Etaamb.openjustice.be
Document van 28 april 1999
gepubliceerd op 13 oktober 1999

Besluit van de Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de bevordering van infocentra inzake woning voor bejaarden

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
1999033082
pub.
13/10/1999
prom.
28/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/28/1999033082/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 APRIL 1999. - Besluit van de Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de bevordering van infocentra inzake woning voor bejaarden


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993 en 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 18 december 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998, gewijzigd bij de decreten van 16 februari 1998, 17 juni 1998 en 30 november 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister bevoegd inzake Begroting, gegeven op 28 april 1999;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 december 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er in het Duitse taalgebied reeds een initiatief bestaat met het oog op de informatie inzake woning en op de financiële tegemoetkoming als woningen ten gunste van bejaarden aangepast worden, dat dit initiatief aan de bestaande dringende behoeften beantwoordt, zodat het noodzakelijk is een wettelijke grondslag aan zulke initiatieven te geven;

Op de voordracht van de Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt de voorwaarden voor de subsidiëring van infocentra inzake woning voor bejaarden in de Duitstalige Gemeenschap.

De infocentra inzake woning hebben tot doel : 1° de bejaarden te adviseren inzake woning;2° desgevallend een financiële tegemoetkoming te verlenen indien de woning moet worden aangepast.

Art. 2.De aanvrager kan een gemeente, een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, een intercommunale of een vereniging zonder winstgevend doel zijn.

Art. 3.Het infocentrum inzake woning moet de in artikel 1 beschreven diensten in tenminste 3 gemeenten van de Duitstalige Gemeenschap aanbieden, waar een soortgelijk aanbod nog niet bestaat.

Art. 4.De als adviseur tewerkgestelde persoon moet tenminste het getuigschrift van hoger secundair onderwijs bezitten en een voor dit vakgebied nuttige stage of een opleiding of voortgezette opleiding van ten minste 6 maanden hebben volbracht.

Art. 5.Het infocentrum moet jaarlijks ten minste 40 consulten houden.

Jaarlijks dient het centrum, ten laatste in de maand maart, een activiteitsverslag over het afgelopen jaar in.

Art. 6.Binnen de perken van de beschikbare middelen bepaalt de bevoegde minister naargelang de behoeften van elke gemeente het bedrag dat aan de infocentra inzake woning als toelage wordt toegekend.

In de Duitstalige Gemeenschap mogen hoogstens 2 infocentra inzake woning worden gesubsidieerd.

Elk infocentrum verkrijgt maximaal 250.000 F.

Art. 7.De toelage wordt als volgt uitbetaald: 1° een voorschot van 70 % van het bedrag verleend door de minister na het indienen van volgende documenten: - een analyse van de behoeften m.b.t. het doeleinde vastgelegd in artikel 1; - de identiteit van de in artikel 4 vermelde persoon en het bewijs dat ze aan de voorwaarden vastgelegd in hetzelfde artikel voldoet; - het financieel plan van het infocentrum; 2° het saldo wordt na het indienen van een staat met de werkelijke loon- en werkingskosten, van het bewijs dat het minimum aantal consulten is bereikt en, vanaf het tweede jaar van de inbedrijfstelling van het infocentrum, van het activiteitsverslag over het afgelopen jaar, zoals bepaald in artikel 5.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 1999.

Art. 9.De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 28 april 1999.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE

^