Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 januari 2017
gepubliceerd op 31 januari 2017

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de modaliteiten van het gunstregime toepasselijk op de successierechten bij overdracht van familiale ondernemingen en familiale vennootschappen

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017020105
pub.
31/01/2017
prom.
19/01/2017
ELI
eli/besluit/2017/01/19/2017020105/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JANUARI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de modaliteiten van het gunstregime toepasselijk op de successierechten bij overdracht van familiale ondernemingen en familiale vennootschappen


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de artikelen 60bis/2, § 1, eerste lid en 60bis/3, § 1, eerste lid en § 2, eerste en tweede lid van het Wetboek der Successierechten, ingevoegd door de ordonnantie van 12 december 2016 houdende het tweede deel van de fiscale hervorming;

Gelet op de gendertest uitgevoerd in toepassing van artikel 3 van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 16 december 2016;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 23 december 2016;

Gelet op het advies nr. 60.763/4 van de Raad van State, gegeven op 3 januari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, Overwegende dat de bepalingen uit afdeling 2 van hoofdstuk 2 van de ordonnantie van 12 december 2016 houdende het tweede deel van de fiscale hervorming in werking treden op 1 januari 2017. Deze bepalingen hebben betrekking op de overdracht van familiale ondernemingen en familiale vennootschappen. Daar deze bepalingen van toepassing zijn op nalatenschappen die openvallen vanaf 1 januari 2017, is het noodzakelijk dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering de modaliteiten van de aanvraag, aflevering en controle van de in de ordonnantie vermelde attesten tijdig vastlegt;

Gelet op het feit dat de termijnen voorzien in de ordonnantie beginnen te lopen vanaf de datum van overlijden, is het noodzakelijk dat het de erfopvolgers vanaf 1 januari 2017 mogelijk wordt gemaakt om van het gunstregime te genieten. Verder dient te worden voorkomen dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aansprakelijk wordt gesteld door erfopvolgers die het voordeel zouden mislopen.

Op voorstel van de Minister belast met Financiën en Begroting;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1°. GOB Fiscaliteit : de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit; 2°. W. Succ. : het Wetboek der Successierechten van toepassing in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 3°. Contactpersoon : de persoon die aangewezen is door de erfopvolgers, aan wie de GOB Fiscaliteit alle mededelingen rechtsgeldig kan doen. HOOFDSTUK II. - Aanwijzing

Art. 2.§ 1. De Directeur van de Directie Inkohiering van de GOB Fiscaliteit is gemachtigd om volgende documenten af te leveren : - de attesten bedoeld in artikel 60bis/3, § 1, eerste lid, W. Succ.; - de attesten bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1° en 2°, W. Succ.; - het advies bedoeld in artikel 60bis/2, § 1, eerste lid, W. Succ.

In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohiering niet wordt bekleed, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de eerste attaché van deze directie. Indien er geen eerste attaché is binnen deze directie, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze directie.

In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohiering wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de eerste attaché van deze directie. Indien er geen eerste attaché is binnen deze directie, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze directie. § 2. De in hoofdstuk 6 bedoelde bezwaarschriften worden behandeld door de Directeur-Generaal van de GOB Fiscaliteit.

In geval de betrekking van Directeur-Generaal niet wordt bekleed, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de Directeur Diensthoofd van de GOB Fiscaliteit die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen dit bestuur.

In geval van afwezigheid van de Directeur-Generaal wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de Directeur Diensthoofd van de GOB Fiscaliteit die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen dit bestuur. HOOFDSTUK III. - De aflevering van het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 1, W. Succ.

Art. 3.§ 1. De aanvraag tot aflevering van het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 1 W. Succ., moet worden ingediend door middel van een formulier. De erfopvolgers moeten dit formulier per gewone post verzenden naar de GOB Fiscaliteit.

Dit formulier wordt vastgesteld door de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën en Begroting. § 2. Bij het in de eerste paragraaf bedoelde aanvraagformulier moeten kopieën van de volgende documenten worden gevoegd : 1°. het huwelijkscontract van de erflater, als het van het wettelijk stelsel afwijkt, of het samenlevingscontract van de erflater; 2°. voor de familiale vennootschappen : de jaarrekening van het jaar voorafgaand aan het overlijden van de erflater, opgesteld conform de vigerende boekhoudwetgeving van de plaats waar de maatschappelijke zetel gevestigd is; 3°. voor de familiale ondernemingen : de laatste aangifte voor de personenbelasting (inclusief deel 2) ingediend door de erflater voor zijn overlijden; 4°. voor de familiale vennootschappen : het rechtsgeldig aandelenregister dat ondertekend is door alle aandeelhouders of, bij gebreke daaraan, de notulen van de laatste algemene vergadering die voorafgaat aan het overlijden van de erflater, waaruit op ondubbelzinnige wijze de participaties bedoeld in artikel 60bis, § 1, 2°, W. Succ. blijken; 5°. voor de familiale vennootschappen : de laatste gecoördineerde versie van de statuten op het moment van de aanvraag van het attest; 6°. voor de familiale vennootschappen : de oprichtingsakte en de akte van kapitaalverhoging, verleden in het jaar voorafgaand aan het overlijden van de erflater; 7°. voor de familiale ondernemingen : de plannen en een uittreksel uit de kadastrale legger van de onroerende goederen geïnvesteerd in de onderneming. § 3. In geval de betrokken vennootschap slechts als familiale vennootschap kan worden gekwalificeerd door toepassing van artikel 60bis, § 2, tweede lid, W. Succ. moeten bij het aanvraagformulier de documenten vermeld in 2°, 4°, 5° en 6° van vorig paragraaf met betrekking tot de dochtervennootschap worden gevoegd. De geconsolideerde jaarrekening moet ook worden aangeleverd. § 4. Het aanvraagformulier wordt gedateerd en door de erfopvolgers ondertekend. De erfopvolgers verklaren op eer dat de meegedeelde gegevens en de bijgevoegde bewijsstukken correct en volledig zijn.

Art. 4.§ 1. De GOB Fiscaliteit levert een ontvangstbewijs af aan de contactpersoon met vermelding van de datum van ontvangst van de aanvraag van het in artikel 60bis/3, § 1, W. Succ. bedoelde attest. § 2. De in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar neemt een beslissing binnen de zestig dagen. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag, zoals vermeld in het ontvangstbewijs. § 3. Als het in vorig artikel bedoelde aanvraagformulier niet alle in artikel 3 vermelde gegevens en bewijsstukken bevat, deelt de GOB Fiscaliteit dit mee aan de contactpersoon binnen de twintig dagen.

Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag, zoals vermeld in het ontvangstbewijs.

De GOB Fiscaliteit stuurt hiervoor een brief met vermelding van de ontbrekende gegevens en/of bewijsstukken.

In dit geval wordt de in de tweede paragraaf vermelde termijn opgeschort vanaf de verzenddatum van de brief vermeld in het vorige lid tot en met de ontvangst van de ontbrekende gegevens of bewijsstukken. § 4. Als de in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar meent dat de voorwaarden van artikel 60bis W. Succ. voor het bekomen van het verlaagde tarief van successierechten vervuld zijn, levert hij het in artikel 60bis/3, § 1, W. Succ. bedoelde attest per gewone post af.

Dit attest vermeldt : 1°. dat het attest conform artikel 60bis/3, § 1, W. Succ. werd aangevraagd; 2°. de voornaam of voornamen, de achternaam of achternamen, het rijksregisternummer en de woonplaats van de erflater; 3°. de voornaam of voornamen, de achternaam of achternamen en de woonplaats van de contactpersoon; 4°. de voornaam of voornamen, de achternaam of achternamen en de woonplaats van de erfopvolgers, alsook hun graad van verwantschap met de erflater; 5°. de benaming, het adres en het ondernemingsnummer van de familiale onderneming of familiale vennootschap waarvoor het in artikel 60bis W. Succ. voorziene verlaagd tarief werd bekomen; 6°. voor de familiale ondernemingen : een duidelijke omschrijving van de activa. Als het onroerende goederen betreft, vermeldt het attest welke goederen hoofdzakelijk voor bewoning worden aangewend of zijn bestemd; 7°. voor de familiale vennootschappen : a) de voornaam of voornamen en de achternaam of achternamen van de medeaandeelhouders van de erflater, die aan de definitie van artikel 60bis, § 2, 4°, W.Succ. beantwoorden; b) het totaal aantal aandelen;c) de vermelding van het aantal aandelen dat in het bezit was van de erflater en van andere bij naam te noemen medeaandeelhouders;d) de aard van het zakelijk recht dat de erflater en andere bij naam te noemen personen bezitten op de onder c) bedoelde aandelen; 8°. de activa ingebracht in de familiale vennootschap of aangewend in de familiale onderneming, in het jaar voorafgaand aan het overlijden van de erflater, met de vermelding van welke activa werden ingebracht of aangewend voor de uitoefening van de beroepsactiviteit; 9°. als de familiale vennootschap een reële economische activiteit heeft, een verwijzing naar de verhouding tussen : a) de posten "bezoldigingen, sociale bijdragen en pensioenen" en het "totaal actief" en;b) de posten "terreinen en gebouwen" en het "totaal actief"; 10°. de beslissing van de in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar dat, op basis van de in artikel 3 bedoelde gegevens en bijgevoegde bewijsstukken, werd voldaan aan de voorwaarden van artikel 60bis W. Succ. om het verlaagd tarief van de successierechten te bekomen. § 5. Het attest wordt afgeleverd in een origineel exemplaar, gedateerd, genummerd en ondertekend door de in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar. § 6. Het attest blijft geldig gedurende een termijn van honderdvierentwintig dagen. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum vermeld op het attest, conform de voorafgaande paragraaf. HOOFDSTUK IV. - De aflevering van de attesten bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1° en 2°, W. Succ.

Art. 5.§ 1. De aanvraag tot aflevering van de attesten bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1° en 2°, W. Succ. moet worden ingediend door middel van een formulier. De erfopvolgers moeten dit formulier per aangetekende post naar de GOB Fiscaliteit sturen : - voor de driehonderd vijfennegentigste dag volgend op de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1°, W. Succ.; - voor de zevenhonderd en zestigste dag volgend op de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 2°, W. Succ.

Dit formulier wordt vastgesteld door de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën en Begroting. § 2. Bij het in de eerste paragraaf bedoelde aanvraagformulier moeten kopieën van de volgende documenten worden gevoegd : 1°. elk document dat kan bewijzen dat de activiteit van de familiale onderneming of vennootschap werd voortgezet tijdens de driehonderd vijfenzestig dagen na de datum van overlijden voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1°, W. Succ., of tijdens de zevenhonderd en dertig dagen na de datum van overlijden voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 2°, W. Succ., zoals : a) de laatste periodieke aangifte van de belasting op de toegevoegde waarde;b) een bewijs van de inhouding van de bedrijfsvoorheffing of sociale bijdragen op de laatste lonen uitbetaald aan de werknemers;c) de laatst ingediende fiscale aangifte bij de inkomstenbelasting; 2°. voor de familiale vennootschappen : de jaarrekening van het laatste boekjaar, opgesteld conform de vigerende boekhoudwetgeving van de plaats waar de maatschappelijke zetel gevestigd is; 3°. voor de familiale vennootschappen : een bewijs van de bekendmaking van hun jaarrekening conform de vigerende boekhoudwetgeving van de plaats waar de maatschappelijke zetel op het moment van overlijden was gevestigd, in de mate dat de vennootschappen daartoe zijn gehouden; 4°. voor de familiale vennootschappen : de laatste gecoördineerde versie van de statuten van de vennootschap. § 3. Alle documenten hierboven vermeld geven de situatie weer : - op de driehonderd vijfenzestigste dag na de datum van overlijden, voor het attest vermeld in artikel 60bis/3, § 2, 1°, W. Succ.; - op de zevenhonderd dertigste dag na de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 2°, W. Succ.

In geval de betrokken vennootschap slechts als familiale vennootschap kan worden gekwalificeerd door toepassing van artikel 60bis, § 2, tweede lid, W. Succ. moeten bij het aanvraagformulier de documenten vermeld in 2°, 3° en 4° van paragraaf 2 met betrekking tot de dochtervennootschap worden gevoegd. De geconsolideerde jaarrekening moet ook worden aangeleverd. § 4. De aanvraagformulieren worden gedateerd en door de erfopvolgers ondertekend. De erfopvolgers verklaren op eer dat de vermelde gegevens en de bijgevoegde bewijsstukken correct en volledig zijn.

Art. 6.§ 1. De GOB Fiscaliteit levert een ontvangstbewijs af aan de contactpersoon binnen de vijftien dagen. Deze termijn begint te lopen vanaf de dag waarop de aangetekende zending aan de post werd bezorgd.

Het ontvangstbewijs vermeldt de datum van ontvangst van het aanvraagformulier bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1° en 2°, W. Succ. § 2. Als het ingediende aanvraagformulier niet alle gegevens en bewijsstukken vermeld in artikel 5 bevat, vermeldt het ontvangstbewijs eveneens de ontbrekende gegevens en/of bewijsstukken.

De ontbrekende gegevens en/of bewijsstukken worden meegedeeld binnen een termijn van dertien dagen. Deze termijn begint te lopen vanaf de zevende dag volgend op de datum van verzending van deze brief.

De in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar houdt geen rekening met de gegevens en/of bewijsstukken die werden afgeleverd na het verstrijken van de termijn bedoeld in het vorige lid.

Art. 7.§ 1. De in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar neemt een beslissing binnen de vijftig dagen. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag, zoals vermeld in het ontvangstbewijs bedoeld in artikel 6. § 2. Als de in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar meent dat de voorwaarden van artikel 60bis/1, W. Succ. voor het bekomen van het verlaagd tarief van de successierechten vervuld zijn, levert hij de attesten bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1° of 2°, W. Succ. aan de erfopvolgers per gewone post af.

Deze attesten vermelden : 1°. dat de attesten wordt aangevraagd conform artikel 60bis/3, § 2, 1° of 2°, W. Succ.; 2°. het nummer van het dossier vermeld in artikel 4, § 5, eerste lid; 3°. of de activiteit van de familiale onderneming of de familiale vennootschap is voortgezet : * tijdens de eerste driehonderd vijfenzestig dagen volgend op de datum van overlijden, voor de attesten bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1°, W. Succ.; * tussen de driehonderd zesenzestigste en de zevenhonderd dertigste dag volgend op de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 2°, W. Succ.; 4°. voor de familiale ondernemingen : of de onroerende goederen overgedragen onder toepassing van het verlaagde tarief, niet hoofdzakelijk voor bewoning worden aangewend of zijn bestemd tijdens : * de eerste driehonderd vijfenzestig dagen volgend op de datum van overlijden, voor het attest vermeld in artikel 60bis/3, § 2, 1°, W. Succ.; * tussen de driehonderd zesenzestigste en de zevenhonderd dertigste dag volgend op de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 2°, W. Succ.; 5°. voor de familiale vennootschappen : of de vennootschap een reële economische activiteit heeft behouden : * tijdens de eerste driehonderd vijfenzestig dagen volgend op de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1°, W. Succ.; * tussen de driehonderd zesenzestigste en de zevenhonderd dertigste dag volgend op de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 2° ; W. Succ.

Dit wordt vervolledigd door een verwijzing naar de verhouding tussen : a) de posten "bezoldigingen, sociale bijdragen en pensioenen" en het "totaal actief" en;b) de posten "terreinen en gebouwen" en het "totaal actief"; 6°. voor de familiale vennootschappen : of de jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld : * tijdens de eerste driehonderd vijfenzestig dagen volgend op de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1°, W. Succ. * tussen de driehonderd zesenzestigste en de zevenhonderd dertigste dag volgend op de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 2°, W. Succ.; 7°. voor de familiale vennootschappen : of de jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening, in voorkomend geval, werd gepubliceerd conform de vigerende boekhoudwetgeving van de van de plaats waar de maatschappelijke zetel op het moment van overlijden is gevestigd, die eveneens werd gebruikt als bewijsstuk voor de aangifte van de inkomstenbelastingen; 8°. voor de familiale vennootschappen : of het kapitaal niet is verminderd : * tijdens de driehonderd vijfenzestig dagen volgend op de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1°, W. Succ.; * tussen de driehonderd zesenzestigste en de zevenhonderd dertigste dag volgend op de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 2°, W. Succ.; 9°. voor de familiale vennootschappen : of de zetel van werkelijke leiding niet werd verplaatst naar een Staat die geen lid is van de Europese economische ruimte : * tijdens de driehonderd vijfenzestig dagen volgend op de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1°, W. Succ. * tussen de driehonderd zesenzestigste en de zevenhonderd dertigste dag volgend op de datum van overlijden, voor het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 2° W. Succ.; 10°. de beslissing van de in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar dat, op basis van de in artikel 5 bedoelde gegevens en bewijsstukken, werd voldaan aan de voorwaarden opgelegd door artikel 60bis/3, § 2, 1° en 2°, W. Succ. § 3. De attesten worden afgeleverd in een origineel exemplaar, gedateerd, genummerd conform artikel 4, § 5, eerste lid en ondertekend door de in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar.

Dit exemplaar dient meegedeeld te worden aan de bevoegde ontvanger van de successierechten. § 4. De attesten blijven geldig gedurende een termijn van honderdvierentwintig dagen. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum vermeld op de attesten, conform de voorafgaande paragraaf. § 5. Als de in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar meent dat de voorwaarden van artikel 60bis/1, W. Succ. voor het bekomen van het verlaagd tarief van de successierechten niet vervuld zijn, deelt hij dit mee aan de erfopvolgers per gewone post binnen de termijn bedoeld in paragraaf 1.

CHAPITRE V. - Het advies bedoeld in artikel 60bis/2, § 1, W. Succ.

Art. 8.§ 1. De erfopvolgers vullen een formulier vastgesteld door de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën en Begroting in.

Dit formulier wordt gestuurd per gewone post naar de GOB Fiscaliteit voor de drieënnegentigste dag volgend op het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 60bis/2, § 1, eerste lid, W. Succ. § 2. De GOB Fiscaliteit levert een ontvangstbewijs af aan de contactpersoon met vermelding van de datum van ontvangst van het formulier. § 3. Bij het in de eerste paragraaf bedoelde formulier moeten kopieën van de volgende documenten worden gevoegd : 1°. elk document dat kan bewijzen dat de activiteit van de familiale onderneming of vennootschap werd voortgezet tijdens de termijn bedoeld in artikel 60bis/2, § 1, eerste lid, W. Succ., zoals : a) de laatste periodieke aangifte van de belasting op de toegevoegde waarde;b) een bewijs van de inhouding van de bedrijfsvoorheffing of sociale bijdragen op de laatste lonen uitbetaald aan de werknemers;c) de laatst ingediende fiscale aangifte; 2°. voor de familiale vennootschappen : de jaarrekeningen van het laatste boekjaar, opgesteld conform de vigerende boekhoudwetgeving van de plaats waar de maatschappelijke zetel gevestigd is; 3°. voor de familiale vennootschappen : een bewijs van de bekendmaking van hun jaarrekening conform de vigerende boekhoudwetgeving van de plaats waar de maatschappelijke zetel op het moment van overlijden is gevestigd, in de mate dat de vennootschappen ertoe zijn gehouden; 4°. voor de familiale vennootschappen : de laatste gecoördineerde versie van de statuten van de vennootschap. § 4. Alle documenten hierboven vermeld geven de situatie weer op de dag na de dag waarop de termijn bedoeld in artikel 60bis/2, § 1, eerste lid, W. Succ. verstrijkt.

In geval de betrokken vennootschap slechts als familiale vennootschap kan worden gekwalificeerd door toepassing van artikel 60bis, § 2, tweede lid, W. Succ. moeten bij het aanvraagformulier alle documenten vermeld in vorig paragraaf met betrekking tot de dochtervennootschap worden gevoegd. De geconsolideerde jaarrekening moet ook worden aangeleverd. § 5. Het formulier wordt gedateerd en door de erfopvolgers ondertekend. De erfopvolgers verklaren op eer dat de vermelde gegevens en de bijgevoegde bewijsstukken correct en volledig zijn.

Art. 9.§ 1. Als het formulier bedoeld in vorig artikel niet volledig ingevuld is of niet vergezeld is van alle in vorig artikel bedoelde bewijsstukken, deelt de GOB Fiscaliteit dit mee aan de contactpersoon.

De GOB Fiscaliteit stuurt hiervoor binnen de dertig dagen, te rekenen vanaf de in het ontvangstbewijs vermelde datum, een brief met vermelding van de ontbrekende gegevens en/of bewijsstukken.

De erfopvolgers delen de ontbrekende gegevens en/of bewijsstukken mee binnen een termijn van dertig dagen. Deze termijn begint te lopen vanaf de zevende dag volgend op de datum van verzending van deze brief.

De in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar houdt geen rekening met de gegevens of bewijsstukken die werden afgeleverd na het verstrijken van de termijn bedoeld in het voorgaande lid. § 2. Als de in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar overweegt om een ongunstig advies mee te delen aan de bevoegde ontvanger van de successierechten, moet de ambtenaar de contactpersoon op de hoogte brengen via gewone post.

De erfopvolgers hebben een termijn van dertig dagen om hun eventuele opmerkingen schriftelijk over te maken. Deze termijn begint te lopen vanaf de zevende dag volgend op de datum van verzending van de in vorig lid vermelde brief.

Na het verstrijken van deze termijn van dertig dagen kan de in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar de beslissing nemen om een ongunstig advies mee te delen aan de bevoegde ontvanger van de successierechten. § 3. Het advies vermeldt : 1°. het nummer van het dossier vermeld in artikel 4, § 5, eerste lid; 2°. of de activiteit van de familiale onderneming of de familiale vennootschap is voortgezet tijdens de termijn bedoeld in artikel 60bis/2, § 1, eerste lid, W. Succ.; 3°. voor de familiale ondernemingen : welke onroerende goederen overgedragen onder toepassing van het verlaagd tarief, hoofdzakelijk voor bewoning worden aangewend of zijn bestemd tijdens de termijn bedoeld in artikel 60bis/2, § 1, eerste lid, W. Succ.; 4°. voor de familiale vennootschappen : of de vennootschap een reële economische activiteit heeft behouden tijdens de termijn bedoeld in artikel 60bis/2, § 1, eerste lid, W. Succ. vervolledigd door een verwijzing naar de verhouding tussen : a) de posten "bezoldigingen, sociale bijdragen en pensioenen" en het "totaal actief" en;b) de posten "terreinen en gebouwen" en het "totaal actief"; 5°. voor de familiale vennootschappen : of de jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld tijdens de termijn bedoeld in artikel 60bis/2, § 1, eerste lid, W. Succ. en, in voorkomend geval, werd gepubliceerd conform de vigerende boekhoudwetgeving van de van de lidstaat van de Europese economische ruimte waar de maatschappelijke zetel op het moment van overlijden is gevestigd, die eveneens werd gebruikt als bewijsstuk voor de aangifte van de inkomstenbelastingen; 6°. voor de familiale vennootschappen : of het kapitaal is gedaald tijdens de termijn bedoeld in artikel 60bis/2, § 1, eerste lid, W. Succ.; 7°. voor de familiale vennootschappen : of de zetel van werkelijke leiding werd verplaatst naar een staat die geen lid is van de Europese economische ruimte tijdens de termijn bedoeld in artikel 60bis/2, § 1, eerste lid, W. Succ.; 8°. de beslissing van de in artikel 2, § 1, aangewezen ambtenaar dat, op basis van de gegevens en bewijsstukken bedoeld in artikel 8, er niet werd voldaan aan de voorwaarden opgelegd door artikel 60bis/1 W. Succ. HOOFDSTUK VI. - Bezwaarschriften

Art. 10.§ 1. De aanvrager kan een bezwaarschrift schriftelijk indienen in het geval van ongunstige beslissing met betrekking tot de aanvragen van de attesten bedoeld in artikel 60bis/3, § 1 en § 2, 1° en 2°, W. Succ. en het advies bedoeld in artikel 60bis/2, § 1, W. Succ.

Dit bewaarschrift moet worden verzonden naar de GOB Fiscaliteit per aangetekende post of per een elektronische aangetekende zending. Dit schrijven vermeldt uitdrukkelijk dat het om een bezwaarschrift gaat. § 2. De bezwaarschriften moeten worden gemotiveerd en, op straffe van verval, binnen een termijn van tien dagen ingediend.

Deze termijn begint te lopen vanaf de zevende dag volgend op de datum van verzending van de ongunstige beslissing. § 3. De GOB Fiscaliteit levert een ontvangstbewijs af, dat de datum van ontvangst van het bezwaarschrift vermeldt. § 4. Als de aanvrager zulks in zijn bezwaarschrift heeft gevraagd, wordt hij gehoord. Daartoe wordt hij binnen een termijn van dertig dagen uitgenodigd om zich aan te melden. § 5. Zolang geen beslissing is gevallen, mag de aanvrager zijn bezwaarschriften aanvullen met nieuwe, schriftelijk geformuleerde bezwaren, zelfs als deze buiten de in paragraaf 2 vernoemde termijn worden ingediend. § 6. Indien de GOB Fiscaliteit heeft gevraagd om de ontbrekende gegevens en/of bewijsstukken mee te delen en indien de erfopvolgers deze niet hebben meegedeeld binnen de in artikelen 6, § 2, tweede lid, en 9, § 1, tweede lid, vermelde termijnen zal de in artikel 2, § 2, aangewezen ambtenaar geen rekening houden met de gegevens of bewijsstukken die afgeleverd werden na het verstrijken van de termijn. § 7. De in artikel 2, § 2, aangewezen ambtenaar doet, als administratieve overheid, uitspraak bij met redenen omklede beslissing nopens de bezwaren aangevoerd door de indiener.

De kennisgeving van de beslissing geschiedt per aangetekende post of per een elektronische aangetekende zending.

Deze beslissing kan slechts betwist worden door een vordering op basis van artikel 1385decies van het Gerechtelijk Wetboek in te stellen bij de rechtbank van eerste aanleg binnen de in artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek vermelde termijn. § 8. De in paragraaf 7 vermelde uitspraak moet worden gedaan binnen een termijn van twintig dagen, te rekenen vanaf de datum van verzending van het bezwaarschrift.

In afwijking van het eerste lid, moet de uitspraak hoe dan ook worden gedaan : * voor wat betreft het bezwaarschrift tegen de weigering tot aflevering van het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 1°, W. Succ., vóór de vierhonderd vijfennegentigste dag volgend op de datum van overlijden van de erflater; * voor wat betreft het bezwaarschrift tegen de weigering tot aflevering van het attest bedoeld in artikel 60bis/3, § 2, 2°, W. Succ., vóór de achthonderd zestigste dag volgend op de datum van overlijden van de erflater. HOOFDSTUK VII. - Inwerkingtreding

Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017.

Brussel, 19 januari 2017.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, R. VERVOORT De Minister van Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL

^