Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 december 2017
gepubliceerd op 15 januari 2018

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 2 februari 2017 betreffende de verplichting om personen met een handicap aan te werven in de lokale besturen

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2018010006
pub.
15/01/2018
prom.
14/12/2017
ELI
eli/besluit/2017/12/14/2018010006/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 2 februari 2017 betreffende de verplichting om personen met een handicap aan te werven in de lokale besturen


De Brusselse Hoofstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 2 februari 2017 betreffende de verplichting om personen met een handicap aan te werven in de lokale besturen; artikel 6;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Gelet op het advies van ...

Op voorstel van de minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, en van de minister bevoegd voor Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1 - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° ordonnantie van 2 februari 2017 : de ordonnantie van 2 februari 2017 betreffende de verplichting om personen met een handicap aan te werven in de lokale besturen;2° lokale besturen : de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° personeel : de contractuele en statutaire personeelsleden die tewerkgesteld worden door de lokale besturen, zoals gedefinieerd in punt 2° van dit artikel, met uitzondering van de categorieën die vermeld zijn in artikel 2, 1° van dit besluit;4° Brussel Plaatselijke Besturen : het bestuur van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel dat bevoegd is voor de lokale besturen;5° MWB : maatwerkbedrijf : een sociale-economiebedrijf dat tot doel heeft de inclusie van personen met een handicap te bevorderen via tewerkstelling;6° tewerkstellingsplicht : de verplichting om personen met een handicap tewerk te stellen in overeenstemming met artikel 2 van de ordonnantie van 2 februari 2017.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit : 1° moeten de betrekkingen die voorbehouden zijn voor onderwijzend, medisch en verzorgend personeel niet in aanmerking worden genomen, evenmin als de (al dan niet bezoldigde) stagiairs;2° worden werknemers met een handicap met een omscholingsovereenkomst in aanmerking genomen voor de tewerkstellingsplicht;3° wordt rekening gehouden met het aantal werknemers met een handicap die vóór de inwerkingtreding van dit besluit aangeworven werden. HOOFDSTUK 2 - Betreffende de evaluatie als bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie van 2 februari 2017

Art. 3.§ 1. Uiterlijk twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit moeten de lokale besturen aan Brussel Plaatselijke Besturen op basis van het model dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd een verslag bezorgen betreffende de tewerkstellingsplicht. § 2. Dit verslag beschrijft de manier waarop het lokale bestuur zijn verplichtingen krachtens de ordonnantie van 2 februari 2017 heeft vervuld en bevat minstens de volgende gegevens : - het aantal werknemers met een handicap dat het lokale bestuur tewerkstelt (uitgedrukt in voltijdse equivalenten (VTE's)), die aan minstens één van de voorwaarden voldoen die in artikel 4 van de ordonnantie van 2 februari 2017 zijn opgenomen en die op 30 juni van het referentiejaar (jaar N) aan het werk zijn; - het aantal werknemers met een handicap dat het lokale bestuur tewerkstelt (uitgedrukt in voltijdse equivalenten (VTE's)), behelsd door de overheidsopdrachten die tijdens de jaarlijkse referentieperiode (van 1 juli van het jaar N-1 tot 30 juni van het jaar N) gegund zijn aan een maatwerkbedrijf (MWB). Dit aantal wordt berekend volgens de formule die is vastgesteld in artikel 5 van de ordonnantie van 2 februari 2017.

De datum die in aanmerking genomen moet worden voor het uitvoeren van de berekening is die van de officiële gunning van de overheidsopdracht; - Een verklarend overzicht van de maatregelen die het lokale bestuur getroffen heeft om de aanwerving en de integratie van werknemers met een handicap te bevorderen tijdens de jaarlijkse referentieperiode (van 1 juli van het jaar N-1 tot 30 juni van het jaar N).

Art. 4.§ 1. Het lokale bestuur voegt aan zijn verslag de officiële documenten toe die aantonen hoeveel werknemers met een handicap er tewerkgesteld zijn (uitgedrukt in voltijdse equivalenten (VTE's)). § 2. Brussel Plaatselijke Besturen bewaart deze documenten en houdt ze ter beschikking van het Brusselse Parlement, van de minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen en van de staatssecretaris voor Gelijke Kansen.

Art. 5.§ 1. Op basis van de verslagen van de verschillende lokale besturen stelt Brussel Plaatselijke Besturen een globaal verslag op dat een stand van zaken verschaft over de toepassing van de artikelen 2 en 5 van de ordonnantie van 2 februari 2017, en bezorgt dit globale verslag aan de minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen en/of aan de staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen. § 2. Brussel Plaatselijke Besturen mag in het in § 1 van dit artikel bedoelde verslag aanbevelingen formuleren betreffende de professionele integratie van personen met een handicap in de lokale besturen.

Art. 6.§ 1. In het geval dat een lokaal bestuur het in artikel 3 bedoelde verslag twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit nog niet bij Brussel Plaatselijke Besturen heeft ingediend, gebiedt Brussel Plaatselijke Besturen dit lokale bestuur via aangetekend schrijven om dit verslag binnen een termijn van 21 dagen in te dienen. § 2. De termijn wordt berekend vanaf de dag volgend op de datum van de aangetekende zending. § 3. Als een lokaal bestuur na het verstrijken van de in § 1 van dit artikel bedoelde termijn dit verslag nog steeds niet aan Brussel Plaatselijke Besturen bezorgd heeft, vermeldt Brussel Plaatselijke Besturen dit feit in het verslag bedoeld in artikel 5 van dit besluit.

Art. 7.De minister bevoegd voor Plaatselijke besturen en/of de staatssecretaris voor Gelijke Kansen stelt het in artikel 5 bedoelde verslag voor aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement.

Art. 8.Het in artikel 5 bedoelde verslag wordt gepubliceerd op de website van Brussel Plaatselijke Besturen.

Art. 9.Twee jaar na de voorstelling van het in artikel 5 bedoelde verslag aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement legt Brussel Plaatselijke Besturen zich toe op het opmaken van een nieuwe stand van zaken betreffende de toepassing van de ordonnantie bij de gemeenten. HOOFDSTUK 3 - Slotbepalingen

Art. 10.Dit besluit treedt in werking zes maanden na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 11.De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen en de staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 december 2017.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : R. VERVOORT, Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen B. DEBAETS, Staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^