Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 08 september 1997
gepubliceerd op 21 januari 1998

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 27 december 1991 tot vaststelling van de regels voor de aanpassing van de lestijdendotaties in het onderwijs voor sociale promotie

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1997029467
pub.
21/01/1998
prom.
08/09/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 SEPTEMBER 1997. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 27 december 1991 tot vaststelling van de regels voor de aanpassing van de lestijdendotaties in het onderwijs voor sociale promotie


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, inzonderheid op artikel 87, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 27 december 1991 tot vaststelling van de regels voor de aanpassing van de lestijdendotaties in het onderwijs voor sociale promotie, gewijzigd bij de besluiten van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 23 december 1992 en van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 september 1994 en 11 december 1996;

Gelet op het protocol van 19 juni 1997 van Sectorcomité IX en van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, afdeling II, in gemeenschappelijke vergadering;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 augustus 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 8 augustus 1997;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 juli 1997 over de vraag om advies dat door de Raad van State binnen een termijn van één maand moet worden gegeven;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 25 augustus 1997, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel 5 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 27 december 1991 tot vaststelling van de regels voor de aanpassing van de lestijdendotaties in het onderwijs voor sociale promotie, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 23 december 1992 en bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 september 1994 en 11 december 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Paragraaf 1, lid 1, wordt door volgend lid vervangen : « Voor elke in artikel 4 bedoelde leergang wordt de lestijdendotatie, met als symbool de letter D, berekend, naargelang het geval, volgens één van de volgende formules : Voor de raadpleging van de formule, zie beeld.2° Paragraaf 1 wordt aangevuld met volgend lid : « het symbool G vertegenwoordigt de waarde van de globale coëfficiënt toegepast voor de berekening van het geheel van de lestijdendotatie. De waarde van deze coëfficiënt wordt ieder jaar door de Minister van de Franse Gemeenschap tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, bepaald. »; 3° Paragraaf 3, lid 1, wordt door volgend lid vervangen : « Met ingang van het burgerlijk jaar 1998, kan iedere inrichtende macht een deel van haar lestijdendotatie besteden aan het geheel van de volgende activiteiten : vergadering van de Studiënraad, toelating, opvoedkundige follow-up, bekrachtiging van de studies en opvoedkundige en technische expertise.»; 4° Er wordt een paragraaf 3bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 3bis.Met ingang van het burgerlijk jaar 1996, voor de aanpassing van de lestijdendotatie, worden de lestijden omgezet in begeleidingsbetrekkingen in toepassing van artikel 111, § 1, lid 6, van het voornoemd decreet van 16 april 1991, toegevoegd aan de lestijdendotatie voor het tweede volgend burgerlijk jaar. »; 5° Er wordt een paragraaf 3ter ingevoegd, luidend als volgt : « § 3ter.De lestijden bedoeld bij de § 3 en § 3bis, mogen, gecumuleerd, niet een totaal van 2000 lestijden overschrijden en 8 % van de lestijdendotatie bedoeld bij artikel 82 van het voornoemd decreet van 16 april 1991. »; 6° Er wordt een paragraaf 3quater ingevoegd, luidend als volgt : « § 3quater.Met ingang van het burgerlijk jaar 1997, voor de aanpassing van de lestijdendotatie, worden de lestijden afgetrokken van de dotatie/school in toepassing van artikel 87, § 2, van het voornoemd decreet van 16 april 1991 toegevoegd aan de lestijdendotatie berekend volgens voornoemde formules, om de lestijdendotatie te vormen van het tweede volgend burgerlijk jaar. » ; 7° Er wordt een paragraaf 3quinquies ingevoegd, luidend als volgt : « § 3quinquies.De lestijden voortkomend uit de omzetting van sommige betrekkingen bij toepassing van artikel 111, § 1, lid 6, van het voornoemd decreet van 16 april 1991 komen niet in aanmerking voor de in § 1 bepaalde berekening.

Deze lestijden worden aan iedere inrichtende macht toegekend zolang de bij artikel 111, § 1, lid 6, bedoelde omzetting geldig blijft. »; 8° Paragraaf 6, lid 2, wordt door volgend lid vervangen : « Voor de toepassing van deze bepaling dient onder "vestiging" verstaan te worden : 1° de zetel van de inrichting alsook de gefuseerde inrichtingen die verder gelegen zijn dan 10 km van de zetel van de inrichting en die al bestonden op 31 augustus 1986;2° de vestigingen gemachtig bij ministerieel aanschrijven van vóór 1 juli 1991, op voorwaarde dat deze vestigingen verder gelegen zijn dan 10 km van de zetel van de inriching en dat ieder jaar vanaf de machtiging tot opening er cursussen voor sociale promotie worden ingericht;3° de zetels en de vestigingen van de na 1 september 1997 gefuseerde inrichtingen, op voorwaarde dat in deze inrichtingen of vestigingen ieder jaar vanaf de fusie cursussen voor sociale promotie ingericht worden;4° de vestigingen die een door de Regering toegelaten herstructurering hebben ondergaan in toepassing van artikel 96ter van het voornoemde decreet van 16 april 1991, op voorwaarde dat in deze vestigingen ieder jaar na de herstructurering cursussen voor sociale promotie werden ingericht en enkel voor de vormingscursussen van voor de herstructurering en deze die voortkomen uit de toepassing van artikel 24, § 4, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.»; 9° Paragraaf 10 wordt door de volgende bepaling vervangen : « De coëfficiënt G is ook van toepassing voor de lestijden toegekend overeenkomstig §§ 2, 3, 3bis en 3quater".

Art. 2.Er wordt een artikel 9bis ingevoegd in hetzelfde besluit, luidend als volgt : «

Art. 9bis.Met ingang van het schooljaar 1997-1998 wordt het aantal regelmatige studenten die in aanmerking worden genomen voor de toepassing van de artikelen 6, 7, 8 en 9 berekend in functie van een gemiddelde, gevormd : 1° tot beloop van 60 %, door het aantal regelmatige studenten berekend tot het eerste tiende van de duur van de vorming;2° tot beloop van 40 % het aantal regelmatige studenten berekend tot het vijfde tiende van de duur van de vorming.»

Art. 3.Er wordt een artikel 12bis in hetzelfde besluit ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 12bis.De lestijdendotatie toegekend aan de inrichting bij toepassing van dit besluit kan niet lager liggen dan 8 % van de lestijdendotatie van het voorafgaand burgerlijk jaar.

Rekening houdend met de overdracht van lestijden gebonden met de herstructureringen bedoeld in artikel 96ter van het voornoemd decreet van 16 april 1991, is de maatregel bedoeld bij artikel 10 globaal van toepassing op het geheel van de betrokken inrichtingen.

De compensatie van lestijden toegekend aan de inrichtingen waarvan het verlies hoger ligt dan 8 % wordt aangerekend op het geheel van de inrichtingen waarvan de dotatie toeneemt met meer dan 8 %, evenredig met het deel van hun dotatie die hoger ligt dan 108 % van de dotatie van het vorig burgerlijk jaar. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998.

Art. 5.De Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 september 1997.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

^