2008 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning voor de certificering van bedrijven en personeel betreffende stationaire koelklimaatregelings- en warmtepompapparatuur die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevat, geïmplementeerd.

De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de geregistreerde koeltechnische bedrijven en op de bevoegde koeltechnici die werken aan koelinstallaties die ozonafbrekende stoffen en/of gefluoreerde broeikasgassen bevatten.

De bepalingen van dit besluit zijn ook van toepassing op examencentra die specifieke examens organiseren voor werkzaamheden aan koelinstallaties die ozonafbrekende stoffen en/of gefluoreerde broeikasgassen bevatten.

Art. 2.In de zin van dit besluit gelden de hierna opgenomen definities : 1. bevoegd koeltechnicus : een technicus die voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 8 van dit besluit; 2. ozonafbrekende stoffen : de stoffen, opgesomd in bijlage I van bovengenoemde Verordening (EG) nr.1005/2009 en haar eventuele latere wijzigingen; 3. gefluoreerde broeikasgassen : de stoffen waarvan sprake is in bijlage I van bovengenoemde Verordening (EG) nr.842/2006 en haar eventuele latere wijzigingen; 4. koelinstallatie : alle apparatuur en toebehoren die nodig zijn voor de werking van een koelcircuit., met inbegrip van de klimaatregelingssystemen en de warmtepompen die een koelcircuit bevatten zoals beoogd in artikel 1; 5. Koelcircuit (inclusief de circuits van klimaatregelings- en warmtepompinstallaties) : geheel van delen die koelmiddel bevatten en die met elkaar verbonden zijn in een gesloten systeem waarin het koelmiddel circuleert met als oogmerk het onttrekken of het toevoegen van warmte.6. Hermetisch afgesloten koelcircuit : koelvoorziening waarin alle delen die koelmiddelen bevatten hermetisch gemaakt worden door lassen, hardsolderen of door een gelijkaardige techniek die een duurzame assemblage mogelijk maakt, waarbij de assemblage voorzien kan worden van bedekte kleppen en uitgangsopeningen die een herstel of een verwijdering volgens de regels mogelijk maken en waarvan het lekpercentage (na uittesten) onder een druk van minstens één vierde van de toegelaten maximumdruk minder dan 3 gram per jaar bedraagt;7. werken aan koelinstallaties : werkzaamheden aan koelinstallaties waarbij er een mogelijk risico van emissies van ozon afbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bestaat. Diverse categorieën zijn van toepassing : a) de installatie;b) et onderhoud en de herstellingvan koelinstallaties;c) de terugwinning van de vloeistof;d) de dichtheidscontroles.8. installatie : aaneenkoppeling van twee of meer apparatuuronderdelen of circuits die gefluoreerde broeikasgaskoudemiddelen en/of ozonafbrekende stoffen bevatten of daartoe bestemd zijn met het oog op het monteren van een systeem op de locatie waar het zal functioneren, inclusief de handeling waarbij koudemiddelleidingen van een systeem worden aaneengekoppeld om een koelcircuit te voltooien ongeacht de noodzaak het systeem na montage te vullen;9. onderhoud of herstelling : alle activiteiten, exclusief terugwinning en dichtheidscontroles waarbij de circuits die gefluoreerde broeikasgassen en/of ozonafbrekende stoffen bevatten of daartoe bestemd zijn, worden geopend, met name het vullen van het systeem met koelmiddelen, het wegnemen van een of meer circuit of apparatuuronderdelen, het hermonteren van twee of meer circuit- of apparatuuronderdelen en het herstellen van lekken;10. terugwinning : het verzamelen en opslaan van gefluoreerde broeikasgassen en/of ozonafbrekende stoffen, meer bepaald afkomstig van koelinstallaties;11. controle op de lekkage : controleprocedure zoals omschreven in Verordening (EG) nr.1516/2007 van de Commissie van 19 december 2007 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en van de Raad, van basisvoorschriften inzake dichtheidscontrole van stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevat; 12. het BIM : het Brussels Instituut voor Milieubeheer, opgericht bij het koninklijk besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer;13. certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek : certificaat afgeleverd door een erkend examencentrum koeltechniek, dat minimum gelijkwaardig is aan het certificaat afgeleverd aan het personnel zoals omschreven in artikel 5 van de Verordening nr.303/2008; 14. de Minister : de Minister of de Staatssecretaris tot wiens bevoegdheid het Leefmilieu behoort.

Art. 3.Het BIM treedt op als certificeringsinstantie in de zin van het artikel 10 van bovengenoemde Verordening (EG) nr. 303/2008. HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende geregistreerde koeltechnische bedrijven Afdeling I. - Registratie van koeltechnische bedrijven.

Art. 4.Werkzaamheden aan koelinstallaties mogen enkel worden uitgevoerd door bevoegde koeltechnici, tewerkgesteld bij geregistreerde koeltechniekondernemingen. De bevoegde koeltechnicus mag alleen de werken aan koelinstallaties uitvoeren die vermeld staan op het aan het personeel afgeleverde certificaat zoals omschreven in artikel 5 van de bovengenoemde Verordening nr. 303/2008.

Het eerste lid is niet van toepassing op personen die werken uitvoeren aanoelinstallaties die gefluoreerde broeikasgassen evattenend ie voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 4, derde lid, van deze verordening.

Art. 5.§ 1. Een koeltechnisch bedrijf kan pas worden geregistreerd als : 1° alle koeltechnici die het tewerkstelt voor de uitvoering van werken aan installaties zoals omschreven in artikel 2.7, in het bezit zijn van een geldig certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek of in het bezit zijn van een aan het personeel afgeleverd certificaat zoals omschreven in artikel 5 van de bovengenoemde Verordening nr. 303/2008 Het eerste lid is niet van toepassing op de personen die werkzaamheden uitvoeren zoals bedoeld onder artikel 4, paragraaf drie van dezelfde verordening. 2° de in bijlage III beschreven minimale technische uitrusting ter beschikking wordt gesteld van het in punt 1 bedoelde personeel om de werkzaamheden aan koelinstallaties uit te voeren. 3° het, voor de activiteiten omschreven in artikel 2.7, een voldoende groot aantal personeelsleden terwerkstelt om het verwachte werkvolume te kunnen uitvoeren; 4° het over de nodige werkprocedures beschikt voor het personeel dat werken aan koelinstallaties uitvoert zoals omschreven in artikel 2.7. § 2. Geregistreerde koeltechnische bedrijven moeten ervoor zorgen dat de personeelsleden, belast met de leveringen van gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen, voldoen aan de definitie van bevoegde koeltechnicus. § 3. De koeltechnici die in het bezit zijn van een geldig certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek of die in het bezit zijn van een aan het personeel afgeleverd certificaat zoals omschreven in artikel 5 van de bovengenoemde Verordening nr. 303/2008 en die onder het statuut van zelfstandige werken, moeten zich laten registreren als koeltechnische bedrijven in het kader van dit besluit.

Art. 6.§ 1. Naast de specifieke bepalingen van de volgende drie paragrafen wordt de registratie van koeltechnische bedrijven geregeld door artikelen 78/2 tot en met 78/5 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

De aanvraag voor registratie kan, indien de aanvrager dit wenst, via elektronische weg gebeuren, wat evenwaardig is aan een aangetekende verzending volgens de modaliteiten voorzien door BIM. Het BIM verzendt in dat geval een ontvangstbewijs via elektronische weg naar de aanvrager, en dit binnen de twintig werkdagen na de verzending van het registratieformulier. § 2. De registratieaanvraag omvat ten minste de gegevens hernomen in het modelformulier in bijlage V van dit besluit. § 3. De aanvrager voegt bij zijn aanvraag : - het bewijs dat het personeel dat activiteiten uitoefent waarvoor de certificering vereist is, beschikt over het nodige gereedschap, zoals beschreven in bijlage III, en de nodige procedures; - het bewijs dat de koeltechniekonderneming, om het verwachte volume van activiteiten die een certificering vergen op te vangen, voldoende personeel tewerkstelt dat houder is van een certificering in de zin van artikel 5 van Verordening 303/2008; - een kopie van de verzekeringspolis die de burgerlijke aansprakelijkheid voor de activiteit dekt. § 4. Het geregistreerd koeltechnisch bedrijf geeft onmiddellijk aan het BIM iedere wijziging door van de gegevens die geleid hebben tot de registratie en meer bepaald iedere wijziging met betrekking tot de koeltechnici die voor dit bedrijf werken. Afdeling II. - Verplichtingen voor

geregistreerde koeltechnische bedrijven

Art. 7.§ 1. Geregistreerde koeltechnische bedrijven zorgen ervoor dat de bij hen tewerkgestelde bevoegde koeltechnici gedurende hun werkzaamheden aan koelinstallaties kunnen beschikken over de nodige en in goede staat verkerende apparatuur. Die apparatuur omvat ten minste het materiaal, opgesomd in bijlage III. § 2. Voor de installaties, bedoeld in artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van ... betreffende de koelinstallaties, zijn de geregistreerde koeltechnische bedrijven verantwoordelijk voor het bijwerken van het register, eigen aan elke installatie, overeenkomstig artikel 6.4. van dit besluit.

Als uit de gegevens van dit register blijkt dat er een relatief verlies is in een koelinstallatie en dat dit verlies niet toegelaten is krachtens artikel 6.1. van hetzelfde besluit, neemt het geregistreerde koeltechnische bedrijf de nodige corrigerende maatregelen, zoals het opstellen van een schriftelijke waarschuwing gericht aan de eigenaar van de installatie over de vastgestelde lekkage vergezeld van een voorstel van te nemen maatregelen. Eén kopij van dit schrijven dient door het geregistreerd koeltechnisch bedrijf te worden opgestuurd naar het BIM en één kopij dient te worden bijgehouden. § 3. De geregistreerde koeltechnische bedrijven houden een gecentraliseerde koelmiddelboekhouding bij van de koelvloeistoffen die gefluoreerde broeikasgassen en/of ozonafbrekende stoffen bevatten.

Deze boekhouding is eigen aan elk bedrijf.

Deze boekhouding vermeldt : 1. de hoeveelheid en het type van elk aangekocht koelmiddel, met vermelding van de datum en de naam van de leverancier;2. de hoeveelheid en het type van elk verwijderd koelmiddel, met vermelding van de datum en de naam van de ophaler van de koelmiddelen; 3. alle toevoegingen van koelmiddelen aan een koelinstallatie met vermelding van het type, de kwaliteit, de hoeveelheid in gewicht en de reden van de toevoeging (nieuw gebouw, wijziging, vervanging van vloeistof of lekkage), de datum, de naam van de klant, de plaats waar de koelinstallatie zich bevindt en haar identificatie (identificatieplaat,...); 4. alle ingrepen aan een koelinstallatie die vallen onder de categorie(ën) van uitgevoerde werkzaamheden zoals gedefinieerd onder artikel 2, punt 7 voor werken aan koelinstallaties;5. als een koelmiddel werd gerecupereerd van een installatie, moet de technicus de communautaire, nationale en regionale wetgeving inzake afval respecteren. § 4. De registratie van de in dit artikel bedoelde activiteiten moet vijf jaar worden bewaard § 5. Het geregistreerd koeltechnisch bedrijf verstrekt aan het BIM alle inlichtingen en documenten die gevraagd worden en toont op aanvraag het materiaal dat wordt gebruikt bij de werkzaamheden aan koelinstallaties. § 6. De minister kan de controlemodaliteiten voorzien in § 5 van dit artikel bepalen HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende bevoegde koeltechnici Afdeling I. - Voorwaarden voor bevoegde koeltechnici

Art. 8.Een bevoegde koeltechnicus moet minimaal aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° in het bezit zijn van een aan het personeel afgeleverd certificaat zoals omschreven in artikel 5 van de bovengenoemde Verordening nr. 303/2008; 2° in een geregistreerd koeltechnisch bedrijf werken. Afdeling II. - Procedure uitreiken

certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek

Art. 9.Er bestaan vier categorieën van certificaten van bekwaamheid in de koeltechniek : 1° een persoon die een certificaat van categorie I heeft ontvangen, mag alle werken aan koelinstallaties uitvoeren;2° een persoon die een certificaat van categorie II heeft behaald, mag controles op lekkage aan koelinstallaties uitvoeren op voorwaarde dat daarbij het koelmiddelcircuit dat gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen bevat, niet wordt geopend, en mag koelinstallaties installeren, onderhouden of reviseren en gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen terugwinnen als het gaat om koelinstallaties met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan drie kilogram, of om hermetisch afgesloten systemen die als zodanig zijn gelabeld, met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan zes kilogram gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen;3° een persoon die een certificaat van categorie III heeft behaald, mag gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen uit koelinstallaties terugwinnen als het gaat om koelinstallaties met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan drie kilogram, of om hermetisch afgesloten systemen die als zodanig zijn gelabeld, met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan zes kilogram gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende;4° een persoon die een certificaat van categorie IV heeft behaald, mag lekkagecontroles aan koelinstallaties uitvoeren op voorwaarde dat daarbij het koelmiddelcircuit dat gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen bevat, niet wordt geopend.

Art. 10.§ 1. Het certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek wordt uitgereikt aan elke persoon die geslaagd is voor het in artikel 16 bedoelde examen tot vaststelling van de bekwaamheid in de koeltechniek; § 2. Het certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek wordt op naam van het BIM afgeleverd en mag enkel en alleen worden uitgereikt door een erkend examencentrum koeltechniek. § 3. De geldigheid van het certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek vervalt na een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van uitreiking van het certificaat. § 4. Een persoon kan na die periode van vijf jaar een nieuw certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek verkrijgen nadat hij met vrucht het in artikel 17 bedoelde actualisatie-examen heeft afgelegd. § 5. Het actualisatie-examen kan ten vroegste één jaar vóór de vervaldatum van het lopende certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek afgelegd worden. Afdeling III. - Verplichtingen van een bevoegd koeltechnicus.

Art. 11.§ 1. De bevoegde koeltechnicus moet de vigerende milieuwetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naleven tijdens de werken aan de koelinstallaties en het hanteren van de koelmiddelen; § 2. De bevoegde koeltechnicus moet bovendien : 1° proberen de lekkage van ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen te voorkomen of tot een minimum te beperken;2° in het bezit zijn van een aan het personeel afgeleverd certificaat zoals omschreven in artikel 5 van de bovengenoemde Verordening nr. 303/2008 en uitsluitend de werken aan koelinstallaties uitvoeren die vermeld worden op zijn certificaat; 3° in voorkomend geval, het nodige doen voor de vernieuwing van het aan het personeel afgeleverde certificaat zoals omschreven in artikel 5 van de Verordening nr.303/2008, voor de technici die in het bezit zijn van een certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek, moet overgegaan worden tot een vernieuwing zoals beschreven in artikel 17 en moet een kopie naar het BIM worden verzonden; 4° als hij een aan het personeel afgeleverd certificaat zoals omschreven in artikel 5 van de Verordening nr.303/2008 heeft behaald in een andere lidstaat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, over een vertaling van dit certificaat in het Nederlands of het Frans beschikken indien het certificaat in een andere taal werd uitgereikt; 5° zich houden aan de instructies van het BIM.

Art. 12.§ 1. Het BIM kan een certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek van een koeltechnicus altijd intrekken of opschorten als is gebleken dat deze persoon de verplichtingen,vastgelegd in artikel 11 niet nakomt of niet naar behoren uitvoert. § 2. De beslissing tot intrekking of opschorting van het certificaat wordt pas genomen nadat de houder van het certi?caat werd gehoord. De met redenen omklede beslissing wordt met een aangetekende brief aan de houder kenbaar gemaakt. Die persoon moet binnen 14 kalenderdagen na de datum van de beslissing tot intrekking of opschorting van het certi?caat het originele certificaat en allevoor eensluidend verklaarde afschriften ervan aan het BIM bezorgen. HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende erkende examencentra koeltechniek Afdeling I. - Erkenningsvoorwaarden en erkenningsprocedure

Art. 13.§ 1. Een examencentrum in koeltechniek kan erkend worden voor de organisatie van de examens voor : 1° het behalen van certificaten van bekwaamheid in de koeltechniek categorie I, II, III of IV zoals bedoeld in artikel 9;2° het actualiseren van certificaten van bekwaamheid in de koeltechniek categorie I, II, III of IV zoals bedoeld in artikel 9. § 2. Om te kunnen worden erkend als examencentrum koeltechniek, moet het examencentrum voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° over examenprocedures beschikken voor de organisatie van de examens waarvan sprake is in de artikelen 15, 16 en 17;2° over de nodige infrastructuur beschikken om deze examens te organiseren. Voor het praktische gedeelte van de examens is de nodige infrastructuur beschreven in bijlage II bij dit besluit; 3° een examenjury samenstellen waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan : a) de voorzitter van de examenjury is een burgerlijk ingenieur, een bio-ingenieur, een industrieel ingenieur, een technisch ingenieur of een persoon met minstens drie jaar aantoonbare ervaring in afname van examens rond koeltechniek b) minstens drie leden van de examenjury bezitten hetzij een geldig certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek zoals bedoeld in de artikelen 9 en 10, hetzij een aan het personeel afgeleverd certificaat zoals bepaald onder artikel 5 van Verordening nr.303/2008;

Voor categorie I dienen de juryleden in het bezit te zijn van een certificaat van categorie I. Voor categorie II dienen de juryleden in het bezit te zijn van een certificaat van categorie I of II. Voor categorie III of IV dienen de juryleden in het bezit te zijn van een certificaat van categorie I, II, III of IV; c) minstens een van de leden van de examenjury is extern aan het examencentrum en actief in de koelsector.

Art. 14.§ 1. De aanvraag tot erkenning moet ingediend en samengesteld worden overeenkomstig artikelen 71 tot en met 73 en 100 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

Deze aanvraag kan, indien de aanvrager dit wenst, via elektronische weg gebeuren, wat evenwaardig is aan een aangetekende verzending volgens de modaliteiten voorzien door het BIM. Het BIM verzendt in dat geval een ontvangstbewijs via elektronische weg naar de aanvrager, en dit binnen de twintig werkdagen na de verzending van het erkenningsformulier. § 2. Naast de stukken vereist door artikel 71 van de genoemde ordonnantie, moet de erkenningsaanvraag ten minste de documenten geformuleerd in bijlage VI bevatten evenals de documenten die vermeld worden in deze bijlage. § 3. De erkenning als examencentrum koeltechniek geldt voor een periode van vijf jaar. § 4. Bovenop de specifieke bepalingen van de drie voorgaande paragrafen wordt de erkenning van de erkende examencentra geregeld door artikelen 70 tot 77 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen. Afdeling II. - Organisatie van examens voor het behalen

van een certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek Onderafdeling I. - Examentypes

Art. 15.Het erkende examencentrum voor koeltechniek kan examens organiseren voor : 1° het behalen van certificaten categorie I, II, III of IV zoals bedoeld in artikel 9;dat gebeurt volgens de bepalingen van artikel 16; 2° het actualiseren van certificaten categorie I, II, III of IV zoals bedoeld in artikel 9. Dat gebeurt volgens de bepalingen van artikel 17.

Art. 16.§ 1. Het erkende examencentrum koeltechniek licht het BIM tijdig in en dit ten minste twintig werkdagen vóór de examendag tot vaststelling van de bekwaamheid in de koeltechniek. § 2. Het BIM of een persoon die het BIM aanstelt mag steeds het examen bijwonen. § 3. Het examen bestaat uit vier onderdelen : 1. een computergestuurde theoretische proef tot vaststelling van de technische bekwaamheid in de koeltechniek;2. een praktische proef tot vaststelling van de technische bekwaamheid in de koeltechniek, gericht op de behandeling van ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen;3. een praktische proef met een hardsoldeeroefening;4. een proef over de kennis van de wetgeving betreffende de koeltechnieken, en meer in hetbijzonder betreffende de problematiek van de koelmiddelen, en over de terminologie die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt gebruikt. Personen die een certificaat categorie III of IV wensen te behalen, zijn vrijgesteld van het examendeel met de hardsoldeerproef.

Het erkende examencentrum bepaalt de inhoud van het examen aan de hand van de bepalingen, opgenomen in de bijlage van de Verordening nr. 303/2008 van 2 april 2008 en in de bijlage I van dit besluit.

Elke proef wordt apart beoordeeld. Men slaagt voor het examen als op elk onderdeel minstens vijftig procent van de punten wordt behaald en als in totaal minstens zestig procent van de punten wordt behaald. § 4. 1° Voor de computergestuurde theoretische proef, gebruikt het erkend examencentrum een reeks vragen over de onderwerpen beschreven in bijlage I.A. Het BIM stelt een vragenlijst over deze onderwerpen ter beschikking, die geactualiseerd kan worden. Het erkend examencentrum kiest in de actuele lijst een aantal vragen of stelt zelf een reeks vragen voor; 2° Voor de praktische proef bepaalt het erkende examencentrum de inhoud van het examen aan de hand van de in bijlage I.B. beschreven onderwerpen; 3° Voor de proef tot vastelling van de kennis van de wetgeving betreffende de koeltechnieken, en meer in het bijzonder in verband met de koelmiddelproblematiek, gebruikt het erkend examencentrum een aantal vragen over de onderwerpen beschreven in bijvoegsel I.C. Het BIM stelt een vragenlijst over deze onderwerpen ter beschikking, die geactualiseerd kan worden. Het erkend examencentrum kiest in de actuele lijst een aantal vragen of stelt zelf een reeks vragen voor. § 5. 1° Het erkende examencentrum adresseert aan het BIM, ten minste twintig werkdagen voor de examendag, een voorstel van : a) de procedure van de keuze van de vragen en oefeningen voor het examen en desgevallend de bijkomende vragenreeksen bij de lijsten van het BIM;b) de methodologie voor het afnemen en het beoordelen van de praktische proef;c) een beoordelingsrooster overeenkomstig de praktische oefeningen;2° het examencentrum moet vermelden voor welke categorie van certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek het examen bedoeld is, alsook welke aanverwante activiteiten de houder van het certificaat mag uitoefenen. § 6. Het BIM brengt binnen de tien werkdagen na ontvangst van het in § 5 beschreven voorstel een advies uit. Het examencentrum moet het advies van het BIM naleven. Bij gebrek aan ontvangst van het advies binnen de voorziene termijn, wordt het advies verondersteld gunstig te zijn. § 7. Binnen de twintig werkdagen die volgen op het examen, reikt het erkende examencentrum koeltechniek aan de personen die geslaagd zijn voor het examen een certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek uit. § 8. Het certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek wordt opgemaakt volgens het model in bijlage IV bij dit besluit. § 9. Binnen de twintig werkdagen die volgen op het examen, wordt door het erkend examencentrum een verslag van de examenzitting bezorgd aan het BIM. Dat verslag bevat ten minste de volgende elementen : 1° de lijst van de leden van de examenjury die aanwezig waren op het examen, met hun handtekening;2° de aanwezigheidslijst van alle kandidaten, die de handtekeningen van de kandidaten bevat;3° de vermelding van de behaalde percentages per kandidaat per onderdeel;4° de inhoud van het examen (vragenlijst);5° het beoordelingsrooster overeenkomstig de praktische oefeningen;6° onregelmatigheden of bijzonderheden met betrekking tot het examen. Het verslag wordt ondertekend door de aanwezige juryleden.

Bij het verslag wordt een lijst gevoegd met de personen aan wie een certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek is uitgereikt met vermelding van naam en voornaam, geboortedatum en certificaatnummer, alsook de categorie van het behaalde certificaat.

Onderafdeling III. - Actualisatie-examen

Art. 17.§ 1. De organisatie van het actualisatie-examen en de uitreiking van de certificaten verloopt volgens de procedure, beschreven in het artikel 16. § 2. Het erkende examencentrum koeltechniek formuleert een voorstel van de inhoud van het theoretisch actualisatie-examen aan het BIM. Het examencentrum moet vermelden voor welke categorie van certificaat het examen bedoeld is. Het actualisatie-examen is beknopter dan het examen tot vaststelling van de bekwaamheid in de koeltechniek. § 3. Het BIM brengt binnen de tien werkdagen na ontvangst van het in § 2 beschreven voorstel een advies uit.

Het erkend examencentrum moet het advies van het BIM naleven. Bij gebrek aan een advies binnen de gestelde termijn, wordt het advies gunstig geacht. Afdeling III. - Verplichtingen voor

het erkend examencentrum koeltechniek

Art. 18.Het erkende examencentrum koeltechniek informeert het BIM tijdens de geldigheidsperiode van de erkenning zo spoedig mogelijk over elke wijziging in de gegevens die tot de erkenning geleid hebben, zoals bepaald in artikel 76 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

Art. 19.Elke bekendmaking of informatie-uitwisseling tussen het erkend examencentrum en het BIM, bedoeld bij art. 16 tot en met 18, gebeurt per aangetekend schrijven of per drager tegen ontvangstbewijs of per elektronische berichtgeving. HOOFDSTUK V. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen

Art. 20.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2007 pub. 24/04/2007 numac 2007031145 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici en de registratie van koeltechnische bedrijven sluiten inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici en de registratie van koeltechnische bedrijven wordt opgeheven.

Art. 21.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit is het certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek, uitgereikt in toepassing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/03/2007 pub. 24/04/2007 numac 2007031145 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici en de registratie van koeltechnische bedrijven sluiten inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici en de registratie van koeltechnische bedrijven, gelijkwaardig aan een certificaat van categorie I uitgereikt aan het personeel, zoals omschreven in artikel 4 van de bovengenoemde Verordening nr. 303/2008. § 2. Voor de toepassing van dit besluit is de aan de koeltechnische bedrijven uitgereikte registratie in toepassing van datzelfde besluit van 22 maart 2007, gelijkwaardig aan de registratie van koeltechnische bedrijven zoals omschreven in hoofdstuk II van dit besluit, en blijft ze van kracht tot het einde van haar geldigheidsduur, behoudens intrekking of annulering.

Art. 22.De minister mag de bijlagen van dit besluit aanpassen aan de technische vooruitgang of aan wijzigingen in de Europese regelgeving.

Art. 23.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 24.De Minister bevoegd voor het Energiebeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 22 maart 2012.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing, Mme E. HUYTEBROECK

^