Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 03 juni 2004
gepubliceerd op 12 juli 2004

Besluit 2004/542 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot goedkeuring van het organiek reglement van het onderwijzend personeel van het Instituut Alexandre Herlin

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2004031353
pub.
12/07/2004
prom.
03/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/03/2004031353/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JUNI 2004. - Besluit 2004/542 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot goedkeuring van het organiek reglement van het onderwijzend personeel van het Instituut Alexandre Herlin


Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de wet van 6 juli 1970 betreffende het speciale en geïntegreerde onderwijs;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de hervorming der Brusselse instellingen gewijzigd door de wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 mei 2004 tot vastlegging van het statuut van een aantal categorieën van personeelsleden van het door de Franse Gemeenschapscommissie georganiseerde onderwijs dat noch van het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs afhangt noch van het decreet van 31 januari 2002 tot vaststelling van het statuut van het gesubsidieerde technische personeel van de officieel gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 mei 2004 tot vaststelling van de omkaderingsnormen van de onderwijsinstellingen van de Franse Gemeenschapscommissie voor het niet gesubsidieerde onderwijzend personeel;

Gelet op het advies van de lokale paritaire commissie uitgebracht op 5 maart 2004;

Overwegende de noodzaak een reglement aan te nemen waarin de hoofdfuncties van het onderwijzend personeel van het Instituut Herlin worden bepaald en hun verhouding tegenover hun hiërarchie;

Op de voordracht van de Voorzitter van het College, bevoegd voor Onderwijs, Besluit :

Artikel 1.Het College van de Franse Gemeenschapscommissie hecht zijn goedkeuring aan het hierbij ingesloten organiek reglement van het onderwijzend personeel van het Instituut Alexandre HERLIN.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2004.

Art. 3.Het Lid van het College bevoegd voor Onderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 3 juni 2004.

Voor het College : E. TOMAS, Minister-Voorzitter van het College, bevoegd voor Onderwijs

INSTITUUT ALEXANDRE HERLIN ORGANIEK REGLEMENT VAN HET ONDERWIJZEND PERSONEEL III. Organiek reglement

Artikel 1.Het Instituut Alexandre Herlin organiseert een bijzonder onderwijs in de zin van de wet op het bijzonder en geïntegreerd onderwijs van 06 juli 1970.

Het bestaat uit : - een basisafdeling (kleuter en lager) - een secundaire lagere en hogere afdeling (technisch en professioneel) - een internaat

Art. 2.Het Instituut wordt geplaatst onder het enig gezag van de Directeur/trice van de inrichting. Deze staat onder het rechtstreekse gezag van de van dienst zijnde Hoofdadviseur/euse van de dienst van het Onderwijs. Hij/zij krijgt de volmacht van de van dienst zijnde Hoofdadviseur/euse van de logistieke dienst voor het beheer van zijn administratief en arbeiderspersoneel.

De Directeur/trice staat in voor de psycho-pedagogische, administratieve en sociale directie van de inrichting.

Hij/zij is de gesprekspartner van de inrichtende macht.

Art. 3.de Directeur/trice wordt inzonderheid belast met : - de directie van en de controle op de onderzoeken; - de handhaving van de veiligheid, de orde en de discipline; - de uitvoering van beslissingen van de inrichtende macht; - de opstelling van het lessenrooster; - de samenstelling en de behandeling van de dossiers van het personeel; - de regeling van de activiteiten van het personeel; - de vervulling van de door de relaties van de inrichting met de verschillende overheden en de ouders van de leerlingen opgelegde taken.

Art. 4.De Directeur/trice besteedt zijn/haar tijd volledig aan de inrichting. Tijdens de eerste week van juli en vanaf de eerste werkdag die volgt op 15 augustus staat hij/zij in voor een permanentie van minimaal 4 uren dagelijks, bijgestaan, om beurten, door een lid van het personeel dat de administratieve taken waarneemt (de beide secretaris- bibliothecarissen, de econoom/e internaat en de leden van het administratief personeel van de diensten van het College) en door de leden van het opvoedend hulppersoneel tijdens de eerste week van juli en de laatste week van augustus. Naargelang van de behoeften, kan hij/zij beroep doen op de vrijwilligheid van alle andere personeelsleden.

Art. 5.In geval van afwezigheid of verhindering van de Directeur/trice, wordt hij/zij vervangen door een lid van het onderwijzend personeel dat hij/zij aanduidt in overleg met de inrichtende macht.

Art. 6.Het onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel, het paramedisch, psychologisch en maatschappelijk personeel wordt onder het hiërarchisch gezag geplaatst van de Directeur/trice van de inrichting.

Als overgangsmaatregel wordt het niet onderwijzend medisch en paramedisch personeel geplaatst onder het functionele gezag van de Directeur/trice van de inrichting en onder het hiërarchisch gezag van de van dienst zijnde Hoofdadviseur/euse van de dienst Onderwijs en dit zolang dit personeel ter beschikking blijft van het Instituut.

Art. 7.Een coördinator/trice van het secundair onderwijs wordt rechtstreeks geplaatst onder het gezag van de Directeur/trice van de inrichting.

Hij/zij wordt belast met het organisatorisch en pedagogisch beheer van het secundair onderwijs, de externe contacten en de organisatie van de stages van de leerlingen.

Art. 8.Een secretaris -bibliothecaris wordt geplaatst onder het gezag van de Directeur/trice van de inrichting.

Art. 9.Zolang deze ambtenaar ter beschikking blijft van het Instituut, wordt de vastbenoemde professor bibliothecaris onder het gezag geplaatst van de Directeur/trice van de inrichting.

Art. 10.De Directeur/trice van het basisonderwijs wordt geplaatst onder het gezag van de Directeur/trice van de inrichting. Hij/zij is belast met de discipline en de pedagogische directie van de kleuter- en lagere afdelingen en met de administratie van diezelfde afdelingen.

Hij/zij bepaalt de bevoegdheden, stelt de lesroosters op en formuleert aan de Directeur/trice van de inrichting elk voorstel dat de goede werking van het basisonderwijs zou kunnen verbeteren en de promotie ervan vrijwaren.

De Directeur/trice van het basisonderwijs staat in voor de permanenties gedurende de eerste week van juli en de laatste week van de maand augustus.

Art. 11.De Bestuurder/ster van het Internaat wordt onder het gezag geplaatst van de Directeur/trice van de inrichting.

Hij/zij is verantwoordelijke voor het administratief, pedagogisch, financieel en materieel beheer van het Internaat.

De Bestuurder/ster van het Internaat staat in voor de permanenties gedurende dezelfde periodes als de Directeur/trice van de inrichting.

Art. 12.De opvoeders/sters, een econoom/e van het internaat, een secretaris - bibliothecaris en het technisch en onderhoudspersoneel wordt onder het functionele gezag geplaatst van de Bestuurder/ster van het Internaat.

Art. 13.Een hoofdopvoeder wordt, als overgangsmaatregel, belast met de werkverdeling van de opvoeders en het opstellen van hun respectieve uuroosters. Zolang hij/zij ter beschikking blijft van de inrichting, staat hij/zij onder het gezag van de Bestuurder/ster van het Internaat.

IV. Niet gesubsidieerd onderwijzend personeel.

Art. 14.Het kader van het niet gesubsidieerd onderwijzend personeel van het Instituut bestaat uit : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld en bevat bovendien een uitdovende personeelsformatie bestaande uit : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 15.Het aantal interne opvoeders/sters in het kader komt overeen met een omkadering van 16 interne leerlingen.

Het Instituut kan beschikken over bijkomende functies van interne opvoeders/sters, wat overeenkomt met een halftijdse betrekking per bijkomende groep van 2 interne leerlingen.

Art. 16.De interne opvoeders moeten binnen de limieten van hun wekelijks uurrooster, tevens een functie van extern opvoeder waarnemen overdag in de schoot van de onderwijsinrichting en dit bovenop de uren die ze voor het internaat presteren.

Gezien om te worden bijgevoegd bij het besluit 2004/542 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot goedkeuring van het organieke reglement van het onderwijzend personeel van het Instituut Alexandre HERLIN. Voor het College : E. TOMAS, Minister-Voorzitter van het College, Bevoegd voor Onderwijs.

^