Etaamb.openjustice.be
Document van 16 juni 2000
gepubliceerd op 15 september 2000

Besluit van de Regering houdende goedkeuring van een gebruiksreglement voor het open kanaal

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2000033069
pub.
15/09/2000
prom.
16/06/2000
ELI
eli/besluit/2000/06/16/2000033069/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JUNI 2000. - Besluit van de Regering houdende goedkeuring van een gebruiksreglement voor het open kanaal


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet over de media van 26 april 1999, inzonderheid op artikel 25;

Gelet op het advies uitgebracht door de Mediaraad op 25 april 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 februari 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gerechtvaardigd is daar het open kanaal en de vereniging zonder winstoogmerk belast met het technisch en organisatorisch gebruik ervan al bestaan en televisuele participaties al uitgezonden worden, zodat de goedkeuring van een gebruiksreglement noodzakelijk wordt;

Op de voordracht van de Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport;

Na beraadslaging, Besluit : Definities

Artikel 1.In dit besluit verstaat men onder : 1. Regering : de Regering van de Duitstalige Gemeenschap;2. decreet : het decreet over de media van 26 april 1999;3. open kanaal : een door de Duitstalige Gemeenschap opgericht televisieprogramma dat uitgewerkt wordt door natuurlijke of rechtspersonen die op eigen verantwoordelijkheid televisuele participaties met een beperkte duur uitzenden;4. houder van het gebruiksrecht : de natuurlijke of rechtspersoon die overeenkomstig artikel 25, § 3 van het decreet houder is van het gebruiksrecht;5. vereniging : de vereniging zonder winstoogmerk die overeenkomstig artikel 25, § 1 van het decreet belast is met het technisch en organisatorisch gebruik van het open kanaal. Gebruiksrecht, lijst van de gebruikers

Art. 2.Alvorens hij gebruik maakt van de mogelijkheden aangeboden door het open kanaal, wordt de houder van het gebruiksrecht op de lijst van de gebruikers ingeschreven die door de vereniging moet worden opgesteld.

De inschrijving als houder van het gebruiksrecht geschiedt persoonlijk ter kantore van de vereniging. Is de houder van het gebruiksrecht een rechtspersoon die haar maatschappelijke zetel in het Duitse taalgebied heeft, dan wordt ze ingeschreven door een natuurlijke persoon die ze daartoe heeft gemachtigd.

Bij de inschrijving doet de aanvrager zijn gebruiksrecht gelden door één der hierna vermelde documenten voor te leggen : 1° een geldige identiteitskaart als het om een in het Duitse taalgebied woonachtige natuurlijke persoon gaat;2° een geldige identiteitskaart en een geldig attest uitgereikt door de werkgever of de opleidingsinstelling waaruit blijkt dat de aanvrager zijn werkplaats of zijn opleidingsplaats wel in het Duitse taalgebied heeft, indien die voorwaarde moet worden vervuld om het gebruiksrecht te kunnen genieten;3° als de houder van het gebruiksrecht een rechtspersoon is, een geldige identiteitskaart, de door de rechtspersoon verleende machtiging en een document waaruit blijkt dat de maatschappelijke zetel van de rechtspersoon wel in het Duitse taalgebied gevestigd is;4° een geldige identiteitskaart en een attest van de Regering, indien het gebruiksrecht verleend is overeenkomstig artikel 25, § 3 van het decreet. Inschrijving van een participatie, verantwoordelijkheid van de houder van het gebruiksrecht qua participaties

Art. 3.§ 1 - Voor elke participatie die hij via het open kanaal wenst uit te zenden, ondertekent de houder van het gebruiksrecht een door de vereniging te zijner beschikking gesteld inschrijvingsformulier en overhandigt het aan de gemachtigde van de vereniging ten kantore ervan. De vereniging kan nagaan of de aanvrager het gebruiksrecht nog altijd geniet door de in artikel 2, lid 3 bepaalde procedure te volgen.

Naast de identificatiegegevens betreffende de houder van het gebruiksrecht, de titel van de participatie met een korte beschrijving ervan, de duur ervan, de vervaardigingswijze, de gewenste zenddatum en de datum waarop de participatie wordt afgegeven, houdt de inschrijving de volgende verklaringen in, volgens welke : 1° de uitzending van de participaties de rechten van derde niet tegenstaat;2° de houder van het gebruiksrecht het gebruiksreglement ter kennis heeft genomen en het aanneemt;3° de ingeschreven participatie het geldende recht niet overtreedt, inzonderheid de artikelen 15 en 25, § 2, lid 4 van het decreet;4° geen retributie moet worden betaald aan de vennootschappen voor auteurs- en exploitatierechten of - indien een retributie wel wordt opgeheven - een volledige lijst met de gebruikte door de auteursrechten beschermde werken moet worden afgegeven, ofwel samen met de participatie, als het om een vooraf geproduceerde uitzending gaat, ofwel onmiddellijk na de uitzending als het om een rechtstreekse uitzending gaat.Als hij de lijst afgeeft, verbindt zich de houder ertoe de verschuldigde retributies te betalen. 5° de houder van het gebruiksrecht voor de participatie verantwoordelijk is;hij ontslaat zowel de vereniging als de Duitstalige Gemeenschap van elke schadevergoeding die door een derde wegens de uitzending van de participatie zou kunnen worden geëist. 6° de houder van het gebruiksrecht er zich toe verbindt, zijn naam en zijn volledig adres aan het begin en aan het einde van de participatie te vermelden;zonder die gegevens mag de participatie niet uitgezonden worden. § 3 - Een houder van het gebruiksrecht opgenomen in de lijst van de gebruikers bedoeld in artikel 2 schrijft participaties die door minderjarigen geproduceerd worden of aan de productie waarvan ze deelgenomen hebben op een specifiek formulier in dat door de vereniging opgesteld is. Door dit formulier te ondertekenen is de houder van het gebruiksrecht verantwoordelijk voor de participatie in zijn hoedanigheid van houder van het gebruiksrecht in de zin van het decreet en van dit gebruiksreglement. § 4 - De participaties van een rechtspersoon die houder is van het gebruiksrecht worden ingeschreven volgens de in § 1 bepaalde regels door een natuurlijke persoon die ze daartoe machtigt. § 5 - De inschrijving van een participatie is persoonlijk; de houder van het gebruiksrecht mag ze niet aan een derde overdragen.

Een houder van het gebruiksrecht mag slechts door hem geproduceerde participaties inschrijven. § 6 - Een houder van het gebruiksrecht mag ten hoogste drie participaties per week inschrijven. Hij mag pas drie andere participaties inschrijven als de vroeger ingeschreven participaties uitgezonden zijn of als de zenddatum ervan schriftelijk geannuleerd is. De onderbreking van een productie moet de vereniging onmiddellijk en schriftelijk meegedeeld worden.

Zenduren en zendtijd

Art. 4.§ 1 - De participaties worden op de zenduren uitgezonden die naar de inschrijvingsvolgorde bepaald worden op het programmaschema.

Dit programmaschema wordt door de vereniging uitgewerkt en de Regering ter informatie toegestuurd. De houder van het gebruiksrecht kan tussen de zenduren kiezen die bij de inschrijving beschikbaar zijn. Een televisuele participatie m.b.t. de actualiteit mag uitgezonden worden zonder rekening te houden met de inschrijvingsvolgorde ervan, als andere zenduren beschikbaar zijn of als een houder van het gebruiksrecht erin toestemt dat zijn participatie later uitgezonden wordt.

De zenduur van een participatie wordt bij de inschrijving bepaald. Het boeken mag ten hoogste 6 maanden van tevoren geschieden. § 2 - De vereniging bepaalt een maximale standaard lengte die voor alle houders van het gebruiksrecht geldt.

Recht tot antwoord, klachten, en termijnen voor het bewaren van de participaties

Art. 5.§ 1 - Het recht tot antwoord wordt gewaarborgd overeenkomstig de hoofdstukken II en III van de wet van 23 juni 1961 betreffende het recht tot antwoord, ingevoegd door de wet van 4 maart 1977, waarbij de aanvragen aan de voor de participatie verantwoordelijke houder van het gebruiksrecht moeten worden gericht.

Wat het open kanaal betreft, zijn volgende procedurevoorschriften van toepassing om het recht tot antwoord te waarborgen : 1° op aanvraag gericht per aangetekende brief aan de vereniging worden aan elke natuurlijke of rechtspersoon die, zich beroepend op de wet van 23 juni 1961, een recht tot antwoord wenst te doen gelden m.b.t. een op het open kanaal uitgezonden participatie ten laatste 7 dagen na de betekening van zijn aanvraag de naam en het adres van de houder van het gebruiksrecht medegedeeld die de betreffende participatie heeft ingeschreven en voor de inhoud waarvan hij verantwoordelijk is; 2° de persoon die overeenkomstig de wet van 23 juni 1961 een recht tot antwoord doet gelden bij de houder van het gebruiksrecht op het open kanaal, informeert er de vereniging van per aangetekende brief waarbij hij een afschrift van zijn klacht voegt;3° overeenkomstig artikel 13 van de wet van 23 juni 1961 bewaart de vereniging het origineel of een opname van elke op het open kanaal uitgezonden participatie tijdens ten minste 30 dagen te rekenen vanaf de uitzending.Wordt binnen die termijn een aanvraag tot antwoord overeenkomstig lid 2 ingediend, dan bewaart ze het origineel of de opname totdat een einde wordt gemaakt aan de procedure volgens één der regels waarin de wet van 23 juni 1961voorziet; 4° geniet een persoon een recht tot antwoord overeenkomstig de wet van 23 juni 1961 en deelt die persoon de vereniging de desbetreffende overeenkomst of beslissing per aangetekende brief mede, dan wordt het antwoord door een lid van de vereniging gelezen in de eerstvolgende participatie die door het open kanaal uitgezonden wordt;dit antwoord wordt gedurende de hele duur van de uitzending duidelijk als zodanig gekenmerkt. § 2 - Als een natuurlijke of rechtspersoon in de zin van artikel 54, § 1, 5° van het decreet over de media een klacht bij de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap indient tegen een participatie uitgezonden op het open kanaal, is de vereniging ertoe verplicht - op elk verzoek van de Mediaraad - hem het origineel of de opname van bestreden participatie alsmede elke informatie te doen toekomen die nuttig wordt geacht om de klacht te onderzoeken.

Aanwending van de uitzendings- en productiemiddelen, aansprakelijkheid van de houder van het gebruiksrecht

Art. 6.§ 1 - Op verzoek van de houder van het gebruiksrecht stelt de vereniging de technische uitzendings- en productiemiddelen gratis ter beschikking, met uitzondering van de beeld- en geluidsdragers. Dit geschiedt naar de volgorde van de boekingen. De uitlening of de aanwending van de productiemiddelen mogen pas plaatsvinden nadat de houder van het gebruiksrecht de uitzending heeft ingeschreven.

De uitlening en/of aanwending van productiemiddelen mogen slechts geschieden met het oog op de kosteloze uitzending van een participatie op het open kanaal. Zelfs na de uitzending blijft het verboden een participatie onder bezwarende titel te gebruiken. § 2 - De vereniging overhandigt aan de houder van het gebruiksrecht een gebruiksreglement en een uitleningsbon met vermelding van de waarde van de ter beschikking gestelde productiemiddelen. § 3 - De houder van het gebruiksrecht is volkomen verantwoordelijk voor elke schade die hij aan de productiemiddelen zou kunnen berokkenen of voor het eventueel verlies ervan.

De vereniging kan van de houder van het gebruiksrecht eisen een redelijke borgsom te betalen.

Gebruiksverbod

Art. 7.§ 1 - Bij overtreding van artikel 15 of 25, § 2, lid 4 van het decreet kan de Regering, op advies van de Mediaraad, een houder van het gebruiksrecht verbieden het open kanaal te gebruiken voor een periode die, in het gegeven geval, 5 jaar niet mag overschrijden. § 2 - Bij overtreding van andere bepalingen van dit besluit of bij niet naleving van de beslissingen die door de vereniging krachtens dit besluit genomen zijn, kan de Regering, op advies van de Mediaraad, aan een houder van het gebruiksrecht verbieden het open kanaal te gebruiken voor een periode die, in het gegeven geval, 2 jaar niet mag overschrijden. § 3 - Stelt de Regering een overtreding in de zin van de §§ 1 en 2 vast, dan kan zij aan een houder van het gebruiksrecht voorlopig verbieden het open kanaal te gebruiken totdat de definitieve beslissing vermeld in de §§ 1 en 3 wordt genomen. § 4 - Maakt de houder geen gebruik van de door hem geboekte zendtijd of van de technische productie- en uitzendingsmiddelen, dan moet hij de vereniging ervan informeren.

Indien hij zich niet rechtvaardigt, verliest hij zijn rechten op de zendtijden of de technische uitzendings- en productiemiddelen die hij al geboekt heeft. In geval van herhaling kan het gebruik van het open kanaal hem geweigerd worden.

Uitvoering

Art. 8.De Minister bevoegd inzake Media is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 16 juni 2000.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ

^