Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 12 februari 1998
gepubliceerd op 15 mei 1998

Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de onderwijsinstellingen voor sociale promotie, georganiseerd door de Franse Gemeenschapscommissie

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1998031144
pub.
15/05/1998
prom.
12/02/1998
ELI
eli/besluit/1998/02/12/1998031144/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 FEBRUARI 1998. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de onderwijsinstellingen voor sociale promotie, georganiseerd door de Franse Gemeenschapscommissie


Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op artikelen 136, 163 en 166 van de Grondwet, gecoördineerd door de wet van 17 februari 1994;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd door de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten en van 16 juli 1993 tot vervollediging van de staatsstructuur;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;

Gelet op de resolutie van de Provincieraad van 27 april 1993 betreffende het Reglement houdende algemene organisatie van de provinciale onderwijsinstellingen met het Frans als onderwijstaal;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 30 mei 1994 tussen de federale Overheid, de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de verplichte overheveling, zonder schadevergoeding, van het personeel en de goederen, rechten en plichten van de provincie Brabant naar de provincie Waals-Brabant, de provincie Vlaams-Brabant, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschapscommissies zoals bedoeld in artikel 60 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende Brusselse instellingen, en naar de federale overheid;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 juli 1995 tot verdeling van de bevoegdheden van zijn leden;

Gelet op het besluit van 4 juli 1995 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot regeling van zijn werking en tot regeling van de ondertekening van zijn akten, gewijzigd bij besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 14 september 1995;

Gelet op de wetten op het technisch onderwijs, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 30 april 1957;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 1962 houdende algemeen reglement van de studies in het hoger technisch onderwijs;

Gelet op het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie;

Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 20 juli 1993 tot vaststelling van het algemeen reglement voor de studies in het hoger onderwijs voor sociale promotie van het korte type en van stelsel 1;

Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 20 juli 1993 tot vaststelling van het algemeen reglement voor de studies in het secundair onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1;

Overwegende dat het aangewezen is een huishoudelijk reglement in te voeren voor de onderwijsinstellingen voor sociale promotie die afhangen van de Franse Gemeenschapscommissie;

Op voorstel van het Lid van het College, belast met onderwijs, Besluit :

Artikel 1.Het bij het besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de onderwijsinstellingen voor sociale promotie, georganiseerd door de Franse Gemeenschapscommissie, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1997.

Art. 3.Het lid van het College, bevoegd voor onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 februari 1998.

Namens het College : H. HASQUIN, Voorzitter van het College belast met Begroting.

E. TOMAS. Lid van het College belast met Onderwijs.

Bijlage ALGEMEEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE ONDERWIJSINSTELLINGEN VOOR SOCIALE PROMOTIE 1. BEGINSELVERKLARING Beroepsonderwijs en -opleiding omvatten een pedagogisch project gebaseerd op vertrouwen, openheid, vriendschap en respect. Wanneer de vereisten eigen aan dit project niet worden opgevolgd, verliest het alle zin en dreigt elke gekozen opleidingsvorm te mislukken.

Deze vereisten, die onontbeerlijk zijn voor het welslagen van het project, worden opgenomen in een huishoudelijk reglement. De inschrijving voor het onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschapscommissie houdt de aanvaarding van dat reglement in. De niet-naleving ervan leidt tot een onmiddellijke sanctie, gaande van een ordemaatregel tot een tuchtstraf; recidief gedrag en acties die de goede werking van de schoolgemeenschap in het gedrang brengen, kunnen aanleiding geven tot de definitieve uitsluiting uit de instelling.

Wie schoolgaat moet onderwijs kunnen genieten en de mogelijkheid hebben om zich ontplooien gedurende zijn opleiding zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de gezondheid en de morele, psychologische en fysieke integriteit. De inrichtende macht, het onderwijzend personeel en de studenten nemen elk naar gelang van hun mate van verantwoordelijkheid concrete maatregelen om de kwaliteit van de leefomgeving (netheid, licht, luchtkwaliteit, gezonde en veilige lokalen, afwezigheid van gevaarlijke voorwerpen,...) te garanderen.

De instelling geeft de studenten alle nuttige omstandige informatie over het pedagogisch project wat de doelstellingen en evaluatiecriteria betreft. In het raam van haar opdracht doet zij er alles aan om tegemoet te komen aan ieders behoeften en diegenen met acute problemen te helpen in een geest van openheid en dialoog. 2. TOEPASSINGSGEBIED Dit huishoudelijk reglement is van toepassing op het onderwijs voor sociale promotie in de instellingen die georganiseerd worden door de Franse Gemeenschapscommissie.3. INSCHRIJVINGEN De reglementaire, decretale en wetsbepalingen betreffende het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1 en 2 gelden voor de instellingen of afdelingen naar gelang van het stelsel waartoe zij behoren. Deze inschrijvingsvoorwaarden zijn omschreven in de specifieke bijlagen voor elke instelling. 4. TOELATINGSVOORWAARDEN De reglementaire, decretale en wetsbepalingen betreffende het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1 en 2 gelden voor de instellingen of afdelingen naar gelang van het stelsel waartoe zij behoren. Deze toelatingsvoorwaarden zijn omschreven in de specifieke bijlagen voor elke instelling. 5. DE ALGEMENE DISCIPLINE 5.1. Alle leden van de schoolgemeenschap betonen elkaar respect zowel binnen als buiten de leslokalen. Elke vorm van communicatie verloopt vriendelijk en bedachtzaam.

Bij conflicten speelt het schoolhoofd de rol van bemiddelaar, hij neemt de aangewezen sancties of stelt ze voor met inachtneming van het besluit van 29 februari 1996 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de tuchtsancties voor studenten van onderwijsinstellingen.

Dit besluit ligt ter inzage op het secretariaat van de instelling. 5.2. Alcohol- en druggebruik zijn verboden. Binnen de perken die zijn vastgesteld bij koninklijk besluit van 31 maart 1987 geldt een strikt rookverbod binnenin de gebouwen. 5.3. De Directie is niet verantwoordelijk voor diefstal, verlies of schade aan voorwerpen die toebehoren aan de studenten. 5.4. De Directie roept de leerkrachten, studiemeesters en deskundigen bijeen wanneer zij dat raadzaam acht om samen met hen elke kwestie in verband met de schoolorganisatie te bespreken. 5.5. Na afloop van de lessen brengen de studenten de de lokalen in orde. Voor het verlaten van de klas zorgen zij ervoor dat de banken op hun oorpsronkelijke plaats staan, zij sluiten deuren en vensters en doven de lichten. Beschadiging wordt aan het secretariaat meegedeeld. 5.6. De algemene reglementen betreffende de studies in het onderwijs voor sociale promotie liggen ter inzage op het secretariaat. 6. SCHOOLBEZOEK 6.1. Op weg naar school is de student enkel door de schoolverzekering gedekt wanneer hij de gebruikelijke weg aflegt van zijn huis of werkplaats naar de plaats waar zijn schoolactiviteiten plaatsvinden en omgekeerd. 6.2. De lesuren moeten worden nageleefd. 6.3. Om lesgeven optimaal te laten verlopen, moeten de studenten enkele minuten vóór de aanvang der lessen aanwezig zijn.

Bij een laattijdige aankomst begeeft de student zich naar het secretariaat alvorens naar de les te gaan om zijn aanwezigheid kenbaar te maken. Behoudens uitzonderlijke redenen waarover het schoolhoofd dient te oordelen, wordt een laattijdige aankomst in de telling van de afwezigheden beschouwd als een afwezigheid gedurende de desbetreffende lestijd. 6.4. De reglementaire, decretale en wetsbepalingen betreffende het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1 en 2 met betrekking tot het schoolbezoek en de regelmatige aanwezigheid gelden voor de instellingen of afdelingen naar gelang van het stelsel waartoe zij behoren.

Deze voorwaarden betreffende het schoolbezoek en de regelmatige aanwezigheid zijn omschreven in de specifieke bijlagen voor elke instelling. 7. DEELNAME AAN DE EXAMENS 7.1. Een maand voor het einde van de lessen worden de studenten die regelmatig aanwezig zijn geweest automatisch ingeschreven voor de eerste zittijd. De studenten die geen eerste zittijd wensen af te leggen, moeten een schriftelijke aanvraag doen tot inschrijving voor de tweede zittijd. De directie moet in het bezit zijn van deze gemotiveerde aanvraag vóór de afloop van de eerste zittijd. Het schoolhoofd oordeelt over de geldigheid van de reden en kan de student toelating geven om de tweede zittijd bij te wonen. 7.2. Na de deliberatie van de eerste zittijd nemen de kandidaten met herexamens kennis van het uurrooster van de tweede zittijd via de berichten ad valvas of bij monde van de directie of de afgevaardigde.

De inschrijving ervoor gebeurt schriftelijk. 7.3. Het examenrooster wordt vijftien dagen vóór de aanvang van de zittijd ad valvas bekendgemaakt. 7.4. Afwezigheid op een examen wordt beschouwd als opgave. Het schoolhoofd oordeelt over de redenen van een afwezigheid op grond van feitelijke bewijzen. 8. BEKRACHTIGING VAN DE STUDIES De reglementaire, decretale en wetsbepalingen betreffende het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1 en 2 gelden voor de instellingen of afdelingen naar gelang van het stelsel waartoe zij behoren. Ze zijn omschreven in de specifieke bijlagen voor elke instelling. 9. DELIBERATIES De delibaraties gebeuren achter gesloten deuren en zijn geheim.Het geval van elke student wordt individueel besproken. De beslissingen worden openbaar gemaakt na afloop van de deliberaties. Herexamen of weigering van een student moeten formeel worden gemotiveerd. 10. VOORWAARDEN OM TE SLAGEN 10.1. De veranwoordelijkheid voor de evaluatie van de opleiding van de studenten en voor het overgaan naar een hoger leerjaar wordt collegiaal uitgoefend in de Klassenraad of de Studieraad. 10.2. De reglementaire, decretale en wetsbepalingen betreffende het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1 en 2 gelden voor de instellingen of afdelingen naar gelang van het stelsel waartoe zij behoren.

Deze voorwaarden om te slagen zijn omschreven in de specifieke bijlagen voor elke instelling. 11. AANVAARDING VAN HET REGLEMENT De inschrijving in een onderwijsinstelling voor sociale promotie van de Franse Gemeenschapscommissie veronderstelt de aanvaarding van alle clausules van dit huishoudelijk reglement (HR). Elke student krijgt een exemplaar van dit HR en ondertekent een ontvangstverklaring.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 februari 1998 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de onderwijsinstellingen voor sociale promotie georganiseerd door de Franse Gemeenschapscommissie.

Namens het College : H. HASQUIN, Voorzitter van het College belast met Begroting.

E. TOMAS, Lid van het College belast met Onderwijs.

^