Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Duitstalige Gemeenschap van 26 februari 1997
gepubliceerd op 23 januari 1998

Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
1997033092
pub.
23/01/1998
prom.
26/02/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 FEBRUARI 1997. Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap


houdende vaststelling van de normen waaraan de opvangvoorzieningen voor bejaarden moeten voldoen De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990 en 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 9 mei 1994 betreffende de toelating, de erkenning en subsidiëring van opvangvoorzieningen voor bejaarden, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op de adviezen van de Adviescommissie voor de ziekenhuizen, bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen, gegeven op 3 juni 1996, 1 juli 1996 en 13 november 1996;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat aangepaste normen wegens de aanvragen m.b.t. de bouw van instellingen onverwijld moeten worden vastgelegd;

Op de voordracht van de Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, Besluit :

Artikel 1.Naargelang hun aard moeten de instellingen voldoen aan de normen opgenomen in de bijlagen A, B en C bij dit besluit.

Art. 2.De vóór de inwerkingtreding van dit besluit al bestaande serviceflatgebouwen en dagverzorgingscentra beschikken over een termijn van 12 maanden om zich in overeenstemming te brengen met de normen opgenomen in de bijlagen B en C.

Art. 3.De bevoegde minister mag in bijzonder gerechtvaardigde gevallen afwijkingen van de bepalingen van dit besluit toestaan.

Art. 4.Het besluit van de Executieve van 26 mei 1993 tot vaststelling van de normen waaraan de rustoorden voor bejaarden moeten voldoen, is opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 1997.

Art. 6.De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 26 februari 1997.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE Bijlage A bij het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 26 februari 1997 tot vaststelling van de normen waaraan de opvangvoorzieningen voor bejaarden moeten voldoen HOOFDSTUK I. - De normen betreffende de vrijheid van de inwonenden en de eerbied van hun overtuigingen 1. Het huishoudelijk reglement a) Elke instelling is verplicht een huishoudelijk reglement op te stellen. Een afschrift van dit huishoudelijk reglement alsmede elke latere wijziging ervan worden aan de bevoegde minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening binnen deze termijn, wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.

De wijzigingen aan het huishoudelijk reglement treden in werking dertig dagen na de bekendmaking aan de inwonende of aan zijn vertegenwoordiger.

Deze termijn geldt niet voor wettelijke verplichtingen die de inrichtende macht van het rustoord voor bejaarden op korte termijn moet nakomen. b) Het huishoudelijk reglement maakt integrerend deel van de overeenkomst en moet dus tegelijk aan elke nieuwe inwonende of aan zijn vertegenwoordiger afgegeven worden. Door een ontvangstbewijs te ondertekenen verklaart hij dat hij akkoord gaat met dit reglement. c) Het huishoudelijk reglement vermeldt volgende gegevens : - de naam van de inrichtende macht alsmede het erkenningsnummer van het rustoord voor bejaarden, overeenkomstig artikel 5 van het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 9 mei 1994 betreffende de toelating, de erkenning en subsidiëring van opvangvoorzieningen voor bejaarden; - de lijst met de rechten en plichten van de inwonenden en van de instelling; - de naam van de verantwoordelijke persoon belast met het dagelijks beheer, bij wie alle opmerkingen, bezwaren of klachten mogen worden neergelegd, zowel door de inwonenden, hun familie, hun vertegenwoordiger of bezoekers.

Deze persoon is beschikbaar met het oog hierop bij afspraak ten minste vier uren per week, verdeeld over minimum twee dagen. - het adres en het telefoonnummer van de administratieve dienst waarbij bezwaren kunnen worden ingediend; - de wijze waarop de inwonenden aan de vastlegging van de levensomstandigheden in de instelling kunnen deelnemen; - de tijdstip van de maaltijden; - volgende minimale rechten : . recht op het privé-leven van de inwonenden; . aan de inwonenden wordt de grootst mogelijke vrijheid toegelaten, voor zover deze verenigbaar is met de voorschriften van een gemeenschapsleven; . recht, in het Duits ontvangen en gepleegd te worden; . vrije keus van een arts en zijn toegang tot de instelling op de overeengekomen dag en uur, behalve bij spoedgevallen; . vrije toegang voor de familieleden, vrienden, geestelijken van de erkende godsdiensten en lekenconsulenten binnen de bepaalde bezoektijden; . volledige vrijheid van uitgang voor de inwonenden, overeenkomstig het huishoudelijk reglement, op gewone aanvraag bij een verantwoordelijke, behalve in geval van ongunstig medisch advies; . recht voor de inwonenden op de inachtneming van de persoonlijke rechten, rekening houdend met de ideologische, filosofische en godsdienstige overtuigingen. Het huishoudelijk reglement mag geen enkele clausule bevatten die hen verplichtingen van commerciële, culturele of godsdienstige aard oplegt; . dagen en uren van bezoek worden zo ruim mogelijk vastgelegd; ten minste twee uren 's namiddags en één uur na 18 uur op alle dagen, zondagen en feestdagen inbegrepen. 2. De overeenkomst Er wordt een overeenkomst gesloten tussen de inrichtende macht van de instelling en de toekomstige inwonende of zijn vertegenwoordiger;elke pagina moet geparafeerd worden.

Een type-exemplaar van de overeenkomst wordt aan de minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening binnen deze termijn, wordt de overeenkomst geacht te zijn goedgekeurd.

De overeenkomst vermeldt volgende gegevens : a) de algemene en bijzondere voorwaarden voor de plaatsing in de instelling;b) de dagelijkse of maandelijkse huurprijs, de diensten die worden gedekt en de uitvoerige opsomming van alle eventuele bijbetalingen met een tarief. De bepaling dat de inwonende, indien hij in de loop van de maand van een kamer bezit neemt, schuldig is voor een bedrag dat overeenstemt met het resterend deel van de maand. c) het bedrag van een eventueel neergelegde waarborg en de bestemming ervan.Dit bedrag mag de maandelijkse huurprijs niet overschrijden.

Volgende bepalingen zijn van toepassing op de neergelegde waarborg : - Wanneer een waarborg vereist wordt, wordt het bedrag door de partijen op een individuele rekening gestort, geopend op naam van de inwonende bij een financiële instelling, met vermelding van de bestemming : "waarborg voor elke schuldvordering die voortvloeit uit de totale of gedeeltelijke niet-naleving van verplichtingen vanwege de inwonende". - De intresten van de zo geplaatste som worden bij het kapitaal gevoegd. - Er kan over de waarborgrekening worden beschikt, zowel in kapitaal als in intresten, ten gunste van de ene of andere partij, door middel van het tonen hetzij van een schriftelijk akkoord dat later dan de afsluiting van de overeenkomst werd opgesteld, hetzij van een eensluidend afschrift van een gerechtelijke beslissing. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elk rechtsmiddel, en zonder borgtocht noch beperking van een rechtsgevolg.

Bij het einde van de overeenkomst wordt de gekapitaliseerde waarborg aan de inwonende of aan zijn rechthebbenden terugbetaald, na aftrek van alle eventuele verschuldigde kosten en vergoedingen aangegaan krachtens de overeenkomst. d) De voorwaarden van het in bewaring geven van goederen en waarden toevertrouwd door de inwonende aan de instelling evenals de modaliteiten van hun beheer.e) De voorwaarden van de financiële bijdrage van de inwonende in geval van afwezigheid voor een ononderbroken duur die zeven opeenvolgende dagen overschrijdt.f) Het nummer van de aan de inwonende toegewezen kamer met melding van het maximum aantal in deze kamer toelaatbare inwonenden, alsmede de voorwaarden voor een kamerwijziging. g) Volgende bepaling m.b.t. de ontbinding van de overeenkomst : - De overeenkomst wordt voor een onbepaalde duur afgesloten, behalve in het bijzonder geval van een voorlopig verblijf van de inwonende. - De overeenkomst mag door beide partijen met een opzeggingstermijn van 30 dagen of bij minnelijke schikking worden ontbonden.

De ontbinding geschiedt schriftelijk, bij aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs, twee dagen vóór de aanvang van de hierboven vermelde termijn. - De inwonende of zijn vertegenwoordiger die de overeenkomst zonder inachtneming van de opzeggingstermijn ontbindt, kan verplicht zijn aan de instelling een vergoeding te betalen, die overeenstemt met de huurprijs die de duur van de opzeggingstermijn dekt. - In geval van overlijden of van heengaan om medische redenen blijft de verplichting bestaan de dagelijkse huurprijs te betalen zolang de kamer niet opgeruimd is. 3. Persoonlijke gegevens betreffende de inwonende Bij de opneming van een inwonende wordt een individuele kaart opgesteld, o.a. met volgende persoonlijke gegevens : a) de volledige identiteit van de inwonende (naam, voornamen, geboorteplaats en -datum, burgerlijke stand, nationaliteit).b) de naam, het adres en het telefoonnummer van de voor de plaatsing verantwoordelijke persoon;c) de naam, het adres en het telefoonnummer van de huisarts;d) de naam, het adres en het telefoonnummer van de persoon die dient verwittigd te worden in geval van noodzaak;e) de godsdienst en/of de filosofische overtuiging van de inwonende, indien deze zulks verlangt;f) de inlichtingen betreffende de betaling (door de inwonende of zijn vertegenwoordiger, desgevallend door het OCMW);g) de inlichtingen betreffende de ziekenkas (naam, adres, categorie, inschrijvingsnummer);h) de inlichtingen betreffende het pensioen (aard, kas, rekeningnummer);i) het inventaris van de meegebrachte meubelen;j) de uitvoerige lijst van de in bewaring gekregen voorwerpen en/of geldbedragen.4. Medebeslissing van de inwonenden inzake levensomstandigheden in het rustoord voor bejaarden De medebeslissing van de inwonenden waarin punt 1, c) van de bepalingen over het huishoudelijk reglement voorziet, moet tenminste tot driemaandelijkse discussies leiden waaraan de directie van de instelling, de inwonenden en het personeel deelnemen. Een te dien einde aangewezen personeelslid een verslag over de gediscussieerde punten op. Dit verslag mag geraadpleegd worden, zowel door de inspectie als door de inwonenden of hun vertegenwoordigers.

Ten minste drie weken vóór een geplande discussie wordt de datum ervan aan het mededelingenbord bekendgemaakt. 5. Het mededelingenbord In de ontvangstzaal of in de ingang van het rustoord voor bejaarden geeft een mededelingenbord inlichtingen over : a) de naam van de directeur van de instelling en de momenten waarop hij kan worden geraadpleegd;b) het erkenningsnummer;c) de mogelijkheden om aan de vastlegging van de levensomstandigheden in het rustoord voor bejaarden te kunnen meewerken;d) het adres van de administratieve dienst bevoegd voor de inspectie van de rustoorden voor bejaarden;e) de spijskaart;f) de bezoektijden;g) de door de instelling georganiseerde activiteiten en animaties;h) de datum waarop de discussies plaatsvinden. HOOFDSTUK II. - De normen betreffende de voeding, de hygiëne en de gezondheidszorg 1. De voeding a) De inwonenden wordt ten minste één warme maaltijd per dag opgediend.b) De bereiding en de verdeling van de maaltijden vinden volgens de strikte regels van zindelijkheid en hygiëne plaats. Het voedsel is gezond en afwisselend; het is aangepast aan de gezondheidstoestand van de inwonenden. c) De door een arts voorgeschreven diëten worden in acht genomen;d) De spijskaart wordt in elke instelling ten minste één dag op voorhand op een goed zichtbare plaats bekendgemaakt. Bovendien worden de spijskaarten van de voorafgaande maand bewaard en mogen geraadpleegd worden. e) Het avondmaal mag niet vóór 17 uur worden opgediend.f) De nodige hulp wordt verleend aan de personen die onbekwaam zijn alleen te eten of te drinken.2. De hygiëne en de gezondheidszorg a) Elke WC is uitgerust met hellende steunstaven, een klerenhaak en een houder voor toiletpapier. Bovendien bevat elke WC of elk sanitair lokaal een wastafel, een zeepbakje en een handdoekrek.

De toiletten buiten de kamers van de inwonenden beschikken echter over automaten met vloeibare zeep en servetten, of over elektrische drogers. b) De dieren mogen geen toegang hebben tot de lokalen waar levensmiddelen voorbereid en bewaard worden.c) Het vaste afval, inzonderheid het keukenafval, wordt afgevoerd in goed gesloten bakken.d) Het beddegoed wordt in een staat van bestendige netheid gehouden; elke week wordt het bed in elk geval verschoond.

Alle hygiënische voorzorgsmaatregelen worden genomen ten opzichte van het bevuilde linnen dat noodzakelijkerwijs buiten de voor de inwonenden toegankelijke lokalen wordt gehouden. e) Drinkwater is naar believen beschikbaar.f) De baden of douches moeten dagelijks kunnen worden gebruikt. De nodige hulp wordt verstrekt aan personen die onbekwaam zijn zich alleen te wassen. g) Vóór hun opneming in het rustoord voor bejaarden leveren de inwonenden een medisch attest af bekrachtigend dat zij niet door een besmettelijke ziekte zijn aangetast.h) Alle maatregelen worden genomen om besmettelijke ziekten te voorkomen.De bevoegde inspectie wordt geraadpleegd bij elk betwistbaar geval. Elke besmettelijke ziekte wordt haar door de verantwoordelijke van de instelling onverwijld medegedeeld.

Het rustoord voor bejaarden is verantwoordelijk voor de handhaving van de hygiëne en van gelijksoortige maatregelen in alle activiteitsgebieden, zoals b.v. onderhoud van de ruimten, voorbereiding van de maaltijden, organisatie van de reserves en verzorging van de inwonenden. i) Voor elke inwonende wordt een verpleegkundig dossier bijgehouden waarin de naam en de richtlijnen van de geneesheer, de uitvoering van de richtlijnen, de opmerkingen van het met de uitvoering ervan belast personeel alsmede iedere andere aangeboden verzorging vastgesteld worden. Het dossier bevat een verpleegplan, afgestemd op de persoonlijke behoeften van de inwonende. j) Bij de ploegwisseling deelt de verantwoordelijke verzorgingschef in een schriftelijk bericht, dat in een daarvoor bestemd register vastgesteld wordt, alle inlichtingen mede betreffende de gebeurtenissen en de punten waarop men moet letten.k) Het verpleegkundig dossier, het register alsmede alle technico-administratieve documenten moeten door de inspectie van de rustoorden voor bejaarden kunnen worden geraadpleegd. De inhoud van het medisch dossier mag daarentegen niet worden medegedeeld.

De verantwoordelijken van de instelling zijn ertoe verplicht de individuele kaarten en de medische richtlijnen betreffende alle inwonenden gedurende een periode van twee jaar volgend op hun overlijden of vertrek te bewaren. 3. Animatie in de instelling De animatie in het rustoord voor bejaarden is een belangrijk element voor het welzijn van de inwonenden en dient daarom zo veel mogelijk in het dagelijks werk geïntegreerd te worden. HOOFDSTUK III. - De veiligheidsnormen Het rustoord voor bejaarden voldoet aan de veiligheidsnormen vastgelegd door de Regering.

HOOFDSTUK IV. - De normen betreffende het aantal, de kwalificatie en de moraliteit van de in de rustoorden voor bejaarden tewerkgestelde personen 1. De normen betreffend het personeel Het rustoord voor bejaarden moet over een voldoend aantal gekwalificeerde personeelsleden beschikken, zodat de inwonenden de hele dag de nodige verzorging verstrekt wordt en aan de bepalingen van hoofdstuk II kan worden voldaan. De minimale normen voor de verzorging zijn, onafhankelijk van de noodzakelijke hulpverlening, als volgt vastgelegd : a) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor elk volledig schijf van 10 verdere bedden is een bijkomende persoon met een deeltijdse betrekking noodzakelijk.

Een ziek personeelslid moet na ten minste één maand vervangen worden. b) De nachtwaker moet ten minste twee keer per nacht naar de kamers gaan om het welzijn van de inwonenden te verifiëren, behoudens schriftelijke mededeling van de inwonende.Het in punt 2, j), van hoofdstuk II bedoelde register moet de uren van de ronden vermelden. c) Zijn er 60 bedden of minder bezet, dan moet één persoon de nachtwacht waarnemen. Zijn er meer dan 60 maar minder dan 100 bedden bezet, dan moet een tweede persoon altijd beschikbaar en oproepbaar zijn.

Zijn er 100 bedden of meer bezet, dan moet een tweede nachtwaker opgeroepen worden. d) De verantwoordelijke directeur van de instelling mag zelf geen nachtwacht waarnemen.Wanneer de verantwoordelijke directeur aan de verzorging deelneemt, wordt hij ten hoogste als een personeelslid met een halftijdse betrekking in aanmerking genomen in instellingen met 20 bedden en meer.

In instellingen met minder dan 20 bedden, kan hij als een personeelslid met een voltijdse betrekking in aanmerking genomen worden, indien hij bewijzen kan dat hij tijdens die tijd werkelijk met de verzorging belast is. e) De door de RSZ uitgereikte attesten alsmede alle andere documenten betreffende het personeel kunnen als bewijs voor de gepresteerde uren dienen.2. Kwalificatie van het verplegend personeel Het verplegend personeel moet ten minste de volgende kwalificatie kunnen bewijzen : a) Men moet voor de ononderbroken aanwezigheid van een personeelslid zorgen dat houder is van een bekwaamheidsgetuigschrift van gezins- en bejaardenhelper of sanitaire helper. Het met vrucht beëindigd eerste studiejaar van het brevet en van het graduaat in verpleegkundige verzorging alsmede het diploma van bejaardenverzorger, uitgereikt door het federale ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin worden als gelijkwaardig verklaard.

De bevoegde minister kan andere opleidingen erkennen.

Het bekwaamheidsgetuigschrift bepaald in het eerste lid wordt vereist noch voor de personen die reeds op 9 september 1992 in de instelling tewerkgesteld waren en die op dat ogenblik een vergelijkbare ervaring in een vergelijkbare instelling kunnen bewijzen d.w.z. twee jaar voor een voltijdse betrekking en drie jaar voor een deeltijdse betrekking, noch voor de personen die aan een door de minister erkende bijscholing voor verplegend personeel van rustoorden voor bejaarden of aan een door de GRABA georganiseerde opleiding tot gezins- of bejaardenverzorger hebben deelgenomen. b) Voor 30 bedden die bezet zijn, moet een gediplomeerde verzorger met een voltijdse betrekking tewerkgesteld worden.Er moet in de dagelijkse aanwezigheid van een verzorger worden voorzien.

Voor een hoger of lager aantal bedden wordt de tijd van tewerkstelling van de verplegers evenredig berekend.

Deze prestaties mogen geheel of gedeeltelijk door onafhankelijke verplegers of verpleegdiensten geleverd worden die met het rustoord voor bejaarden een verdrag hebben gesloten. c) De andere personeelsleden moeten ten minste houder zijn van een geldig door de bevoegde minister erkend brevet van EHBO-er.d) Een voltijdse betrekking kan door meerdere personeelsleden met een deeltijdse betrekking worden waargenomen, op voorwaarde dat deze houder zijn van het vereiste bekwaamheidsgetuigschrift of brevet.3. Kwalificatie van de directeur van de instelling De directeur van de instelling en/of de voor het beheer verantwoordelijke persoon moet ten minste houder zijn van het getuigschrift van hoger secundair onderwijs, behalve wanneer hij een vijfjarige ervaring als directeur van een rustoord voor bejaarden kan bewijzen. Bovendien moet hij aan een voortgezette opleiding als directeur van rustoorden voor bejaarden hebben deelgenomen die door de bevoegde minister erkend is.

De directeurs van rustoorden voor bejaarden die bij de inwerkingtreding van dit besluit in functie zijn, hoeven niet aan deze voorwaarden te voldoen. 4. Documenten ter inzage Een bord dat op elk ogenblik de naam, de functie en de kwalificatie van de personeelsleden aangeeft, moet door elke inwonende of door zijn vertegenwoordiger kunnen worden geraadpleegd.5. Moraliteit van het tewerkgesteld personeel Alle personen die in het rustoord voor bejaarden tewerkgesteld zijn, moeten bij hun aanwerving en op verzoek van de inspectie van de rustoorden voor bejaarden een voor de openbare administraties bestemd bewijs van goed zedelijk gedrag leveren. De erkenning kan worden geweigerd of ingetrokken wanneer een personeelslid, in België of in het buitenland werd veroordeeld bij een gerechtelijke beslissing van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis voor één der overtredingen genoemd bij Boek II, Titel VII, Hoofdstukken V, VI en VII, Titel VIII, Hoofdstukken I, II, IV en VI en Titel IX, Hoofdstukken I en II van het strafwetboek, behalve indien de veroordeling voorwaardelijk was, en indien de belanghebbende het voordeel van het uitstel niet heeft verloren, of indien de gestrafte feiten niet werden begaan ter gelegenheid van een gelijksoortige activiteit en meer dan vijf jaar zijn verlopen sedert de uitspraak van het vonnis of desgevallend sedert het einde van de vrijheidsstraf. HOOFDSTUK V. - De normen betreffende het gebouw a) De gebouwen worden regelmatig onderhouden en beschut tegen vocht of insijpeling.b) Wat ook het verwarmingssysteem der lokalen mag zijn, dit mag geen enkele uitwaseming van vlammen, gas of stof veroorzaken in de voor de bejaarden zonder bewaking toegankelijke lokalen.c) Bij gelijk welk weer moet de temperatuur 22° kunnen bereiken in de kamers en verblijfzalen en 18° in de andere voor de bejaarden toegankelijke lokalen.d) Het gebruikte water wordt overeenkomstig de regels inzake hygiëne afgevoerd.e) Een toereikende verlichting wordt standvastig vereist in al de voor de inwonenden toegankelijke lokalen.Zij wordt aangepast aan de activiteiten die in deze lokalen plaatsvinden. f) De openingen voor daglicht bedragen ten minste het zesde van de oppervlakte van de verblijfzalen en van de kamers van de inwonenden. De vensters van deze lokalen bieden de gelegenheid een zicht te hebben op de natuurlijke omgeving, echter zonder risico van ongevallen. g) In de instellingen moet in een lift worden voorzien, indien er ten minste twee verdiepingen zijn boven het normaal evacuatieniveau.h) Alle rustoorden voor bejaarden moeten over een verblijfzaal beschikken. In de instellingen die voor het eerst na de 26 mei 1993 werden erkend, wordt een verblijfzaal per verdieping aangelegd die voor alle inwonenden toegankelijk is, welke ook hun afhankelijkheidsgraad mag zijn. i) De gangen en de trappen zijn voldoende breed en voorzien van leningen of steunstaven op beide kanten. De eerste en de laatste trede, evenals elke afgezonderde trede wordt op de rand voorzien van een kleurige band die tegen de vloerbedekking goed afsteekt.

Het rustoord voor bejaarden moet voor de personen in rolstoel toegankelijk zijn. j) Elk rustoord voor bejaarden beschikt over een rouwkamer.Deze ligt ver van de kamers van de inwonenden. k) Elke kamer is genummerd. De naam van de bewoners komt op de buitenzijde van de kamer voor, behalve indien zij of hun vertegenwoordiger zich ertegen verzetten.

In een individuele kamer bevat het meubilair ten minste : een bed, een kleerkast, een tafel, een fauteuil, een stoel en een nachtkastje met lade. l) Wanneer de kamer verscheidene bedden bevat, dan bedraagt de ruimte tussen de bedden, in lengte zowel als in breedte, minimum 0,90 m. Bovendien ligt elk bed minimum 0,80 m ver van een venster.

Eén of verscheidene tafels met stoelen moeten de bewoners van de kamer de mogelijkheid bieden tegelijk hun maaltijden te gebruiken. Mobiele scheidingsvlakken tussen de bedden en de wastafels maken het elke bewoner mogelijk een minimum privacy te hebben.

In de gemeenschappelijke kamers bestaat het meubilair voor elke persoon ten minste uit een bed, een kleerkast, een zetel en een nachtkastje met lade.

De kamers moeten beschikken over een verlichtingssysteem dat van het bed bereikbaar is en de andere bewoners van de kamer niet stoort. m) Elk lokaal toegankelijk voor de inwonenden, WC en badkamer inbegrepen, is voorzien van een gemakkelijk bereikbaar oproepsysteem. In de kamers is dit oproepsysteem bereikbaar vanuit bedden en fauteuils.

Het oproepsysteem is technisch zo ontworpen dat men, zowel overdag als 's nachts, elke oproep bestendig kan lokaliseren en hem snel kan beantwoorden. n) De werkelijke minimale oppervlakte bedraagt ten minste 12 m2/persoon in de individuele kamers en 10 m2/persoon in de kamers met verscheidene bedden, sanitaire lokalen niet inbegrepen. Voor instellingen erkend de vóór de inwerkingtreding van dit besluit erkende instellingen en de instellingen waarvoor bouw-, ombouw- of uitbreidingsontwerpen werden goedgekeurd of op dat ogenblik werden uitgevoerd, mag de oppervlakte van de individuele kamers niet minder dan 10 m2 bedragen.

Het eerste lid van deze bepaling is ook van toepassing op de toename van de opvangcapaciteit door middel van ombouwerken, bijgebouwen of uitbreidingswerken in rustoorden die vóór de inwerkingtreding van dit besluit erkend werden. o) De kamers met verscheidene bedden mogen niet meer dan 2 bedden bevatten. In de instellingen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit erkend werden, mogen de kamers met verscheidene bedden niet meer dan vier bedden bevatten.

Het eerste lid van deze bepaling is ook van toepassing op de toename van de opvangcapaciteit door middel van ombouwerken, bijgebouwen of uitbreidingswerken in rustoorden die vóór de inwerkingtreding van dit besluit erkend werden. p) In de instellingen die kamers met verscheidene bedden bevatten, wordt een isoleerkamer voorzien die beantwoordt aan de voorgeschreven verplichtingen voor de individuele kamers.q) De inwonenden en de personeelsleden hebben toegang tot afzonderlijke fatsoenlijke sanitaire voorzieningen.r) Alle kamers beschikken over een geïntegreerd toilethoek, bestaande uit een wastafel met warm en koud stromend water voor telkens ten hoogste twee inwonenden, een WC en een douche.Per verdieping moet eveneens in een voor de gehandicapte inwonenden toegankelijke badkamer worden voorzien.

Het eerste lid van deze bepaling is ook van toepassing op de toename van de opvangcapaciteit door middel van ombouwerken, bijgebouwen of uitbreidingswerken in rustoorden die vóór de inwerkingtreding van dit besluit erkend werden.

In de instellingen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit erkend werden, bevat de sanitaire voorziening ten minste een WC voor zes inwonenden alsmede een voor de gehandicapte inwonenden toegankelijk WC voor tien inwonenden. Bovendien moet er per verdieping in een badkuip en een douche worden voorzien die voor de gehandicapte inwonenden toegankelijk zijn. Alle kamers beschikken voor telkens ten hoogste twee inwonenden over een wastafel met warm en koud stromend water.

Alle WC's zijn gemakkelijk toegankelijk voor de inwonenden. Zij beschikken over een rechtstreekse luchtverversing of een behoorlijke ventilatie. Hun deur moet buitenwaarts kunnen worden geopend.

De douche is zo ontworpen dat de waterstraal georiënteerd kan worden.

De badkuip en de douche moeten van een anti-slip bekleding worden voorzien. s) Alle rustoorden voor bejaarden moeten over voldoende groene ruimten beschikken die ook voor de gehandicapte inwonenden toegankelijk zijn. HOOFDSTUK V. - De normen betreffende de boekhouding a) Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk wenden alle rustoorden voor bejaarden de boekhouding aan die gebaseerd is op het gestandaardiseerd minimaal rekeningsstelsel.De bevoegde minister kan daaromtrent bepalingen vastleggen. b) De boekhouding van de instelling mag te allen tijde door de inspectie van de rustoorden voor bejaarden gecontroleerd worden.Zij moet bovendien jaarlijks, vóór einde maart van het daaropvolgend jaar, aan de bevoegde inspectie betekend worden.

Te dien einde moet de boekhouding door een bedrijfsrevisor goedgekeurd worden. c) Voor elke inwonende wordt maandelijks een rekening bijgehouden met details over : - de door het rustoord voor bejaarden betaalde kosten voor dienstverleningen en leveringen alsmede de maandelijkse huur- en verzorgingsprijs; - het eventueel saldo ten gunste van de inwonende of van het rustoord voor bejaarden.

Deze gedetailleerde rekening alsmede de eventuele bewijsstukken moeten de inwonende of zijn vertegenwoordiger vóór het einde van de daaropvolgende maand worden uitgereikt. d) Het geheel van de individuele rekeningen is het voorwerp van een bijzondere rekening in de globale boekhouding van de instelling of van een afzonderlijke boekhouding. Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 26 februari 1997 tot vaststelling van de normen waaraan de opvangvoorzieningen voor bejaarden moeten voldoen.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE Bijlage B tot het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 26 februari 1997 tot vaststelling van de normen waaraan de opvangvoorzieningen voor bejaarden moeten voldoen HOOFDSTUK I. - De normen betreffende de vrijheid van de inwonenden en de eerbied van hun overtuigingen in serviceflatgebouwen 1. Het huishoudelijk reglement a) Elke instelling is verplicht een huishoudelijk reglement op te stellen. Een afschrift van dit huishoudelijk reglement alsmede elke latere wijziging worden aan de bevoegde minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening binnen deze termijn, wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.

De wijzigingen aan het huishoudelijk reglement treden in werking dertig dagen na de bekendmaking aan de inwonende of aan zijn vertegenwoordiger.

Deze termijn geldt niet voor wettelijke verplichtingen die de inrichtende macht van de serviceflatgebouwen op korte termijn moet nakomen. b) Het huishoudelijk reglement maakt integrerend deel van de in punt 2 vermelde overeenkomst en moet dus tegelijk aan elke nieuwe inwonende of aan zijn vertegenwoordiger afgegeven worden. Door een ontvangstbewijs te ondertekenen, verklaart hij dat hij akkoord gaat met het reglement. c) Het huishoudelijk reglement vermeldt volgende gegevens : - de naam van de inrichtende macht alsmede het erkenningsnummer van de serviceflatgebouwen, zoals voorzien in artikel 5 van het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 9 mei 1994 betreffende de toelating, de erkenning en subsidiëring van opvangvoorzieningen voor bejaarden; - de rechten en plichten van de inwonenden en van de instelling; - volgende minimale rechten : . recht op het privé-leven en op de zelfstandigheid van de inwonenden; . recht voor de inwonenden in het Duits ontvangen en gepleegd te worden; . vrije keus van een arts, een apotheker, een verpleger en van alle diensten van de gezondheidszorg, huishoudelijke en paramedische diensten en zijn vrije toegang tot de instelling; - de naam van de verantwoordelijke persoon belast met het dagelijks beheer, bij wie alle opmerkingen, bezwaren of klachten mogen worden neergelegd.

Deze persoon is beschikbaar met het oog hierop bij afspraak ten minste twee uren per week. - het adres en het telefoonnummer van de administratieve dienst waarbij bezwaren kunnen worden ingediend; - de wijze waarop de inwonenden van de serviceflatgebouwen aan activiteiten van het rustoord voor bejaarden kunnen deelnemen alsmede andere aanbiedingen die serviceflatgebouwen eigen zijn. 2. De overeenkomst tussen de instelling en de inwonende Er wordt een overeenkomst gesloten tussen de inrichtende macht van de instelling en de toekomstige inwonende en/of zijn vertegenwoordiger; elke pagina moet geparafeerd worden.

Een type-exemplaar van de overeenkomst wordt aan de minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening binnen deze termijn, wordt de overeenkomst geacht te zijn goedgekeurd.

De overeenkomst vermeldt volgende gegevens : a) de algemene en bijzondere voorwaarden voor het verblijf in de instelling;b) de bepaling dat de serviceflatgebouwen slechts voor valide bejaarden beschikbaar zijn en dat die validiteit door een medische expertise moet worden vastgesteld voordat de bejaarde de woning betrekt; De medische expertise wordt op grond van het in de volgende tabel vastgelegde profiel opgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De vastgelegde geschiktheidscriteria zijn beslissend voor de opneming in een serviceflatgebouw. Personen die aan één der criteria van 1 tot 8 beantwoorden, mogen niet in een serviceflatgebouw worden opgenomen.

Een hulpbehoevende die samen met een valide persoon woont t.w. een persoon die aan geen der criteria beantwoordt en die de hulpbehoevende persoon de nodige hulp zelf of via een intensieve hulp van andere diensten verleent (criteria 9 en 10), mag in een serviceflatgebouw worden opgenomen; c) De bepaling dat de inwonenden in staat moeten zijn zich weten te redden d.w.z. dat die personen weinig hulp nodig hebben voor het huishouden en hun verzorging.

De instelling kan bijstand verlenen voor het huishouden; de eventuele zorgen moeten echter door de dienst voor thuiszorg worden verstrekt; d) de voorwaarden m.b.t. de woningwijziging, in het bijzonder de verhuizing naar het rustoord voor bejaarden of naar het rust- en verzorgingstehuis; e) de maandelijkse huurprijs, de diensten die worden gedekt en de uitvoerige opsomming van alle bijbetalingen voor de andere gevraagde diensten met een tarief.f) alle door de inwonende uit te voeren onderhouds-, renovatie-, herstellings- en uitrustingswerken;g) de modaliteiten voor de tussenkomst van de nooddienst, overeenkomstig de bepalingen vastgelegd in hoofdstuk IV, punt m);de instelling kan deze dienst zelf organiseren of beroep doen op andere diensten; h) het bedrag van een eventueel neergelegde waarborg en de bestemming ervan.Dit bedrag mag de maandelijkse huurprijs niet overschrijden.

Volgende bepalingen zijn van toepassing op de neergelegde waarborg : - Wanneer een waarborg vereist wordt, wordt het bedrag door de partijen op een individuele rekening gestort, geopend op naam van de inwonende bij een openbare of private financiële instelling, met vermelding van de bestemming : "waarborg voor elke schuldvordering die voortvloeit uit de volledige of gedeeltelijke niet-naleving van verplichtingen vanwege de inwonende". - De intresten van de zo geplaatste som worden bij het kapitaal gevoegd. - Er kan over de waarborgrekening worden beschikt, zowel in kapitaal als in intresten, ten gunste van de ene of andere partij, door middel van het tonen hetzij van een schriftelijk akkoord dat later dan de afsluiting van de overeenkomst werd opgesteld, hetzij van een eensluidend afschrift van een gerechtelijke beslissing. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elk rechtsmiddel, en zonder borgtocht noch beperking van een rechtsgevolg.

Bij het einde van de overeenkomst wordt de gekapitaliseerde waarborg aan de inwonende of aan zijn rechthebbenden terugbetaald, na aftrek van alle eventuele verschuldigde kosten en vergoedingen aangegaan krachtens de overeenkomst. i) De plaatsbeschrijving. j) De voorwaarden m.b.t. de toelating van dieren. k) Volgende bepalingen m.b.t. de ontbinding van de overeenkomst : - De overeenkomst wordt voor een onbepaalde duur afgesloten. - De overeenkomst mag door beide partijen met een opzeggingstermijn van 60 dagen of bij minnelijke schikking worden ontbonden. De ontbinding geschiedt schriftelijk, bij aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs, twee dagen vóór de aanvang van de hierboven vermelde termijn. - De inwonende of zijn vertegenwoordiger die de overeenkomst zonder inachtneming van de opzeggingstermijn ontbindt, kan verplicht zijn aan de instelling een vergoeding te betalen, die overeenstemt met de duur van de vastgelegde opzeggingstermijn. - In geval van overlijden of van heengaan om medische redenen blijft de verplichting bestaan de afgesproken prijs te betalen zolang de kamer niet opgeruimd is. 3. Persoonlijke gegevens betreffende de inwonende Bij de opneming van een inwonende wordt een individuele kaart opgesteld, o.a. met volgende persoonlijke gegevens : a) de volledige identiteit van de inwonende (naam, voornamen, geboorteplaats- en datum, burgerlijke stand, nationaliteit).b) de naam, het adres en het telefoonnummer van het te contacteren familielid;c) de naam, het adres en het telefoonnummer van de huisarts;d) de naam, het adres en het telefoonnummer van de persoon die dient verwittigd te worden in geval van nood;e) de inlichtingen betreffende de betaling (door de inwonende of zijn vertegenwoordiger, desgevallend door het OCMW);f) de inlichtingen betreffende de ziekenkas (naam, adres, categorie, inschrijvingsnummer);g) de inlichtingen betreffende het pensioen (aard, kas, rekeningnummer);h) het inventaris van de meegebrachte meubelen;i) Mits toestemming van de inwonende bepaalde inlichtingen over zijn gezondheidstoestand, de daaromtrent in acht te nemen punten en de medicatie. HOOFDSTUK II. - De veiligheidsnormen De serviceflatgebouwen voldoen aan de wettelijke bepalingen die de wijze waarop zij gebouwd zijn, eigen zijn.

HOOFDSTUK III. - De normen betreffende het verplegend personeel Indien een rustoord voor bejaarden een nooddienst organiseert, moet het ervoor zorgen dat een voldoend aantal gekwalificeerde personeelsleden ter beschikking staan om overdag en `s nachts in noodgeval te kunnen interveniëren, overeenkomstig het tussenkomstprincipe bedoeld in hoofdstuk I, 2 g) van deze bijlage.

De kwalificatie vermeld in het eerste lid moet beantwoorden aan de minimale normen vastgelegd in dit besluit, bijlage A, hoofdstuk IV, 2 a) en b). HOOFDSTUK IV. - De normen betreffende het gebouw a) De gebouwen worden regelmatig onderhouden en beschut tegen vocht of insijpeling.b) Wat ook het verwarmingssysteem der lokalen mag zijn, dit mag geen enkele uitwaseming van vlammen, gas of stof veroorzaken in de voor de bejaarden zonder bewaking toegankelijke lokalen.c) Bij gelijk welk weer moet de temperatuur 22° kunnen bereiken in de kamers en verblijfzalen en 18° in de andere voor de bejaarden toegankelijke lokalen.d) Een toereikende verlichting wordt standvastig vereist in al de voor de inwonenden toegankelijke lokalen.Zij wordt aangepast aan de activiteiten die in deze lokalen plaatsvinden. e) De openingen voor daglicht bedragen ten minste het zesde van de oppervlakte van de woningen. De vensters van deze lokalen bieden de gelegenheid een zicht te hebben op de natuurlijke omgeving, echter zonder risico van ongevallen. f) De onmiddellijke omgeving van de serviceflatgebouwen moet over een voldoende groene ruimte beschikken.g) Het gebruikte water wordt overeenkomstig de regels inzake hygiëne afgevoerd.h) Alle kamers beschikken over een geïntegreerd toilethoek, bestaande uit een wastafel met warm en koud stromend water, een WC en een douche.Per 10 woningen moet eveneens in een voor de gehandicapte inwonenden toegankelijke badkamer worden voorzien.

De WC's zijn gemakkelijk toegankelijk voor de inwonenden. Zij beschikken over een rechtstreekse luchtverversing of een behoorlijke ventilatie. Hun deur moet buitenwaarts kunnen worden geopend.

Elke WC is voorzien van hellende steunstaven. Die is bovendien uitgerust met een zeepbakje en een handdoekrek.

De douche is zo ontworpen dat de waterstraal georiënteerd kan worden.

De badkuip en de douche moeten van een anti-slip bekleding worden voorzien. i) Alle woningen beschikken over een kookruimte bestaande uit kookplaten, een koelkast en een spoelbak.j) Alle woningen zijn op de televisie en op de telefoon aangesloten.k) De inwonenden richten zelf de woningen in.l) Alle woningen beschikken over een individuele brievenbus en over een bel.m) De toegangsdeuren van de woningen zijn uitgerust met een cilinderslot.n) In elk flatgebouw moet de inwonenden een voldoend aantal wasmachines en droogautomaten of waslijnen ter beschikking gesteld worden.o) Er moet in een lift worden voorzien, indien er ten minste twee verdiepingen zijn boven het normaal evacuatieniveau.p) Alle lokalen van de woning, WC en badkamer inbegrepen, zijn voorzien van een gemakkelijk bereikbaar oproepsysteem.In de slaapkamers is dit oproepsysteem bereikbaar vanuit de bedden.

Het oproepsysteem is technisch zo ontworpen dat men, zowel overdag als `s nachts, elke oproep bestendig kan lokaliseren en snel kan beantwoorden. Bovendien is dit oproepsysteem ook van een intercomsysteem voorzien waarmee het verplegend personeel van de instelling of van de inrichtende macht van de nooddienst onmiddellijk met de inwonende in contact kan treden. q) De gangen en de trappen zijn voldoende breed en voorzien van leningen of steunstaven op beide kanten. De eerste en de laatste trede, evenals elke afgezonderde trede wordt op d rand voorzien van een kleurige band die tegen de vloerbedekking goed afsteekt. r) De werkelijke minimale oppervlakte bedraagt 30 m2 in de individuele woningen en 40 m2 in de woningen voor twee personen, sanitaire lokalen niet inbegrepen. HOOFDSTUK V. - De normen betreffende de boekhouding a) De resultaten van de serviceflatgebouwen moeten in de boekhouding duidelijk worden aangegeven.De bevoegde minister kan daaromtrent bepalingen vastleggen. b) De boekhouding van de instelling mag te allen tijde door de inspectie van de rustoorden voor bejaarden gecontroleerd worden.Zij moet bovendien jaarlijks, vóór einde maart van het daaropvolgend jaar, aan de bevoegde inspectie betekend worden. c) Voor elke inwonende wordt maandelijks een rekening bijgehouden met details over : - de door de inrichtende macht betaalde kosten voor dienstverleningen en leveringen alsmede het door de inwonende maandelijks te betalen bedrag; - het eventueel saldo ten gunste van de inwonende of van de inrichtende macht.

Deze gedetailleerde rekening alsmede de eventuele bewijsstukken moeten de inwonende of zijn vertegenwoordiger vóór het einde van de daaropvolgende maand worden uitgereikt. d) Het geheel van de individuele rekeningen voor de inwonenden is het voorwerp van een bijzondere rekening in de globale boekhouding van de instelling of van een afzonderlijke boekhouding. Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 26 februari 1997 tot vaststelling van de normen waaraan de opvangvoorzieningen voor bejaarden moeten voldoen.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE Bijlage C tot het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 26 februari 1997 tot vastlegging van de normen waaraan de opvangvoorzieningen voor bejaarden moeten voldoen HOOFDSTUK I. - De normen betreffende de vrijheid van de gebruikers van de dagverzorgingscentra en de eerbied van hun overtuigingen 1. Het huishoudelijk reglement a) Elke instelling is verplicht een huishoudelijk reglement op te stellen. Een afschrift van dit huishoudelijk reglement alsmede elke latere wijziging worden aan de bevoegde minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Bij ontstentenis van betekening binnen deze termijn, wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.

De wijzigingen aan het huishoudelijk reglement treden in werking dertig dagen na de bekendmaking aan de gebruiker van de diensten verleend door de instelling of aan zijn vertegenwoordiger.

Deze termijn geldt niet voor wettelijke verplichtingen die de inrichtende macht van het dagverzorgingscentrum op korte termijn moet nakomen. b) Het huishoudelijk reglement maakt integrerend deel van de begeleidingsovereenkomst en moet dus tegelijk aan elke nieuwe gebruiker of aan zijn vertegenwoordiger afgegeven worden. Door een ontvangstbewijs te ondertekenen, verklaart hij dat hij akkoord gaat met het reglement. c) Het huishoudelijk reglement vermeldt volgende gegevens : - de naam van de inrichtende macht alsmede het erkenningsnummer van de instelling, overeenkomstig artikel 5 van het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 9 mei 1994 betreffende de toelating, de erkenning en subsidiëring van opvangvoorzieningen voor bejaarden; - de rechten en plichten van de gebruikers en van de instelling alsmede het doel van de begeleiding in het dagverzorgingscentrum; - volgende minimale rechten : . recht op het privé-leven van de gebruikers; . recht voor de gebruikers in het Duits ontvangen en gepleegd te worden; . vrije keus van een arts en zijn toegang tot de instelling op de overeengekomen dag en uur, behalve bij spoedgevallen; . vrije toegang voor de familieleden, vrienden, geestelijken van de erkende godsdiensten en lekenconsulenten binnen de in het huishoudelijk reglement bepaalde bezoektijden; . de inachtneming van de persoonlijke rechten, rekening houdend met de ideologische, filosofische en godsdienstige overtuigingen. Het huishoudelijk reglement mag geen enkele clausule bevatten die de gebruikers verplichtingen van commerciële, culturele of godsdienstige aard oplegt; . de naam van de verantwoordelijke persoon belast met het dagelijks beheer, bij wie alle opmerkingen, bezwaren of klachten mogen worden neergelegd, zowel door de gebruikers van het dagverzorgingscentrum, hun familie en hun vertegenwoordigers.

Deze persoon is beschikbaar met het oog hierop, bij afspraak, ten minste vier uren per week, verdeeld over minimum twee dagen.

Indien het dagverzorgingscentrum aan een rustoord voor bejaarden is aangesloten, kunnen de spreekuren met die van het rustoord samenvallen. . het adres en het telefoonnummer van de administratieve dienst waarbij die bezwaren kunnen worden ingediend; . de tijdstip van de maaltijden. 2. De begeleidingsovereenkomst Er wordt een overeenkomst gesloten tussen de inrichtende macht van de instelling en de toekomstige gebruiker of zijn vertegenwoordiger;elke pagina moet geparafeerd worden.

Een type-exemplaar van de overeenkomst wordt aan de minister ter goedkeuring voorgelegd die binnen dertig dagen over de verlening of de weigering van de goedkeuring beslist. Behalve bij tegenstrijdig advies binnen deze termijn wordt het huishoudelijk reglement geacht te zijn goedgekeurd.

De overeenkomst vermeldt volgende gegevens : a) de algemene en bijzondere voorwaarden voor de opneming in het dagverzorgingscentrum;b) de dagelijkse prijs voor de begeleiding, de diensten die worden gedekt en de uitvoerige opsomming van alle eventuele bijbetalingen met een tarief. De inrichtende macht kan een minimaal aantal dagen begeleiding vastleggen, waarbij tenminste drie weken verlof aan de gebruikers worden verleend. c) het wekelijks begeleidingsprogramma. De mededeling van de wijzigingen aan dat programma kan aan een termijn worden onderworpen die in de overeenkomst moet worden vastgelegd. d) het bedrag van een eventueel neergelegde waarborg en de bestemming ervan.Dit bedrag mag de maandelijkse prijs voor de begeleiding niet overschrijden.

Volgende bepalingen zijn van toepassing op de neergelegde waarborg : - Wanneer een waarborg vereist wordt, wordt het bedrag door de partijen op een individuele rekening gestort, geopend op naam van de gebruiker bij een openbare of private financiële instelling, met vermelding van de bestemming : "waarborg voor elke schuldvordering die voortvloeit uit de totale of gedeeltelijke niet-naleving van verplichtingen vanwege de gebruiker". - De intresten van de zo geplaatste som worden bij het kapitaal gevoegd. - Er kan over de waarborgrekening worden beschikt, zowel in kapitaal als in intresten, ten gunste van de ene of andere partij, door middel van het tonen hetzij van een schriftelijk akkoord dat later dan de afsluiting van de overeenkomst werd opgesteld, hetzij van een eensluidend afschrift van een gerechtelijke beslissing. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elk rechtsmiddel, en zonder borgtocht noch beperking van een rechtsgevolg.

Bij het einde van de overeenkomst wordt de gekapitaliseerde waarborg aan de gebruiker of aan zijn rechthebbenden terugbetaald, na aftrek van alle eventuele verschuldigde kosten en vergoedingen aangegaan krachtens de overeenkomst. e) Volgende bepalingen m.b.t. de ontbinding van de overeenkomst : - De begeleidingsovereenkomst wordt voor een onbepaalde duur afgesloten, behalve in het bijzonder geval van een voorlopige begeleiding van de inwonende. - De overeenkomst mag door beide partijen met een opzeggingstermijn van 30 dagen of bij minnelijke schikking worden ontbonden.

De ontbinding geschiedt schriftelijk, bij aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs, twee dagen vóór de aanvang van de hierboven vermelde termijn. - De gebruiker of zijn vertegenwoordiger die de overeenkomst zonder inachtneming van de opzeggingstermijn ontbindt, kan verplicht zijn aan de instelling een vergoeding te betalen, die overeenstemt met het aantal begeleidingsdagen, zoals bepaald in het wekelijks begeleidingsprogramma dat noodzakelijk is om de duur van de opzeggingstermijn te dekken. - Indien de gebruiker om medische redenen niet meer door het dagverzorgingscentrum kan worden begeleid, wordt de overeenkomst voor ten hoogste een maand geschorst. Wordt die termijn overschreden, dan wordt de overeenkomst geacht beëindigd te zijn. Een medisch attest is in dit geval vereist. - In geval van overlijden van de gebruiker eindigt de overeenkomst van rechtswege. 3. Persoonlijke gegevens betreffende de gebruiker Bij het begin van de begeleiding wordt voor elke gebruiker een individuele kaart opgesteld, o.a. met volgende gegevens : a) de volledige identiteit van de gebruiker (naam, voornamen, geboorteplaats- en datum, burgerlijke stand, nationaliteit);b) desgevallend de naam, het adres en het telefoonnummer van de voor de plaatsing verantwoordelijke persoon;c) de naam, het adres en het telefoonnummer van de huisarts;d) de naam, het adres en het telefoonnummer van de persoon die dient verwittigd te worden in geval van nood;e) de godsdienst en/of filosofische mening van de inwonende, indien deze zulks verlangt;f) de inlichtingen betreffende de betaling (door de inwonende of zijn vertegenwoordiger, desgevallend door het OCMW);g) de inlichtingen betreffende de ziekenkas (naam, adres, categorie, inschrijvingsnummer); HOOFDSTUK II. - De normen betreffende de aangeboden begeleiding De aangeboden begeleiding moet ten minste volgende aspecten in acht nemen : 1. de zorgverlening 2.de mogelijkheid om maaltijden te krijgen 3. de ergotherapie en het oefenen om zelfstandiger te worden 4.de gymnastiek en kinesitherapie 5. de animaties en groepsactiviteiten 6.de geïndividualiseerde raadgevingen en gesprekken 7. een facultatief pendelvervoer De diensten opgenomen onder de punten 1, 2 en 6 moeten dagelijks worden verleend. Ten minste één der diensten vermeld onder de punten 3, 4 en 5 moet dagelijks worden verleend.

Het dagverzorgingscentrum moet een wekelijks programma opstellen dat het dagelijks tijdschema en alle geplande activiteiten en aangeboden diensten van de week opsomt.

Het dagverzorgingscentrum moet ten minste drie werkdagen open zijn, tijdens ten minste 5 uren per dag. HOOFDSTUK III. - De normen betreffende de voeding, de hygiëne en de gezondheidszorg 1. De voeding a) Indien de gebruikers aanwezig zijn tijdens de etenstijd, wordt hen een maaltijd opgediend.Ingeval van aansluiting bij een rustoord voor bejaarden kan de daar aangeboden maaltijd ook in het dagverzorgingscentrum worden aangeboden; b) De bereiding van de maaltijden en de verdeling ervan vinden volgens de strikte regels van zindelijkheid en hygiëne plaats. Het voedsel is gezond en afwisselend; het is aangepast aan de gezondheidstoestand van de gebruikers De door een arts voorgeschreven dieetvoeding wordt bereid in overleg met de instelling; c) De spijskaart wordt ten minste één dag op voorhand op een goed zichtbare plaats bekendgemaakt. Bovendien worden de spijskaarten van de voorafgaande maand bewaard ter inzage van de Inspectie van de rustoorden voor bejaarden. d) De nodige hulp wordt verleend aan de personen die onbekwaam zijn alleen te eten of te drinken.2. De hygiëne en de gezondheidszorg a) Elke WC is uitgerust met hellende steunstaven, een klerenhaak en toiletpapier. Bovendien bevat elke WC of elk sanitair lokaal een wastafel, een zeephouder, servetten of een elektrische droger. b) De dieren mogen geen toegang hebben tot de lokalen waar levensmiddelen voorbereid en bewaard worden.c) Het vaste afval, inzonderheid het keukenafval, wordt in goed gesloten bakken afgevoerd.d) Drinkwater is naar believen beschikbaar.e) Vóór hun begeleiding in het dagverzorgingscentrum leveren de gebruikers een medisch attest af bekrachtigend dat zij niet door een besmettelijke ziekte zijn aangetast.f) Alle nodige maatregelen worden genomen om besmettelijke ziekten te voorkomen.De bevoegde inspectie wordt geraadpleegd bij elk betwistbaar geval.

Het rustoord voor bejaarden is verantwoordelijk voor de handhaving van de hygiëne en van gelijksoortige maatregelen in alle activiteitsgebieden, zoals b.v. onderhoud van de ruimten, voorbereiding van de maaltijden, organisatie van de reserves en verzorging van de gebruikers. g) Voor elke gebruiker wordt een begeleidingsdossier bijgehouden waarin de richtlijnen van de geneesheer, de naam van deze geneesheer, de uitvoering van de richtlijnen, de opmerkingen van het met de uitvoering van deze richtlijnen belast personeel alsmede iedere andere aangeboden verzorging vastgesteld worden. Om « activerende » zorgen te waarborgen bevat dit dossier een begeleidingsplan afgestemd op de persoonlijke behoeften van de gebruiker en opgesteld door het hele medische team. h) Bij de ploegwisseling deelt de verantwoordelijke verzorgingschef in een schriftelijk bericht dat in een daarvoor bestemd register vastgesteld wordt alle inlichtingen mede betreffende de gebeurtenissen en de punten waarop men moet letten.i) Het begeleidingsdossier, het register alsmede alle technico-administratieve documenten moeten door de Inspectie van de rustoorden voor bejaarden kunnen worden geraadpleegd.De inhoud van het medisch dossier mag daarentegen niet worden medegedeeld.

De verantwoordelijken van het dagverzorgingscentrum zijn ertoe verplicht de individuele kaarten en de medische richtlijnen betreffende alle gebruikers gedurende een periode van twee jaar volgend op hun overlijden of op het einde van de begeleiding te bewaren. HOOFDSTUK IV. - De veiligheidsnormen Het dagverzorgingscentrum voldoet aan de wettelijke bepalingen die de wijze waarop het gebouwd is, eigen zijn.

HOOFDSTUK V. - De normen betreffende het aantal, de kwalificatie en de moraliteit van de in dagverzorgingscentra tewerkgestelde personen 1. De normen betreffend het personeel Het rustoord voor bejaarden moet over een voldoend aantal gekwalificeerde personeelsleden beschikken, zodat de gebruikers de nodige begeleiding verkrijgen.Bovendien moet voor het onderhoud en de netheid van de lokalen gezorgd worden. 2. Minimale kwalificatie van het begeleidingspersoneel Het begeleidingspersoneel moet ten minste de volgende kwalificatie hebben : a) Men moet voor de ononderbroken aanwezigheid van een personeelslid zorgen dat houder is van een bekwaamheidsgetuigschrift van gezins- en bejaardenhelper, van sanitaire helper of opvoeder. Het bekwaamheidsgetuigschrift bepaald in het eerste lid wordt niet vereist voor de personen die aan een door de minister erkende bijscholing voor verplegend personeel van rustoorden voor bejaarden of aan een door de GRABA georganiseerde opleiding tot gezins- of bejaardenhelper hebben deelgenomen.

De bevoegde minister kan andere opleidingen erkennen. b) Er moet in de dagelijkse aanwezigheid van een verzorger worden voorzien voor de uitvoering van sommige technische zorgprestaties m.b.t. de verpleging.

Deze prestaties mogen geheel of gedeeltelijk door onafhankelijke verzorgers of verzorgingsdiensten geleverd worden die met het dagverzorgingscentrum een verdrag hebben gesloten. c) Er moet in de dagelijkse aanwezigheid van een kinesitherapeut gezorgd worden voor de revalidatieverstrekkingen.d) Een voltijdse betrekking kan door meerdere personeelsleden met een deeltijdse betrekking worden waargenomen op voorwaarde dat deze houder zijn van het vereiste bekwaamheidsgetuigschrift of brevet.3. Kwalificatie van de directeur De directeur van de instelling en/of de voor het beheer verantwoordelijke persoon moet over het getuigschrift van hoger secundair onderwijs beschikken, behalve wanneer hij (zij) bij de inwerkingtreding van dit besluit een ervaring als directeur van een rustoord voor bejaarden kan bewijzen die meer dan jaar beloopt.4. Documenten ter inzage Een bord dat op elk ogenblik de naam, de functie en de kwalificatie van de personeelsleden aangeeft, moet door elke gebruiker of zijn vertegenwoordiger kunnen worden geraadpleegd.5. Moraliteit van het tewerkgesteld personeel Alle personen die in het dagverzorgingscentrum tewerkgesteld zijn, moeten bij hun aanwerving en op verzoek van de inspectie van de rustoorden voor bejaarden een voor de openbare administraties bestemd bewijs van goed zedelijk gedrag leveren. De erkenning kan worden geweigerd of ingetrokken wanneer één van deze personen, in België of in het buitenland werd veroordeeld bij een gerechtelijke beslissing van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis voor één der overtredingen genoemd bij Boek II, Titel VII, hoofdstukken V, VI en VII, Titel VIII, hoofdstukken I, II, IV en VI en Titel IX, hoofdstukken I en II van het strafwetboek, behalve indien de veroordeling voorwaardelijk was, en indien de belanghebbende het voordeel van het uitstel niet heeft verloren, of indien de gestrafte feiten niet werden begaan ter gelegenheid van een gelijksoortige activiteit en meer dan vijf jaar zijn verlopen sedert de uitspraak van het vonnis of desgevallend sedert het einde van de vrijheidsstraf.

HOOFDSTUK VI. - De normen betreffende het gebouw a) De gebouwen worden regelmatig onderhouden en beschut tegen vocht of insijpeling;b) Wat ook het verwarmingssysteem der lokalen mag zijn, dit mag geen enkele uitwaseming van vlammen, gas of stof veroorzaken in de voor de gebruikers zonder bewaking toegankelijke lokalen.c) Bij gelijk welk weer moet de temperatuur 22° kunnen bereiken in de kamers en verblijfzalen en 18° in de andere voor de gebruikers toegankelijke lokalen;d) Het gebruikte water wordt overeenkomstig de regels inzake hygiëne afgevoerd.e) Een toereikende verlichting wordt standvastig vereist in al de voor de gebruikers toegankelijke lokalen.Zij wordt aangepast aan de activiteiten die in deze lokalen plaatsvinden; f) De openingen voor daglicht bedragen ten minste het zesde van de oppervlakte van de verblijf- en rustzalen. De vensters van deze lokalen bieden de gelegenheid een zicht te hebben op de natuurlijke omgeving, echter zonder risico van ongevallen. g) In de instellingen moet in een lift worden voorzien, indien er ten minste twee verdiepingen zijn boven het normaal evacuatieniveau.h) De gangen en de trappen zijn voldoende breed en voorzien van leningen of steunstaven op beide kanten. De eerste en de laatste trede, evenals elke afgezonderde trede wordt op de rand voorzien van een kleurige band die tegen de vloerbedekking goed afsteekt.

Het dagverzorgingscentrum moet voor de personen in rolstoel toegankelijk zijn.

De rust-, verblijf- en verzorgingszalen alsmede de sanitaire voorzieningen moeten op dezelfde verdieping zijn. i) Het dagverzorgingscentrum beschikt over volgende lokalen : - een rustzaal met voldoende luie stoelen; - een verblijfzaal of meerdere verblijfzalen van 6 m2 per erkende plaats; - een verzorgingszaal of een bureau; - een bad of een douche en een WC die toegankelijk zijn voor de gehandicapten per 10 erkende plaatsen alsmede een WC per 6 erkende plaatsen; - een rommelkamer voor het materiaal, en kamers voor de animatie en de oefeningen, voor zover deze niet voorhanden zijn in het rustoord voor bejaarden waaraan het centrum is aangesloten. j) Alle WC's zijn gemakkelijk toegankelijk voor de gebruikers.Zij beschikken over een rechtstreekse luchtverversing of een behoorlijke ventilatie. Hun deur moet buitenwaarts kunnen worden geopend.

De douche is zo ontworpen dat de waterstraal georiënteerd kan worden.

De badkuip en de douche moeten van een anti-slip bekleding worden voorzien. k) Elk lokaal toegankelijk voor de gebruikers, WC en badkamer inbegrepen, waarin er niet voor de bestendige aanwezigheid van een lid van het verplegend personeel wordt gezorgd, is voorzien van een gemakkelijk bereikbaar oproepsysteem. In de rustzalen is dit oproepsysteem bereikbaar vanuit iedere luie stoel.

Het oproepsysteem is technisch zo ontworpen dat men elke oproep bestendig kan lokaliseren en hem snel kan beantwoorden. l) Het personeel heeft toegang tot afzonderlijke fatsoenlijke sanitaire voorzieningen;m) Het dagverzorgingscenrum moet over voldoende groene ruimten beschikken die ook voor de gehandicapte gebruikers toegankelijk zijn. HOOFDSTUK VII. - De normen betreffende de boekhouding a) De resultaten van de dagverzorgingscentra moeten in de algemene boekhouding duidelijk worden aangegeven.De bevoegde minister kan daaromtrent bepalingen vastleggen. b) De boekhouding van de instelling mag te allen tijde door de inspectie van de rustoorden voor bejaarden gecontroleerd worden.Zij moet bovendien jaarlijks, vóór einde maart van het daaropvolgend jaar, aan de bevoegde inspectie betekend worden.

Te dien einde moet de boekhouding door een bedrijfsrevisor goedgekeurd worden. c) Voor elke gebruiker wordt maandelijks een rekening bijgehouden met details over : - de door de instelling betaalde kosten voor dienstverleningen en leveringen alsmede de dagelijkse prijs; - het eventueel saldo ten gunste van de gebruiker of van de instelling.

Deze gedetailleerde rekening alsmede de eventuele bewijsstukken m.b.t. de lopende maand moeten de gebruiker of zijn vertegenwoordiger vóór het einde van de daaropvolgende maand worden uitgereikt. d) Alle individuele rekeningen van de gebruikers van dagverzorgingscentra zijn het voorwerp van een bijzondere rekening in de globale boekhouding van de instelling of van een afzonderlijke boekhouding. Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 26 februari 1997 tot vaststelling van de normen waaraan de opvangvoorzieningen voor bejaarden moeten voldoen.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE

^