Etaamb.openjustice.be
Decreet van 03 juli 2000
gepubliceerd op 22 september 2000

Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 25 september 1996 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 1996 betreffende de controle van de afwezigheden wegens ziekte voor de personeelsleden van de door de Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen en PMS-Centra

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2000033067
pub.
22/09/2000
prom.
03/07/2000
ELI
eli/besluit/2000/07/03/2000033067/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 JULI 2000. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 25 september 1996 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 1996 betreffende de controle van de afwezigheden wegens ziekte voor de personeelsleden van de door de Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen en PMS-Centra


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 1 april 1960 betreffende de psycho-medisch-sociale centra, inzonderheid op artikel 7, ingevoegd door het koninklijk besluit n° 467 van 1 oktober 1986;

Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut der personeelsleden van het rijksonderwijs, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 27 juli 1971, 11 juli 1973, 19 december 1974 en bij het koninklijk besluit n° 456 van 10 september 1986;

Gelet op het decreet van 5 februari 1996 betreffende de controle van de afwezigheden wegens ziekte voor de personeelsleden van de door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen en PMS-centra, gewijzigd bij het programmadecreet van 29 juni 1998, inzonderheid op de artikels 2, 3 en 4;

Gelet op het besluit van de Regering van 25 september 1996 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 1996 betreffende de controle van de afwezigheden wegens ziekte voor de personeelsleden van de door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen en PMS-centra, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 16 maart 1999;

Gelet op het protocol nr. S 2/2000 van 14 januari 2000 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in een gemeenschappelijke zitting van het Sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap en van het subcomité bepaald in artikel 17, § 2, 3° van het koninklijk besluit van 28 september 1984;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid erdoor gemotiveerd wordt dat de wijzigingen waarin voorliggend besluit voorziet onverwijld in werking moeten treden, om te garanderen dat de controleonderzoeken verder uitgevoerd worden, terwijl een verbeterd systeem ingevoerd wordt, en dat de goede werking van de onderwijsinrichtingen niet wordt aangetast;

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 7, § 4, lid 1 van het besluit van de Regering van 25 september 1996 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 1996 betreffende de controle van de afwezigheden wegens ziekte voor de personeelsleden van de door de Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen en PMS-centra wordt vervangen door de volgende bepaling : « Is de controlearts van oordeel dat het personeelslid in staat is om de arbeid of de dienst te hervatten, deelt hij dit onverwijld mede aan het personeelslid. Indien het personeelslid met deze beslissing niet akkoord gaat, informeert hij onverwijld de behandelende arts of, indien hij afwezig is, een andere arts die hem vertegenwoordigt ervan.

De controlearts en de door het personeelslid geïnformeerde arts proberen binnen de 24 uren een gemeenschappelijke beslissing te bereiken. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 3 juli 2000.

De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES

^