Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 mei 2007
gepubliceerd op 25 juli 2007

Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 december 1977 betreffende de bezoldiging van de voorzitters en de presentiegelden van de leden van de raden voor maatschappelijk welzijn

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2007033051
pub.
25/07/2007
prom.
15/05/2007
ELI
eli/besluit/2007/05/15/2007033051/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 MEI 2007. - Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 december 1977 betreffende de bezoldiging van de voorzitters en de presentiegelden van de leden van de raden voor maatschappelijk welzijn


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 38, lid 2, gewijzigd bij het decreet van 23 oktober 2000;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 42.541/1, gegeven op 11 april 2007 met toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit : Arikel 1. In artikel 8 van het koninklijk besluit van 15 december 1977 betreffende de bezoldiging van de voorzitters en de presentiegelden van de leden van de raden voor maatschappelijk welzijn wordt de volgende zin tussen de eerste en de tweede zin ingevoegd : « Presentiegelden kunnen ook worden toegekend aan de leden die aan de vergaderingen van het in artikel 26, § 2, van de wet bedoelde overlegcomité, aan overlegvergaderingen met de vakbonden, alsmede aan een examenjury deelnemen, op voorwaarde dat andere wettelijke bepalingen niet voorzien in de toekenning van presentiegelden. »

Art. 2.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt met volgend lid aangevuld : « Als de toekenning van presentiegelden de vermindering van andere wedden, uitkeringen of bijslagen tot gevolg heeft, kan de raadsman de raad voor maatschappelijk welzijn schriftelijk verzoeken om de vermindering van de presentiegelden die hem toekomen. »

Art. 3.De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 15 mei 2007.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES

^