Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Duitstalige Gemeenschap van 03 juni 2004
gepubliceerd op 01 september 2004

Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van 27 mei 1993 betreffende de beroepsopleiding en de bijscholing van de personen die in de landbouw werkzaam zijn

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2004033057
pub.
01/09/2004
prom.
03/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/03/2004033057/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JUNI 2004. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van 27 mei 1993 betreffende de beroepsopleiding en de bijscholing van de personen die in de landbouw werkzaam zijn


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen, inzonderheid op artikel 9;

Gelet op het decreet van 29 februari 1988 betreffende de beroepsopleiding van de personen die in de landbouw werkzaam zijn, inzonderheid op artikel 13;

Gelet op het besluit van de Executieve van 27 mei 1993 betreffende de beroepsopleiding en de bijscholing van de personen die in de landbouw werkzaam zijn, inzonderheid op artikel 33, § 2, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 september 1994;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 maart 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 27 maart 2002;

Gelet op het advies van de permanente werkgroep van de inteministeriële landbouwconferentie, gegeven op 5 april 2004;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de erkende centra voor de opleiding en bijscholing in de landbouw onverwijld op de hoogte gebracht moeten worden van de toegepaste subsidiëringsbedragen wat de verplichting betreft om buitenlandse voordrachtgevers aan te stellen ten einde op Europees niveau een opleidingsnorm te garanderen en dat een nieuwe subsidiëringscategorie zonder verwijl moet worden ingevoerd om deze pedagogische vernieuwing toe te passen;

Overwegende dat de door de Duitstalige Gemeenschap erkende centra voor de opleiding en bijscholing in de landbouw de noodzakelijke rechtszekerheid moet worden geboden rekening houdend met wat vooraf gaat;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake opleiding en bijscholing van de personen die in de landbouw werkzaam zijn;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 33, § 2, van het besluit van de Executieve van 27 mei 1993 betreffende de beroepsopleiding en de bijscholing van de personen die in de landbouw werkzaam zijn, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 september 1994, wordt met volgend lid ingevuld : « De centra kunnen voor de organisatie van erkende bijscholingscursussen een bijkomende subsidie verkrijgen voor het ereloon van de voordrachtgever of spreker, indien deze zijn woonplaats buiten België heeft. Deze subsidie beloopt 50 % van het bewezen ereloon, met een maximum van euro 40,76 per onderwijsuur. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.

Art. 3.De Minister bevoegd voor de opleiding en de bijscholing van de personen die in de landbouw werkzaam zijn, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 3 juni 2004.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES

^