Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 24 december 1997
gepubliceerd op 09 mei 1998

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de beroepsverenigingen van bibliothecarissen en bibliotheken

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1998029101
pub.
09/05/1998
prom.
24/12/1997
ELI
eli/besluit/1997/12/24/1998029101/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 DECEMBER 1997. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de beroepsverenigingen van bibliothecarissen en bibliotheken


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 28 februari 1978 tot instelling van de Openbare Dienst voor Lectuurvoorziening, gewijzigd bij de decreten van 21 oktober 1988, 19 juli 1991 en 30 november 1992;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 maart 1995 betreffende de organisatie van de Openbare Dienst voor Lectuurvoorziening;

Gelet op het advies van de « Conseil supérieur des Bibliothèques publiques » (Hoge Raad voor de Openbare Bibliotheken van de Franse Gemeenschap), gegeven op 7 mei 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 november 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 24 december 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid om in reglementaire maatregelen te voorzien die het toelaten toelagen te verlenen aan de beroepsverenigingen van bibliothecarissen en bibliotheken, en dit vanaf 1998;

Op de voordracht van de Minister van Cultuur;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 1 december 1997, Besluit :

Artikel 1.In de zin van dit besluit, wordt verstaan onder : - het decreet : het decreet van 28 februari 1978 tot instelling van de Openbare Dienst voor Lectuurvoorziening, gewijzigd bij de decreten van 21 oktober 1988, 19 juli 1991 en 30 november 1992; - het besluit : het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 maart 1995 betreffende de organisatie van de Openbare Dienst voor Lectuurvoorziening; - de Minister : de Minister van de Franse Gemeenschap tot wiens bevoegdheid de Openbare Dienst voor Lectuurvoorziening behoort; - de administratie : de Algemene Dienst Letteren en Boekwezen van het Algemeen Bestuur Cultuur en Informatica van het Ministerie van de Franse Gemeenschap; - de Inspectie : de Algemene Inspectie van de Algemene Directie Cultuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap; - de Raad : de « Conseil supérieur des Bibliothèques publiques » (Hoge Raad voor de Openbare Bibliotheken van de Franse Gemeenschap).

Art. 2.§ 1. De Minister kan verenigingen of verbonden van bibliotheken of bibliothecarissen erkennen die tot doel hebben acties te voeren inzake gunstige ontwikkeling en promotie van het Boekwezen en de openbare bibliotheken in het kader van het decreet van 28 februari 1978 en van zijn toepassingsbesluiten en er prospectief over na te denken. Deze beroepsverenigingen en -verbonden dienen tevens informatie te verstrekken en het personeel op te leiden en dienen ook het beroep van bibliothecaris in een gunstig licht te stellen. Hun acties vallen binnen het algemeen kader van de permanente opvoeding zoals bepaald in lid 2 van artikel 1 van het decreet. § 2. Om door de Minister erkend te worden, dient de vereniging of het verbond aan volgende minimumvoorwaarden te voldoen : 1° samengesteld worden als vereniging zonder winstoogmerk;2° onder een minimum van 200 aangeslotenen die een jaarlijkse bijdrage betalen, minstens 50 leden van het bestuurs- of technisch personeel omvatten die hun ambt uitoefenen in een erkende of met een overeenkomst aangenomen bibliotheek in het kader van het decreet en van zijn toepassingsbesluit;3° over een verbindingsbulletin beschikken;4° op eigen initiatief of op aanvraag van de Administratie of van de Minister adviezen en meningen uit te brengen omtrent vragen betreffende de beroepsevolutie van de sector;5° jaarlijks vier activiteiten organiseren die ertoe strekken de ontwikkeling van de openbare dienst voor lectuurvoorziening zoals ze bepaald worden in artikel 2, § 2, te bevorderen;6° activiteiten te leiden en haar (zijn) leden aan te werven in minstens drie provincies op het geheel van het grondgebied van de Franse Gemeenschap;7° haar (zijn) maatschappelijke zetel te hebben op het grondgebied van de Franse Gemeenschap of in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;8° een boekhouding bijhouden die toelaat de bestemming van de toelagen na te gaan;9° aanvaarden dat de inspectie en de verificateurs die daarvoor aangewezen werden ter plaatse de werking en de boekhouding onderzoeken.

Art. 3.§ 1. De vereniging of het verbond die (dat) haar (zijn) erkenning aanvraagt, tussen 1 januari en 1 maart, dient een aanvraag om erkenning in die gericht is aan de Administratie. § 2. Om ontvankelijk te zijn, dient de aanvraag om erkenning vergezeld te gaan van volgende documenten : 1° de teksten die de rechtspositie van de vereniging bepaalt, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, met inbegrip van de wijzigingen;2° het adres van de maatschappelijke zetel en, desnoods, van het secretariaat;3° een beschrijvend verslag van de acties gevoerd tijdens het jaar dat voorafgaat aan de indiening van de aanvraag;4° een programma waarin de acties die gevoerd zullen worden, tijdens het jaar dat volgt op de indiening van de aanvraag om erkenning, beschreven zijn;5° een voorbegroting.

Art. 4.§ 1. Wanneer het dossier volledig is, maakt de Administratie het, om advies, opeenvolgend over naar de Inspectie en de Raad.

De Raad zal zijn advies uitbrengen vóór 31 mei van het lopend jaar.

Deze termijn voorbij, wordt de Raad geacht hetzelfde advies uit te brengen als dat van de Administratie.

De Minister beslist de erkenning te verlenen vóór 30 september van het lopend jaar. § 2. De erkenning heeft uitwerking met ingang van 1 januari van het jaar tijdens hetwelk de beslissing door de Minister werd genomen.

Art. 5.§ 1. Iedere vereniging of ieder verbond geniet een forfaitaire jaarlijkse toelage van 150 000 frank jaarlijks geïndexeerd volgens de vorderingen van de begroting van de Franse Gemeenschap.

Deze toelage wordt uitbetaald ten laatste op 15 september van het burgerlijk jaar dat volgt op de procedure tot erkenning. § 2. Deze toelage dient verantwoord te zijn door de volgende toelaatbare uitgaven : 1° de kosten van het secretariaat;2° de kosten voor de bevordering van de leesactiviteiten;3° de kosten voortvloeiend uit het organiseren van vergaderingen, seminaries en colloquia;4° de drukkosten of de verspreidingskosten voor allerhande publicaties die betrekking hebben op het vervullen van de opdrachten bepaald in artikel 2;5° de kosten die voortvloeien uit het aanwerven van personeel voor de vereniging. § 3. De vereniging of het verbond kan buitengewone toelagen om uitrusting genieten.

Ze zullen maximum 100 000 frank bedragen per schijf van drie jaar. § 4. De vereniging of het verbond kan een buitengewone toelage genieten voor het organiseren van opleidingsactiviteiten die strict plaatsvinden in het kader van de opdrachten bepaald bij artikel 2.

Deze toelage zal beperkt zijn tot 100 000 frank per schijf van drie jaar. § 5. Ieder jaar, vóór 1 juni, maakt de vereniging of het verbond een activiteitenverslag en de rekeningen van het vorig jaar, goedgekeurd door de algemene vergadering, aan de Minister over.

Art. 6.§ 1. Wanneer de vereniging of het verbond niet aan de voorwaarden inzake erkenning voldoet gedurende minstens één jaar, kan, de Minister, ter bewaring, na de vereniging of het verbond gehoord te hebben en op basis van een advies van de Inspectie en de Administratie, de schorsing beslissen van de erkenning voor een maximale duur van één jaar. § 2. De Minister kan, na raadpleging van de Raad, die zijn advies moet uitbrengen binnen de twee maanden van het aanhangig maken door de Minister, tot de intrekking van de erkenning van de vereniging of het verbond beslissen,, die (dat) niet meer voldoet aan de voorwaarden van de erkenning gedurende minstens één jaar. § 3. De nieuwe erkenning verleend aan een vereniging of een verbond waarvoor een intrekking van de erkenning is gebeurd, kan enkel uitwerking hebben één jaar later, te rekenen vanaf de datum van de intrekking van de eerste erkenning.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 15 november 1997.

Art. 8.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 december 1997.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur en Permanente Opvoeding, Ch. PICQUE.

^