Etaamb.openjustice.be
Huishoudelijk Règlement van 08 mei 2008
gepubliceerd op 17 juli 2008

Besluit van de Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor het gesubsidieerd vrij confessioneel onderwijs

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2008033061
pub.
17/07/2008
prom.
08/05/2008
ELI
eli/besluit/2008/05/08/2008033061/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 MEI 2008. - Besluit van de Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor het gesubsidieerd vrij confessioneel onderwijs


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum, inzonderheid op artikel 90, § 3;

Gelet op het besluit van de Regering van 12 mei 1999 houdende oprichting van de raad van beroep voor het gesubsidieerd vrij confessioneel onderwijs;

Gelet op het besluit van de Regering van 10 november 1999 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor het gesubsidieerd vrij confessioneel onderwijs;

Overwegende dat de raad van beroep voor het gesubsidieerd vrij confessioneel onderwijs op 26 oktober 1999 zijn huishoudelijk reglement heeft goedgekeurd, welk op 29 april 2008 werd gewijzigd;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit : Goedkeuring

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegd huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor het gesubsidieerd vrij confessioneel onderwijs van 29 april 2008 wordt goedgekeurd.

Opheffing

Art. 2.Het besluit van de Regering van 10 november 1999 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor het gesubsidieerd vrij confessioneel onderwijs wordt opgeheven.

Inwerkingtreding

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking op 29 april 2008.

Uitvoering

Art. 4.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 8 mei 2008.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH

Bijlage bij het bEsluit van de Regering 3554/EX/VI/B/III van 8 mei 2008 HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE RAAD VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ CONFESSIONEEL ONDERWIJS Zetel van de raad van beroep

Artikel 1.De zetel van de raad van beroep, hierna raad genoemd, is gevestigd bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, Gospertstrasse 1, 4700 Eupen.

Samenstelling van het dossier

Art. 2.Zodra een beroep bij de raad aanhangig wordt gemaakt, stelt de secretaris of de adjunct-secretaris het dossier samen. Het dossier bevat alle gedetailleerde stukken en de inventaris ervan.

Verwittiging van de partijen en van de voorzitter

Art. 3.Binnen de drie werkdagen bevestigt de secretaris of de adjunct-secretaris aan de partijen, per aangetekende brief met ontvangstbewijs en bij gewone brief, de ontvangst van het beroep en deelt hen, namens de voorzitter, de lijst met de leden en plaatsvervangende leden van de raad mede. De secretaris kan de partijen erom verzoeken bijkomende stukken te overhandigen.

Behoudens overmacht, waarvan de ontvankelijkheid door de raad van beroep vrij beoordeeld wordt, wordt de in het eerste lid bedoelde ledenlijst vanaf de derde werkdag na de zenddatum geacht regelmatig betekend te zijn.

De secretaris of de adjunct-secretaris overhandigt onmiddellijk het dossier aan de voorzitter en deelt hem mee op welke datum de raad uiterlijk moet worden bijeengeroepen.

Opstellen van een synthese

Art. 4.Het secretariaat stelt een synthese van het dossier op.

Oproeping van de leden en partijen alsmede verwittiging van de plaatsvervangende leden

Art. 5.De datum waarop de raad van beroep zitting zal hebben, wordt door de voorzitter vastgelegd. Hij kiest een datum buiten de wettelijke schoolvakantie; een afwijking is slechts toegelaten als de door decreet voorgeschreven termijnen geen andere mogelijkheid bieden.

Zodra een beroep bij de raad aanhangig wordt gemaakt en de voorzitter de datum waarop de raad zitting zal hebben vastgelegd heeft, roept de secretaris de leden bij gewone brief of bij e-mail met ontvangstbewijs en de partijen bij gewone brief op. De synthese en de inventaris van de stukken worden tegelijk aan de leden betekend.

Tegelijk verwittigt de secretaris de plaatsvervangende leden, bij gewone brief of bij e-mail met ontvangstbewijs, van de datum waarop de raad zitting zal hebben.

De leden en de partijen worden ten minste 7 dagen vóór de vastgelegde datum tot de zitting uitgenodigd.

Aanwezigheid van de leden

Art. 6.Behalve bij wettige verhindering wonen de leden de zitting bij. Bij wettige verhindering verwittigen ze zo snel mogelijk de secretaris of de adjunct-secretaris en zenden de oproeping alsmede de synthese en de inventaris van de stukken aan hun plaatsvervangend lid toe.

Als de partijen tijdig van hun recht gebruik maken, om een lid of een plaatsvervangend lid te wraken, worden het lid en/of het plaatsvervangend lid er door de secretaris onmiddellijk van verwittigd.

Wordt een lid gewraakt, verwittigt het zijn plaatsvervanger en betekent hem de oproepingsbrief alsmede de synthese en de inventaris van de stukken.

Inzage van het dossier

Art. 7.Vanaf de vijfde dag vóór de zitting mogen de partijen en de leden het dossier inzien bij het secretariaat van de raad.

Verloop van de zitting

Art. 8.De voorzitter opent, leidt en sluit de zitting. Hij is bevoegd om de zitting op verzoek van een lid of van een partij te schorsen.

De zitting geschiedt met gesloten deuren.

Einde van de zitting

Art. 9.Meent de voorzitter dat de raad voldoende informatie heeft gekregen, dan verleent hij voor de laatste keer het woord aan de eisende partij en nodigt de partijen uit zich te verwijderen.

Verslag over de zitting

Art. 10.De secretaris of de adjunct-secretaris stelt een verslag over de zitting op dat door de voorzitter medeondertekend wordt. Het verslag over de zitting bevat de aanwezigheidslijst, het verloop van de zitting en vermeldt alle incidenten. Dit verslag wordt binnen de kortst mogelijke termijn aan de leden toegezonden.

Verdere zitting

Art. 11.Als de kamer van beroep gebruik maakt van de mogelijkheid om andere onderzoeken te bevelen of getuigen aan te horen, kan ze besluiten een verdere zitting te houden.

Met inachtneming van een termijn van 7 dagen wordt de uitnodiging tot deze verdere zitting door aangetekende brief resp. door gewone post aan de partijen resp. de getuigen toegezonden.

De leden van de kamer van beroep die bij de laatste zitting afwezig waren, worden door gewone post of per e-mail met ontvangstbewijs tot deze zitting opgeroepen. De zittingsdatum wordt op dezelfde wijze aan de plaatsvervangende leden medegedeeld.

Advies

Art. 12.Het advies wordt onmiddellijk na de stemming geredigeerd. Het bevat de uitslag van de stemming en de motivering.

Het advies wordt ondertekend door de voorzitter, de leden die gestemd hebben, de secretaris of de adjunct-secretaris.

Geheimhouding

Art. 13.De voorzitter, de leden van de raad en de secretaris of adjunct-secretaris zijn tot geheimhouding verplicht wat de verhoren en beraadslagingen betreft.

Bewaring van het dossier

Art. 14.Het dossier en het advies worden bij het secretariaat bewaard. De leden kunnen te allen tijde inzage krijgen van alle door de raad uitgebrachte adviezen.

Eupen, 29 april 2008.

Oswald Weber, Voorzitter Rebecca Sauer, Adjunct-secretaresse Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering 3554/EX/VI/B/III van 8 mei 2008 Eupen, 8 mei 2008.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH

^