Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 11 september 1997
gepubliceerd op 03 december 1997

Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 tot oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding ervan

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1997031480
pub.
03/12/1997
prom.
11/09/1997
ELI
eli/besluit/1997/09/11/1997031480/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 SEPTEMBER 1997. Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 tot oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding ervan


Het College, Gelet op het decreet van 5 juni 1997 tot oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 juni 1997;

Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met Begroting, gegeven op 30 juni 1997;

Gelet op de bespreking van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 3 juli 1997 over het verzoek om advies van de Raad van State binnen een termijn van ten hoogste drie dagen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 juli 1997 overeenkomstig artikel 84, 1ste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende de hoogdringendheid die is ingegeven door de noodzaak van uitvoering van de nieuwe adviesopdrachten die voortvloeien uit de overdracht van de uitoefening van bevoegheden inzake Welzijnszorg en Gezondheid voor de Franse Gemeenschapscommissie en door de noodzaak van de spoedige vervanging van de leden van de huidige Adviesraad wier mandaat is verstreken, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikelen 138 en 178 ervan. HOOFDSTUK II. - De Leden van de Afdelingen en van het Bureau Afdeling 1. - Samenstelling van de afdelingen

Art. 2.De afdeling "Thuishulp en -verpleging" is samengesteld uit 14 werkende en 14 plaatsvervangende leden : 4 leden vertegenwoordigen de inrichtende machten; 3 leden vertegenwoordigen de werknemers van de sectoren; 3 leden vertegenwoordigen de gebruikers of de doelgroepen; 4 leden zijn benoemd als deskundige.

Art. 3.De afdeling "Ambulante diensten" is samengesteld uit 24 werkende en 24 plaatsvervangende leden : 6 leden vertegenwoordigen de inrichtende machten; 6 leden vertegenwoordigen de werknemers van de sectoren; 6 leden vertegenwoordigen de gebruikers of de doelgroepen; 6 leden zijn benoemd als deskundige.

Art. 4.De afdeling "Huisvesting" is samengesteld uit 15 werkende en 15 plaatsvervangende leden : 4 leden vertegenwoordigen de inrichtende machten; 3 leden vertegenwoordigen de werknemers van de sectoren; 4 leden vertegenwoordigen de gebruikers of de doelgroepen; 4 leden zijn benoemd als deskundige.

Art. 5.De afdeling "Gehandicapten" is samengesteld uit 24 werkende en 24 plaatsvervangende leden : 6 leden vertegenwoordigen de inrichtende machten; 4 leden vertegenwoordigen de werknemers van de sectoren; 8 leden vertegenwoordigen de gebruikers of de doelgroepen; 6 leden zijn benoemd als deskundige. Afdeling 2. - Procedure tot benoeming van de leden

Art. 6.De kandidaturen zoals bedoeld artikel 8, § 3, van het Decreet worden bij aangetekende brief met ontvangstbewijs naar het Lid van het College bevoegd voor de betrokken sector verstuurd in de loop van het op twee na laatste kwartaal van het mandaat van de uittredende leden, en voor de eerste keer in de loop van het kwartaal dat volgt op de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 7.Het ontslagnemend lid wordt door het College vervangen binnen de drie maanden die volgen op diens ontslag. Het plaatsvervangend lid voltooit het mandaat van het lid dat hij vervangt. Afdeling 3. - De Leden van het Bureau

Art. 8.De voorzitters van de afdelingen bezorgen aan het College de uitslag van de verkiezing zoals bedoeld in artikel 8, § 4, van het decreet. Het College hecht zijn goedkeuring aan de samenstelling van het Bureau.

HOOFSTUK III. - Werking van de afdelingen en van het Bureau Afdeling 1. - Indiening

Art. 9.Het Lid van het College bevoegd voor Bijstand aan Personen of het Lid bevoegd voor Gezondheid dient bij de afdelingen of het Bureau verzoeken om advies in namens het College. Zij bepalen de termijn waarbinnen die adviezen moeten worden uitgebracht. Deze termijn mag evenwel niet minder dan vijftien dagen belopen.

Art. 10.De afdeling of het bureau bezorgen hun advies aan de Leden van het College zoals bedoeld in artikel 9. Afdeling 2. - Advies

Art. 11.Indien een advies niet bij eenparigheid van stemmen wordt uitgebracht, dan kan een minderheidsnota worden neergelegd bij het secretariaat binnen de twee werkdagen die volgen op de vergadering.

Deze nota zal bij het advies worden toegevoegd.

Art. 12.De Afdelingen kunnen geen advies uitbrengen indien de helft van de leden de aanwezigheidslijst niet ondertekend hebben.

Indien het quotum niet bereikt is worden de leden binnen de acht dagen uitgenodigd voor een nieuwe vergadering. De adviezen over de punten die voor de tweede maal op de agenda zijn ingeschreven, worden uitgebracht ongeacht het aantal aanwezige leden. Afdeling 3. - Deontologie

Art. 13.Alle leden van de Adviesraad en de leden van de werkgroep dienen het stilzwijgen te bewaren over de besprekingen; hetzelfde geldt voor de documenten en de gegevens waarvan ze kennis hebben in het raam van hun opdracht.

Op voorstel van een afdeling kan een lid bij een ernstig verzuim van zijn plichten door het College worden ontslagen.

Art. 14.Onverminderd de toepasbare reglementeringen mogen alleen de Leden van het College kennis nemen van de adviezen vanwege de Afdelingen en deze verspreiden.

Art. 15.Het lid van de afdeling die persoonlijk en rechtstreeks belang heeft bij een agendapunt mag niet deelnemen aan de bespreking van dat punt.

In dat geval verlaat het lid de zitting gedurende de bespreking en uitwerking van het advies en desgevallend van de stemming over het dossier. Afdeling 4. - Afwezigheid en vervanging

Art. 16.In geval van verhindering dient het werkend lid zijn plaatsvervanger en het secretariaat van de Adviesraad persoonlijk en onverwijld op de hoogte te brengen.

Indien het plaatsvervangend lid de vergadering niet kan bijwonen, dan brengt hij het secretariaat hiervan onmiddellijk op de hoogte.

Om de zes maanden bezorgt het secretariaat van de Adviesraad de aanwezigheidslijsten van de leden voor de vergaderingen van de Afdelingen aan het College.

Art. 17.Een lid wordt geacht ontslagnemend te zijn na vier niet-gerechtvaardigde afwezigheden. Na hiervan in kennis te zijn gesteld door de afdeling neemt het College akte van dit ontslag en gaat het over tot de vervanging van het ontslagnemend lid overeenkomstig dit besluit.

Art. 18.De plaatsvervangende leden wonen de vergaderingen niet bij behalve wanneer ze het werkend lid vervangen en behoudens uitzonderlijke omstandigheden waarover de Voorzitter beslist. Afdeling 5. - Organisatie van de vergaderingen

Art. 19.De Voorzitter doet een voorstel over de datum en agenda van de vergaderingen. Op verzoek van een derde van de werkende leden, die de agenda vaststellen, nodigt de Voorzitter binnen de maand de Afdeling of het Bureau uit. Op verzoek van een werkend of

plaatsvervangend lid kan een punt op de agenda van een vergadering worden ingeschreven. Dit verzoek wordt schriftelijk ingediend op het secretariaat, uiterlijk vijftien dagen voor de vergadering.

Behoudens hoogdringendheid zoals vastgesteld door de Voorzitter worden de uitnodigingen en documenten van de vergaderingen uiterlijk acht dagen voor de datum van de vergadering aan de leden verzonden. Ze worden zowel aan de werkende als aan de plaatsvervangende leden verzonden.

De uitnodiging vermeldt de datum, uur, plaats en agenda van de vergadering.

Art. 20.De notulen geven de besprekingen beknopt weer met een accurate beschrijving van de verschillende meningsuitingen. Behalve wanneer de sprekers erom verzoeken, wordt hun naam niet vermeld evenmin als die van de leden die deelgenomen hebben aan de stemming.

Ze mogen gepubliceerd noch verspreid worden door de Afdelingen of het Bureau.

De notulen worden goedgekeurd door de desbetreffende afdeling of het Bureau. Ze worden aan alle Leden van het College bezorgd.

Art. 21.Het Bestuur dient de dossiers in en verschaft de nodige inlichtingen.

De Leidend ambtenaar van het Bestuur organiseert het secretariaat van het Bureau en van de Afdelingen. Daartoe duidt hij twee ambtenaren aan die moeten instaan voor het vast secretariaat van de Adviesraad. Dit secretariaat stelt een jaarverslag op met voor elke afdeling en het Bureau : - het aantal vergaderingen; - de behandelde punten; - de strekking van de uitgebrachte adviezen.

Dit verslag wordt aan alle Leden van het College bezorgd. Afdeling 6. - Werkgroepen

Art. 22.De Afdelingen of het Bureau kunnen overgaan tot de oprichting van werkgroepen en de samenstelling en opdracht ervan vaststellen. De leden, zowel de werkende als de plaatsvervangende leden, kunnen lid zijn van een werkgroep. Deze duidt in haar midden een verslaggever aan.

De werkgroepen kunnen zich laten bijstaan door technici. Hun aantal mag niet meer dan de helft van de leden bedragen. Ze staan de werkgroepen in eigen naam bij en niet als vertegenwoordiger van een organisatie.

Art. 23.Op eigen initiatief of op verzoek van het Bureau kunnen meerdere afdelingen gezamenlijk vergaderen of gemeenschappelijke werkgroepen vormen. HOOFDSTUK IV. - Zitpenningen

Art. 24.De werkende of plaatsvervangende leden hebben recht op een zitpenning wanneer ze de vergaderingen van de Afdelingen of het Bureau gedurende minstens twee uur bijwonen.

Art. 25.Het bedrag van de zitpenning beloopt 750 frank voor de leden en 2 000 frank voor de Voorzitter van de vergadering. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 26.Het decreet van 5 juni 1997 tot oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid treedt in werking op 1 september 1997, met uitzondering van artikelen 5, 9 en 10, die op 1 januari 1998 in werking treden.

Art. 27.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1997.

Art. 28.De Leden van het College bevoegd voor Bijstand aan Personen en Gezondheid zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Namens het College : E. TOMAS, Lid van het College belast met Gezondheid Ch. PICQUE, Lid van het College Lid belast met Bijstand aan Personen H. HASQUIN, Voorzitter van het College.

^