Etaamb.openjustice.be
Document van 09 april 2009
gepubliceerd op 08 juni 2009

Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de executieve betreffende de examens en de evaluatie in de basisopleiding van de middenstand van 19 december 1988

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2009202187
pub.
08/06/2009
prom.
09/04/2009
ELI
eli/besluit/2009/04/09/2009202187/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 APRIL 2009. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de executieve betreffende de examens en de evaluatie in de basisopleiding van de middenstand van 19 december 1988


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en in de kleine en middelgrote ondernemingen, in het bijzonder op artikel 7, § 7, nr. 6;

Gelet op het besluit van de Executieve van 19 december 1988 betreffende de examens en de evaluatie in de basisopleiding van de middenstand;

Gelet op het advies dat het Instituut voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en in de kleine en middelgrote ondernemingen op 26 november 2008 heeft geformuleerd;

Gelet op de goedkeuring door de Minister van Begroting, d.d. 11 december 2008;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, d.d. 2 maart 2009;

Gelet op het advies 45.982/2 van de Raad van State, dat op 2 maart 2009 geformuleerd werd overeenkomstig artikel 84, § 1, nr. 1, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten over de Raad van State;

Op voordracht van de Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 10 van het besluit van de Executieve van 19 december 1988 betreffende de examens en de evaluatie in de basisopleiding van de middenstand, gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 4 november 2004, worden volgende wijzigingen doorgevoerd : 1. § 1 wordt door volgende bepaling vervangen : « Art.10. § 1. Om voor de evaluatie te slagen, moet de kandidaat : 1. in de vakken voor algemene kennis en in de vakken voor theoretische vakkennis of in de vakken voor geïntegreerde kennis telkens de helft van het totaal aantal punten behalen;2. in de vakken Duits en wiskunde tenminste de helft van het totaal aantal punten behalen;3. in elk van de door het Instituut bepaalde prestatievakken die theoretische vakkennis verstrekken, tenminste de helft van het totaal aantal punten behalen;4. in de vakken voor algemene kennis en in de vakken voor theoretische vakkennis of in de vakken voor geïntegreerde kennis tenminste de helft van het totaal aantal punten behalen zonder dat rekening wordt gehouden met de twee prestatievakken die theoretische vakkennis verstrekken en die door zijn het Instituut zijn vastgelegd;5. bij het praktische examen C in totaal 60 % van het totaal aantal punten behalen en bij elk van de professionele activiteiten 50 % van de punten behalen, voor zover deze van verschillende aard zijn, op basis van de lijst met beroepen die vermeld is in de instructie.» 2. § 2 wordt door volgende tekst vervangen : « Art.10. § 2. De organisator van cursussen deelt het resultaat van het praktische examen C uiterlijk veertien dagen na dit examen en het resultaat van de globale evaluatie uiterlijk op 7 juli van het lopende jaar mee aan het Instituut. Dit laatste deelt de resultaten mee aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaten, de leerlingensecretaris en de bedrijfsleider. » 3. § 3 wordt door volgende tekst vervangen : « Art.10. § 3. De kandidaten die niet geslaagd zijn voor de in § 1, punten 2, 3 en 4 genoemde beoordelingen, maar die voor de algemene vakken en voor de theoretische vakkennis of voor de geïntegreerde cursussen telkens ten minste de helft van het totaal aantal punten hebben behaald, kunnen zich voor de vakken waarvoor ze niet de helft van het totaal aantal punten hebben gehaald inschrijven voor de herexamens van het type A, B of I. De examencommissie bepaalt de inhouden van de herexamens. »

Art. 2.In artikel 23 van datzelfde besluit, vervangen door het besluit van 4 november 2004 en gewijzigd door het besluit van 7 februari 2008, worden volgende wijzigingen doorgevoerd : 1. § 3 wordt door volgende tekst vervangen : « Art.23. § 3. Om voor de beoordeling te slagen, moet de kandidaat : 1. in de vakken voor algemene kennis en in de vakken voor theoretische vakkennis of in de vakken voor geïntegreerde kennis telkens tenminste de helft van het totaal aantal punten behalen;2. in de vakken Duits en wiskunde telkens tenminste de helft van het totaal aantal punten behalen;3. in elk van de door het Instituut bepaalde prestatievakken die theoretische vakkennis verstrekken, tenminste de helft van het totaal aantal punten behalen;4. in de vakken voor algemene kennis en in de vakken voor theoretische vakkennis of in de vakken voor geïntegreerde kennis tenminste de helft van het totaal aantal punten behalen zonder dat rekening wordt gehouden met de twee prestatievakken die theoretische vakkennis verstrekken en die door zijn het Instituut zijn vastgelegd;» 2. § 5 van datzelfde artikel wordt door volgende tekst vervangen : « Art.23. § 5. De kandidaten die niet geslaagd zijn voor de in § 3, punten 2, 3 en 4 genoemde beoordelingen, maar die voor de algemene vakken en voor de theoretische vakkennis of voor de geïntegreerde cursussen telkens ten minste de helft van het totaal aantal punten hebben behaald, kunnen zich voor de vakken waarvoor ze niet de helft van het totaal aantal punten hebben gehaald inschrijven voor de herexamens van het type A, B of I. De klassenraad bepaalt de inhouden van de herexamens. » 3. § 6 van datzelfde artikel wordt door volgende tekst vervangen : « Art.23. § 6. Het herexamen vindt uiterlijk op 30 augustus plaats.

Tussen het eerste en het tweede examen moet minstens veertien dagen tijd liggen. »

Art. 3.Voorliggend besluit treedt op 1 mei 2009 in werking.

Art. 4.De voor Vorming bevoegde Minister wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 9 april 2009.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-president, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES

^