Etaamb.openjustice.be
Document van 23 mei 2019
gepubliceerd op 27 augustus 2019

Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2019203236
pub.
27/08/2019
prom.
23/05/2019
ELI
eli/besluit/2019/05/23/2019203236/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 MEI 2019. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s, artikel 38, gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2000Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2000 pub. 27/06/2000 numac 2000033046 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de KMO's type decreet prom. 14/02/2000 pub. 06/07/2000 numac 2000033047 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s sluiten;

Gelet op het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's;

Gelet op de adviezen van het Instituut voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's, gegeven op 16 mei 2018, 14 januari 2019 en 8 april 2019;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 28 maart 2019;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 28 maart 2019;

Gelet op advies 66.024/2 van de Raad van State, gegeven op 13 mei 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Opleiding;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 4, § 1, van het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "in het kader van een tewerkstellingsbevorderende maatregel van de Duitstalige Gemeenschap" opgeheven;2° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden ", voor zover die medewerkers in het kader van een tewerkstellingsmaatregel van de Duitstalige Gemeenschap in dienst werden genomen of een structureel omgevormde geco-baan bekleden".

Art. 2.In artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de eerste zin worden de woorden "in het kader van een tewerkstellingsbevorderende maatregel van de Duitstalige Gemeenschap" opgeheven;2° in de tweede zin wordt het getal "80" vervangen door het getal "100";3° de tweede zin wordt aangevuld met de woorden ", voor zover die medewerkers in het kader van een tewerkstellingsmaatregel van de Duitstalige Gemeenschap in dienst werden genomen of een structureel omgevormde geco-baan bekleden".

Art. 3.In artikel 5bis, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 24 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de eerste zin worden de woorden "in het kader van een tewerkstellingsbevorderende maatregel van de Duitstalige Gemeenschap" opgeheven;2° de tweede zin wordt aangevuld met de woorden ", voor zover die medewerkers in het kader van een tewerkstellingsmaatregel van de Duitstalige Gemeenschap in dienst werden genomen of een structureel omgevormde geco-baan bekleden".

Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt het getal "80" vervangen door het getal "100" en wordt het getal "521" vervangen door het getal "503"; 2° in paragraaf 3 worden de woorden "van een adjunct-directeur" in de eerste zin vervangen door de woorden "van een voltijdse adjunct-directeur" en wordt tussen de eerste zin en de tweede zin de volgende zin ingevoegd: "Als het jaarlijkse aantal uren lager ligt dan 12.000, kunnen alleen toelagen voor een halftijdse adjunct-directeur toegekend worden."

Art. 5.In hoofdstuk II, afdeling 1, onderafdeling 2, van hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidende: "Art. 7bis - Pedagogische coördinator ZAWM § 1 - Binnen de perken van de beschikbare financiële middelen kan het IAWM elk ZAWM toelagen toekennen voor de betaling van de wedde alsmede van de eruit voortvloeiende sociale en wettelijke verplichtingen voor ten hoogste één contractuele pedagogische coördinator met een halftijdse betrekking. § 2 - De toelage beloopt 100 % van de ontstane weddekosten. Voor de berekening van de maximale subsidieerbare weddekosten van de pedagogische coördinator worden - naargelang van de kwalificatie van de aangestelde kracht - de in de bijlage bij dit besluit opgenomen weddeschalen II, II+ of I toegepast."

Art. 6.In dezelfde onderafdeling van hetzelfde besluit wordt een artikel 7ter ingevoegd, luidende: "Art. 7ter - Afdelingschef ZAWM § 1 - Binnen de perken van de beschikbare financiële middelen kan het IAWM elk ZAWM toelagen toekennen voor de betaling van de wedde alsmede van de eruit voortvloeiende sociale en wettelijke verplichtingen voor ten hoogste één contractuele afdelingschef met een voltijdse of deeltijdse betrekking. § 2 - De toelage beloopt van 1 januari 2018 tot en met 31 augustus 2019 80 % en vanaf 1 september 2019 100 % van de ontstane weddekosten.

De weddeschaal 521, opgenomen in de bijlage bij dit besluit, wordt toegepast om de maximale subsidieerbare weddekosten van de afdelingschef te berekenen. § 3 - Slechts de centra die in het kader van de basisopleiding in de loop van de drie kalenderjaren vóór de aanvraag ten minste 12.000 lestijden jaarlijks hebben verstrekt, mogen toelagen voor de weddekosten van een afdelingschef verkrijgen. Het IAWM beslist over de aanvraag om toekenning van een betrekking als afdelingschef."

Art. 7.In hoofdstuk II, afdeling 1, van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 2.1 ingevoegd, luidende: "Onderafdeling 2.1 - Administratief personeel"

Art. 8.In hoofdstuk II, afdeling 1, onderafdeling 2.1, van hetzelfde besluit wordt een artikel 7quater ingevoegd, luidende: "Art. 7quater - Secretariaatskracht § 1 - Binnen de perken van de beschikbare financiële middelen kan het IAWM elk ZAWM toelagen toekennen voor de betaling van de wedde alsmede van de eruit voortvloeiende sociale en wettelijke verplichtingen voor ten hoogste één contractuele secretariaatskracht met een voltijdse betrekking. § 2 - De toelage beloopt 100 % van de ontstane weddekosten. De weddeschaal II, opgenomen in de bijlage bij dit besluit, wordt toegepast om de maximale subsidieerbare weddekosten van de secretariaatskracht te berekenen."

Art. 9.In dezelfde onderafdeling van hetzelfde besluit wordt een artikel 7quinquies ingevoegd, luidende: "Art. 7quinquies - IT-technicus § 1 - Binnen de perken van de beschikbare financiële middelen kan het IAWM elk ZAWM toelagen toekennen voor de betaling van de wedde alsmede van de eruit voortvloeiende sociale en wettelijke verplichtingen voor ten hoogste één contractuele IT-technicus met een halftijdse betrekking. § 2 - De toelage beloopt 100 % van de ontstane weddekosten. Voor de berekening van de maximale subsidieerbare weddekosten van de IT-technicus worden - naargelang van de kwalificatie van de aangestelde kracht - de in de bijlage bij dit besluit opgenomen weddeschalen II of II+ toegepast."

Art. 10.In de inleidende zin van artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "artikelen 2 tot 7" vervangen als volgt: 1° "artikelen 2 tot 7bis";2° "artikelen 2 tot 7ter";3° "artikelen 2 tot 7quater";4° "artikelen 2 tot 7quinquies".

Art. 11.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden de woorden "artikelen 4 tot 7" telkens vervangen als volgt: a) "artikelen 4 tot 7bis";b) "artikelen 4 tot 7ter";c) "artikelen 4 tot 7quater";d) "artikelen 4 tot 7quinquies";2° in paragraaf 3 worden de woorden "artikelen 2 tot 7" vervangen als volgt: a) "artikelen 2 tot 7bis";b) "artikelen 2 tot 7ter";c) "artikelen 2 tot 7quater";d) "artikelen 2 tot 7quinquies";3° in paragraaf 4 woorden "artikelen 2 tot 5 en 7" vervangen als volgt: a) "artikelen 2 tot 7bis";b) "artikelen 2 tot 7ter";c) "artikelen 2 tot 7quater";d) "artikelen 2 tot 7quinquies".

Art. 12.In artikel 10, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 20 december 2012 en 24 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de bepalingen onder 1° en 2° opgeheven;2° in het tweede lid worden de woorden "van het hoger secundair onderwijs" vervangen door de woorden "van het hoger secundair onderwijs en van het lager secundair onderwijs".

Art. 13.In artikel 10bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 4 juni 2009 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 24 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, worden de bepalingen onder 1° en 2° opgeheven;2° in paragraaf 2, eerste lid, 4°, c), wordt het getal "46,58" vervangen door het getal "46,85";3° in paragraaf 6 worden de woorden "uiterlijk acht werkdagen na afloop van elk kwartaal" vervangen door de woorden "uiterlijk in de maand die volgt op de maand in kwestie".

Art. 14.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 4 juni 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het derde lid wordt vervangen als volgt: "Het IAWM betaalt de leerkrachten in bijberoep of hun onderneming vermeld in artikel 10bis, § 1, een vergoeding voor de werkelijk gemaakte heen- en terugritten tussen de woonplaats en de plaats van gebeuren in het kader van de door het IAWM goedgekeurde coördinatietaken inzake Bi-diplomering, de goedgekeurde voorbereidingen en begeleidingen van de leerlingen die deelnemen aan wedstrijden, alsook de goedgekeurde begeleidingen naar vakbeurzen.De gerechtigden krijgen een reiskostenvergoeding die overeenstemt met de reiskostenvergoeding die is vastgelegd voor de dienstritten van de ambtenaren van het IAWM. 2° het artikel wordt aangevuld met een vierde lid, luidende: "Voor de ritten vermeld in het tweede en het derde lid dienen de ZAWM's - uiterlijk in de maand die volgt op de maand in kwestie - een gedetailleerde afrekening van de subsidieerbare reiskosten in bij het IAWM;bij die afrekening zijn de desbetreffende bewijzen gevoegd."

Art. 15.In artikel 15, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 26 november 2015, wordt het bedrag "10,49 euro" vervangen door het bedrag "13,15 euro".

Art. 16.In artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 23 december 2004 en 26 november 2015, wordt het bedrag "18,32 euro" vervangen door het bedrag "22,98 euro" en wordt het bedrag "36,58 euro" vervangen door het bedrag "45,88 euro".

Art. 17.In artikel 18 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 24 april 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 4 juni 2009, wordt een paragraaf 2.1 ingevoegd, luidende: " § 2.1 - Voor zover de lokalen of het lesgebouw ter beschikking gesteld worden van het ZAWM in het kader van een publiek-privaat partnerschapsproject, kan het ZAWM, op basis van bewijzen van de uitgaven voor energie- en onderhoudskosten, een subsidie van ten hoogste 15.000 euro per jaar ontvangen." Uiterlijk in de maand die volgt op het kalenderjaar in kwestie dienen de ZAWM's de bewijzen van de uitgaven in."

Art. 18.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 22 - Gastdocenten en externe deskundigen § 1 - Gastdocenten die, na voorafgaande goedkeuring door het IAWM, door de ZAWM's geëngageerd worden om een voordracht te houden over een vakspecifiek onderwerp in het kader van de leertijd of de opleiding tot ondernemingshoofd, krijgen per gepresteerd uur de in artikel 10bis, § 2, eerste lid, vermelde lesuurvergoeding die in de opleiding tot ondernemingshoofd geldt voor houders van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid. § 2 - Externe deskundigen die meewerken aan de uitwerking van programma's voor de leertijd en de opleiding tot ondernemingshoofd krijgen per gepresteerd uur de lesuurvergoeding vermeld in artikel 10bis, § 2, eerste lid, die in de opleiding tot ondernemingshoofd geldt voor degenen die geen houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid. § 3 - Gastdocenten die, na voorafgaande goedkeuring door het IAWM, door de ZAWM's geëngageerd worden om pedagogische bijscholingen voor bedrijfsleiders en opleiders te geven, alsook om de Europese "opleidingen van de opleiders" te geven, krijgen per gepresteerd uur de in artikel 10bis, § 2, eerste lid, vermelde lesuurvergoeding die in de opleiding tot ondernemingshoofd geldt voor houders van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid. § 4 - De in de § § 1 tot 3 vermelde gastdocenten en externe deskundigen krijgen een reiskostenvergoeding die overeenstemt met de reiskostenvergoeding die is vastgelegd voor de dienstritten van de ambtenaren van het IAWM. Voor de verplichtingen van de gastdocenten en externe deskundigen vermeld in de § § 1 tot 3, dienen de ZAWM's - uiterlijk in de maand die volgt op de maand in kwestie - een gedetailleerde afrekening van de subsidieerbare vergoedingen of facturen in bij het IAWM; bij die afrekening zijn de desbetreffende bewijzen gevoegd."

Art. 19.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid, luidende: "De externe leden van examencommissies krijgen een reiskostenvergoeding die overeenstemt met de reiskostenvergoeding die is vastgelegd voor de dienstritten van de ambtenaren van het IAWM."

Art. 20.(betreft de Duitse tekst)

Art. 21.In artikel 27 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 4 juni 2009 en 19 juli 2012, wordt het getal "22" opgeheven.

Art. 22.(betreft de Duitse tekst)

Art. 23.De bijlagen I tot IV van hetzelfde besluit, laatstelijk vervangen bij het besluit van de Regering van 24 april 2014, worden vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.

Art. 24.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019, met uitzondering van: 1° artikel 17, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2013;2° artikel 23, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2017;3° artikel 5, artikel 10, 1°, en artikel 11, 1°, a), 2°, a), en 3°, a), die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2017;4° artikel 4, artikel 6, artikel 10, 2°, artikel 11, 1°, b), 2°, b), en 3°, b), die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2018;5° de artikelen 14, 19 en 20, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2018;6° artikel 1, artikel 2, 1° en 3°, artikel 3, artikel 12, 1°, en artikel 13, 1° en 2°, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2019;7° artikel 7, artikel 8, artikel 10, 3°, artikel 11, 1°, c), 2°, c), en 3°, c), artikel 15 en artikel 16, die uitwerking hebben met ingang van 1 april 2019.

Art. 25.De minister bevoegd voor Opleiding is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 23 mei 2019.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, H. MOLLERS

Bijlage bij het besluit van de Regering van 23 mei 2019 tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's Bijlage bij het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's Met ingang van 1 januari 2017 zijn de volgende weddeschalen van toepassing:

Nummer

182

183

301

511

521

II

II+

I

Minimumkwalificatie

AOS/Ma

AOS/Ma

AHks(*)/ Ma(**)/ AOS(**)

AHlS/AU

AHkS

AOS/Ma

AHks(*)/ Ma(**)/ AOS(**)

AHlS/AU

Minimum

16.327,32

15.955,71

16.349,21

27.310,27

23.007,88

17.551,28

17.984,13

21.218,35

Maximum

26.708,29

26.329,26

28.937,38

44.230,54

39.303,40

26.329,26

28.937,38

36.895,86


03 (1) x 524,65

03 (1) x 524,62

03 (1) x 546,42

03 (1) x 735,63

03 (1) x 691,06

11 (2) x 731,49

11 (2) x 912,77

01 (1) x 73,05

01 (2) x 721,34

01 (2) x 721,34

01 (2) x 896,25

11 (2) x 1.337,58

11 (2) x 1.292,94

01 (2) x 731,54

01 (2) x 912,78

02 (1) x 691,06

01 (2) x 729,38

01 (2) x 722,05

01 (2) x 912,96

11 (2) x 1.292,94

10 (2) x 735,63

10 (2) x 735,63

10 (2) x 913,97


Anciënniteit


0

16.327,32

15.955,71

16.349,21

27.310,27

23.007,88

17.551,28

17.984,13

21.218,35

1

16.851,97

16.480,33

16.895,63

28.045,90

23.698,94

21.291,40

2

17.376,62

17.004,95

17.442,05

28.781,53

24.390,00

18.282,78

18.896,90

21.982,46

3

17.901,27

17.529,57

17.988,47

29.517,16

25.081,06

22.673,52

4

19.014,27

19.809,67


5

18.622,61

18.250,91

18.884,72

30.854,74

26.374,00

23.966,46

6

19.745,76

20.722,44


7

19.351,99

18.972,96

19.797,68

32.192,32

27.666,94

25.259,40

8

20.477,25

21.635,21


9

20.087,62

19.708,59

20.711,65

33.529,90

28.959,88

26.552,34

10

21.208,74

22.547,98


11

20.823,25

20.444,22

21.625,62

34.867,48

30.252,82

27.845,28

12

21.940,23

23.460,75


13

21.558,88

21.179,85

22.539,59

36.205,06

31.545,76

29.138,22

14

22.671,72

24.373,52


15

22.294,51

21.915,48

23.453,56

37.542,64

32.838,70

30.431,16

16

23.403,21

25.286,29


17

23.030,14

22.651,11

24.367,53

38.880,22

34.131,64

31.724,10

18

24.134,71

26.199,06


19

23.765,77

23.386,74

25.281,50

40.217,80

35.424,58

33.017,04

20

24.866,20

27.111,83


21

24.501,40

24.122,37

26.195,47

41.555,38

36.717,52

34.309,98

22

25.597,69

28.024,60


23

25.237,03

24.858,00

27.109,44

42.892,96

38.010,46

35.602,92

24

26.329,26

28.937,38


25

25.972,66

25.593,63

28.023,41

44.230,54

39.303,40

36.895,86

27

26.708,29

26.329,26

28.937,38


Met ingang van 1 januari 2018 zijn de volgende weddeschalen van toepassing:

Nummer

182

183

301

503

511

521

II

II+

I

Minimumkwalificatie

AOS/Ma

AOS/Ma

AHks(*)/ Ma(**)/ AOS(**)


AHkS

AHlS/AU

AHkS

AOS/Ma

AHks(*)/ Ma(**)/ AOS(**)

AHlS/AU

Minimum

16.327,32

15.955,71

16.349,21

25.962,31

27.310,27

23.007,88

17.551,28

17.984,13

21.218,35

Maximum

26.708,29

26.329,26

28.937,38

42.257,83

44.230,54

39.303,40

26.329,26

28.937,38

36.895,86


03 (1) x 524,65

03 (1) x 524,62

03 (1) x 546,42

03 (1) x 691,06

03 (1) x 735,63

03 (1) x 691,06

11 (2) x 731,49

11 (2) x 912,77

01 (1) x 73,05

01 (2) x 721,34

01 (2) x 721,34

01 (2) x 896,25

11 (2) x 1.292,94

11 (2) x 1.337,58

11 (2) x 1.292,94

01 (2) x 731,54

01 (2) x 912,78

02 (1) x 691,06

01 (2) x 729,38

01 (2) x 722,05

01 (2) x 912,96

11 (2) x 1.292,94

10 (2) x 735,63

10 (2) x 735,63

10 (2) x 913,97


Anciënniteit


0

16.327,32

15.955,71

16.349,21

25.962,31

27.310,27

23.007,88

17.551,28

17.984,13

21.218,35

1

16.851,97

16.480,33

16.895,63

26.653,37

28.045,90

23.698,94

21.291,40

2

17.376,62

17.004,95

17.442,05

27.344,43

8.781,53

24.390,00

18.282,78

18.896,90

21.982,46

3

17.901,27

17.529,57

17.988,47

28.035,49

29.517,16

25.081,06

22.673,52

4

19.014,27

19.809,67


5

18.622,61

18.250,91

18.884,72

29.328,43

30.854,74

26.374,00

23.966,46

6

19.745,76

20.722,44


7

19.351,99

18.972,96

19.797,68

30.621,37

32.192,32

27.666,94

25.259,40

8

20.477,25

21.635,21


9

20.087,62

19.708,59

20.711,65

31.914,31

33.529,90

28.959,88

26.552,34

10

21.208,74

22.547,98


11

20.823,25

20.444,22

21.625,62

33.207,25

34.867,48

30.252,82

27.845,28

12

21.940,23

23.460,75


13

21.558,88

21.179,85

22.539,59

34.500,19

36.205,06

31.545,76

29.138,22

14

22.671,72

24.373,52


15

22.294,51

21.915,48

23.453,56

35.793,13

37.542,64

32.838,70

30.431,16

16

23.403,21

25.286,29


17

23.030,14

22.651,11

24.367,53

37.086,07

38.880,22

34.131,64

31.724,10

18

24.134,71

26.199,06


19

23.765,77

23.386,74

25.281,50

38.379,01

40.217,80

35.424,58

33.017,04

20

24.866,20

27.111,83


21

24.501,40

24.122,37

26.195,47

39.671,95

41.555,38

36.717,52

34.309,98

22

25.597,69

28.024,60


23

25.237,03

24.858,00

27.109,44

40.964,89

42.892,96

38.010,46

35.602,92

24

26.329,26

28.937,38


25

25.972,66

25.593,63

28.023,41

42.257,83

44.230,54

39.303,40

36.895,86

27

26.708,29

26.329,26

28.937,38


Met ingang van 1 januari 2019 zijn de volgende weddeschalen van toepassing:

Nummer

182

183

301

503

511

521

II

II+

I

Minimumkwalificatie

AOS/Ma

AOS/Ma

AHks(*)/ Ma(**)/ AOS(**)


AHkS

AHlS/AU

AHkS

AOS/Ma

AHks(*)/ Ma(**)/ AOS(**)

AHlS/AU

Minimum

16.492,24

16.116,88

16.514,35

26.224,56

27.586,14

23.240,28

17.728,57

18.165,79

21.432,68

Maximum

26.978,07

26.595,21

29.229,68

42.684,68

44.677,31

39.700,40

26.595,21

29.229,68

37.268,55


03 (1) x 524,65

03 (1) x 524,62

03 (1) x 546,42

03 (1) x 698,04

03 (1) x 735,63

03 (1) x 691,06

11 (2) x 731,49

11 (2) x 912,77

01 (1) x 73,79

01 (2) x 721,34

01 (2) x 721,34

01 (2) x 896,25

11 (2) x 1.306,00

11 (2) x 1.337,58

11 (2) x 1.292,94

01 (2) x 731,54

01 (2) x 912,78

02 (1) x 698,04

01 (2) x 729,38

01 (2) x 722,05

01 (2) x 912,96

11 (2) x 1.306,00

10 (2) x 735,63

10 (2) x 735,63

10 (2) x 913,97


Anciënniteit


0

16.492,24

16.116,88

16.514,35

26.224,56

27.586,14

23.240,28

17.728,57

18.165,79

21.432,68

1

17.022,19

16.646,80

17.066,30

26.922,60

28.329,20

23.938,32

21.506,47

2

17.552,14

17.176,72

17.618,25

27.620,64

29.072,26

24.636,36

18.467,45

19.087,78

22.204,51

3

18.082,09

17.706,64

18.170,20

28.318,68

29.815,32

25.334,40

22.902,55

4

19.206,33

20.009,77


5

18.810,72

18.435,27

19.075,50

29.624,68

31.166,41

26.640,40

24.208,55

6

19.945,21

20.931,76


7

19.547,47

19.164,61

19.997,68

30.930,68

32.517,50

27.946,40

25.514,55

8

20.684,09

21.853,75


9

20.290,53

19.907,67

20.920,88

32.236,68

33.868,59

29.252,40

26.820,55

10

21.422,97

22.775,74


11

21.033,59

20.650,73

21.844,08

33.542,68

35.219,68

30.558,40

28.126,55

12

22.161,85

23.697,73


13

21.776,65

21.393,79

22.767,28

34.848,68

36.570,77

31.864,40

29.432,55

14

22.900,73

24.619,72


15

22.519,71

22.136,85

23.690,48

36.154,68

37.921,86

33.170,40

30.738,55

16

23.639,61

25.541,71


17

23.262,77

22.879,91

24.613,68

37.460,68

39.272,95

34.476,40

32.044,55

18

24.378,49

26.463,70


19

24.005,83

23.622,97

25.536,88

38.766,68

40.624,04

35.782,40

33.350,55

20

25.117,37

27.385,69


21

24.748,89

24.366,03

26.460,08

40.072,68

41.975,13

37.088,40

34.656,55

22

25.856,25

28.307,68


23

25.491,95

25.109,09

27.383,28

41.378,68

43.326,22

38.394,40

35.962,55

24

26.595,21

29.229,68


25

26.235,01

25.852,15

28.306,48

42.684,68

44.677,31

39.700,40

37.268,55

27

26.978,07

26.595,21

29.229,68


(*) Voor leerkrachten algemene vakken (**) Voor leerkrachten bijzondere vakken met drie jaar beroepservaring die houder zijn van het pedagogisch bekwaamheidsbewijs Afkortingen: Ma: Opleiding tot ondernemingshoofd AOS: eindgetuigschrift van het hoger secundair onderwijs AHkS: eindgetuigschrift van het hoger onderwijs van het korte type AHlS: einddiploma van het hoger onderwijs van het lange type AU: einddiploma van een universitaire opleiding Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van 23 mei 2019 tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's.

Eupen, 23 mei 2019.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, H. MOLLERS

^