Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 18 juni 2020
gepubliceerd op 24 juni 2020

Besluit nr. 2020/009 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de tijdelijke opheffing binnen de gezinsbijslagregeling van de begrenzingen inzake de winstgevende activiteit of het genot van een sociale uitkering door het rechtgevend kind

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2020041836
pub.
24/06/2020
prom.
18/06/2020
ELI
eli/besluit/2020/06/18/2020041836/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


18 JUNI 2020. - Besluit nr. 2020/009 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de tijdelijke opheffing binnen de gezinsbijslagregeling van de begrenzingen inzake de winstgevende activiteit of het genot van een sociale uitkering door het rechtgevend kind


Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op artikel 39 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 5;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen;

Gelet op de ordonnantie van de Verenigd Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de gezondheidscrisis door het coronavirus, artikel 2;

Gelet op het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 22 juli 2019 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de leden van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

Overwegende dat COVID-19 op 11 maart 2020 door de WHO bestempeld werd als een pandemie;

Overwegende dat de huidige en toekomstige maatregelen om de verspreiding van het virus onder de bevolking te beperken, leiden tot een vertraging of een onderbreking van de activiteit in diverse beroepssectoren;

Overwegende dat verschillende maatregelen zijn genomen met het oog op de toename van de werkkrachten om het hoofd te bieden aan deze situatie;

Dat er, binnen deze context, ook bepaalde maatregelen inzake de kinderbijslag kunnen worden genomen om te vermijden dat de jongere die meer werkt dan de toegelaten begrenzingen wordt gesanctioneerd door de schorsing van de toekenning van zijn kinderbijslag;

Overwegende dat het derhalve aangewezen is om de begrenzingen op te heffen betreffende de toegelaten winstgevende activiteit van het rechtgevend kind tijdens het tweede en het derde kwartaal 2020, evenals de begrenzingen ten aanzien van de sociale uitkeringen die daaruit voortvloeien;

Dat het om een uitzonderlijke en tijdelijke maatregel gaat;

Dat deze maatregel kan worden verlengd afhankelijk van het verloop van de pandemie;

Gelet op de hoogdringendheid die wordt verantwoord door het feit dat het essentieel is om onmiddellijk deze maatregel te nemen om te verzekeren dat de kinderen die recht geven op kinderbijslag en een winstgevende activiteit uitoefenen gedurende het tweede en het derde kwartaal 2020, periode van de COVID 19-pandemie, of waaraan een sociale uitkering wordt toegekend die uit een dergelijke activiteit voortvloeit, hun recht op gezinsbijslag kunnen behouden, onafhankelijk van de wettelijke begrenzingen die gewoonlijk van toepassing zijn;

Gelet op het akkoord van de leden van het Verenigd College, bevoegd voor Financiën en Begroting, gegeven op 15 juni 2020;

Gelet op het advies 67.497 van de Raad van State, gegeven op 5 juni 2020 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor de Gezinsbijslagen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De begrenzingen bedoeld in de volgende bepalingen, waarboven de uitoefening van een winstgevende activiteit of het genot van een sociale uitkering de toekenning van de kinderbijslag schorst ten gunste van het rechtgevend kind, zijn niet van toepassing ten aanzien van de activiteiten uitgeoefend gedurende het tweede en het derde kwartaal 2020 noch ten aanzien van de sociale uitkeringen die daaruit voortvloeien: 1° artikel 12, §§ 1 en 2, eerste lid, van het besluit van 9 juli 2019 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van kinderen die lessen volgen of een opleiding doorlopen;2° artikel 2 en 3, eerste lid, van het besluit van 9 juli 2019 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten voordele van kinderen die verbonden zijn door een leerovereenkomst;3° artikel 2, §§ 1 en 2, eerste lid, van het besluit van 9 juli 2019 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat een eindverhandeling voor hogere studies voorbereidt;4° artikel 2, §§ 1 en 2, eerste lid, van het besluit van 9 juli 2019 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten voordele van de kinderen die een stage volgen om in een ambt te kunnen worden benoemd;5° artikel 2, §§ 1 en 2, eerste lid, van het besluit van 24 oktober 2019 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de kinderbijslag voor jongeren ingeschreven als werkzoekende;6° artikel 12, eerste lid, 3° en 4°, van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2020.

Brussel, 18 juni 2020.

Voor het Verenigd College : De Leden ven het Verenigd College bevoegd voor de Gezinsbijslagen, B. CLERFAYT S. GATZ

^