Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 14 juli 1998
gepubliceerd op 20 augustus 1998

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de halftijdse vervroegde uittreding

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1998029340
pub.
20/08/1998
prom.
14/07/1998
ELI
eli/besluit/1998/07/14/1998029340/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 JULI 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de halftijdse vervroegde uittreding


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, inzonderheid op artikel 3, § 3;

Gelet op het decreet van 1 juli 1982 tot oprichting van een "Commissariat général aux Relations Internationales";

Gelet op het decreet van 30 maart 1983 houdende oprichting van de Dienst voor Geboorte en Kinderen (ONE), gewijzigd bij het decreet van 12 maart 1990;

Gelet op het decreet van 1 december 1997 houdende oprichting van de Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot vaststelling van de algemene principes, inzonderheid op artikel 64;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 oktober 1997 waarbij de wet van 10 april 1965 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector toepasselijk wordt gemaakt op de vastbenoemde personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap en van sommige instellingen van openbaar nut;

Gelet op het protocol Nr. 193 van het Comité van Sector XVII, gesloten op 18 mei 1998;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 maart 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 2 april 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 30 maart 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Pensioenen, gegeven op 12 juni 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de ambtenaren van de Diensten van de Regering, van het "Commissariat général aux Relations internationales", van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" en van de Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap, zonder verwijl, hetzelfde stelsel van halftijdse vervroegde uittreding moeten kunnen genieten als dat van de ambtenaren van de federale diensten;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 30 juni 1998, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de vastbenoemde personeelsleden van de Diensten van de Regering, van het "Commissariat général aux Relations internationales", van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" en van de Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap, met uitzondering van de titularissen van één van de graden vermeld tegenover de openbare dienst waarvan zij deel uitmaken : - Diensten van de Regering : graden van rang 12 of hoger; - "Commissariat général aux Relations internationales" : graden van rang 12 of hoger; - "Office de la Naissance et de l'Enfance" : graden van niveau 1; - Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap : graden van niveau 1 en personeelsleden aan wie de hoedanigheid van politiebeambte werd toegekend.

Nochtans kan het personeelslid, dat titularis is van een graad vermeld in lid 1 en dat het aanvraagt, ertoe gemachtigd worden door de overheid die over de bevoegdheid voor de benoeming tot de betrokken graad beschikt, en dit in het geval dat de goede werking van de dienst erdoor niet verstoord wordt, de bepalingen van dit besluit te genieten.

Art. 2.De bij artikel 2, § 2, van de wet van 10 april betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector bedoelde aanvraag wordt schriftelijk en langs de hiërachische weg ingediend bij de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap of bij de ambtenaar die de leiding heeft van de instelling van openbaar nut waartoe het personeelslid behoort, ten laatste drie maanden voor de datum van de halftijdse vervroegde uittreding, tenzij, op aanvraag van betrokkene, de betrokken overheid een kortere termijn aanvaardt.

Ze bestrijkt een periode die noodzakelijkerwijze volledige maanden bedraagt.

Art. 3.De akte waarbij het personeelslid de halftijdse vervroegde uittreding wordt toegestaan, stelt de perstaties vast die hij moet leveren.

Er wordt kennisgegeven van deze akte aan het personeelslid.

Vanaf deze kennisgeving kan het personeelslid zijn datum van inrustestelling niet meer verdagen.

Art. 4.Het personeelslid aan wie een halftijdse vervroegde uittreding werd toegekend, kan zijn titels op een bevordering door verhoging in graad of door toegang tot het hogere niveau niet laten gelden.

Hij kan noch verlof toegekend worden dat vermeld wordt in de hoofdstukken IIIbis, VI en VII van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid, noch een halftijdse onderbreking van de loopbaan bekomen.

Art. 5.De wedde van het personeelslid aan wie een halftijdse vervroegde uittreding werd toegekend wordt berekend volgens de nadere regels bepaald bij artikel 24 van het besluit van de Regering van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.

Art. 6.Het bedrag van de premie bedoeld bij artikel 4, § 1 van bovenvermelde wet van 10 april 1995 wordt niet geïndexeerd.

Art. 7.Artikel 102 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel wordt aangevuld als volgt : « 12° voor een halftijdse vervroegde uittreding. »

Art. 8.In het het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de Rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 3, § 3, lid 2, wordt de volgende melding ingevoegd : « 6° de halftijdse vervroegde uittreding »;2° in artikel 6, lid 2, worden de woorden "van halftijdse vervroegde uittreding," ingevoegd tussen de woorden "van deeltijdse arbeid," en "wordt de duur";3° in artikel 6 bis, lid 4, worden de woorden "van halftijdse vervroegde uittreding," ingevoegd tussen de woorden "van deeltijdse arbeid," en "wordt de duur".

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 juli 1998.

De Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION De Minister van Cultuur en Permanente Opvoeding, Ch. PICQUE De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

^