Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 27 mei 2021
gepubliceerd op 31 mei 2021

Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vastlegging van de nadere regels met betrekking tot de reconversie van rusthuisbedden

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2021041820
pub.
31/05/2021
prom.
27/05/2021
ELI
eli/besluit/2021/05/27/2021041820/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


27 MEI 2021. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vastlegging van de nadere regels met betrekking tot de reconversie van rusthuisbedden


Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de ordonnantie van 13 juli 2017 strekkende tot instelling van een moratorium van het aantal bedden voor bepaalde voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen, artikel 6;

Gelet op de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen, artikel 6, tweede lid;

Gelet op het advies van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, gegeven op 26 januari 2021;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 1 maart 2021;

Gelet op het akkoord van de leden van het Verenigd College bevoegd voor de Begroting, gegeven op 22 maart 2021;

Gelet op het advies nr. 69.185/1 van de Raad van State, gegeven op 5 mei 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de evaluatie van de impact op de respectieve situatie van vrouwen en mannen, uitgevoerd op 1 april 2021;

Gelet op de evaluatie vanuit het oogpunt van handistreaming, uitgevoerd op 1 april 2021;

Op voorstel van de leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Gezondheid en Bijstand aan Personen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Besluit van 4 juni 2009 : besluit van het Verenigd College van 4 juni 2009 tot vaststelling van de procedures voor de programmering en de erkenning van de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren;2° Veiligheidsattest : het attest zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid, 5°, van het besluit van 4 juni 2009;3° Specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie : de vergunning zoals bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie van 24 april 2008;4° Afhankelijkheidscategorieën : de afhankelijkheidscategorieën in de zin van artikel 150 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;5° Algemeen Beheerscomité : het Algemeen Beheerscomité van Iriscare in de zin van artikel 10 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;6° Beheerraad : de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van Iriscare, in de zin van artikel 21 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;7° Aanvraag om reconversie naar kortverblijfbedden : aanvraag om een vergunning zoals bedoeld in artikel 2, § 1;8° Aanvraag om reconversie naar RVT-bedden : aanvraag om een vergunning zoals bedoeld in artikel 3, § 1;9° Instelling : instelling erkend als rusthuis in de zin van artikel 2, 4°, c), van de ordonnantie van 24 april 2008 voor een bepaald aantal ROB-bedden en, in voorkomend geval, RVT-bedden en bedden voor kortverblijf;10° Beheerder : beheerder in de zin van artikel 2, 6°, van de ordonnantie van 24 april 2008, die een instelling exploiteert;11° Iriscare : de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, zoals bedoeld in artikel 2 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;12° Bedden voor kortverblijf : bedden die in een instelling bestemd zijn voor kortverblijf, zoals bedoeld in artikel 2, 4°, f), van de ordonnantie van 24 april 2008;13° Vergund ROB-bed : niet-erkend ROB-bed maar waarvoor de beheerder een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie krijgt;14° ROB-bedden : bedden die in een instelling bestemd zijn om bewoners op te vangen met afhankelijkheidscategorie O, A, B, C, Cd en D;15° Erkend en gefinancierd ROB-bed : ROB-bed dat beschikt over een erkenning, zoals bedoeld in artikel 11 van de ordonnantie van 24 april 2008 en in rekening gebracht in het kader van de toepassing van het ministerieel besluit van 6 november 2003Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 06/11/2003 pub. 26/11/2003 numac 2003023017 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden sluiten tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, zoals bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden;16° RVT-bedden : bedden die in een instelling bestemd zijn om bewoners op te vangen met afhankelijkheidscategorie B, C en Cd;17° Personeelsleden : personeelsleden, zoals bedoeld in artikel 1, 7°, a), van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2007 pub. 21/09/2007 numac 2007023291 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's en de loonsverhogingen in bepaalde gezondheidsinrichtingen betreft sluiten tot uitvoering van de artikelen 57 en 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de harmonisering van de barema's, de loonsverhogingen en tewerkstellingsmaatregelen in bepaalde gezondheidsinstellingen betreft;18° Ministers : de leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Gezondheid en Bijstand aan Personen;19° Ordonnantie van 13 juli 2017 : de ordonnantie van 13 juli 2017 strekkende tot instelling van een moratorium van het aantal bedden voor bepaalde voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen;20° Ordonnantie van 24 april 2008 : de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen;21° Referentieperiode : een ononderbroken periode van twaalf maanden die begint op 1 juli van het jaar J-2 en eindigt op 30 juni van het jaar J-1;waarbij J het jaar is van de aanvraag om reconversie; 22° Meerjareninvesteringsplan : het meerjarenplan 2017-2023 betreffende investeringen in infrastructuur voor het beleid inzake bijstand aan personen, zoals goedgekeurd bij beslissing van het Verenigd College van 8 juni 2017;23° Privésector met winstoogmerk : privaatrechtelijke rechtspersonen met winstoogmerk;24° Privésector zonder winstoogmerk : privaatrechtelijke rechtspersonen zonder winstoogmerk;25° Openbare sector : publiekrechtelijke rechtspersonen;26° Dekkingsgraad RVT : het resultaat uitgedrukt als een percentage, afgerond tot twee decimalen, van de volgende bewerking: het aantal RVT-bedden gedeeld door het totale aantal bewoners met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D van de instelling in de loop van het laatste volledige kwartaal voorafgaand aan de aanvraag om reconversie;27° Bezettingsgraad van de RVT-bedden : het resultaat als een percentage, afgerond tot twee decimalen, van de volgende bewerking: het aantal bezette RVT-bedden in de betrokken instelling gedeeld door het totale aantal RVT-bedden van de betrokken instelling. HOOFDSTUK 2. - Uitgangspunten van de reconversie

Art. 2.§ 1. In afwijking van artikel 3, § 1, van de ordonnantie van 13 juli 2017, mag een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie worden uitgereikt aan een beheerder voor een bed voor kortverblijf, op voorwaarde dat die vergunning voor dezelfde beheerder en instelling gepaard gaat met een gelijktijdige en gelijkwaardige vermindering van ROB-bedden. § 2. Voor de toepassing van § 1 moet onder "gelijktijdige en gelijkwaardige vermindering van ROB-bedden" de volgende reconversieregel worden verstaan: 1 erkend en gefinancierd ROB-bed kan worden omgezet naar 1 erkend en gefinancierd bed voor kortverblijf.

Art. 3.§ 1. In afwijking van artikel 4, § 1, van de ordonnantie van 13 juli 2017, mag een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie worden uitgereikt aan een beheerder voor een RVT-bed, op voorwaarde dat die vergunning voor dezelfde beheerder en instelling gepaard gaat met een gelijktijdige en gelijkwaardige vermindering van ROB-bedden. § 2. Voor de toepassing van § 1 moeten onder "gelijktijdige en gelijkwaardige vermindering van ROB-bedden" de volgende reconversieregels worden verstaan: 1° voor een beheerder van de privésector met winstoogmerk: een erkend en gefinancierd ROB-bed bezet door een bewoner met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D kan worden omgezet naar een erkend en gefinancierd RVT-bed, voor zover de aanvragende beheerder afziet van drie vergunde ROB-bedden. In afwijking van wat voorafgaat is voor de instellingen die nog niet over erkende RVT-bedden beschikken, de volgende reconversieregel van toepassing: 25 erkende en gefinancierde ROB-bedden, bezet door een bewoner met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D, kunnen worden omgezet naar 25 erkende en gefinancierde RVT-bedden, voor zover de aanvragende beheerder afziet van evenveel vergunde ROB-bedden waarover hij beschikt. Voor de toepassing van deze reconversieregel: - moet het minimale aantal vergunde ROB-bedden waarvan de beheerder moet afzien, gelijk zijn aan 25; - moet de beheerder afzien van maximaal 75 vergunde ROB-bedden.

Voor de toepassing van de in 1° bedoelde regel mag de aanvragende beheerder een of meer vergunde ROB-bedden vervangen door evenveel via overdracht verkregen vergunde ROB-bedden. 2° voor een beheerder van de openbare sector of privésector zonder winstoogmerk: a) een erkend en gefinancierd ROB-bed, bezet door een bewoner met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D, kan worden omgezet naar een erkend en gefinancierd RVT-bed, indien de aanvragende beheerder niet over vergunde ROB-bedden beschikt of uitsluitend beschikt over vergunde ROB-bedden, die opgenomen zijn in het meerjareninvesteringsplan;b) Als de aanvragende beheerder beschikt over één of meer vergunde ROB-bedden die niet opgenomen zijn in het meerjareninvesteringsplan, kan een erkend en gefinancierd ROB-bed, bezet door een bewoner met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D, worden omgezet naar een erkend en gefinancierd RVT-bed, voor zover de aanvragende beheerder afziet van een vergund ROB-bed dat niet is opgenomen in het meerjareninvesteringsplan. De regel zoals bedoeld in b) is van toepassing totdat het saldo van de vergunde ROB-bedden die niet in het meerjareninvesteringsplan van de aanvragende beheerder opgenomen zijn, voor de betrokken instelling gelijk is aan nul. In dit geval is de in punt a) bedoelde reconversieregel van toepassing.

In afwijking van de regels in a) en b) is de reconversieregel van toepassing op de instellingen die nog niet over erkende RVT-bedden beschikken, als volgt: 25 erkende en gefinancierde ROB-bedden, bezet door een bewoner met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D, kunnen worden omgezet naar 25 erkende en gefinancierde RVT-bedden, voor zover de aanvragende beheerder afziet van evenveel vergunde ROB-bedden die niet zijn opgenomen in het meerjareninvesteringsplan waarover hij beschikt. Voor de toepassing van deze reconversieregel: - kan het minimum aantal vergunde ROB-bedden, waarvan de beheerder moet afzien, gelijk zijn aan 0 indien de beheerder niet over vergunde ROB-bedden beschikt of indien hij slechts over vergunde ROB-bedden beschikt, die in het meerjareninvesteringsplan zijn opgenomen. - moet de beheerder afzien van maximum 25 vergunde ROB-bedden, die niet in het meerjareninvesteringsplan zijn opgenomen. § 3. Een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie voor 25 RVT-bedden wordt toegekend, per aanvraag en per instelling, aan een beheerder die nog niet over erkende RVT-bedden in de betrokken instelling beschikt.

Een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie voor maximaal 10 RVT-bedden wordt toegekend, per aanvraag en per instelling, aan een beheerder die al over erkende RVT-bedden in de betrokken instelling beschikt. § 4. Voor het begrotingsjaar 2021 wordt het maximale aantal bedden die het voorwerp kunnen uitmaken van een nieuwe specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie vastgesteld op 150 RVT-bedden.

Voor de volgende begrotingsjaren stellen de ministers op voorstel van het Algemeen Beheerscomité en op basis van de beschikbare begrotingskredieten het maximale aantal RVT-bedden vast die het voorwerp kunnen uitmaken van een nieuwe specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie. § 5. De Beheerraad bezorgt de ministers een voorstel tot verdeling van de bedden, zoals bedoeld in § 4, eerste en tweede lid, onder de aanvragende beheerders, overeenkomstig de regels van dit besluit. HOOFDSTUK 3. - Aanvraagprocedure

Art. 4.Elke aanvraag om reconversie naar korverblijf- of RVT-bedden wordt ingediend bij de ministers, op het volgende adres : bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, Reconversie Belliardstraat 71/2 1040 Brussel.

Art. 5.§ 1. Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag om reconversie naar kortverblijfbedden aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° door een beheerder worden ingediend;2° gepaard gaan met het door Iriscare opgestelde en bezorgde aanvraagformulier dat de beheerder behoorlijk invult en ondertekent. § 2. Op verzoek van Iriscare zijn de beheerders gehouden alle andere gegevens te bezorgen die Iriscare voor de behandeling van de aanvraag nuttig of nodig acht. § 3. De aanvragen om reconversie naar kortverblijfbedden kunnen te allen tijde worden ingediend.

Art. 6.§ 1. Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag om reconversie naar RVT-bedden aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° door een beheerder worden ingediend;2° betrekking hebben op een instelling die voldoet aan de volgende toelatingsvoorwaarden : a) op het ogenblik van de erkenning, zoals bedoeld in artikel 11 van de ordonnantie van 24 april 2008 voldoen aan de architectonische normen en de personeelsnormen vastgesteld in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 21 september 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/09/2004 pub. 28/10/2004 numac 2004022802 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis of als centrum voor dagverzorging sluiten houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis, als centrum voor dagverzorging of als centrum voor niet aangeboren hersenletsels;b) in de loop van het laatste volledige kwartaal voorafgaand aan de aanvraag om reconversie naar RVT-bedden het volgende kunnen verantwoorden: - voor een instelling die nog niet over erkende RVT-bedden beschikt: gemiddeld ten minste 25 bewoners met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D die een ROB-bed bezetten; - voor een instelling die al over erkende RVT-bedden beschikt: gemiddeld ten minste evenveel bewoners met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd of D die een ROB-bed bezetten als het aantal - RVT-bedden die het voorwerp uitmaken van de aanvraag om reconversie; c) ofwel over geen enkel RVT-bed beschikken met een erkenning, zoals bedoeld in artikel 11 van de ordonnantie van 24 april 2008, ofwel voor de laatste referentieperiode over een bezettingsgraad van RVT-bedden beschikken tussen 90 en 100 %;3° gepaard gaan met de volgende documenten : a) het door Iriscare opgestelde en bezorgde aanvraagformulier dat de beheerder naar behoren invult en ondertekent;b) een verklaring op erewoord waarvan Iriscare het model vaststelt, waarin de beheerder zich ertoe verbindt om alle normen, zoals bedoeld in 2°, a) na te leven;c) een plan dat beantwoordt aan het model dat door Iriscare wordt vastgelegd, dat de besteding van de financiële middelen die door de reconversie vrijkomen uiteenzet, in het licht van een verhoging van de omkadering, de verbetering van de kwaliteit aan de hand van precieze projecten of de vermindering van de dagprijs;d) indien artikel 3, § 2, 1°, in fine wordt toegepast, een kopie van de tussen de partijen gesloten overdrachtsovereenkomst, waarin het doel van de overdrachtsovereenkomst wordt vermeld, de identiteit van de partijen, het aantal vergunde ROB-bedden dat wordt overgedragen, de toekomstige geografische locatie van de bedden en de inwerkingtredingsdatum van de overeenkomst;e) de aanvraag om erkenning die betrekking heeft op het RVT-bed of de RVT-bedden waarvoor een specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie wordt aangevraagd.In afwijking van artikel 8 van het besluit van 4 juni 2009 moet deze aanvraag, om ontvankelijk te zijn, gepaard gaan met enkel de volgende documenten: - een geldig veiligheidsattest; - de plannen van de verschillende verdiepingen met vermelding van de verschillende lokalen, de afmetingen en de bestemmingen ervan en, in voorkomend geval, het aantal bedden per kamer, behalve indien er geen wijzigingen werden aangebracht sinds de indiening van het beschrijvende dossier met betrekking tot de vorige aanvraag om erkenning bij Iriscare. 4° worden ingediend uiterlijk : a) op 31 mei 2021 voor de aanvragen die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2021;b) jaarlijks op 15 september voor de aanvragen die betrekking hebben op de volgende begrotingsjaren. § 2. Op verzoek van Iriscare zijn de beheerders gehouden alle andere gegevens te bezorgen die Iriscare voor de behandeling van de aanvraag nuttig of nodig acht om de aanvraag te behandelen. § 3. De ministers kunnen op voorstel van de Beheerraad, de bezettingsgaad, zoals bedoeld in § 1, 2°, c), wijzigen.

Art. 7.De vergunning of vergunningen, zoals bedoeld in artikel 3, § 1, verstrijken automatisch indien op het ogenblik van de erkenning, de voorwaarde zoals bedoeld in artikel 6, § 1, 2°, a), niet is nageleefd. HOOFDSTUK 4. - Behandeling van de aanvragen om reconversie naar RVT-bedden

Art. 8.Ieder jaar wordt, voor de verdeling van de bedden, zoals bedoeld in artikel 3, § 4, voorrang gegeven aan : 1° de openbare sector: tot 40 % van het aantal bedden, zoals bedoeld in artikel 3, § 4;2° de privésector zonder winstoogmerk: tot 20 % van het aantal bedden, zoals bedoeld in artikel 3, § 4 : 3° de privésector met winstoogmerk: de overblijvende 40 % van het aantal bedden, zoals bedoeld in artikel 3, § 4. Onverminderd de voorrang vastgesteld door het vorige lid en in afwijking van artikel 3, § 3, tweede lid, indien het aantal per sector ontvankelijke aanvragen niet toelaat de percentages, zoals bedoeld respectievelijk in het vorige lid, 1°, 2° en 3°, te behalen, kan het aantal vergunningen, zoals bedoeld in artikel 3, § 1, dat wordt toegekend per aanvraag meer dan 10 bedragen voor zover zij niet meer bedragen dan het aantal bewoners met afhankelijkheidscategorie B, C, Cd, of D die een ROB-bed bezetten in de betrokken instelling in de loop van het laatste volledige kwartaal dat voorafgaat aan de aanvraag om reconversie en, in elk geval, niet meer dan 25.

Art. 9.Onverminderd artikel 8 worden de ontvankelijke aanvragen om reconversie naar RVT-bedden, gerangschikt, per sector, naargelang de volgende bijkomende voorrangscriteria : 1° betrekking hebben op een instelling die geen RVT-bedden via reconversie verkreeg in de loop van het voorgaande begrotingsjaar;2° betrekking hebben op een instelling met de laagste RVT-dekkingsgraad;3° betrekking hebben op een instelling die beschikt over het grootste aantal personeelsleden per 30 bewoners in de loop van de laatste referentieperiode. In afwijking van het voorgaande lid kunnen de instellingen die nog niet over erkende RVT-bedden beschikken, alleen maar een vergunning zoals bedoeld in artikel 3, § 1, verkrijgen, op voorwaarde dat ze voor de verdeling nuttig gerangschikt zijn om 25 bedden toegewezen te krijgen. HOOFDSTUK 5. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 10.In afwijking van artikel 4 van het besluit van 4 juni 2009 hebben de overdrachten van de vergunde ROB-bedden, uitgevoerd in het kader van de toepassing van artikel 3, § 2, 1°, tweede lid, uitwerking, voor zover de voorwaarde, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, 4°, h), wordt nageleefd.

Art. 11.Het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 mei 2020 tot vastlegging van de nadere regels met betrekking tot de reconversie van rusthuisbedden voor het begrotingsjaar 2020 en 2021 wordt opgeheven.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 13.De ministers zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 mei 2021.

Voor het Verenigd College: De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, E. VAN DEN BRANDT .

^