Etaamb.openjustice.be
Decreet van 04 oktober 2018
gepubliceerd op 17 december 2018

Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 11 december 2017 betreffende integratie en samenleven in diversiteit

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2018205578
pub.
17/12/2018
prom.
04/10/2018
ELI
eli/besluit/2018/10/04/2018205578/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP


4 OKTOBER 2018. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 11 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/12/2017 pub. 20/12/2017 numac 2017206644 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende integratie en samenleven in diversiteit sluiten betreffende integratie en samenleven in diversiteit


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 11 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/12/2017 pub. 20/12/2017 numac 2017206644 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende integratie en samenleven in diversiteit sluiten betreffende integratie en samenleven in diversiteit, de artikelen 5, § 2, 9, § § 1, 2 en 4, 10, § § 2 en 4, 13, 14, vierde lid, 17, 25, 29, 30, 34, § 1, en 37, § 4;

Gelet op het advies van de adviescommissie voor integratie en samenleven in diversiteit, gegeven op 15 juni 2018;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 25 april 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 9 juli 2018;

Gelet op advies 64.017/1/V van de Raad van State, gegeven op 4 september 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 4 juli 2018;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Artikel 1 - Definities Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° decreet: het decreet van 11 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/12/2017 pub. 20/12/2017 numac 2017206644 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende integratie en samenleven in diversiteit sluiten betreffende integratie en samenleven in diversiteit;2° referentiecentrum: het referentiecentrum voor integratie en migratie overeenkomstig artikel 3, 7°, van het decreet;3° aanbieder: de instituten voor voortgezette schoolopleiding en de instellingen voor volwassenenonderwijs overeenkomstig het decreet van 17 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/11/2008 pub. 30/12/2008 numac 2008033110 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs sluiten ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs;4° Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;5° departement: het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd voor Integratie;6° Minister: de minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden. HOOFDSTUK 2. - Integratietraject Art. 2 - Verlenging van de looptijd De migrant die het integratietraject niet binnen de termijn bepaald in artikel 5, § 2, van het decreet kan doorlopen, dient ten vroegste zes maanden en ten laatste één maand vóór het verstrijken van die termijn een aanvraag tot verlenging van de termijn in bij het referentiecentrum.

Het referentiecentrum kan de termijn telkens met hoogstens één jaar verlengen : 1° bij onverenigbaarheid van de etappen van het integratietraject met een beroepsopleiding of een beroepsactiviteit;2° voor migranten die bij het begin van het integratietraject het Latijnse alfabet niet beheersen;3° om de volgende gezondheidsredenen : a) bij een afwezigheid wegens ziekte van in totaal minstens één maand;b) bij de geboorte van een kind;c) bij een tijdelijk verblijf in het buitenland om medische redenen;4° om de volgende persoonlijke redenen : a) de migrant is om dwingende redenen tijdelijk in het buitenland;b) bij een tijdelijke afwezigheid overeenkomstig artikel 18 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister;c) de migrant wordt beschouwd als mantelzorger overeenkomstig artikel 3 van de wet van 12 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/05/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203605 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote zorgbehoefte bijstaat type wet prom. 12/05/2014 pub. 29/09/2014 numac 2014000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote zorgbehoefte bijstaat. - Duitse vertaling sluiten betreffende de erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote zorgbehoefte bijstaat;d) de regelmatige kinderopvang voor de baby's en peuters van de migrant is niet gewaarborgd;e) bij de adoptie van een kind;5° bij een ontoereikend aanbod aan cursussen in het kader van het integratietraject;6° als de eerstvolgende beschikbare taal- of integratiecursus ten vroegste drie of meer maanden nadat betrokkene zich bij het referentiecentrum voor het integratietraject heeft ingeschreven, van start gaat. De gezondheidsredenen vermeld in het tweede lid, 3°, en de afwezigheidsduur worden gestaafd met een medisch attest.

De door het referentiecentrum toegekende verlenging wordt opgenomen in de overeenkomst over het integratietraject vermeld in artikel 8 van het decreet.

Het referentiecentrum houdt een geanonimiseerd register van de aangenomen en afgewezen verlengingsaanvragen bij.

Art. 3 - Taalcursus in één van de beide andere landstalen Indien in het kader van de sociale balans die het referentiecentrum overeenkomstig artikel 14, eerste lid, 1°, a), van het decreet heeft opgemaakt, wordt vastgesteld dat de migrant door het leren van één van de beide andere landstalen meer mogelijkheden tot maatschappelijke integratie en/of inschakeling in het arbeidsproces heeft, wordt hij ingeschreven in een taalcursus die in voorkomend geval in een andere deelentiteit in het kader van het daar geldende integratietraject wordt gegeven of in een taalcursus erkend overeenkomstig hoofdstuk 3.

HOOFDSTUK 3. - Erkenning en subsidiëring van de taalcursussen Art. 4 - Erkenningsvoorwaarden Om erkend te worden, moeten de taalcursussen op zijn minst voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° de taalcursussen worden georganiseerd door de aanbieders vermeld in artikel 1, 3°;2° de taalcursussen zijn laagdrempeling en/of intensief : a) de laagdrempelige taalcursus voldoet op zijn minst aan de volgende criteria : - hij telt bij het begin van de cursus minstens 5 en hoogstens 12 deelnemers; - hij omvat minstens 2 uur per week; - hij is rechtstreeks relevant voor het leven en praktijkgericht; b) de intensieve taalcursus voldoet op zijn minst aan de volgende criteria : - hij telt bij het begin van de cursus minstens 8 en hoogstens 18 deelnemers; - hij omvat minstens 12 uur per week; 3° met de taalcursussen wordt alfabetisering of het bijbrengen van het taalniveau A1, A1+ of A2 overeenkomstig het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen beoogd;4° de taalcursussen omvatten op zijn minst 120 uur per taalniveau;5° de taalcursussen zijn afgestemd op de behoeften en worden op flexibele tijdstippen aangeboden;6° de taalcursussen worden gegeven door cursusleiders in hoofdberoep of op honorariumbasis werkzame krachten die minstens drie jaar ervaring in volwassenonderwijs, taalonderwijs, vreemdetalenonderwijs of in de interculturele sector hebben of die een voor die functie nuttige opleiding kunnen aantonen. Art. 5 - Erkenningsprocedure § 1 - Aanbieders die voor één of meer taalcursussen een erkenning willen krijgen, dienen daartoe een aanvraag in bij het departement. § 2 - Bij de aanvraag worden minstens de volgende stukken en gegevens gevoegd : 1° de identiteit van de aanvrager;2° de statuten van de rechtspersoon;3° het concept voor de organisatie en het verloop van de taalcursussen dat minstens de volgende inlichtingen bevat : a) de aangeboden cursusniveaus;b) het minimumaantal en het maximumaantal deelnemers per taalcursus;c) het tijdstip waarop een taalcursus kan worden aangevat;d) de kwalificatie van het onderwijzend personeel;e) de doelgroepgegevens;f) de mogelijke partnerorganisaties;g) de nadere regels voor de samenwerking met het referentiecentrum;h) de leermethoden of taallesmethoden. Het departement legt het aanvraagformulier vast.

De aanvraag wordt per post of elektronisch ingediend. Het departement bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen dertig kalenderdagen. De datum van de poststempel of - naargelang van het geval - van de elektronische tijdstempel geldt als indieningsdatum. § 3 - Het departement onderzoekt of de ingediende aanvraag om erkenning volledig is en onderzoekt de bijgevoegde stukken. Indien de aanvraag volledig is, bezorgt het departement de aanvrager een bevestiging. Indien de aanvraag niet volledig is, vraagt het departement de ontbrekende gegevens of - naargelang van het geval - de ontbrekende stukken aan bij de aanvrager.

Binnen zestig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de volledige aanvraag, stelt het departement op basis van zijn bevindingen een advies op en zendt het over aan de Minister. Als na afloop van die termijn geen advies is gegeven of als de aanvraag onvolledig is, wordt het advies als negatief beschouwd.

Binnen zestig dagen na ontvangst van het advies van het departement of na het verstrijken van de termijn vermeld in het tweede lid beslist de Minister of de erkenning wordt toegekend. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de erkenning als geweigerd. § 4 - De erkenning wordt verleend voor een termijn van vier jaar. § 5 - Indien niet voldaan is aan één of meer voorwaarden die voor een erkenning noodzakelijk zijn, kan het departement in zijn advies vermeld in § 3, tweede lid, een voorwaardelijke voorlopige erkenning voorstellen.

Binnen zestig dagen na ontvangst van het advies van het departement of na het verstrijken van de termijn vermeld in § 3, tweede lid, beslist de Minister of een voorlopige erkenning wordt toegekend en bepaalt hij de voorwaarden en de duur van de voorlopige erkenning.

Het departement verstrekt uiterlijk zestig dagen voor het verstrijken van de voorlopige erkenning een advies over de vraag of aan de voorwaarden is voldaan en bezorgt dat advies aan de Minister.

Binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het advies van het departement, beslist de Minister of een definitieve erkenning wordt toegekend.

Indien de taalcursus, na het verstrijken van de voorlopige erkenning ervan, niet definitief erkend wordt, wordt de eventuele ondersteuning van de Duitstalige Gemeenschap stopgezet. § 6 - Wijzigingen van de gegevens vermeld in § 2 moeten vooraf worden goedgekeurd.

Daartoe dient de aanbieder een individuele schriftelijke aanvraag bij het departement in. Het departement onderzoekt of een afwijking met betrekking tot de behoefte en de integratie gerechtvaardigd is en bezorgt de Minister een advies binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag. Indien binnen die termijn geen advies wordt verstrekt, wordt dit beschouwd als een negatief advies.

Binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het advies van het departement, beslist de Minister of de wijziging wordt goedgekeurd. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de goedkeuring als geweigerd.

De aanbieder kan de taalcursus alleen wijzigen, als hij de goedkeuring voor die wijziging heeft gekregen.

De duur waarvoor de wijziging wordt goedgekeurd, is in elk geval beperkt tot hoogstens twaalf maanden en kan verlengd worden.

Het departement legt elke goedkeuring van een wijziging, alsook de motivering en de duur ervan, schriftelijk vast. § 7 - Uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de erkenning dient de aanbieder een nieuwe aanvraag bij het departement in. Die aanvraag bevat de stukken en gegevens vermeld in § 2, voor zover die verschillen van de stukken en gegevens in de oorspronkelijke aanvraag.

Art. 6 - Behoud van de erkenning Voor het behoud van de erkenning komen de aanbieders de verplichtingen vermeld in dit besluit na, alsook de in het decreet vermelde voorwaarden die aan de erkenning ten grondslag liggen.

Art. 7 - Schorsing van de erkenning § 1 - Indien de aanbieder de verplichtingen vervat in het decreet of in dit besluit niet nakomt, maant het departement hem aan om die verplichtingen binnen dertig dagen na te komen.

Op gemotiveerd verzoek kan de aanbieder, uiterlijk tien dagen voor het verstrijken van de in het eerste lid gestelde termijn, het departement vragen om de termijn eenmaal met hoogstens dertig dagen te verlengen. § 2 - Indien de aanbieder na de aanmaning vermeld in § 1 de verplichtingen nog altijd niet nakomt, wordt de in voorkomend geval voorlopige of definitieve erkenning, op basis van een advies van het departement, door de Minister geschorst.

Voor de schorsing deelt de Minister de betrokken aanbieder zijn voornemen aangetekend mee. Deze kan binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van dat voornemen, bij de Minister een verzoek indienen om te worden gehoord. Betrokkene wordt gehoord binnen dertig dagen na toezending van de aangetekende kennisgeving. De datum van de poststempel of - naargelang van het geval - van de elektronische tijdstempel geldt als indieningsdatum.

Binnen dertig dagen nadat betrokkene is gehoord, respectievelijk na het verstrijken van de in het tweede lid vermelde termijn, beslist de Minister of de erkenning wordt geschorst en voor hoelang.

Die beslissing wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van de aanbieder.

Tijdens de duur van de schorsing van de erkenning biedt de aanbieder geen nieuwe taalcursus meer aan. § 3 - Tijdens de schorsing van de erkenning worden geen subsidies meer uitbetaald aan de aanbieder voor die taalcursus.

Indien de aanbieder de verplichtingen nakomt, maakt de Minister een einde aan de schorsing en kan hij de tussentijds niet uitbetaalde subsidies terugwerkend uitbetalen.

Art. 8 - Intrekking van de erkenning § 1 - Indien de aanbieder na het verstrijken van de duur van de schorsing vermeld in artikel 7 de verplichtingen nog altijd niet nakomt, trekt de Minister de in voorkomend geval voorlopige of definitieve erkenning in op basis van een advies van het departement.

Voor de intrekking deelt de Minister de betrokken aanbieder zijn voornemen aangetekend mee. Deze kan binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van dat voornemen, bij de Minister een verzoek indienen om te worden gehoord. Betrokkene wordt gehoord binnen dertig dagen na toezending van de aangetekende kennisgeving. De datum van de poststempel of - naargelang van het geval - van de elektronische tijdstempel geldt als indieningsdatum.

Binnen dertig dagen nadat betrokkene is gehoord, respectievelijk na het verstrijken van de in het tweede lid vermelde termijn, beslist de Minister of de erkenning wordt ingetrokken.

Die beslissing wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van de aanbieder. § 2 - Met de intrekking van de erkenning wordt de eventuele ondersteuning van de Duitstalige Gemeenschap stopgezet. § 3 - Vanaf het tijdstip waarop de ondersteuning van de aanbieder overeenkomstig artikel 14 van het decreet van 17 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/11/2008 pub. 30/12/2008 numac 2008033110 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs sluiten ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs of de ondersteuning als instituut voor voortgezette schoolopleiding stopgezet werd, wordt de erkenning in het kader van dit besluit van rechtswege ingetrokken.

Art. 9 - Beëindiging van de taalcursus § 1 - De aanbieder deelt elke vrijwillige tijdelijke of definitieve stopzetting van een taalcursus die niet aan een intrekking van de erkenning overeenkomstig artikel 8 te wijten is, schriftelijk mee aan het departement. Een uitzondering daarop vormen vakantieperioden en feestdagen.

De aanbieder deelt zijn voornemen minstens drie maanden voor de geplande tijdelijke stopzetting en zes maanden voor de geplande definitieve stopzetting schriftelijk mee aan de Minister.

De definitieve stopzetting heeft tot gevolg dat de erkenning van rechtswege wordt ingetrokken en dat de eventuele subsidiëring door de Duitstalige Gemeenschap wordt beëindigd. § 2 - Indien een aanbieder aan een andere organiserende instantie wordt overgedragen, blijft de erkenning van de taalcursus gedurende zes maanden na de overdracht geldig, op voorwaarde dat de nieuwe organiserende instantie een erkenning aanvraagt overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.

Indien het departement binnen de termijn gesteld in het eerste lid geen aanvraag heeft ontvangen, komt dit neer op een definitieve stopzetting van de activiteit.

Art. 10 - Subsidiëring Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen en onder de voorwaarden bepaald in dit artikel kent de Regering subsidie voor personeels- en werkingskosten toe voor de erkende taalcursussen.

Indien de taalcursus door andere overheidsinstanties gesubsidieerd kan worden, moet die subsidie aangevraagd worden. Die subsidies worden afgetrokken van de totale kosten, voordat de met toepassing van dit besluit toegekende subsidie berekend wordt.

De subsidiëring en de taakbeschrijving worden vastgelegd in het kader van een overeenkomst tussen een aanbieder van een erkende taalcursus en de Regering.

Art. 11 - Niveautest De door het referentiecentrum uitgevoerde taalniveautest om betrokkene vervolgens voor de passende taalcursus in te schrijven, voldoet minstens aan de volgende criteria : 1° hij is gebaseerd op het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen;2° hij evalueert de volgende taalcompetenties : a) leesvaardigheid en schrijfvaardigheid;b) luistervaardigheid en spreekvaardigheid. De migrant krijgt een kopie van zijn uitslag van de niveautest.

HOOFDSTUK 4. - Erkenning en subsidiëring van de integratiecursus Art. 12 - Erkenningsvoorwaarden Om erkend te worden, moet de integratiecursus op zijn minst voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° de integratiecursus wordt georganiseerd door de aanbieders vermeld in artikel 1, 3°;2° de integratiecursus telt bij het begin van de cursus minstens 8 en hoogstens 18 deelnemers;3° de integratiecursus omvat minstens 60 uur die binnen hoogstens twaalf maanden moeten worden gegeven;4° de integratiecursus is rechtstreeks relevant voor het leven en praktijkgericht;5° de integratiecursus omvat de voor de deelnemers verplichte opmaak van een persoonlijk actieplan;6° de integratiecursus informeert over de fundamentele rechten en plichten die in de Belgische Grondwet zijn vastgelegd;7° de integratiecursus informeert over de Belgische staatsstructuur en over de Europese instellingen;8° de integratiecursus informeert over gezondheidszorg, huisvesting, onderwijs, werk en sociale zekerheid;9° de integratiecursus informeert over het dagelijks leven en het interculturele samenleven in de Duitstalige Gemeenschap;10° de integratiecursus is afgestemd op de behoeften en wordt op flexibele tijdstippen aangeboden;11° minstens twee keer per jaar kan een integratiecursus worden aangevangen;12° de integratiecursus wordt gegeven door cursusleiders in hoofdberoep of op honorariumbasis werkzame krachten die minstens drie jaar ervaring in volwassenonderwijs of in de interculturele sector hebben of die een voor die functie nuttige opleiding kunnen aantonen. Art. 13 - Erkenningsprocedure § 1 - Aanbieders die een erkenning willen krijgen voor een integratiecursus, dienen daartoe een aanvraag in bij het departement. § 2 - Bij de aanvraag worden minstens de volgende stukken en gegevens gevoegd : 1° de identiteit van de aanvrager;2° de statuten van de rechtspersoon;3° het concept voor de organisatie en het verloop van de integratiecursus dat minstens de volgende inlichtingen bevat : a) het aantal deelnemers per integratiecursus;b) waar en wanneer de integratiecursus plaatsvindt;c) het tijdstip waarop een integratiecursus kan worden aangevat;d) de kwalificatie van het onderwijzend personeel;e) de doelgroepgegevens;f) de mogelijke partnerorganisaties;g) de nadere regels voor de samenwerking met het referentiecentrum. Het departement legt het aanvraagformulier vast.

De aanvraag wordt per post of elektronisch ingediend. Het departement bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen dertig kalenderdagen. De datum van de poststempel of - naargelang van het geval - van de elektronische tijdstempel geldt als indieningsdatum. § 3 - Het departement onderzoekt of de ingediende aanvraag om erkenning volledig is en onderzoekt de bijgevoegde stukken. Indien de aanvraag volledig is, bezorgt het departement de aanvrager een bevestiging. Indien de aanvraag niet volledig is, vraagt het departement de ontbrekende gegevens of - naargelang van het geval - de ontbrekende stukken aan bij de aanvrager.

Binnen zestig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de volledige aanvraag, stelt het departement op basis van zijn bevindingen een advies op en zendt het over aan de Minister. Als na afloop van die termijn geen advies is gegeven of als de aanvraag onvolledig is, wordt het advies als negatief beschouwd.

Binnen zestig dagen na ontvangst van het advies van het departement of na het verstrijken van de termijn vermeld in het tweede lid beslist de Minister of de erkenning wordt toegekend. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de erkenning als geweigerd. § 4 - De erkenning wordt verleend voor een termijn van vier jaar. § 5 - Indien niet voldaan is aan één of meer voorwaarden die voor een erkenning noodzakelijk zijn, kan het departement in zijn advies vermeld in § 3, tweede lid, een voorwaardelijke voorlopige erkenning voorstellen.

Binnen zestig dagen na ontvangst van het advies van het departement of na het verstrijken van de termijn vermeld in § 3, tweede lid, beslist de Minister of een voorlopige erkenning wordt toegekend en bepaalt hij de voorwaarden en de duur van de voorlopige erkenning.

Het departement verstrekt uiterlijk zestig dagen voor het verstrijken van de voorlopige erkenning een advies over de vraag of aan de voorwaarden is voldaan en bezorgt dat advies aan de Minister.

Binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het advies van het departement, beslist de Minister of een definitieve erkenning wordt toegekend.

Indien de integratiecursus, na het verstrijken van de voorlopige erkenning ervan, niet definitief erkend wordt, wordt de eventuele ondersteuning van de Duitstalige Gemeenschap stopgezet. § 6 - Wijzigingen van de gegevens vermeld in § 2 moeten vooraf worden goedgekeurd.

Daartoe dient de aanbieder een individuele schriftelijke aanvraag bij het departement in. Het departement onderzoekt of een afwijking met betrekking tot de behoefte en de integratie gerechtvaardigd is en bezorgt de Minister een advies binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag. Indien binnen die termijn geen advies wordt verstrekt, wordt dit beschouwd als een negatief advies.

Binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het advies van het departement, beslist de Minister of de wijziging wordt goedgekeurd. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de goedkeuring als geweigerd.

De aanbieder kan de integratiecursus alleen wijzigen, als hij de goedkeuring voor die wijziging heeft gekregen.

De duur waarvoor de wijziging wordt goedgekeurd, is in elk geval beperkt tot hoogstens twaalf maanden en kan verlengd worden.

Het departement legt elke goedkeuring van een wijziging, alsook de motivering en de duur ervan, schriftelijk vast. § 7 - Uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de erkenning dient de aanbieder een nieuwe aanvraag bij het departement in. Die aanvraag bevat de stukken en gegevens vermeld in § 2, voor zover die verschillen van de stukken en gegevens in de oorspronkelijke aanvraag.

Art. 14 - Behoud van de erkenning Voor het behoud van de erkenning komen de aanbieders de verplichtingen vermeld in dit besluit na, alsook de in het decreet vermelde voorwaarden die aan de erkenning ten grondslag liggen.

Art. 15 - Schorsing van de erkenning § 1 - Indien de aanbieder de verplichtingen vervat in het decreet of in dit besluit niet nakomt, maant het departement hem aan om die verplichtingen binnen dertig dagen na te komen.

Op gemotiveerd verzoek kan de aanbieder, uiterlijk tien dagen voor het verstrijken van de in het eerste lid gestelde termijn, het departement vragen om de termijn eenmaal met hoogstens dertig dagen te verlengen. § 2 - Indien de aanbieder na de aanmaning vermeld in § 1 de verplichtingen nog altijd niet nakomt, wordt de in voorkomend geval voorlopige of definitieve erkenning, op basis van een advies van het departement, door de Minister geschorst.

Voor de schorsing deelt de Minister de betrokken aanbieder zijn voornemen aangetekend mee. Deze kan binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van dat voornemen, bij de Minister een verzoek indienen om te worden gehoord. Betrokkene wordt gehoord binnen dertig dagen na toezending van de aangetekende kennisgeving. De datum van de poststempel of - naargelang van het geval - van de elektronische tijdstempel geldt als indieningsdatum.

Binnen dertig dagen nadat betrokkene is gehoord, respectievelijk na het verstrijken van de in het tweede lid vermelde termijn, beslist de Minister of de erkenning wordt geschorst en voor hoelang.

Die beslissing wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van de aanbieder.

Tijdens de duur van de schorsing van de erkenning biedt de aanbieder geen nieuwe integratiecursus meer aan. § 3 - Tijdens de schorsing van de erkenning worden geen subsidies meer uitbetaald aan de aanbieder voor die integratiecursus.

Indien de aanbieder de verplichtingen nakomt, maakt de Minister een einde aan de schorsing en kan hij de tussentijds niet uitbetaalde subsidies terugwerkend uitbetalen.

Art. 16 - Intrekking van de erkenning § 1 - Indien de aanbieder na het verstrijken van de duur van de schorsing vermeld in artikel 15 de verplichtingen nog altijd niet nakomt, trekt de Minister de in voorkomend geval voorlopige of definitieve erkenning in op basis van een advies van het departement.

Voor de intrekking deelt de Minister de betrokken aanbieder zijn voornemen aangetekend mee. Deze kan binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van dat voornemen, bij de Minister een verzoek indienen om te worden gehoord. Betrokkene wordt gehoord binnen dertig dagen na toezending van de aangetekende kennisgeving. De datum van de poststempel of - naargelang van het geval - van de elektronische tijdstempel geldt als indieningsdatum.

Binnen dertig dagen nadat betrokkene is gehoord, respectievelijk na het verstrijken van de in het tweede lid vermelde termijn, beslist de Minister of de erkenning wordt ingetrokken.

Die beslissing wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van de aanbieder. § 2 - Met de intrekking van de erkenning wordt de eventuele ondersteuning van de Duitstalige Gemeenschap stopgezet. § 3 - Vanaf het tijdstip waarop de ondersteuning van de aanbieder overeenkomstig artikel 14 van het decreet van 17 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/11/2008 pub. 30/12/2008 numac 2008033110 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs sluiten ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs of de ondersteuning als instituut voor voortgezette schoolopleiding stopgezet werd, wordt de erkenning in het kader van dit besluit van rechtswege ingetrokken.

Art. 17 - Beëindiging van de integratiecursus § 1 - De aanbieder deelt elke vrijwillige tijdelijke of definitieve stopzetting van zijn integratiecursus die niet aan een intrekking van de erkenning overeenkomstig artikel 16 te wijten is, schriftelijk mee aan het departement. Een uitzondering daarop vormen vakantieperioden en feestdagen.

De aanbieder deelt zijn voornemen minstens drie maanden voor de geplande tijdelijke stopzetting en zes maanden voor de geplande definitieve stopzetting schriftelijk mee aan de Minister.

De definitieve stopzetting van de integratiecursus heeft tot gevolg dat de erkenning van rechtswege wordt ingetrokken en dat de eventuele subsidiëring door de Duitstalige Gemeenschap wordt beëindigd. § 2 - Indien een aanbieder aan een andere organiserende instantie wordt overgedragen, blijft de erkenning van de integratiecursus gedurende zes maanden na de overdracht geldig, op voorwaarde dat de nieuwe organiserende instantie een erkenning aanvraagt overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.

Indien het departement binnen de termijn gesteld in het eerste lid geen aanvraag heeft ontvangen, komt dit neer op een definitieve stopzetting van de activiteit.

Art. 18 - Subsidiëring Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen en onder de voorwaarden bepaald in dit artikel kent de Regering subsidie voor personeels- en werkingskosten toe voor de erkende integratiecursussen.

Indien de integratiecursus door andere overheidsinstanties gesubsidieerd kan worden, moet die subsidie aangevraagd worden. Die subsidies worden afgetrokken van de totale kosten, voordat de met toepassing van dit besluit toegekende subsidie berekend wordt.

De subsidiëring en de taakbeschrijving worden vastgelegd in het kader van een overeenkomst tussen een aanbieder van een erkende integratiecursus en de Regering.

Art. 19 - Taal van de integratiecursus § 1 - De integratiecursus kan in een andere taal gegeven worden als ten minste aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° de integratiecursus telt minstens acht deelnemers die dezelfde taal op hetzelfde niveau beheersen;2° de integratiecursus vindt plaats op een makkelijk bereikbare plaats en op flexibele tijdstippen voor de deelnemers;3° de erkende aanbieder beschikt over een cursusleider of een op honorariumbasis werkzame kracht die deze taal beheerst. § 2 - Indien de migrant al een taalcursus van niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen in een andere landstaal heeft voltooid of niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen in een andere landstaal heeft, kan hij de integratiecursus in voorkomend geval in een andere deelentiteit volgen in het kader van het daar geldende integratietraject.

HOOFDSTUK 5. - Erkenning van een referentiecentrum voor integratie en migratie Art. 20 - Erkenningsprocedure § 1 - Instellingen die een erkenning willen krijgen, dienen daartoe een aanvraag in bij het departement. § 2 - Bij de aanvraag worden minstens de volgende stukken en gegevens gevoegd : 1° de identiteit van de aanvrager;2° de statuten van de rechtspersoon;3° de aangeboden dienstverrichtingen op het gebied van integratie;4° de kwalificatie van het personeel;5° de nadere regels voor de samenwerking met de aanbieders en met de gemeenten. Het departement legt het aanvraagformulier vast.

De aanvraag wordt per post of elektronisch ingediend. Het departement bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen dertig kalenderdagen. De datum van de poststempel of - naargelang van het geval - van de elektronische tijdstempel geldt als indieningsdatum. § 3 - Het departement onderzoekt of de ingediende aanvraag om erkenning volledig is en onderzoekt de bijgevoegde stukken. Indien de aanvraag volledig is, bezorgt het departement de aanvrager een bevestiging. Indien de aanvraag niet volledig is, vraagt het departement de ontbrekende gegevens of - naargelang van het geval - de ontbrekende stukken aan bij de aanvrager.

Binnen zestig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de volledige aanvraag, stelt het departement op basis van zijn bevindingen een advies op en zendt het over aan de Minister. Als na afloop van die termijn geen advies is gegeven of als de aanvraag onvolledig is, wordt het advies als negatief beschouwd.

Binnen zestig dagen na ontvangst van het advies van het departement of na het verstrijken van de termijn vermeld in het tweede lid beslist de Minister of de erkenning wordt toegekend. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de erkenning als geweigerd. § 4 - Overeenkomstig artikel 13, § 2, tweede lid, van het decreet wordt de erkenning toegekend voor een periode van zes jaar. § 5 - Tijdens de duur van de erkenning deelt het referentiecentrum elke wijziging van de gegevens vermeld in § 2 binnen dertig dagen schriftelijk mee aan het departement.

Tijdens de duur van de erkenning kan het departement het referentiecentrum te allen tijde om een actuele stand van de gegevens vermeld in § 2 verzoeken.

Wijzigingen van de gegevens vermeld in § 2, eerste lid, 3° en 4°, moeten vooraf worden goedgekeurd.

Daartoe dient het referentiecentrum een individuele schriftelijke aanvraag bij het departement in. Het departement onderzoekt of een afwijking gerechtvaardigd is en bezorgt de Minister een advies binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag. Indien binnen die termijn geen advies wordt verstrekt, wordt dit beschouwd als een negatief advies.

De Minister beslist binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het advies van het departement, of de wijziging wordt goedgekeurd.

Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de goedkeuring als geweigerd.

Het referentiecentrum kan de wijziging pas na ontvangst van een toezegging uitvoeren.

De duur waarvoor de wijziging wordt goedgekeurd, is in elk geval beperkt tot hoogstens twaalf maanden en kan verlengd worden.

Het departement legt elke goedkeuring van een wijziging, alsook de motivering en de duur ervan, schriftelijk vast. § 6 - Uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de erkenning dient het referentiecentrum een nieuwe aanvraag bij het departement in. Die aanvraag bevat de stukken en gegevens vermeld in § 2, voor zover die verschillen van de stukken en gegevens in de oorspronkelijke aanvraag.

Art. 21 - Behoud van de erkenning Voor het behoud van de erkenning komt het referentiecentrum de verplichtingen vermeld in dit besluit na, alsook de in het decreet vermelde voorwaarden die aan de erkenning ten grondslag liggen.

Art. 22 - Schorsing van de erkenning § 1 - Indien het referentiecentrum de verplichtingen vervat in het decreet of in dit besluit niet nakomt, maant het departement het referentiecentrum aan om die verplichtingen binnen dertig dagen na te komen.

Op gemotiveerd verzoek kan het referentiecentrum, uiterlijk tien dagen voor het verstrijken van de in het eerste lid gestelde termijn, het departement vragen om de termijn eenmaal met hoogstens dertig dagen te verlengen. § 2 - Indien het referentiecentrum na de aanmaning vermeld in § 1 de verplichtingen nog altijd niet nakomt, wordt de in voorkomend geval voorlopige of definitieve erkenning, op basis van een advies van het departement, door de Minister geschorst.

Vóór de schorsing deelt de Minister zijn voornemen aangetekend mee aan het referentiecentrum. Het referentiecentrum kan binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van dat voornemen, bij de Minister een verzoek indienen om te worden gehoord. Betrokkene wordt gehoord binnen dertig dagen na toezending van de aangetekende kennisgeving. De datum van de poststempel of - naargelang van het geval - van de elektronische tijdstempel geldt als indieningsdatum.

Binnen dertig dagen nadat betrokkene is gehoord, respectievelijk na het verstrijken van de in het tweede lid vermelde termijn, beslist de Minister of de erkenning wordt geschorst en voor hoelang.

Die beslissing wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van het referentiecentrum.

Tijdens de duur van de schorsing van de erkenning neemt het referentiecentrum geen nieuwe aanvragen meer aan van de migranten of van de natuurlijke personen en rechtspersonen die in het Duitse taalgebied met migranten werken. § 3 - Tijdens de schorsing van de erkenning worden geen subsidies meer uitbetaald aan het referentiecentrum.

Indien het referentiecentrum de verplichtingen nakomt, maakt de Minister een einde aan de schorsing en kan hij de tussentijds niet uitbetaalde subsidies terugwerkend uitbetalen.

Art. 23 - Intrekking van de erkenning § 1 - Indien het referentiecentrum na het verstrijken van de duur van de schorsing vermeld in artikel 22 de verplichtingen nog altijd niet nakomt, trekt de Minister de in voorkomend geval voorlopige of definitieve erkenning in op basis van een advies van het departement.

Vóór de intrekking deelt de Minister zijn voornemen aangetekend mee aan het referentiecentrum. Het referentiecentrum kan binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van dat voornemen, bij de Minister een verzoek indienen om te worden gehoord. Betrokkene wordt gehoord binnen dertig dagen na toezending van de aangetekende kennisgeving. De datum van de poststempel of - naargelang van het geval - van de elektronische tijdstempel geldt als indieningsdatum.

Binnen dertig dagen nadat betrokkene is gehoord, respectievelijk na het verstrijken van de in het tweede lid vermelde termijn, beslist de Minister of de erkenning wordt ingetrokken.

Die beslissing wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van het referentiecentrum. § 2 - Met de intrekking van de erkenning wordt de eventuele ondersteuning van de Duitstalige Gemeenschap stopgezet.

Art. 24 - Beëindiging van de erkenning § 1 - Het referentiecentrum deelt elke vrijwillige tijdelijke of definitieve stopzetting van zijn activiteit die niet aan een intrekking van de erkenning overeenkomstig artikel 23 te wijten is, schriftelijk mee aan het departement. Een uitzondering daarop vormen vakantieperioden en feestdagen.

Het referentiecentrum deelt zijn voornemen minstens drie maanden voor de geplande tijdelijke stopzetting en zes maanden voor de geplande definitieve stopzetting schriftelijk mee aan de Minister.

De definitieve stopzetting van de activiteit van het referentiecentrum heeft tot gevolg dat de erkenning van rechtswege wordt ingetrokken en dat de eventuele subsidiëring door de Duitstalige Gemeenschap wordt beëindigd. § 2 - Indien het referentiecentrum aan een andere organiserende instantie wordt overgedragen, blijft de erkenning gedurende zes maanden na de overdracht geldig, op voorwaarde dat de nieuwe organiserende instantie een erkenning aanvraagt overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.

Indien het departement binnen de termijn gesteld in het eerste lid geen aanvraag heeft ontvangen, komt dit neer op een definitieve stopzetting van de activiteit.

Art. 25 - Kwalificatie van het personeel § 1 - Voor 'sociale begeleiding en sociaal advies' beschikt het referentiecentrum over minstens één voltijds equivalent, verdeeld over één of meer geschoolde krachten. Deze hebben een bachelor in een sociale richting of een daarmee gelijkgesteld diploma.

De Minister kan houders van andere kwalificaties toelaten als zij een voor de beoogde functie buitengewoon nuttige beroepservaring of bijzondere opleiding kunnen bewijzen of als er een bewezen gebrek aan personeel is voor de vereiste kwalificatie. De Minister beslist na een advies van het departement binnen zestig dagen na ontvangst van de volledige schriftelijke aanvraag. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de aanvraag als geweigerd. § 2 - Voor 'administratie' beschikt het referentiecentrum over minstens één halftijds equivalent, verdeeld over één of meer geschoolde krachten. Deze hebben een diploma van het hoger algemeen secundair onderwijs.

De Minister kan houders van andere kwalificaties toelaten als zij een voor de beoogde functie buitengewoon nuttige beroepservaring of bijzondere opleiding kunnen bewijzen of als er een bewezen gebrek aan personeel is voor de vereiste kwalificatie. De Minister beslist na een advies van het departement binnen zestig dagen na ontvangst van de volledige schriftelijke aanvraag. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de aanvraag als geweigerd. § 3 - De bepalingen vermeld in de § § 1 en 2 gelden niet voor het personeel dat al vóór de inwerkingtreding van dit besluit in de instelling werkte die als referentiecentrum werd erkend.

HOOFDSTUK 6. - Ondersteuning van integratiemaatregelen Art. 26 - Gemeentelijke integratieambtenaren De gemeentelijke integratieambtenaren hebben in het bijzonder de volgende taken : 1° vrijwilligers die op het gebied van integratie actief zijn, ondersteunen en in een netwerk laten werken;2° de coördinatie van verschillende integratieprojecten op lokaal niveau;3° de behoeften rond het thema 'integratie' op lokaal niveau bepalen;4° lokale integratieconcepten uitwerken;5° deelnemen aan gremia die actief zijn op gebied van integratie. HOOFDSTUK 7. - Bescherming van persoonsgegevens Art. 27 - Verwerking van persoonsgegevens § 1 - Voor de uitvoering van zijn wettelijke of decretale opdrachten : 1° kan het referentiecentrum in het kader van artikel 14, eerste lid, 1° tot 6°, van het decreet volgende gegevens verwerken: a) naam, voornaam, geslacht, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, woonplaats, telefoonnummer en e-mailadres;b) einddiploma, opleiding, diploma's;c) burgerlijke staat, gezinssamenstelling, gezinssituatie;d) verblijfsstatus, woonsituatie, beschikbare vervoermiddelen, sociale omgeving, verloop en deelneming aan het integratietraject, financiële middelen;e) interesses, hobby's, verenigingsleven;f) beroepsmatige en sociale ervaringen en competenties, talenkennis;g) raciale of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen;h) administratieve straffen overeenkomstig artikel 34 van het decreet;2° kunnen de instellingen die belast zijn met de socio-professionele oriëntering, de volgende gegevens verwerken: a) naam, voornaam, geslacht, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, woonplaats, telefoonnummer en e-mailadres;b) einddiploma, opleiding, diploma's;c) burgerlijke staat, gezinssamenstelling, gezinssituatie;d) verblijfsstatus, woonsituatie, beschikbare vervoermiddelen, sociale omgeving, verloop en deelneming aan het integratietraject, financiële middelen;e) interesses, hobby's, verenigingsleven;f) beroepsmatige en sociale ervaringen en competenties, talenkennis;3° kunnen de inspecteurs en externe deskundigen die op grond van artikel 32 van het decreet zijn aangewezen, de volgende gegevens over de migranten verwerken: naam, voornaam, geslacht, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, woonplaats, datum van aankomst in België en aanmelding bij de gemeente, telefoonnummer, e-mailadres, administratieve straffen en verloop en deelneming aan het integratietraject. § 2 - Met behoud van de toepassing van andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen die eventueel in een langere bewaringstermijn voorzien, worden de gegevens vermeld in § 1 gedurende tien jaar, te rekenen vanaf de datum waarop ze zijn verzameld, verwerkt en bewaard.

Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijn vernietigd. § 3 - De verantwoordelijke voor de verwerking van de gegevens vermeld in dit besluit en vermeld in artikel 29 van het decreet waarborgt de inachtneming van de voorschriften vervat in artikel 32 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. § 4 - De toegang tot de gegevens bepaald in artikel 29 van het decreet ter uitvoering van artikel 26 van hetzelfde decreet is beperkt tot de informatie die nodig is voor de uitvoering van de taken en voor de vereisten van de diensten vermeld in artikel 3, 10°, van hetzelfde decreet. De gegevens worden alleen uitgewisseld en verwerkt met betrekking tot de deelneming aan het integratietraject.

HOOFDSTUK 8. - Controlebepalingen Art. 28 - Afbreken van het integratietraject Het integratietraject mag worden afgebroken om één van de volgende redenen : 1° de migrant krijgt het bevel om het grondgebied te verlaten;2° de migrant heeft zijn woonplaats of gewone verblijfplaats niet meer in het Duitse taalgebied;3° de migrant heeft een chronische ziekte of beperking die met een medisch attest gestaafd wordt en die hem niet langer in staat stelt aan het integratietraject deel te nemen;4° de migrant valt tijdens zijn integratietraject onder één van de categorieën vermeld in artikel 6, § 2, tweede lid, van het decreet. HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen Art. 29 - Wijzigingsbepaling In de bijlage van het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 28 oktober 2016, wordt de bepaling onder 2 aangevuld met een streepje, luidende : "- Adviescommissie voor integratie en samenleven in diversiteit" Art. 30 - Gelijkstelling van andere integratiecursussen De integratiecursus die vóór inwerkingtreding van dit besluit bij het Belgische Rode Kruis of bij een aanbieder werd voltooid, wordt gelijkgesteld met de integratiecursus vermeld in dit besluit.

Art. 31 - Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op 1 december 2018.

Art. 32 - Uitvoeringsbepaling De minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 4 oktober 2018.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS

^