Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2017
gepubliceerd op 04 augustus 2017

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de verdeling van de betrekkingen en van de subsidies inzake de professionele inschakeling van jongeren uit instellingen voor alternerend onderwijs bij de gemeentebesturen voor het schooljaar 2017-2018

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017030782
pub.
04/08/2017
prom.
15/06/2017
ELI
eli/besluit/2017/06/15/2017030782/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JUNI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de verdeling van de betrekkingen en van de subsidies inzake de professionele inschakeling van jongeren uit instellingen voor alternerend onderwijs bij de gemeentebesturen voor het schooljaar 2017-2018


DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, Gelet op de ordonnantie van 23 december 2016 houdende de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2017, inzonderheid op het beschikbaar krediet ingeschreven op de basisallocatie 10.005.27.06.43.21;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op het akkoord van de Minister van de Begroting;

Overwegende dat de tewerkstelling van laaggeschoolde jongeren een prioriteit is voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Gelet op de omzendbrief van 18 april 2017 betreffende de aanwerving van jonge stagiairs uit de Brusselse instellingen voor Alternerend Onderwijs en Opleiding binnen de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat de Centres d'Education et de Formation (CEFA), de Centra Deeltijds Onderwijs (CDO), de Service Formation PME en Syntra zich dagelijks inzetten voor de inschakeling van laaggeschoolde jongeren in het werkmilieu;

Overwegende dat de jongeren uit het alternerend onderwijs hun stage hoofdzakelijk in de privé-sector vervullen, hoewel samenwerking met de overheidssector ten volle gerechtvaardigd is;

Op de voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Binnen de grenzen van de begrotingskredieten die hiertoe ingeschreven zijn op de basisallocatie 10.005.27.06.43.21 van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het dienstjaar 2017 worden aan de Brusselse gemeenten subsidies toegekend voor een globaal bedrag van 870.000,00 euro verdeeld als vermeld in het artikel 4.

Art. 2.§ 1. Deze subsidies zijn bestemd om van 1 september 2017 tot 31 augustus 2018 de kosten te dekken die voor de gemeenten zijn verbonden aan het ten laste nemen van de kosten van jongeren uit de CEFA, de CDO, de SFPME en de Syntra die in dienst zijn genomen met een Startbaanovereenkomst van type 2 van niveau E of D, voor onbepaalde tijd of voor een bepaalde tijd van minstens 6 maanden ten belope van maximaal: 10.000,00 euro per betrekking die door een jongere binnen de gemeenteadministratie wordt bekleed; 250,00 euro per mentor belast met de begeleiding van de jongeren en deelnemende aan de opleiding verstrekt door de "Conseil zonal de l'Alternance" voor de Franstalige mentoren of door de VZW "Groep Intro" voor de Nederlandstalige mentoren. § 2. Overeenkomstig artikel 17, 6°, tweede lid van de ordonnantie van 23 december 2016 houdende de algemene begroting der uitgaven van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2016 en met het oog op het waarborgen van de continuïteit van de verrichte acties, worden de gemeenten gemachtigd om de voorziene acties uit te voeren vóór de ondertekening van dit besluit, zijnde vanaf 1 september 2017.

Art. 3.Ingeval de overeenkomst vroegtijdig stopgezet wordt, wordt de betrekking toegewezen aan een andere jongere naar rato van de resterende looptijd. Daartoe werkt de gemeente nauw samen met de Brusselse operatoren inzake alternerend onderwijs. Algemeen dienen de gemeenten ervoor te zorgen dat de betrekkingen daadwerkelijk bezet zijn tijdens de in aanmerking genomen periode.

De integratie van jongeren uit de CEFA/CDO/SFPME/Syntra in het gemeentepersoneel moet niet tot stand komen door de vervanging van het huidige personeel of de huidige stagiair(e)s.

Art. 4.De betrekkingen worden verdeeld als volgt:

Communes/Gemeenten

Nombre de postes Aantal betrekkingen

Montant maximum octroyé Toegekend maximum bedrag

Anderlecht

19

€ 190 000,00

Auderghem/Oudergem

5

€ 50 000,00

Berchem-Sainte-Agathe/Sint-Agatha-Berchem

2

€ 20 000,00

Bruxelles-Ville/Stad Brussel

13

€ 130 000,00

Etterbeek

1

€ 10 000,00

Evere

4

€ 40 000,00

Forest/Vorst

3

€ 30 000,00

Ixelles/Elsene

5

€ 50 000,00

Jette

5

€ 50 000,00

Koekelberg

1

€ 10 000,00

Molenbeek-St-Jean/St-Jans-Molenbeek

10

€ 100 000,00

Saint-Josse/Sint-Joost

4

€ 40 000,00

Schaerbeek/Schaarbeek

3

€ 30 000,00

Watermael-Boitsfort/Watermaal-Bosvoorde

3

€ 30 000,00

Woluwe-Saint-Lambert/Sint-Lambrechts-Woluwe

6

€ 60 000,00

Woluwe-Saint-Pierre/Sint-Pieters-Woluwe

3

€ 30 000,00

Total/Totaal

87

€ 870 000,00


Art. 5.§ 1. De subsidie zal in twee schijven worden uitgekeerd op de bankrekening van elke begunstigde gemeente.

Een eerste schijf (voorschot van 60 %) zal vrijgegeven worden tegen afgifte van een schuldvordering volgens de modaliteiten bepaald in artikel 6, tegen 27 oktober 2017, afhankelijk van het aantal betrekkingen bezet door jongeren op de datum van ondertekening van de schuldvordering.

De beslissingen van het schepencollege betreffende de aanwervingen van de betrokken jongeren zullen als bewijs overgelegd worden.

Een tweede schijf ten belope van het saldo wordt uitgekeerd: na ontvangst en analyse van de in artikel 7 bedoelde verantwoordingsstukken; tegen overlegging van een schuldvordering gericht aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB) volgens de modaliteiten bepaald in artikel 6, binnen de termijn van 15 dagen nadat de begunstigde het verzoek van de bevoegde ordonnateur heeft ontvangen.

Indien na controle van de bewijsstukken het bedrag van de aanvaarde bewijsstukken lager ligt dan het bedrag van de toegekende subsidie, zal de subsidie slechts uitbetaald worden ten belope van het bedrag van de aanvaarde bewijsstukken. § 2. Na de controle van de bewijsstukken beschikt de begunstigde, vanaf de ontvangst van de brief van de ordonnateur over 15 dagen tijd om zijn argumenten voor te leggen indien hij niet akkoord gaat met de voorgestelde bedragen.

De bevoegde ordonnateur neemt de eindbeslissing na analyse van de door de begunstigde uiteengezette middelen.

Art. 6.De bedoelde schuldvorderingen moeten als origineel exemplaar ingediend worden bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB)- Directie Comptabiliteit - CCN Lokaal 8.119, Vooruitgangstraat 80, bus 1, 1035 Brussel, of rechtstreeks in PDF-formaat naar invoice@sprb.brussels De schuldvordering vermeldt de reden van de betaling, het bedrag waarvan betaling wordt gevraagd, het nummer van het visum voor de vastlegging en het bankrekeningnummer waarop dit bedrag gestort moet worden.

Bovendien moet deze schuldvordering opgesteld worden op papier met briefhoofd, gedateerd en ondertekend door een persoon die gemachtigd is de begunstigde te binden.

Bij aanmaak of wijziging van bankgegevens moet er een schriftelijke verklaring van de begunstigde afzonderlijk verstuurd worden naar volgend adres: Master Data - Brussel Financiën en Begroting - CCN - 8ste verdieping (bureau 8119), Vooruitgangstraat 80, bus 1, te 1035 Brussel.

Art. 7.§ 1. Op basis van volgende bewijsstukken kan de subsidie uitbetaald worden: de beslissingen van het schepencollege betreffende de aanwervingen van de jongeren; de arbeidsovereenkomsten en eventuele bijlagen; de driemaandelijkse attesten van lesbezoek geleverd door de scholen; de individuele rekeningen (van bezoldiging) van de jongeren die door de gemeente zijn aangeworven; de schuldvorderingen die door het opleidingscentrum worden gericht aan de gemeenten waarvan een of meer mentoren een opleiding gevolgd hebben.

Alle stukken moeten opgenomen worden in een recapitulatieve tabel die de verschillende uitgaven, chronologisch en genummerd, vermeldt. De uitgaven moeten plaatsvinden tijdens de periode van 1 september 2017 tot 31 augustus 2018.

De recapitulatieve tabel wordt met een totaal afgesloten en dient gedateerd en getekend te worden door een persoon die bevoegd is om de begunstigde te binden. § 2. De aanvaardbare personeelskosten zijn de volgende: bruto lonen, maaltijdcheques, patronale bijdragen aan DIBISS en vervoerskosten met uitsluiting van alle andere uitgaven (verzekeringen, verschillende toelagen). § 3. De bedoelde verantwoordingsstukken moeten uiterlijk op 24 oktober 2018 ingediend worden bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB), Brussel Plaatselijke Besturen - Directie Gesubsidieerde Initiatieven - City Center, Kruidtuinlaan 20, te 1035 Brussel.

De begunstigde moet ervoor zorgen dat het dossier volledig en in één keer wordt ingediend. Geen enkel bijkomend stuk zal aanvaard worden na de hierbovenvermelde datum.

Indien een uitgave gesubsidieerd wordt door meerdere overheden, moet een uitsplitsing volgens subsidiërende overheid mee bezorgd worden.

De controle van deze stukken door de beherende administratieve dienst moet het mogelijk maken uit te maken of de vastgelegde uitgaven werkelijk plaatsvonden voor de verwezenlijking van de gesubsidieerde acties.

Art. 8.De Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen of zijn Administratie kan de gemeentelijke overheden alle bijkomende gegevens vragen die nodig zijn voor de behandeling van het dossier en kan alle daartoe aangewezen stappen ondernemen om ze ter plaatse te bekomen.

Art. 9.De Directie Gesubsidieerde Initiatieven van Brussel Plaatselijke Besturen van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB) wordt aangewezen als de administratieve dienst die ermee belast is in te staan voor een goed beheer van de bij dit besluit toegekende kredieten en voor de evaluatie van het project.

Art. 10.De Minister bevoegd voor de Plaatselijke besturen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juni 2017.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, R. VERVOORT

^