Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Duitstalige Gemeenschap van 11 februari 1998
gepubliceerd op 04 maart 1998

Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende vastlegging van de reiskosten- en verblijfsvergoedingen alsmede regeling van de zondagsarbeid bij het Belgisch radio- en televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
1998033023
pub.
04/03/1998
prom.
11/02/1998
ELI
eli/besluit/1998/02/11/1998033023/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 FEBRUARI 1998. Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende vastlegging van de reiskosten- en verblijfsvergoedingen alsmede regeling van de zondagsarbeid bij het Belgisch radio- en televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige organismen van openbaar nut, in het bijzonder artikel 11, § 1;

Gelet op de wet van 18 februari 1977 houdende vastlegging van sommige bepalingen over de openbare dienst van radio en televisie, in het bijzonder artikel 7, § 5;

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993, 16 juli 1993 en 30 december 1993;

Gelet op het decreet van 27 juni 1986 betreffende het Belgisch radio- en televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de decreten van 19 februari 1990 en 16 october 1996;

Gelet op het protocol S 12/97 van het Sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap van 18 december 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 24 december 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 december 1997;

Gelet op de beraadslaging van de Regering d.d. 24 december 1997 betreffende het verzoek tot advies door de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State d.d. 13 januari 1998 gegeven bij toepassing van artikel 84, eerste lid 1° van de gecoordineerde wetten betreffende de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister voor Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, Besluit :

Artikel 1.De door de Raad van bestuur aangewezen personeelsleden van het Belgisch radio- en televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap zijn bevoegd voor dienstritten hun privé-voertuig te gebruiken.

Hiervoor gelden dezelfde bepalingen als voor de ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.

Voor de toepassing van de desbetreffende bepalingen legt de Raad van bestuur de equivalentie van de graden vast.

De vergunning tot gebruik van het privé-voertuig wordt door besluit van de Raad van bestuur geregeld.

Art. 2.Voor de personeelsleden van het Belgisch radio- en televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap gelden dezelfde bepalingen inzake toekenning van verblijfsvergoedingen als voor de ambtenaren van het Ministerie.

Voor de toepassing van de desbetreffende bepalingen legt de Raad van bestuur de equivalentie van de graden vast.

De uitbetaling van de verblijfsvergoeding geschiedt enkel op voorlegging van bewijsstukken ter hoogte van het voorziene minimumbedrag.

Art. 3.§ 1. Zondagsdiensten zijn diensten, die op zon- en feestdagen tussen 0 en 24 uur verricht worden. § 2. Volgende personeelsleden hebben recht op een toeslag voor zondagsdiensten : - alle personeelsleden van niveau 2+, 2, 3 en 4; - alle personeelsleden van de weddeschaal I t/m D 7 mits het dienstplan diensten op zon- en feestdagen voorziet. De andere personeelsleden van niveau I hebben voor zondagsdiensten geen recht op toelagen van welke aard dan ook. § 3. De volgens § 2 bevoegde personeelsleden van het Belgisch radio- en televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap krijgen voor zondagsdiensten per elk effectief verricht dienstuur een toeslag van 80 % van 1/Yx52 van de geindexeerde brutowedde. Y geeft het aantal weekuren aan.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5.De Minister voor Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 11 februari 1998.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, K.-H. LAMBERTZ

^