Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 2015
gepubliceerd op 21 oktober 2015

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de procedures van de Gewestelijke Inspectiedienst van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de toekenning van tussenkomsten in het bedrag van de nieuwe huurprijs en de verhuis- en installatiekosten van het Gewestelijk solidariteitsfonds

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2015031657
pub.
21/10/2015
prom.
16/07/2015
ELI
eli/besluit/2015/07/16/2015031657/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JULI 2015. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de procedures van de Gewestelijke Inspectiedienst van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de toekenning van tussenkomsten in het bedrag van de nieuwe huurprijs en de verhuis- en installatiekosten van het Gewestelijk solidariteitsfonds


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming van de instellingen;

Gelet op artikel 8 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen;

Gelet op de artikelen 6, 7, § 2, 2°, § 3, leden 3 en 4, § 4, leden 1 en 4, § 5, lid 2, 9, §§ 2 en 3, 11, § 1 en 14 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode zoals gewijzigd bij de ordonnantie van 11 juli 2013 tot wijziging van de ordonnantie van 17 juli 2003, waarvan het erratum in het Belgisch Staatsblad van 26 juli 2013 gepubliceerd werd;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/02/2004 pub. 23/04/2004 numac 2004031095 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitvoering van de Huisvestingscode sluiten houdende uitvoering van de Huisvestingscode;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, uitgebracht op 28 maart 2014;

Gelet op het akkoord van de minister van Begroting van 24 april 2014;

Gelet op het advies van de Adviesraad voor Huisvesting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, uitgebracht op 16 mei 2014;

Gelet op advies n° 57.393/3 van de afdeling wetgeving van de Raad van State, uitgebracht op 8 mei 2015, in toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de minister belast met Huisvesting, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Ordonnantie : de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, zoals gewijzigd door de ordonnantie van 11 juli 2013;2° Minister : de minister of de staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot wiens bevoegdheid Huisvesting behoort;3° Inkomsten : de inkomsten zoals bepaald en vastgesteld in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen;

Art. 2.Conform artikel 14 van de ordonnantie bedragen de administratieve kosten ingevolge de indiening van een klacht maximum vijfentwintig euro en de administratieve kosten voor de afgifte van een conformiteitscontroleattest maximum vijftig euro.

In de veronderstelling dat de klacht gegrond blijkt en dat de Gewestelijke Inspectiedienst besluit dat de woning niet voldoet aan de vereisten inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting, vallen deze kosten ten laste van de verhuurder behalve indien het optreden van de gebreken in verband met de voormelde eisen door de gemachtigde ambtenaar verklaard worden, na de huurder gehoord te hebben, in voorkomend geval, manifest ten laste van de huurder te zijn. In dit geval zijn deze kosten ten laste van de klager.

Art. 3.De verenigingen die bevoegd zijn om conform artikel 7, § 2, 2° van de ordonnantie een klacht in te dienen bij de Gewestelijke Inspectiedienst, zijn de sociale verhuurkantoren, bedoeld in de artikelen 120 tot 128 bis van de ordonnantie en de verenigingen die ijveren voor de integratie via huisvesting bedoeld in artikel 187 van de ordonnantie.

Art. 4.De opmerkingen in artikel 7, § 3, lid 3 van de ordonnantie worden ingediend via aangetekend schrijven of via indiening bij de Gewestelijke Inspectiedienst mits ontvangstbewijs, binnen een termijn van 30 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de ingebrekestelling.

De Gewestelijke Inspectiedienst beschikt over een termijn van 30 dagen om hierop te antwoorden, te rekenen vanaf de ontvangst van de opmerkingen van de verhuurder.

Art. 5.De aanvraag tot afgifte van het conformiteitscontroleattest, zoals voorzien in artikel 9 van de ordonnantie, wordt ingediend conform het modelformulier dat door de minister wordt vastgesteld, bij ter post aangetekend schrijven of door indiening mits ontvangstbewijs bij de Gewestelijke Inspectiedienst.

De Gewestelijke Inspectiedienst spreekt zich uit over de afgifte van het conformiteitscontroleattest binnen een termijn van zes weken, te rekenen vanaf het onderzoek voorzien in artikel 9, § 2 van de ordonnantie.

Art. 6.De beroepsmogelijkheden, voorzien in de artikelen 7, § 4, lid 1, § 5, lid 2 en 9, § 3 van de ordonnantie, worden ingediend bij aangetekend schrijven binnen de 30 dagen na de ontvangst van de beslissing die het voorwerp uitmaakt van het beroep.

De beroepsmogelijkheden, voorzien in artikel 7, § 4, lid 4 van de ordonnantie worden ingediend bij aangetekend schrijven binnen de 30 dagen na de ontvangst van de beslissing die het voorwerp uitmaakt van het beroep.

Art. 7.§ 1. De gezinnen die verplicht zijn om een woning te verlaten als gevolg van de toepassing van artikel 8 van de ordonnantie, kunnen naargelang het beschikbare budget, de steun ontvangen die wordt voorzien in artikel 11 van de ordonnantie, ten laste van het Gewestelijke Solidariteitsfonds. Deze steun wordt hen toegekend als ze voldoen aan de inkomensvoorwaarden op grond waarvan ze in aanmerking komen voor een sociale huurwoning, zoals bepaald door artikel 2, § 2, 1° van de ordonnantie. § 2. Bovendien mag geen enkel gezinslid, om bovengenoemde steun te kunnen genieten, een onroerend goed bestemd voor huisvesting of voor professioneel gebruik, bezitten in volledige eigendom, in erfpacht of in vruchtgebruik. § 3. De bedoelde steun betreft een tussenkomst in de verhuis- of installatiekosten en een tussenkomst in de nieuwe huurprijs. De tussenkomst in de nieuwe huurprijs wordt toegekend gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf de ondertekening van het huurcontract, voor een duur van minimum een jaar, van de nieuwe woning die gelegen is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 4. Het bedrag van de tussenkomst voor de verhuis- of installatiekosten wordt forfaitair vastgelegd op 800 euro, vermeerderd met 10% per persoon ten laste, zonder dat dit bedrag evenwel 1040 € mag overschrijden.

Dit bedrag is gekoppeld aan de in artikel 1728bis, § 1, 4e lid, van het Burgerlijk Wetboek zoals ingevoegd door artikel 16 van het koninklijk Besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 16 januari 1989 tot vrijwaring van `s lands concurrentievermogen, bedoelde index. Het wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van het indexcijfer voor de maand augustus die de herziening voorafgaat. § 5. Het maandbedrag van de tussenkomst in de nieuwe huurprijs is gelijk aan het verschil tussen de huurprijs van de nieuwe woning en 33 % van het maandelijkse netto belastbare inkomen van het gezin met als minimum het leefloon zoals bepaald door de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie type wet prom. 26/05/2002 pub. 12/01/2004 numac 2003015187 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Regering van de Republiek Jemen inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, gedaan te Brussel op 3 februari 2000 (2) (3) type wet prom. 26/05/2002 pub. 26/11/2003 numac 2002015108 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Staat Koeweit inzake de wederzijdse bescherming en bevordering van investeringen, gedaan te Brussel op 28 september 2000 sluiten.

Voor de berekening van de tussenkomst in de nieuwe huurprijs, mag de huurprijs die in aanmerking wordt genomen, niet hoger zijn dan de bedragen, opgenomen in artikel 14, § 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 februari 2008 houdende organisatie van de sociale verhuurkantoren. § 6. De begunstigde bezorgt de Gewestelijke Inspectiedienst het bewijs van betaling van de huur bij de jaarlijkse vervaldag van het huurcontract, en dit gedurende de drie jaar waarin de premie wordt toegekend, op straffe, na één herinneringsbrief, van definitief verlies van het recht op deze tussenkomst in het bedrag van de nieuwe huurprijs. § 7. De tussenkomsten in de verhuis- of installatiekosten en in de nieuwe huurprijs ten laste van het Gewestelijke Solidariteitsfonds kunnen niet worden gecumuleerd met de steun en tussenkomsten die worden toegekend op grond van de artikelen 165 en 166 van de ordonnantie.

Art. 8.De artikelen 2 tot 8 en 13 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/02/2004 pub. 23/04/2004 numac 2004031095 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitvoering van de Huisvestingscode sluiten houdende uitvoering van de Huisvestingscode, worden opgeheven.

De bijlagen I en III van het genaamde besluit worden eveneens opgeheven.

Art. 9.§ 1. Artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/02/2004 pub. 23/04/2004 numac 2004031095 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitvoering van de Huisvestingscode sluiten houdende uitvoering van de Huisvestingscode wordt als volgt vervangen: `Voor de toepassing van dit besluit, moet worden verstaan onder 1° Ordonnantie: de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse huisvestingscode; 2° Houder van zakelijke rechten: elke persoon die rechten geniet die rechtstreeks betrekking hebben op goederen, zoals bepaald in Boek II van het Burgerlijk Wetboek, namelijk het eigendomsrecht en, in geval van verdeling van de eigendom, het vruchtgebruik, het gebruik en de bewoning, gronddiensten, erfpacht en recht van opstel." § 2. Artikel 12 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/02/2004 pub. 23/04/2004 numac 2004031095 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitvoering van de Huisvestingscode sluiten houdende uitvoering van de Huisvestingscode wordt als volgt vervangen: "De bedragen waarvan sprake in artikel 10 zijn gebonden aan de index bedoeld in artikel 1728 bis, § 1, lid 4 van het Burgerlijk Wetboek zoals ingevoegd door artikel 16 van het koninklijk besluit van 24 december 1993, houdende uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.

Zij worden elk jaar op 1 januari aangepast volgens de procentuele stijging of daling van het indexcijfer van de maand augustus van het jaar voorafgaand aan dat van de herziening ten opzichte van het indexcijfer van de maand augustus van het jaar voordien."

Art. 10.§ 1. De termijnen voor de indiening van de opmerkingen en beroepen als bedoeld in de artikelen 4 en 6 van dit besluit, gevormd ten gevolge van een beslissing van ingebrekestelling, verbod tot verhuring, weigering van conformiteitscontroleattest, weigering van verklaring van overeenstemming van de woning met de elementaire vereisten inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting van de woningen betekend voor zijn inwerkingtreding, blijven geregeld door de oude artikelen 4 en 7 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/02/2004 pub. 23/04/2004 numac 2004031095 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitvoering van de Huisvestingscode sluiten houdende uitvoering van de Huisvestingscode. § 2. Het oude artikel 8 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/02/2004 pub. 23/04/2004 numac 2004031095 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitvoering van de Huisvestingscode sluiten houdende uitvoering van de Huisvestingscode blijft van toepassing op de steunaanvragen ten laste van het Gewestelijk Solidariteitsfonds ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 16 juli 2015.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Huisvesting, Mevr. C. FREMAULT

^