Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 mei 2020
gepubliceerd op 22 mei 2020

Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vastlegging van de nadere regels met betrekking tot de reconversie van rusthuisbedden voor het begrotingsjaar 2020 en 2021

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2020041364
pub.
22/05/2020
prom.
14/05/2020
ELI
eli/besluit/2020/05/14/2020041364/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


14 MEI 2020. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vastlegging van de nadere regels met betrekking tot de reconversie van rusthuisbedden voor het begrotingsjaar 2020 en 2021


Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de ordonnantie van 13 juli 2017 strekkende tot instelling van een moratorium van het aantal bedden voor bepaalde voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen, artikel 6;

Gelet op de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen, artikel 6, tweede lid;

Gelet op het advies van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, gegeven op 16 maart 2020 ;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 maart 2020;

Gelet op het akkoord van de leden van het Verenigd College bevoegd voor de Begroting, gegeven op 8 april 2020;

Gelet op het advies 67.192/3 van de Raad van State, gegeven op 4 mei 2020 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de evaluatie van de impact op de respectieve situatie van vrouwen en mannen, uitgevoerd op 14 mei 2020;

Gelet op de evaluatie vanuit het oogpunt van handistreaming, uitgevoerd op 14 mei 2020;

Op voorstel van de leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Gezondheid en Bijstand aan Personen;

Na beraadslaging, Besluit: HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° Besluit van 4 juni 2009: besluit van het Verenigd College van 4 juni 2009 tot vaststelling van de procedures voor de programmering en de erkenning van de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren;2° Specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie: de vergunning, zoals bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie van 24 april 2008;3° Afhankelijkheidscategorieën: de afhankelijkheidscategorieën in de zin van artikel 150 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;4° Algemeen Beheerscomité: het Algemeen Beheerscomité van Iriscare in de zin van artikel 10 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;5° Beheerraad: de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van Iriscare, in de zin van artikel 21 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;6° Instelling: instelling erkend als rusthuis in de zin van artikel 2, 4°, c), van de ordonnantie van 24 april 2008 voor een bepaald aantal ROB-bedden en, in voorkomend geval, RVT-bedden en bedden voor kortverblijf;7° Beheerder: beheerder in de zin van artikel 2, 6°, van de ordonnantie van 24 april 2008, die een instelling exploiteert;8° Iriscare: de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, zoals bedoeld in artikel 2 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;9° Bedden voor kortverblijf: bedden die in een instelling bestemd zijn voor kortverblijf, zoals bedoeld in artikel 2, 4°, f), van de ordonnantie van 24 april 2008;10° Vergund ROB-bed: niet-erkend ROB-bed maar waarvoor de beheerder een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie krijgt;11° ROB-bedden: bedden die in een instelling bestemd zijn om bewoners op te vangen van afhankelijkheidscategorie O, A, B, C, Cd en D;12° Erkend en gefinancierd ROB-bed: ROB-bed dat beschikt over een erkenning, zoals bedoeld in artikel 11 van de ordonnantie van 24 april 2008 en in rekening gebracht in het kader van de toepassing van het ministerieel besluit van 6 november 2003Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 06/11/2003 pub. 26/11/2003 numac 2003023017 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden sluiten tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, zoals bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden;13° RVT-bedden: bedden die in een instelling bestemd zijn om bewoners op te vangen van afhankelijkheidscategorie B, C en Cd;14° Personeelsleden: personeelsleden, zoals bedoeld in artikel 1, 7°, a), van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2007 pub. 21/09/2007 numac 2007023291 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft sluiten tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's, de loonsverhogingen en tewerkstellingsmaatregelen in bepaalde gezondheidsinstellingen betreft;15° Ministers: de leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Gezondheid en Bijstand aan Personen.16° Ordonnantie van 13 juli 2017: de ordonnantie van 13 juli 2017 strekkende tot instelling van een moratorium van het aantal bedden voor bepaalde voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen;17° Ordonnantie van 24 april 2008: de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen;18° Referentieperiode: een ononderbroken periode van twaalf maanden die begint op 1 juli van het jaar J-2 en eindigt op 30 juni van het jaar J-1;waarbij J het jaar is van de aanvraag, zoals bedoeld in artikel 3, § 1; 19° Meerjareninvesteringsplan: het meerjarenplan 2017-2023 betreffende investeringen in infrastructuur voor het beleid inzake bijstand aan personen, zoals goedgekeurd bij beslissing van het Verenigd College van 8 juni 2017;20° Privésector met winstoogmerk: privaatrechtelijke rechtspersonen met winstoogmerk;21° Privésector zonder winstoogmerk: privaatrechtelijke rechtspersonen zonder winstoogmerk;22° Openbare sector: publiekrechtelijke rechtspersonen;23° Dekkingsgraad RVT: het resultaat uitgedrukt als een percentage, naar boven afgerond, van de volgende bewerking: het aantal RVT-bedden gedeeld door het totale aantal bewoners met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D van de instelling;24° Bezettingsgraad van de RVT-bedden: het resultaat uitgedrukt als een percentage, naar boven afgerond, van de volgende bewerking: het aantal bezette RVT-bedden in de betrokken instelling gedeeld door het totale aantal RVT-bedden van de betrokken instelling. HOOFDSTUK 2. - Toekenning van een nieuwe specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie via gelijktijdige en gelijkwaardige vermindering van ROB-bedden

Art. 2.§ 1. In afwijking van artikel 3, § 1, van de ordonnantie van 13 juli 2017, mag een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie worden uitgereikt aan een beheerder voor een bed voor kortverblijf, op voorwaarde dat die vergunning voor dezelfde beheerder en instelling gepaard gaat met een gelijktijdige en gelijkwaardige vermindering van ROB-bedden. § 2. Voor de toepassing van § 1 moet onder "gelijktijdige en gelijkwaardige vermindering van ROB-bedden" de volgende reconversieregel worden verstaan: 1 erkend en gefinancierd ROB-bed kan worden omgezet in 1 erkend en gefinancierd bed voor kortverblijf.

Art. 3.§ 1. In afwijking van artikel 4, § 1, van de ordonnantie van 13 juli 2017, mag een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie worden uitgereikt aan een beheerder voor een RVT-bed, op voorwaarde dat die vergunning voor dezelfde beheerder en instelling gepaard gaat met een gelijktijdige en gelijkwaardige vermindering van ROB-bedden. § 2. Voor de toepassing van § 1 moeten onder "gelijktijdige en gelijkwaardige vermindering van ROB-bedden" de volgende reconversieregels worden verstaan: 1° voor een beheerder van de privésector met winstoogmerk: een erkend en gefinancierd ROB-bed bezet door een bewoner met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D kan worden omgezet in een erkend en gefinancierd RVT-bed, voor zover de aanvragende beheerder afziet van drie vergunde ROB-bedden. In afwijking van het vorige lid mag de aanvragende beheerder een of meer vergunde ROB-bedden vervangen door evenveel via overdracht verkregen vergunde ROB-bedden 2° voor een beheerder van de openbare sector of privésector zonder winstoogmerk: a) een erkend en gefinancierd ROB-bed, bezet door een bewoner met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D, kan worden omgezet in een erkend en gefinancierd RVT-bed, indien de aanvragende beheerder niet over vergunde ROB-bedden beschikt of uitsluitend beschikt over vergunde ROB-bedden, die opgenomen zijn in het meerjareninvesteringsplan;b) Als de aanvragende beheerder beschikt over één of meer vergunde ROB-bedden die niet opgenomen zijn in het meerjareninvesteringsplan, kan een erkend en gefinancierd ROB-bed, bezet door een bewoner met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D, worden omgezet in een erkend en gefinancierd RVT-bed, voor zover de aanvragende beheerder afziet van een vergund ROB-bed dat niet is opgenomen in het meerjareninvesteringsplan. § 3. Een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie voor 25 RVT-bedden wordt toegekend, per aanvraag en per instelling, aan een beheerder die nog niet over erkende RVT-bedden in de betrokken instelling beschikt.

Een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie voor maximum 10 RVT-bedden wordt toegekend, per aanvraag en per instelling, aan een beheerder die al over erkende RVT-bedden in de betrokken instelling beschikt. § 4. Voor het begrotingsjaar 2020, wordt het maximum aantal bedden die het voorwerp kunnen uitmaken van een nieuwe specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie vastgesteld op 174 RVT-bedden.

Voor het begrotingsjaar 2021, stellen de ministers op voorstel van het Algemeen Beheerscomité en op basis van de beschikbare begrotingskredieten het maximale aantal RVT-bedden vast die het voorwerp kunnen uitmaken van een nieuwe specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie. § 5. De Beheerraad bezorgt de ministers een voorstel tot verdeling van de bedden, zoals bedoeld respectievelijk in § 4, eerste en tweede lid, onder de aanvragende beheerders, overeenkomstig de regels van dit besluit. HOOFDSTUK 3. - Aanvraagprocedure

Art. 4.Elke aanvraag van een vergunning, zoals bedoeld in artikel 2, § 1, en 3, § 1, wordt ingediend bij de ministers, op het volgende adres: Bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, Belliardstraat 71/2, 1040 Brussel.

Art. 5.§ 1. Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag van een vergunning, zoals bedoeld in artikel 2, § 1, aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° door een beheerder worden ingediend;2° gepaard gaan met de volgende documenten: de erkenning en de bezettingsgraad van het erkende en gefinancierde ROB-bed dat wordt voorgelegd voor de reconversie; de aanvraag van een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie voor het bed of de bedden voor kortverblijf, zoals bedoeld in artikel 3 van het besluit van 4 juni 2009; § 2. Op verzoek van Iriscare zijn de beheerders gehouden alle andere gegevens te bezorgen die Iriscare voor de behandeling van de aanvraag nuttig of nodig acht. § 3. De aanvragen van vergunningen, zoals bedoeld in artikel 2, § 1, kunnen te allen tijde worden ingediend.

Art. 6.§ 1. Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag van een vergunning, zoals bedoeld in artikel 3, § 1, aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° door een beheerder worden ingediend;2° betrekking hebben op een instelling die voldoet aan de volgende toelatingsvoorwaarden: a) op het ogenblik van de aanvraag van een erkenning, zoals bedoeld in artikel 12 van de ordonnantie van 24 april 2008, voldoen aan de architectonische normen vastgesteld in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 21 september 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/09/2004 pub. 28/10/2004 numac 2004022802 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis of als centrum voor dagverzorging sluiten houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis, als centrum voor dagverzorging of als centrum voor niet aangeboren hersenletsels;b) op het ogenblik van de erkenning, zoals bedoeld in artikel 11 van de ordonnantie van 24 april 2008 voldoen aan de personeelsnormen vastgesteld in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 21 september 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/09/2004 pub. 28/10/2004 numac 2004022802 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis of als centrum voor dagverzorging sluiten houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis, als centrum voor dagverzorging of als centrum voor niet aangeboren hersenletsels;c) in de loop van de laatste referentieperiode het volgende kunnen verantwoorden: - voor een instelling die nog niet over erkende RVT-bedden beschikt: gemiddeld ten minste 25 bewoners met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D die een ROB-bed bezetten; - voor een instelling die al over erkende RVT-bedden beschikt: gemiddeld ten minste evenveel bewoners met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D die een ROB-bed bezetten als het aantalRVT-bedden die het voorwerp uitmaken van de aanvraag van een vergunning, zoals bedoeld in artikel 3; d) ofwel over geen enkel RVT-bed beschikken met een erkenning, zoals bedoeld in artikel 11 van de ordonnantie van 24 april 2008, ofwel voor de laatste referentieperiode over een bezettingsgraad van RVT-bedden beschikken van 96 tot en met 100 % ;e) in de loop van het voorgaande begrotingsjaar geen vergunning zoals bedoeld in artikel 3, § 1 toegekend hebben gekregen.3° Betrekking hebben op 25 RVT-bedden per instelling, indien de beheerder nog niet over erkende RVT-bedden in de betrokken instelling beschikt;4° gepaard gaan met de volgende documenten: a) de specifieke vergunningen tot ingebruikneming en exploitatie en de erkenning van ROB-bedden die worden voorgelegd voor de reconversie en de bezettingsgraad van het gefinancierde ROB-bed waarop de reconversie betrekking heeft;b) de aanvraag van een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie voor het RVT-bed of de RVT-bedden zoals bedoeld in artikel 3 van het besluit van 4 juni 2009;c) het aantal bewoners van de betrokken instelling die vallen onder afhankelijkheidscategorie B, C, Cd en D tijdens de laatste referentieperiode;d) de lijst met de functies van de personeelsleden en het aantal daadwerkelijk gepresteerde uren per functie in het laatste volledige kwartaal;e) een verklaring op erewoord waarvan Iriscare het model vaststelt, waarin de beheerder zich verbindt om alle normen, zoals bedoeld in 2°, a) en b) na te leven;f) de kenmerken en de actuele prijzen van de beschikbare kamertypes en de mogelijke supplementen;g) een plan dat beantwoordt aan het model dat door Iriscare wordt vastgelegd, dat de besteding van de financiële middelen die door de reconversie vrijkomen uiteenzet, in het licht van een verhoging van de omkadering, de verbetering van de kwaliteit aan de hand van precieze projecten of de vermindering van de dagprijs;h) indien artikel 3, § 2, 1°, tweede lid, wordt toegepast, een afschrift van het ontwerp van overeenkomst van overdracht gesloten tussen de partijen, die het voorwerp daarvan, de identiteit van de partijen, het aantal vergunde ROB-bedden die het voorwerp van overdracht uitmaken, de toekomstige geografische ligging van de bedden, de intredingsdatum van de overeenkomst, vermeldt;i) voor de aanvragen die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2020, de erkenningsaanvraag, zoals bedoeld in artikel 11 van de ordonnantie van 24 april 2008, die, in afwijking van artikel 8 van het besluit van 4 juni 2009, kan worden ingediend onder voorbehoud dat een specifieke vergunning voor ingebruikneming en exploitatie kan worden verkregen via de toepassing van dit besluit.5° worden ingediend ten laatste: a) op 31 mei 2020 voor de aanvragen die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2020;b) op 15 oktober 2020 voor de aanvragen die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2021. § 2. Op verzoek van Iriscare zijn de beheerders gehouden alle andere gegevens te bezorgen die Iriscare voor de behandeling van de aanvraag nuttig of nodig acht om de aanvraag te behandelen. § 3. De ministers kunnen op voorstel van de Beheerraad, de bezettingsgaad, zoals bedoeld in § 1, 2°, d), wijzigen.

Art. 7.De vergunning of vergunningen, zoals bedoeld in artikel 3, § 1, verstrijken automatisch indien : 1° op het ogenblik van de aanvraag van een erkenning, de voorwaarde, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, 2°, a) niet wordt nageleefd ;2° op het ogenblik van de erkenning, de voorwaarde, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, 2°, b) niet wordt nageleefd. HOOFDSTUK 4. - Behandeling van de aanvragen tot reconversie in RVT-bedden

Art. 8.Ieder jaar, indien het aantal bedden die het voorwerp uitmaken van een ontvankelijke aanvraag van een vergunning, zoals bedoeld in artikel 3, § 1, het maximale aantal RVT-bedden in artikel 3, § 4, overschrijdt, wordt voorrang gegeven aan: 1° de openbare sector: tot 40 % van het aantal bedden, zoals bedoeld in artikel 3, § 4;2° de privésector zonder winstoogmerk: tot 20 % van het aantal bedden, zoals bedoeld in artikel 3, § 4: 3° de privésector met winstoogmerk: de overblijvende 40 % van het aantal bedden, zoals bedoeld in artikel 3, § 4. Onverminderd de voorrang vastgesteld door het vorige lid en in afwijking van artikel 3, § 3, tweede lid, indien het aantal per sector ontvankelijke aanvragen niet toelaat de percentages, zoals bedoeld respectievelijk in het vorige lid, 1°, 2° en 3°, te behalen, kan het aantalvergunningen, zoals bedoeld in artikel 3, § 1, dat wordt toegekend per aanvraag meer dan 10 bedragen voor zover zij niet meer bedragen dan het aantal bewoners met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd, of D die een ROB-bed bezetten in de betrokken instelling.

Art. 9.Onverminderd artikel 8 worden de ontvankelijke aanvragen van een vergunning, zoals bedoeld in artikel 3, § 1, gerangschikt, per sector, naargelang de volgende bijkomende voorrangscriteria: 1° betrekking hebben op een instelling met de laagste RVT-dekkingsgraad;2° betrekking hebben op een instelling die beschikt over het grootste aantal personeelsleden per 30 bewoners in de loop van de laatste referentieperiode. HOOFDSTUK 5. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 10.In afwijking van artikel 4 van het besluit van 4 juni 2009 hebben de overdrachten van de vergunde ROB-bedden, uitgevoerd in het kader van de toepassing van artikel 3, § 2, 1°, tweede lid, uitwerking, voor zover de voorwaarde, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, 4°, h), wordt nageleefd.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en treedt buiten werking op 30 juni 2021.

Art. 12.De ministers zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 mei 2020.

Voor het Verenigd College, De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, E. VAN DEN BRANDT

^