Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juni 2020
gepubliceerd op 24 juni 2020

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/42 betreffende de toekenning van een premie voor de creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk getroffen door COVID-19-crisis

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2020015052
pub.
24/06/2020
prom.
18/06/2020
ELI
eli/besluit/2020/06/18/2020015052/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 JUNI 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/42 betreffende de toekenning van een premie voor de creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk getroffen door COVID-19-crisis


VERSLAG AAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING Ter attentie van de leden van de Regering, De maatregelen afgekondigd door de federale overheid op 18 maart 2020 om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, houden in dat de levensvatbaarheid van culturele en creatieve organisaties zonder winstoogmerk op zeer korte termijn wordt bedreigd door de economische en sociale gevolgen van deze maatregelen.

Hoewel de huidige crisis de economie in haar geheel treft, is de creatieve en culturele sector een van de zwaarst getroffen sectoren.

Dit komt enerzijds door de beslissing van de Nationale Veiligheidsraad om alle culturele en recreatieve activiteiten te verbieden. Anderzijds hebben sommige structuren aanzienlijke verliezen geleden zonder de uitzonderlijke steunmaatregelen te kunnen genieten die door de verschillende machtsniveaus tot dusver werden ingevoerd in het kader van deze crisis.

Op dit moment hebben Brusselse organisaties zonder winstoogmerk met een culturele en creatieve strekking nog geen steun van de overheid kunnen genieten. Voorgesteld wordt uit te gaan van het principe dat alle structuren met winstoogmerk in moeilijkheden reeds gebruik zouden maken van de bestaande uitzonderlijke premies.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mag deze creatieve en culturele sector niet latten vallen want de menselijke, sociale, culturele en economische bijdrage ervan is noodzakelijk voor de stedelijke, sociale, culturele en economische ontwikkeling van ons Gewest. Het is noodzakelijk dat het Gewest bijzondere aandacht schenkt aan de creatieve en culturele sectoren die actief zijn op haar grondgebied.

Om deze sector in stand te kunnen houden, moet snel worden opgetreden.

Dit besluit beoogt daarom de invoering van een eenmalige premie van 2.000 euro voor culturele en creatieve organisaties zonder winstoogmerk.

Deze steun wordt beperkt tot de organisaties die niet van een reeds door de Regering of door een ander machtsniveau voorziene steun gebruik hebben kunnen maken.

De potentiële begunstigden zullen de premie kunnen genieten op voorwaarde dat ze beschikken over ten minste één exploitatiezetel op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Per begunstigde wordt slechts één premie toegekend.

Het is bovendien noodzakelijk dat in de statuten van de begunstigde vermeld wordt dat de activiteiten zonder winstoogmerk werden verdergezet en dat in de op 31 december 2019 afgesloten balans geen overgedragen winsten of niet-toegewezen reserves van meer dan 2000 euro worden vermeld.

Omwille van de leesbaarheid zijn de betrokken sectoren die in aanmerking komen voor de steun opgesomd in de bij het besluit gevoegde bijlage en zijn gebaseerd op de NACEBEL 2008-codes.

Tot slot wordt de steun beperkt tot de organisaties die niet meer dan vijf voltijdse equivalenten tewerkstellen.

Er worden verschillende uitsluitingsgronden ingevoerd. In dit verband kan bijvoorbeeld geen aanspraak worden gemaakt op de toekenning van de steun door organisaties die zijn bestraft wegens niet-naleving van artikel 10 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 23/03/2020 numac 2020030347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten tot vaststelling van de dringende maatregelen die werden genomen om de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken of nog door organisaties die een faillissements- of vereffeningsprocedure hebben aangevat of hun activiteiten hebben stopgezet.

Rekening houdend met het grote aantal potentiële begunstigden, zijn de procedures voor het aanvragen, verlenen en afbetalen van de steun gebaseerd op de procedures die reeds zijn ingevoerd in het kader van reeds toegekende premies op het gebied van werkgelegenheid en economie.

Omwille van efficiëntie en administratieve vereenvoudiging zal daarom de voorkeur worden gegeven aan een volledig elektronische procedure om een vlotte verwerking van de dossiers te garanderen. Op deze manier kan het aantal automatische controles worden gemaximaliseerd, wat zowel de begunstigde als BEW veel tijd zal besparen.

Ten slotte zijn er ook maatregelen getroffen voor de controle op en de terugbetaling van de steun, zodat de arbeidsinspecteurs van BEW kunnen toezien op de naleving van de toekenning van deze steun overeenkomstig de toepasselijke regelgeving.

De minister van Begroting heeft op 27 mei 2020 zijn goedkeuring gehecht aan het ontwerp.

Op 12 juni 2020, heeft de Raad van State over onderhavig ontwerpbesluit een spoedadvies verleend binnen 5 werkdagen. Dit advies met referentienummer 67.554/1 is in al zijn aanbevelingen in aanmerking genomen. Het kon niet bij dit verslag worden gevoegd omdat het slechts in een voorlopige, eentalige versie beschikbaar was.

De Raad van State heeft een reeks opmerkingen gemaakt met betrekking tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wat betreft het ontwerpbesluit.

In casu is de Raad van State van oordeel dat het voorgestelde ontwerpbesluit in zijn huidige vorm niet kan worden beschouwd als behorend tot de bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Op grond waarvan de Raad van State, afdeling wetgeving, heeft nagelaten het ontwerp van bijzonderenmachtenbesluit te onderzoeken.

In zijn advies onderzoekt de Raad van State de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de bevoegdheden die hem zijn overgedragen op het gebied van het economisch en tewerkstellingsbeleid zoals voorzien in artikel 6, § 1, VI, 1 ° en IX van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen alsook in culturele aangelegenheden zoals voorzien in artikel 4bis, 3°, van de bijzondere wet van 12 januari 1989. 1. Economisch beleid Wat het economisch beleid betreft, is de Raad van State van oordeel dat, aangezien de begunstigden waarop de voorgenomen maatregel is gericht, in hun statuten een sociaal oogmerk hebben dat niet van economische en commerciële aard is en ze daardoor niet kunnen optreden als ondernemingen die een economische activiteit uitoefenen, de voorgenomen steunregeling niet onder de aan de gewesten overgedragen bevoegdheid kan vallen op het vlak van economisch beleid. Wat dit punt betreft en hoewel de auteurs van de wet niet de bedoeling hadden om de in artikel 6, § 1, paragraaf, VI, 1 ° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voorziene bevoegdheid als grondslag te nemen, kan de Raad van State worden gevolgd aangezien de begunstigden van de voorgenomen steunregeling in hun statuten effectief een sociaal oogmerk dienen te hebben dat niet van economische en commerciële aard is. 2. Culturele aangelegenheden Wat betreft de in de bijlage bij het ontwerpbesluit vermelde lijst met activiteiten, is de Raad van State in tweede instantie van mening dat de ontworpen regeling onder de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zou kunnen vallen inzake culturele aangelegenheden. In die zin bepaalt artikel 4bis, 3°, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, welk artikel is ingevoegd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming, dat, onverminderd de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzake de culturele aangelegenheden bedoeld in artikel 127, § 1, eerste lid, 1°, van de Grondwet, en wat de schone kunsten, het cultureel patrimonium, de musea en de andere wetenschappelijk culturele instellingen bedoeld in artikel 4, 3°, en 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreft, bevoegd is voor de biculturele aangelegenheden voor zover deze van gewestelijk belang zijn.

Deze opmerking is aanvechtbaar aangezien tot dusver de organisaties met handelsactiviteiten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de structuren erkend door de Federatie Wallonië-Brussel baat hebben gehad bij de maatregelen die zijn genomen om de gevolgen van de COVID-19-pandemie te bestrijden. Brusselse non-profitorganisaties en uitzendkrachten uit de culturele sector konden van geen enkele steun gebruik maken. Vlaanderen van zijn kant sloot op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigde verenigingen uit en de voorwaarden voor de toekenning van het noodfonds van de Federatie Wallonië-Brussel hielden geen rekening met alle Brusselse organisaties. Dit betekent dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn creatieve en culturele sector moet steunen omdat de menselijke, sociale, culturele en economische bijdrage ervan noodzakelijk is voor de stedelijke, sociale, culturele en economische ontwikkeling van ons Gewest. Het Gewest moet daarom bijzondere aandacht besteden aan de creatieve en culturele sectoren die op zijn grondgebied actief zijn.

Gelet op deze elementen moet dus worden benadrukt dat de voorgenomen steunregeling namelijk niet kan verzekeren dat haar rechtsgrondslag rechtstreeks valt onder de bevoegdheid inzake culturele aangelegenheden in de zin van artikel 4 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen of in de zin van artikel 4bis, 3°, van de bijzondere wet van 12 januari 1989.

In tegenstelling tot wat de Raad van State stelt, was het in eerste instantie niet de bedoeling van de auteurs om directe steun te verlenen aan de "cultuur op zich" maar eerder om steun te verlenen aan operatoren in de creatieve en culturele sector die actief zijn op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die geen steun hebben kunnen genieten van een ander machtsniveau. 3. Tewerkstellingsbeleid Tot slot betwist de Raad van State dat voorliggend ontwerp een grondslag kan vinden in de gewestelijke bevoegdheid op het gebied van tewerkstellingsbeleid zoals voorzien in artikel 6, § 1, lid, IX van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen. Ter ondersteuning van de verklaringen wordt gewezen op een jurisprudentie van het Grondwettelijk Hof volgens dewelke "het tewerkstellingsbeleid veeleer is gericht op de werkzoekenden, ongeacht of zij al dan niet werkloos zijn, alsook op de programma's inzake de wedertewerkstelling van werklozen." Op dit punt kan de Raad van State niet gevolgd worden. Er dient te worden benadrukt dat het ontworpen besluit uitzonderlijke steun beoogt in te voeren in een even uitzonderlijke context, die tot doel heeft een sector te beschermen die aanzienlijke verliezen heeft geleden zonder de uitzonderlijke steun te kunnen genieten die tot dusver door de federale staat en andere machtsniveaus is voorzien in het kader van de COVID-19-pandemie. Door op deze manier te handelen wil het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de operatoren die zich met deze aangelegenheden bezighouden vrijwaren en dus ook de werkgelegenheid bij deze operatoren behouden.

Er dient te worden benadrukt dat, volgens de laatste schattingen van de Nationale Bank van België, de effecten van de COVID-19-pandemie waarschijnlijk zullen leiden tot 186.000 extra werklozen. Op basis van de klassieke tendens van verdeling per gewest, namelijk 17% voor het Brussels Gewest, kan men stellen dat 31.620 extra werkzoekenden worden verwacht in 2020.

Deze voorspellingen bevestigen het door View.brussels gemodelleerde scenario, dat schat dat er eind 2020 meer dan 30.000 niet-werkende werkzoekenden zullen zijn.

Met meer dan 50% Brusselse werknemers is deze sector een grote tewerkstellingspool voor het Gewest. En de laatste jaren heeft de trend gezorgd voor het scheppen van arbeidsplaatsen.

Uit de enquête van View.brussels blijkt dat deze sector het meest getroffen zou worden door de opheffing van de steunmaatregelen na juni 2020. Bovendien schatten de respondenten op deze enquête dat 47% van hun werknemers die tijdelijke werkloosheid genieten of hebben genoten zal overgaan op volledige werkloosheid.Ten slotte beschouwt bijna 30% van de bedrijven in de sector een faillissement als waarschijnlijk of zeer waarschijnlijk.

Gelet op het bovenstaande kan er geen sprake zijn van het volgen van het advies van de Raad van State, aangezien het doel van de beoogde maatregel juist is om steun te verlenen aan de sector die het meest is blootgesteld aan het risico op verlies van werkgelegenheid.

Door aldus anticiperend en preventief te handelen, beoogt de regering de toename van het aantal werkzoekenden te beperken, hetgeen, zoals de Raad van State benadrukt, de categorie is waarop het tewerkstellingsbeleid voornamelijk is gericht.

Ter informatie van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister van Werk, B. CLERFAYT

18 JUNI 2020. - Bijzondere machtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/042 betreffende de steun tot vergoeding van de creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, artikel 2, § 1;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, gegeven op 27 mei 2020;

Gelet op de hoogdringendheid; dat de federale overheid op 18 maart 2020 immers maatregelen heeft getroffen om de verdere verspreiding van het COVID-19-virus in te dijken, waarvan de economische en sociale gevolgen het voortbestaan op zeer korte termijn van creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk in het gedrang brengen;

Overwegende dat de huidige en toekomstige maatregelen die worden genomen om de verspreiding van het virus onder de bevolking te beperken, niet enkel gedurende de verbodsperiode maar ook tijdens de weken erna, uiteraard een hele reeks activiteiten zullen belemmeren, de toegang tot of het bezoek aan locaties aanzienlijk zullen beperken en de voorbereiding van werken of activiteiten zullen verhinderen;

Dat het past maatregelen te treffen om het voortbestaan van actoren te garanderen die culturele of creatieve activiteiten met een rechtstreeks of onrechtstreeks doel van algemeen belang verrichten;

Dat deze ongunstige gevolgen op zeer korte termijn zullen worden gevoeld, zodat de noodmaatregel onverwijld uitwerking moet krijgen;

Dat de steunmaatregel zo snel mogelijk moet worden uitbetaald; een spoedbehandeling is bijgevolg gerechtvaardigd;

Gelet op het advies 67.554/1van de Raad van State, gegeven op 12 juni 2020, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Werk;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk: de rechtspersoon die een activiteit zonder winstoogmerk uitoefent als bedoeld in de bijlage bij dit besluit;2° de minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Werk;3° verordening: de verordening (EU) nr.1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie L352 van 24 december 2013; 4° BEW: Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;5° AVG: de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);5° tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun: de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 betreffende de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, gewijzigd bij de mededeling van 3 april 2020. HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden en vorm van de steun

Art. 2.De minister kent steun toe aan de creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk die getroffen zijn door de noodmaatregelen die werden genomen om de verdere verspreiding van het COVID-19-virus in te dijken.

De verordening bepaalt de toekenningsvoorwaarden voor de steun.

Art. 3.De steun bestaat uit een eenmalige premie van 2.000 euro, die overeenkomstig de volgende voorwaarden aan de aanvrager wordt toegekend: 1° een inkomstenverlies hebben geleden door de toepassing van de maatregelen die werden genomen om de verdere verspreiding van het COVID-19-virus in te dijken, en die de jaaromzet en de draagkracht met betrekking tot de vaste kosten beïnvloeden;2° op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over minstens een bedrijfszetel beschikken;3° een sociaal oogmerk hebben dat in de statuten is opgenomen en dat niet van economische en commerciële aard is;4° op 18 maart 2020 een activiteit uitoefenen die onder de NACE-codes van de bijlage bij dit besluit valt;5° op 18 maart 2020 ten hoogste vijf VTE's in loondienst hebben; 6° niet over overgebrachte winsten of niet-toegewezen reserves beschikken van meer dan 2.000 euro bij de afsluiting van de rekeningen op 31 december 2019.

Art. 4.Is uitgesloten van de steun of desgevallend gehouden tot de terugbetaling ervan, de aanvrager of de begunstigde: 1° aan wie een sanctie wordt opgelegd op grond van artikel 10 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 23/03/2020 numac 2020030347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, of elke andere regelgeving die het vervangt of waardoor het wordt vervangen;2° die niet alle toepasselijke verplichtingen van het sociaal, arbeids- en milieurecht naleeft;3° tegen wie op 18 maart 2020 al een faillissements- of vereffeningsprocedure was opgestart, of die in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, ten aanzien van wie een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie loopt, of die in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;4° die opzettelijk valse of onjuiste inlichtingen verstrekt;5° die zich in een van de gevallen bevindt als bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie, zolang hij de subsidies als bedoeld in voornoemde ordonnantie niet terugbetaalt overeenkomstig de regels bedoeld in artikel 4 ervan;6° die al begunstigde is of zal zijn van een van de volgende maatregelen: de steun voorzien in het bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr.2020/013 van 7 april 2020 betreffende de steun tot vergoeding van de ondernemingen getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken; de steun voorzien in het bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/007 van 16 april 2020 betreffende de steun tot vergoeding van erkende sociale inschakelingsondernemingen die getroffen zijn door de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken; de steun voorzien in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 april 2020 nr. 2020/012 van bijzondere machten betreffende de invoering van steunmaatregelen voor de erkende dienstenchequeondernemingen en hun werknemers naar aanleiding van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken; de steun voorzien in het bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/030 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de steun aan ondernemingen die een terugval van hun activiteit ondergaan als gevolg van de gezondheidscrisis COVID-19. 7° die in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis steun heeft aangevraagd bij een ander gewest, een gemeenschap of een instelling van openbaar nut die van een van deze entiteiten afhangt, en daartoe de voorwaarden vervult. Vanaf de datum van steunverlening moet de begunstigde de voorwaarden als bedoeld in het eerste lid gedurende drie jaar naleven. HOOFDSTUK 3. - Procedure voor het dossieronderzoek wat de steunaanvragen en -uitbetalingen betreft

Art. 5.De aanvrager dient uiterlijk op 15 juli 2020 zijn steunaanvraag in bij BEW en vult daartoe het formulier in dat BEW op zijn website ter beschikking stelt.

Op straffe van niet-ontvankelijkheid voegt de aanvrager de volgende gegevens bij zijn aanvraag: 1° een verklaring op erewoord of een boekhoudkundig attest aangaande de daadwerkelijke terugval van zijn activiteiten;2° de op 31 december van het afgelopen boekjaar afgesloten en door de algemene vergadering goedgekeurde resultaatrekeningen en balansen in het geval dat ze niet door de Nationale Bank van België gepubliceerd werden;3° een verklaring betreffende andere ontvangen steun tegen de achtergrond van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun en alle andere onder de verordening of andere de-minimisverordeningen vallende steun aan die de onderneming gedurende de twee voorafgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar heeft ontvangen.

Art. 6.De toekenningsbeslissing wordt binnen de maand van de ontvangst van de steunaanvraag door BEW betekend, met de vermelding dat de steun wordt verleend overeenkomstig de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun.

Art. 7.De steun wordt vereffend in een enkele schijf.

Art. 8.§ 1. § 1. Het beheer en de controle van de aanvragen kan, om de in de aanvraag opgegeven gegevens te controleren of aan te vullen, de verwerking van de volgende categorieën van persoonsgegevens betreffen: 1° de identificatie- en contactgegevens van de personen die namens de aanvragers de aanvraag indienen;2° de identificatie-, adres- en contactgegevens van de zelfstandige ondernemingen natuurlijk persoon die de premie aanvragen;3° de identificatiegegevens van de zelfstandige zaakvoerders van de aanvragers;4° de identificatiegegevens en gegevens betreffende de sociale zekerheidssituatie van de begunstigden van het overbruggingsrecht voor maart of april 2020;5° de gegevens betreffende strafrechtelijke en administratieve sancties en feiten van de aanvragers en begunstigden bedoeld in artikel 4, 1°. In het kader van het beheer en de controle van de aanvragen, is BEW gemachtigd om het rijksregisternummer te gebruiken, in overeenstemming met artikel 8, § 1, lid 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. § 2. BEW is de verwerkingsverantwoordelijke voor de persoonsgegevens bedoeld in § 1.

BEW kan de persoonsgegevens, en andere gegevens, bekomen van de aanvrager of van een andere overheidsinstantie. § 3. De maximale bewaringstermijn voor persoonsgegevens die op grond van deze bepaling worden verwerkt, bedraagt drie jaar, behalve voor persoonsgegevens die eventueel nodig zouden zijn voor de behandeling van geschillen met de steunaanvrager, gedurende de tijd die nodig is om dergelijke geschillen te behandelen. HOOFDSTUK 4. - Controle en terugbetaling van de steun

Art. 9.De gewestelijke werkgelegenheidsinspecteurs van het bestuur als bedoeld in artikel 1, 4° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 juni 2016 houdende bepaling van de met het toezicht en de controle belaste overheden in werkgelegenheidsaangelegenheden en houdende nadere regels met betrekking tot de werking van deze overheden, worden belast met het toezicht op en de controle van de naleving van dit besluit.

Art. 10.Deze inspecteurs voeren deze controle of dit toezicht uit overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie van 30 april 2009 betreffende het toezicht op de reglementeringen inzake werkgelegenheid die tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren en de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze reglementeringen.

Art. 11.De bepalingen van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie alsook de uitvoeringsmaatregelen ervan gelden voor de door dit besluit ingevoerde steun. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 13.De minister bevoegd voor Werk wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 juni 2020.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Werk, B. CLERFAYT

Bijlage. - Activiteiten die in aanmerking komen voor de steun

NACE BEL 2008 code

Beschrijving

Code NACE BEL 2008

Description

14110

Vervaardiging van kleding van leer

14110

Fabrication de vêtements en cuir

14120

Vervaardiging van werkkleding

14120

Fabrication de vêtements de travail

14130

Vervaardiging van andere bovenkleding

14130

Fabrication d'autres vêtements de dessus

14140

Vervaardiging van onderkleding

14140

Fabrication de vêtements de dessous

14191

Vervaardiging van hoeden en petten

14191

Fabrication de chapeaux et de bonnets

14199

Vervaardiging van andere kleding en toebehoren, n.e.g.

14199

Fabrication d'autres vêtements et accessoires n.c.a.

14200

Vervaardiging van artikelen van bont

14200

Fabrication d'articles en fourrure

14310

Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken

14310

Fabrication d'articles chaussants à mailles

14390

Vervaardiging van andere gebreide en gehaakte kleding

14390

Fabrication d'autres articles à mailles

15110

Looien en bereiden van leer; bereiden en verven van bont

15110

Apprêt et tannage des cuirs; préparation et teinture des fourrures

15120

Vervaardiging van koffers, tassen en dergelijke en van zadel- en tuigmakerswerk

15120

Fabrication d'articles de voyage, de maroquinerie et de sellerie

15200

Vervaardiging van schoeisel

15200

Fabrication de chaussures

16292

Vervaardiging van artikelen van kurk, riet of vlechtwerk

16292

Fabrication d'objets en liège, vannerie et sparterie

18110

Krantendrukkerijen

18110

Imprimerie de journaux

18120

Overige drukkerijen

18120

Autre imprimerie (labeur)

18130

Prepress- en premediadiensten

18130

Activités de prépresse

18140

Binderijen en aanverwante diensten

18140

Reliure et activités annexes

18200

Reproductie van opgenomen media

18200

Reproduction d'enregistrements

27402

Vervaardiging van verlichtingsapparaten

27402

Fabrication d'appareils d'éclairage électrique

32121

Bewerken van diamant

32121

Travail du diamant

32122

Bewerken van edelstenen (m.u.v. diamant) en van halfedelstenen

32122

Travail des pierres précieuses (sauf le diamant) et des pierres semi-précieuses

32123

Vervaardiging van sieraden

32123

Fabrication d'articles de joaillerie et de bijouterie

32124

Vervaardiging van edelsmeedwerk

32124

Fabrication d'articles d'orfèvrerie

32129

Vervaardiging van overige artikelen van edele metalen

32129

Fabrication d'autres articles en métaux précieux

32130

Vervaardiging van imitatiesieraden en dergelijke artikelen

32130

Fabrication d'articles de bijouterie de fantaisie et d'articles similaires

32200

Vervaardiging van muziekinstrumenten

32200

Fabrication d'instruments de musique

58110

Uitgeverijen van boeken

58110

Edition de livres

58130

Uitgeverijen van kranten

58130

Edition de journaux

58140

Uitgeverijen van tijdschriften

58140

Edition de revues et de périodiques

58190

Overige uitgeverijen

58190

Autres activités d'édition

58210

Uitgeverijen van computerspellen

58210

Edition de jeux électroniques

59111

Productie van bioscoopfilms

59111

Production de films cinématographiques

59112

Productie van televisiefilms

59112

Production de films pour la télévision

59113

Productie van films, m.u.v. bioscoop- en televisiefilms

59113

Production de films autres que cinématographiques et pour la télévision

59114

Productie van televisieprogramma's

59114

Production de programmes pour la télévision

59120

Activiteiten in verband met films en video- en televisieprogramma's na de productie

59120

Post-production de films cinématographiques, de vidéo et de programmes de télévision

59130

Distributie van films en video- en televisieprogramma's

59130

Distribution de films cinématographiques, de vidéo et de programmes de télévision

59140

Vertoning van films

59140

Projection de films cinématographiques

59201

Maken van geluidsopnamen

59201

Production d'enregistrements sonores

59202

Geluidsopnamestudio's

59202

Studios d'enregistrements sonores

59203

Uitgeverijen van muziekopnamen

59203

Edition musicale

59209

Overige diensten in verband met het maken van geluidsopnamen

59209

Autres services d'enregistrements sonores

60100

Uitzenden van radioprogramma's

60100

Diffusion de programmes radio

60200

Programmeren en uitzenden van televisieprogramma's

60200

Programmation de télévision et télédiffusion

74101

Ontwerpen van textielpatronen, kleding, juwelen, meubels en decoratieartikelen

74101

Création de modèles pour les biens personnels et domestiques

74102

Activiteiten van industriële designers

74102

Activités de design industriel

74103

Activiteiten van grafische designers

74103

Activités de design graphique

74104

Activiteiten van interieurdecorateurs

74104

Décoration d'intérieur

74105

Activiteiten van decorateur-etalagisten

74105

Décoration d'étalage

74109

Overige activiteiten van gespecialiseerde designers

74109

Autres activités spécialisées de design

74201

Activiteiten van fotografen, met uitzondering van persfotografen

74201

Production photographique, sauf activités des photographes de presse

74209

Overige fotografische activiteiten

74209

Autres activités photographiques

77294

Verhuur en lease van textiel, kleding, sieraden en schoeisel

77294

Location et location-bail de textiles, d'habillement, de bijoux et de chaussures

90011

Beoefening van uitvoerende kunsten door zelfstandig werkende artiesten

90011

Réalisation de spectacles par des artistes indépendants

90012

Beoefening van uitvoerende kunsten door artistieke ensembles

90012

Réalisation de spectacles par des ensembles artistiques

90021

Promotie en organisatie van uitvoerende kunstevenementen

90021

Promotion et organisation de spectacles vivants

90022

Ontwerp en bouw van podia

90022

Conception et réalisation de décors

90023

Gespecialiseerde beeld-, verlichtings- en geluidstechnieken

90023

Services spécialisés du son, de l'image et de l'éclairage

90029

Overige ondersteunende activiteiten voor de uitvoerende kunsten

90029

Autres activités de soutien au spectacle vivant

90031

Scheppende kunsten, m.u.v. ondersteunende diensten

90031

Création artistique, sauf activités de soutien

90032

Ondersteunende activiteiten voor scheppende kunsten

90032

Activités de soutien à la création artistique

90041

Exploitatie van schouwburgen, concertzalen en dergelijke

90041

Gestion de salles de théâtre, de concerts et similaires

90042

Exploitatie van culturele centra en multifunctionele zalen ten behoeve van culturele activiteiten

90042

Gestion de centres culturels et de salles multifonctionnelles à vocation culturelle

91011

Bibliotheken,mediatheken en ludotheken

91011

Gestion des bibliothèques, des médiathèques et des ludothèques

91012

Openbare archieven

91012

Gestion des archives publiques

91020

Musea

91020

Gestion des musées

91030

Exploitatie van monumenten en dergelijke toeristenattracties

91030

Gestion des sites et monuments historiques et des attractions touristiques similaires


Gezien om gevoegd te worden bij het bijzondere machtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/042 betreffende de steun tot vergoeding van de creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken.

Brussel, 18 juni 2020.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Werk, B. CLERFAYT

^