Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Duitstalige Gemeenschap van 17 maart 1999
gepubliceerd op 13 januari 2000

Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap betreffende het syndicaal halftijdsverlof toegekend aan de personeelsleden van het onderwijs en van de psycho-medisch-sociale centra in de Duitstalige Gemeenschap

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
1999033055
pub.
13/01/2000
prom.
17/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/17/1999033055/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 MAART 1999. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap betreffende het syndicaal halftijdsverlof toegekend aan de personeelsleden van het onderwijs en van de psycho-medisch-sociale centra in de Duitstalige Gemeenschap


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 12bis, § 3, c), ingevoegd bij de wet van 11 juli 1973;

Gelet op de wet van 1 april 1960 betreffende de psycho-medisch-sociale centra, inzonderheid op artikel 7, ingevoegd door het koninklijk besluit n° 467 van 1 oktober 1986;

Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut der personeelsleden van het rijksonderwijs, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wet van 27 juli 1971 en bij het koninklijk besluit nr. 456 van 10 september 1986;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 december 1967 genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, inzonderheid op artikel 24;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen in uitvoering van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, inzonderheid op artikel 29;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemd technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten, inzonderheid op artikel 29;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 december 1981 betreffende het syndicaal verlof in het gesubsidieerd onderwijs, inzonderheid op artikel 3, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 december 1981 betreffende het syndicaal verlof in de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra en diensten voor studie- en beroepsoriëntering, inzonderheid op artikel 3, § 1;

Gelet op het protocol nr. S 14/97 - OSUW 6/97 van 30 december 1997 van het Sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op het akkoord van de Minster-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 1 september 1998;

Gelet op het akkoord van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 september 1998;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 13 januari 1999;

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen, Besluit :

Artikel 1.Artikel 24 van het koninklijk besluit van 8 december 1967 genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs wordt aangevuld met een tweede lid dat luidt als volgt : « De personeelsleden kunnen een halftijds verlof genieten. »

Art. 2.In artikel 29 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen in uitvoering van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen wordt tussen de leden 1 en 2 een lid ingevoegd dat luidt als volgt : « De personeelsleden kunnen een halftijds verlof genieten. »

Art. 3.In artikel 29 van het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemd technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten wordt tussen de leden 1 en 2 een lid ingevoegd dat luidt als volgt : « De personeelsleden kunnen een halftijds verlof genieten. »

Art. 4.In artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 16 december 1981 betreffende het syndicaal verlof in het gesubsidieerd onderwijs wordt tussen de leden 1 en 2 een lid ingevoegd dat luidt als volgt : « De personeelsleden kunnen een halftijds verlof genieten. »

Art. 5.In artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 16 december 1981 betreffende het syndicaal verlof in de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra en diensten voor studie- en beroepsoriëntering wordt tussen de leden 1 en 2 een lid ingevoegd dat luidt als volgt : « De personeelsleden kunnen een halftijds verlof genieten. »

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 1998.

Art. 7.De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 17 maart 1999.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme J. MARAITE De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen W. SCHRÖDER

^