Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 november 2000
gepubliceerd op 24 januari 2001

Besluit van de Regering houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 januari 1970 houdende toekenning van een bijwedde aan sommige leden van het onderwijzend personeel die houder zijn van bijzondere diploma's

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2000033111
pub.
24/01/2001
prom.
09/11/2000
ELI
eli/besluit/2000/11/09/2000033111/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 NOVEMBER 2000. - Besluit van de Regering houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 januari 1970 houdende toekenning van een bijwedde aan sommige leden van het onderwijzend personeel die houder zijn van bijzondere diploma's


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut der personeelsleden van het Rijksonderwijs, inzonderheid op artikel 1, 8°;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling voor het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 6 januari 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 januari 1970 houdende toekenning van een bijwedde aan sommige leden van het onderwijzend personeel die houder zijn van bijzondere diploma's, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 januari 1974;

Gelet op het gunstig advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 14 september 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 4 juli 2000;

Gelet op het protocol nr. S 12/2000 van 20 september 2000 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het Sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat : - bepaalde pensioendossiers in hun definitieve vorm aan het Rekenhof slechts kunnen worden voorgelegd nadat de vanaf 1 januari geldige bedragen van de bijwedden bindend zijn vastgelegd voor bijzondere diploma's, teneinde de pensioendossiers zonder verwijl en met kennis van zaken te kunnen regelen; - een einde moet worden gemaakt aan de ongelijke behandeling tussen de directeurs van een aangesloten basisschool en de directeurs van een autonome basisschool;

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De inleidende zin en punt a) van artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 januari 1970 houdende toekenning van een bijwedde aan sommige leden van het onderwijzend personeel die houder zijn van bijzondere diploma's, worden door de volgende bepaling vervangen : « In dit koninklijk besluit gelden de hoedanigheden voor beide geslachten.

Aan de regenten, directeurs van een aangesloten basisschool, directeurs van een autonome basisschool en aan de onderwijzers die in dienst zijn bij de secundaire scholen georganiseerd door de Duitstalige Gemeenschap, de oefenscholen voor basisonderwijs aangesloten aan de door de Gemeenschap georganiseerde instituten voor pedagogisch hoger onderwijs of bij de basisscholen georganiseerd door de Duitstalige Gemeenschap, en die houder zijn van één der hierna vermelde diploma's, wordt een als volgt vastgelegde bijwedde verleend : a) diploma van licentiaat in de opvoedkundige wetenschappen of diploma van licentiaat in de psychologie of in de opvoedingswetenschappen of diploma van licentiaat in de psychopedagogie, uitgereikt door een Belgische universiteit : 5.760 F;

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 12.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 9 november 2000.

De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme B. GENTGES

^