Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 januari 2019
gepubliceerd op 03 mei 2019

Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2019201299
pub.
03/05/2019
prom.
31/01/2019
ELI
eli/besluit/2019/01/31/2019201299/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP


31 JANUARI 2019. - Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 13 december 2016 tot oprichting van een Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, artikel 14, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen;

Gelet op het voorstel van de raad van bestuur van de Dienst voor zelfbeschikkend leven, gedaan op 7 september 2018;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 12 november 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 9 november 2018;

Gelet op de aanvraag om advies uit te brengen binnen een termijn van dertig dagen, welke aanvraag bij de Raad van State werd ingediend op 10 december 2018 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;

Overwegende dat dit advies niet binnen de gestelde termijn werd afgegeven;

Overwegende dat die maatregel ter kennis werd gebracht van de organiserende instanties van de instellingen;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden, Na beraadslaging, Besluit: Artikel 1 - In artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen, laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Regering van 17 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1 - De verblijfkosten van de begunstigden worden per onderhoudsdag als volgt vastgesteld:

0-3 jaar

3-12 jaar

12 jaar en meer

Voeding

4,5578 €

4,5578 €

5,7895 €

Kleding

0,6159 €

1,6014 €

1,9708 €

Beddengoed (en was)

0,2463 €

0,1848 €

0,1848 €

Ander linnen (was)

0,8621 €

0,8621 €

0,8621 €

Herstelling van schoenen

0,0000 €

0,0616 €

0,0616 €

Gewone farmaceutische kosten

0,0616 €

0,0616 €

0,0616 €

Ondergoed

0,0616 €

0,0616 €

0,0616 €

Toiletbenodigdheden en kappen

0,2463 €

0,2463 €

0,2463 €

Educatieve activiteiten

0,1232 €

0,6159 €

0,8621 €

Verzekeringen

0,3696 €

0,3696 €

0,3696 €

Onderhoudsproducten

0,0987 €

0,0987 €

0,0987 €

Onderhoud van gebouwen (herstellingen verven)

0,6159 €

0,6159 €

0,6159 €

Water, gas, elektriciteit, brandstoffen

2,5867 €

2,5867 €

2,5867 €

Belastingen

0,0247 €

0,0247 €

0,0247 €

Kantoorkosten

0,8621 €

0,8621 €

0,8621 €

Godsdienst of lekenmoraal

0,0000 €

0,1232 €

0,1232 €

Verhoging vanaf 1 juli 1974

1,4782 €

1,4782 €

1,4782 €

Dienstverplaatsingen

0,1848 €

0,1848 €

0,1848 €

Allerlei

0,2463 €

0,2463 €

0,2463 €

Totaal:

13,2418 €

14,8433 €

16,6906 €


2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het bedrag "0,6038 euro" vervangen door het bedrag "0,6159 euro" en het bedrag "1,1473 euro" vervangen door het bedrag "1,1702 euro";3° in paragraaf 2, derde lid, wordt het bedrag "0,9058 euro" vervangen door het bedrag "0,9239 euro";4° in paragraaf 5, tweede lid, wordt het bedrag "0,2464 euro" vervangen door het bedrag "0,2513 euro", wordt het bedrag "0,6778 euro" vervangen door het bedrag "0,6914 euro" en het bedrag "1,8484 euro" vervangen door het bedrag "1,8854 euro";5° in paragraaf 6 wordt het bedrag "0,2415 euro" vervangen door het bedrag "0,2463 euro", wordt het bedrag "0,3624 euro" vervangen door het bedrag "0,3696 euro" en wordt het bedrag "0,6038 euro" vervangen door het bedrag "0,6159 euro";6° in paragraaf 7 wordt het bedrag "0,2415 euro" vervangen door het bedrag "0,2463 euro". Art. 2 - In artikel 8 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het bedrag "2,4153 euro" vervangen door het bedrag "2,4636 euro" en wordt het bedrag "3,0191 euro" vervangen door het bedrag "3,0795 euro";2° in het tweede lid wordt het bedrag "1,8114 euro" vervangen door het bedrag "1,8476 euro" en wordt het bedrag "1,2077 euro" vervangen door het bedrag "1,2318 euro". Art. 3 - In artikel 9 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2018, wordt het bedrag "0,8452 euro" vervangen door het bedrag "0,8621 euro".

Art. 4 - In artikel 10 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het bedrag "0,2415 euro" vervangen door het bedrag "0,2463 euro";2° in het tweede lid wordt het bedrag "0,4831 euro" vervangen door het bedrag "0,4928 euro" en wordt het bedrag "0,9662 euro" vervangen door het bedrag "0,9855 euro". Art. 5 - In artikel 23 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 12 januari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het vijfde lid wordt vervangen als volgt: "De subsidiëring van de personeelskosten voor het jaar 2019 wordt berekend op basis van het maximale aantal personeelsuren dat op 31 december 2018 is vastgelegd en door de Dienst voor zelfbeschikkend leven is goedgekeurd, met inbegrip van de goedgekeurde uren voor diensten van private ondernemingen." 2° het artikel wordt aangevuld met een zesde lid, luidende: "Bij de berekening van de aanneembare personeelskosten die voor de dagprijs in aanmerking worden genomen, wordt rekening gehouden met de weddeschalen bepaald in het besluit van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid".Voor de toewijzing van de weddeschalen bepaald in het voormelde besluit van de Regering van 22 juni 2001 worden de functies en toegangsvoorwaarden voor de toepassing van dit besluit gepreciseerd in de bijlage van dit besluit." Art. 6 - In artikel 27, derde lid, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2018, worden de woorden "voor het jaar 2018" vervangen door de woorden "voor het jaar 2019".

Art. 7 - In hetzelfde besluit wordt de bijlage gevoegd bij dit besluit opnieuw ingevoegd als bijlage 1.

Art. 8 - Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019, met uitzondering van artikel 5, 2°, en artikel 7, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2018.

Art. 9 - De minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 31 januari 2019 Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap: De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS

Bijlage bij het besluit van de Regering van 31 januari 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen Toewijzing van de weddeschalen van bijlage 1 van het besluit van de Regering van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid"

Functie

Toegangsvoorwaarde/diplomavereiste

Nr van de weddeschaal

A. Opvoedend personeel


Opvoeder klasse I (m/v)

Houder van een einddiploma of studieattest van het hoger onderwijs, ten minste een onderwijs met volledig leerplan van het korte type of cursussen voor sociale promotie van het korte type; studierichtingen: pedagogie, psychologie, sociale of paramedische wetenschappen .

13

Opvoeder klasse IIA (m/v)

Houder van één der volgende diploma's: - een einddiploma of een studieattest van het hoger secundair onderwijs in de studierichtingen pedagogie, sociale of paramedische wetenschappen of opvoeding; - een brevet van verpleegkundige; - een gelijkwaardig diploma in de vermelde richtingen, behaald via bijscholing of een aanvullende opleiding ; - een afgesloten modulaire aanvullende opleiding van de Dienst voor zelfbeschikkend leven .

8

Medewerkers met opvoedende functies (m/v)

De modulaire aanvullende opleiding van de Dienst voor zelfbeschikkend leven afgesloten hebben.

8

Opvoeder klasse IIB (m/v)

Houder van een einddiploma of studieattest van het hoger secundair onderwijs (algemene of technische opleiding) De activiteit als opvoeder mag niet langer dan 5 opeenvolgende jaren uitgeoefend worden.

In de loop van die periode zijn de medewerkers ertoe verplicht ofwel deel te nemen aan de modulaire aanvullende opleiding of aan een opleiding om de kwalificatie als opvoeder klasse IIA of IA te verwerven.

8

Opvoeder klasse III (m/v)

Houder van één van de volgende bekwaamheidsbewijzen: - diploma of getuigschrift van het lager secundair onderwijs (algemene of technische opleiding) ; - brevet, getuigschrift of studieattest van het hoger secundair beroepsonderwijs (met vrucht beëindigd); - getuigschrift van ziekenoppasser of brevet van ziekenhuisbediende/brevet van ziekenhuisassistent .

7

Hoofdopvoeder (m/v)

Houder van een bachelordiploma in de pedagogie, psychologie, sociologie of paramedische wetenschappen + gedurende drie jaar educatieve activiteiten uitgeoefend hebben in instellingen voor personen met ondersteuningsbehoefte. Die betrekking kan uitsluitend door de Dienst voor zelfbeschikkend leven toegewezen worden als de educatieve activiteiten van de inrichting ook in een filiaalinrichting of in het kader van een bijzonder project uitgeoefend worden.

13bis


B. Leidend personeel


Leider/verantwoordelijke (m/v)

Een bachelor- of graduaatdiploma in één van de gebieden vermeld in A of D.

14

Directeur/master (m/v)

Een master- of licentiaatsdiploma in de gebieden vermeld in D.

16

C. Administratief personeel en onderhoudspersoneel


Administratief medewerker (m/v)

Houder van een einddiploma of studieattest van het lager secundair onderwijs (algemene of technische opleiding)

4

Opsteller (m/v)

Houder van - een einddiploma of studieattest van het hoger secundair onderwijs (algemene of technische opleiding) een attest van de dienst voor arbeidsbemiddeling dat men geslaagd is voor een opleiding tot polyvalente kantoorbediende; - houder van een eindeleertijdsgetuigschrift van de Middenstand (Gesellenbrief) als vervoercommissionair

5

Boekhouder 2de klasse (m/v)

Houder - van een einddiploma of studieattest van het hoger secundair onderwijs (algemene of technische opleiding), studierichting handel; - een attest uitgereikt door de Dienst voor arbeidsbemiddeling na een met vrucht gevolgde opleiding tot hulpboekhouder; - een eindeleertijdsgetuigschrift (Gesellenbrief) als boekhouder .

6

Onderhoudswerkman (m/v)

Ongeschoold werkman

2

Geschoold onderhoudswerkman (m/v)

Werkman met beroepservaring zonder einddiploma of studieattest

2

Eerste geschoold werkman (m/v)

Geschoold werkman - houder van een einddiploma of studieattest (waaruit blijkt dat de studies met vrucht zijn gevolgd) van het hoger secundair onderwijs (technische of beroepsopleiding); - houder van een eindeleertijdsgetuigschrift van de middenstandsopleiding (Gesellenbrief); - houder van een praktijkcertificaat van de middenstandsopleiding met 3 jaar nuttige beroepservaring. Geschoold onderhoudswerkman met overeenstemmende bekwaamheid: - met minstens 5 jaar nuttige beroepservaring verworven in de eigen dienst; - met minstens 10 jaar nuttige beroepservaring.

3

D. Bijzondere functies


Maatschappelijk werker/maatschappelijk assistent (m/v)

Bachelor ou graduaat in dat gebied

13

Verpleger A2 (m/v)

Houder van een brevet van verpleegkundige

11

Verpleger A1 (m/v)

Bachelor ou graduaat in dat gebied

13

Kinesitherapeut (m/v)

Bachelor ou graduaat in dat gebied

13

Logopedist (m/v)

Bachelor ou graduaat in dat gebied

13

Ergotherapeut (m/v)

Bachelor ou graduaat in dat gebied

13

Assistent in de psychologie (m/v)

Bachelor ou graduaat in dat gebied

13

Therapeut in psychomotoriek (m/v)

Bachelor ou graduaat in dat gebied

13

Kinderverzorger (m/v)

Diploma in dat gebied of kleuterschoolassistent of kinderbegeleider

8

Gezins- en sanitaire hulp (m/v)

Diploma in dat gebied

8

Gezins- en bejaardenhelp(st)er

Diploma in dat gebied

8

Zorgkundige (m/v)

Diploma in dat gebied

8

Master in de psychologie

Master- of licentiaatsdiploma

15

Master in de pedagogie

Master- of licentiaatsdiploma

15

Master in de kinesitherapie

Master- of licentiaatsdiploma

15

Master in de sociologie

Master- of licentiaatsdiploma

15

Master in de logopedie

Master- of licentiaatsdiploma

15

Huisarts (m/v)

Houder van het diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde

17

Arts-specialist (m/v)

Houder van het diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde alsmede van een specialisatie die vereist is overeenkomstig het advies van de erkenningscommissie van geneesheren-specialisten.

18


Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van 31 januari 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen.

Eupen, 31 januari 2019.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap: De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS

^