Etaamb.openjustice.be
Decreet van 21 mei 2015
gepubliceerd op 18 juni 2015

Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2014 tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2015202818
pub.
18/06/2015
prom.
21/05/2015
ELI
eli/besluit/2015/05/21/2015202818/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 MEI 2015. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/05/2014 pub. 31/07/2014 numac 2014204327 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten sluiten tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op de wet van 31 december 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/12/1983 pub. 11/12/2007 numac 2007000934 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 7;

Gelet op het decreet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/05/2014 pub. 31/07/2014 numac 2014204327 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten sluiten tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten, artikel 4, artikel 5, § 2, artikel 6, eerste lid, artikel 7, § 3, vierde lid, artikel 8, tweede lid, artikel 9, § 2, vierde lid, artikel 10, eerste en derde lid, artikel 11, § 2, eerste lid, artikel 13, § 1, vijfde lid, en § 3, derde lid, artikel 14 en artikel 15;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 februari 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting d.d. 19 februari 2015;

Gelet op advies 57.261/1 van de Raad van State, gegeven op 10 april 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister bevoegd voor het sociaal beleid;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL 1. - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 1. - INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° sociaal trefpunt: overeenkomstig artikel 1, 1°, van het decreet een vereniging of openbare instelling die in het kader van dit decreet erkend is en via buurtwerk en sociaal groepswerk de sociale cohesie tussen de bewoners van haar werkingsgebied versterkt;2° werkingsgebied: overeenkomstig artikel 1, 5°, van het decreet een of meer gemeenten van het Duitse taalgebied of een deel van die gemeenten waarvan het sociale trefpunt via zijn aanbod en activiteiten de bewoners bereikt;3° coördinator: overeenkomstig artikel 1, 7°, van het decreet een gekwalificeerde persoon die de aanspreekpartner voor de bezoekers van het trefpunt is en die het aanbod en de activiteiten van het trefpunt op elkaar afstemt en begeleidt.Zo nodig voert de coördinator zelf activiteiten uit en begeleidt hij de vrijwillige medewerkers van het sociale trefpunt; 4° doelgroepen: de algemene doelgroep vermeld in artikel 4, 1°, van het decreet en de specifieke doelgroep vermeld in artikel 4, 2°, van het decreet;5° opvolgingscomité: het comité vermeld in artikel 13, § 3, van het decreet dat belast is met de opvolging en evaluatie van de overeenkomst, alsook met de evaluatie van het concept van het sociale trefpunt;6° departement: het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor sociale aangelegenheden;7° Minister: de minister van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd voor het sociaal beleid;8° decreet: het decreet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/05/2014 pub. 31/07/2014 numac 2014204327 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten sluiten tot erkenning en ondersteuning van sociale trefpunten. HOOFDSTUK 2. - OPVOLGINGSCOMITE

Art. 2.Naar aanleiding van de jaarlijkse bespreking van de overeenkomst overeenkomstig artikel 13, § 3, tweede lid, 1°, van het decreet evalueert het opvolgingscomité het aanbod aan de hand van de indicatoren genoemd in artikel 5, 6°, en stelt indien nodig aanpassingen voor.

Art. 3.De Minister of diens plaatsvervanger zit het opvolgingscomité voor en bepaalt de agenda na ruggespraak met de partijen bij de overeenkomst.

Het comité komt ten minste een keer per jaar bijeen na bijeenroeping door de voorzitter of op verzoek van het sociale trefpunt.

TITEL 2. - INHOUDELIJKE BEPALINGEN HOOFDSTUK 1. - ERKENNINGSCRITERIA

Art. 4.De stand van zaken vermeld in artikel 6 van het decreet wordt schriftelijk gedocumenteerd en biedt een kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie van de werkelijke situatie binnen het werkingsgebied van het sociale trefpunt.

De stand van zaken bevat ten minste : 1° de afbakening van het werkingsgebied van het sociale trefpunt;2° de problemen van de mensen die binnen het werkingsgebied van het sociale trefpunt leven;3° de oorzaken van de bestaande problemen;4° de behoeften die uit die probleemsituaties ontstaan;5° de beschrijving van de groepen van personen die met de heersende problemen te kampen hebben;6° het bestaande aanbod van de aanvrager of van andere dienstverrichters binnen het werkingsgebied van het sociale trefpunt dat in de behoeften van de beschreven groepen van personen voorziet, alsook het aantal gebruikers van dat aanbod;7° de informatiebronnen voor de kwantitatieve en kwalitatieve gegevens.

Art. 5.Het concept vermeld in artikel 7, § 3, van het decreet bevat ten minste : 1° de missie en visie resp.de richtsnoeren van het sociale trefpunt; 2° de basisdoelstellingen van het sociale trefpunt die als algemene en hogere doelstellingen gelden en op de behoeften van de doelgroepen gericht zijn;3° het op de behoeften van de doelgroepen gerichte aanbod van het sociale trefpunt met vermelding van de operatieve doelstellingen ervan;4° gegevens over de doelgroepen voor wie bepaalde activiteiten bedoeld zijn, alsook maatregelen om de participatie van de doelgroepen te bevorderen;5° gegevens over de complementariteit van het aanbod van het sociale trefpunt ten opzichte van het bestaande aanbod van andere dienstverrichters binnen het werkingsgebied;6° de indicatoren aan de hand waarvan de operatieve doelstellingen gecontroleerd en gemeten kunnen worden;7° de activiteiten van de coördinator, alsook de taken waarvoor vrijwillige medewerkers worden ingezet;8° de partnerorganisaties;9° de geplande aanpak voor : a) de samenwerking en conceptuele afstemming met partnerorganisaties;b) de sociaalruimtelijke netwerken en gemeentelijke verankeringen. HOOFDSTUK 2. - VERPLICHTINGEN Afdeling 1. - Erkenningscriteria

Art. 6.Na zijn erkenning blijft het sociale trefpunt voldoen aan de erkenningscriteria die in het decreet en in deze titel worden vermeld. Afdeling 2. - Algemene verplichtingen

Art. 7.Overeenkomstig artikel 4 van het decreet stelt het sociale trefpunt de personen die binnen zijn werkingsgebied wonen een aanbod ter beschikking dat beantwoordt aan de behoeften van de algemene en specifieke doelgroepen. Wie interesse heeft, maar buiten het werkingsgebied woont, kan de mogelijkheid krijgen om aan de activiteiten van het sociale trefpunt deel te nemen.

Art. 8.§ 1. De tijdelijke afwezigheid van de coördinator wegens ziekte of de sluiting van het sociale trefpunt wegens overmacht vormen de enige uitzonderingen op de vereiste openingstijden van het sociale trefpunt vermeld in artikel 11, § 2, eerste lid, van het decreet. § 2. Tijdens de openingstijden van het sociale trefpunt staat de coördinator of op zijn minst een vrijwillige medewerker als aanspreekpartner ter beschikking van de bezoekers in de lokalen van het sociale trefpunt.

De openingstijden van het sociale trefpunt worden zichtbaar aangebracht in de lokalen van het sociale trefpunt.

Art. 9.Het sociale trefpunt informeert het publiek en in het bijzonder de doelgroepen regelmatig over zijn activiteiten.

Het overzicht van de actuele activiteiten wordt zichtbaar aangebracht in de lokalen van het sociale trefpunt.

Art. 10.Het sociale trefpunt maakt binnen het eerste activiteitenjaar een huishoudelijk reglement op. De coördinator werkt samen met de vrijwillige medewerkers het ontwerp van het huishoudelijk reglement uit.

Het huishoudelijk reglement bevat minstens : 1° de openingstijden en de manier waarop contact kan worden opgenomen met het sociale trefpunt;2° de missie en visie van het sociale trefpunt;3° de belangrijkste basisdoelstellingen van het sociale trefpunt;4° de doelgroepen;5° de rechten en plichten van de medewerkers in hoofdambt;6° overeenkomstig artikel 8, tweede lid, 7°, van het decreet de rechten en plichten van de vrijwillige medewerkers;7° in voorkomend geval de gegevens over de mogelijkheden om stagiairs op te nemen. Afdeling 3. - Activiteitenverslag

Art. 11.§ 1. Overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van het decreet maakt het sociale trefpunt jaarlijks een activiteitenverslag op waarin de activiteiten van het vorige jaar naar kwaliteit en kwantiteit geëvalueerd worden en de in het concept vermelde doelstellingen van het sociale trefpunt gecontroleerd worden.

Voor de evaluatie van de doelstellingen worden de in het concept vermelde en de vooraf in de overeenkomst vastgestelde indicatoren gebruikt.

Het sociale trefpunt vermeldt in zijn activiteitenverslag welke aanpassingen het opvolgingscomité voorstelt en legt uit of - en zo ja, hoe - het aanbod op basis van die voorstellen werd aangepast. § 2. Uiterlijk op 30 april dient het sociale trefpunt het volgende in bij het departement: het activiteitenverslag met een balans en een resultatenrekening van het vorige boekjaar, alsook een begroting voor het volgende boekjaar. § 3. Het activiteitenverslag van het eerste activiteitenjaar van het sociale trefpunt wordt bij het huishoudelijk reglement vermeld in artikel 10 gevoegd.

Indien het huishoudelijk reglement gewijzigd wordt, wordt de gewijzigde versie van het huishoudelijk reglement bij het activiteitenverslag van het betrokken activiteitenjaar gevoegd. HOOFDSTUK 3. - ONDERSTEUNING

Art. 12.De overeenkomst vermeld in artikel 13 van het decreet bevat ten minste : 1° de maatregelen waarmee het sociale trefpunt de basisdoelstellingen en operatieve doelstellingen wil bereiken;2° kwantitatieve en kwalitatieve vereisten inzake : a) het personeel;b) de openingstijden van het sociale trefpunt;c) de gebruikers van de diensten;3° het bedrag van de subsidie;4° de gevolgen bij niet-naleving van de overeenkomst;5° een hardheidsclausule bij overmacht of onvoorzienbare en onvermijdbare omstandigheden;6° de prestatie- en berekeningsindicatoren;7° de duur van de overeenkomst;8° een verwijzing naar de voorwaarde voor de toekenning van subsidie vermeld in artikel 11, § 4, van het decreet. Vóór het begin van de overeenkomst bezorgt het sociale trefpunt volgende documenten aan het departement : 1° een lijst van het personeel en van de op honorariumbasis werkende, geschoolde krachten die voor de verschillende activiteiten zorgen, met vermelding van de desbetreffende kwalificaties.Indien het aanbod tijdens de duur van de overeenkomst door andere, hiervoor vergoede personen wordt verzorgd, deelt het sociale trefpunt die wijzigingen onmiddellijk mee aan het departement; 2° een schriftelijke bevestiging dat de gemeenten of de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die bevoegd zijn voor het betrokken werkingsgebied van het sociale trefpunt zich contractueel ertoe verbinden minstens 12,5 % van de werkelijke loonkosten vermeld in artikel 11, § 2, van het decreet te dragen.

Art. 13.De betrekking van coördinator vermeld in artikel 11, § 2, eerste lid, van het decreet kan als volgt bezet worden : 1° een VTE-betrekking door hoogstens 3 personen;2° een halve VTE-betrekking door hoogstens 2 personen.

Art. 14.De personen die door de Regering belast zijn met de controle op de naleving van het decreet en dit besluit kunnen, in het kader van hun controleactiviteit, de lokalen van het sociale trefpunt tijdens de openingstijden zonder voorafgaande aanmelding inspecteren.

TITEL 3. - PROCEDUREBEPALINGEN HOOFDSTUK 1. - ERKENNING

Art. 15.Wie erkend wil worden als organiserende instantie van een sociaal trefpunt dient daartoe uiterlijk op 30 juni een aanvraag in bij het departement.

Bij de aanvraag worden de volgende stukken en gegevens gevoegd : 1° de identiteit van de aanvrager;2° de statuten van de vereniging zonder winstoogmerk of het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn resp.de besluiten van de afzonderlijke raden voor maatschappelijk welzijn die bewijzen dat het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de organiserende instantie is; 3° de stand van zaken vermeld in artikel 4;4° het concept vermeld in artikel 5 met vermelding van de betrokken personen en organisaties;5° de beschrijving van de aan het aanbod en de activiteiten aangepaste lokalen van het sociale trefpunt;6° een advies van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap over de naleving van de geldende voorschriften inzake toegankelijkheid wat de lokalen van het sociale trefpunt betreft;7° de stukken vermeld in artikel 7, § 2, van het decreet. Het departement legt het aanvraagformulier vast.

De aanvraag wordt per post of elektronisch ingediend. Het departement bevestigt de ontvangst van de aanvraag op dezelfde manier.

Art. 16.Het departement onderzoekt of de ingediende aanvraag om erkenning volledig is en onderzoekt de bijgevoegde stukken. Indien de aanvraag volledig is, bezorgt het departement de aanvrager een bevestiging. Indien de aanvraag niet volledig is, vraagt het departement de ontbrekende gegevens resp. stukken aan bij de aanvrager.

Binnen 60 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de volledige aanvraag, stelt het departement op basis van zijn bevindingen een advies op en zendt het over aan de Minister. Indien binnen die termijn geen advies wordt verstrekt, wordt dit beschouwd als een positief advies. Indien het departement uiterlijk op 30 juni geen volledige aanvraag heeft ontvangen, geldt de erkenning als geweigerd.

Binnen 120 dagen na ontvangst van de volledige aanvraag, respectievelijk uiterlijk bij het verstrijken van de termijn vermeld in artikel 9, § 2, van het decreet, beslist de Minister of de erkenning wordt toegekend. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de erkenning als toegekend.

Art. 17.§ 1. Indien niet voldaan is aan één of meer voorwaarden die voor een erkenning noodzakelijk zijn, kan het departement in zijn advies vermeld in artikel 16, tweede lid, een voorwaardelijke voorlopige erkenning voorstellen.

Binnen 60 dagen na ontvangst van het advies van het departement, respectievelijk uiterlijk bij het verstrijken van de termijn vermeld in artikel 9, § 2, van het decreet, beslist de Minister of een voorlopige erkenning wordt toegekend en bepaalt hij de voorwaarden en de duur van de voorlopige erkenning. § 2. Het departement verstrekt uiterlijk 60 dagen voor het verstrijken van de voorlopige erkenning een advies over de vraag of het sociale trefpunt aan de voorwaarden heeft voldaan en bezorgt dat advies aan de Minister.

De Minister beslist binnen 30 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het advies van het departement, of een definitieve erkenning wordt toegekend.

Indien het sociale trefpunt na het verstrijken van de voorlopige erkenning geen definitieve erkenning krijgt, wordt de ondersteuning van de Duitstalige Gemeenschap stopgezet. HOOFDSTUK 2. - SCHORSING EN INTREKKING VAN DE ERKENNING Afdeling 1. - Schorsing van de erkenning

Art. 18.Indien het sociale trefpunt de verplichtingen vervat in het decreet of in dit besluit niet nakomt, maant het departement het sociale trefpunt aan om die verplichtingen binnen 30 dagen na te komen.

Op gemotiveerd verzoek kan het sociale trefpunt, uiterlijk 10 dagen voor het verstrijken van de in het eerste lid gestelde termijn, het departement vragen om de termijn eenmaal met hoogstens 30 dagen te verlengen.

Art. 19.§ 1. Indien het sociale trefpunt na de aanmaning vermeld in artikel 18 de verplichtingen nog altijd niet nakomt, wordt de voorlopige resp. definitieve erkenning, op basis van een advies van het departement, door de Minister geschorst.

Voor de schorsing deelt de Minister het sociale trefpunt per aangetekende brief zijn voornemen mee. Het sociale trefpunt kan binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van dat voornemen, bij de Minister een verzoek indienen om te worden gehoord.

Betrokkene wordt gehoord binnen 30 dagen na toezending van de aangetekende brief.

Binnen 15 dagen nadat betrokkene is gehoord, respectievelijk na het verstrijken van de in het tweede lid vermelde termijn, beslist de Minister of de erkenning wordt geschorst en voor hoelang.

Die beslissing wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van het sociale trefpunt. § 2. Tijdens de schorsing van de erkenning worden geen subsidies meer uitbetaald aan het sociale trefpunt.

Indien het sociale trefpunt de verplichtingen nakomt, maakt de Minister een einde aan de schorsing en kan hij de tussentijds niet uitbetaalde subsidies terugwerkend uitbetalen. Afdeling 2. - Intrekking van de erkenning

Art. 20.§ 1. Indien het sociale trefpunt na het verstrijken van de duur van de schorsing vermeld in artikel 19 de verplichtingen nog altijd niet nakomt, trekt de Minister de voorlopige resp. definitieve erkenning, op basis van een advies van het departement, in.

Voor de intrekking deelt de Minister het sociale trefpunt per aangetekende brief zijn voornemen mee. Het sociale trefpunt kan binnen zeven dagen, te rekenen vanaf de derde dag na toezending van dat voornemen, bij de Minister een verzoek indienen om te worden gehoord.

Betrokkene wordt gehoord binnen 30 dagen na toezending van de aangetekende brief.

Binnen 30 dagen nadat betrokkene is gehoord, respectievelijk na het verstrijken van de in het tweede lid vermelde termijn, beslist de Minister of de erkenning wordt ingetrokken.

Die beslissing wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van het sociale trefpunt. § 2. Met de intrekking van de erkenning wordt de ondersteuning van de Duitstalige Gemeenschap stopgezet.

TITEL 4. - SLOTBEPALINGEN

Art. 21.De minister bevoegd voor het Sociaal Beleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 21 mei 2015.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS

^