Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 16 november 1998
gepubliceerd op 04 maart 1999

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de samenstelling en de werking van de Commissie belast met het vaststellen van de overeenstemming van het diploma en van de graad van industrieel ingenieur uitgereikt door het hoger onderwijs voor sociale promotie van het lange type met het diploma en de graad van industrieel ingenieur uitgereikt door het hoger onderwijs van het lange type en met volledig leerplan

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029006
pub.
04/03/1999
prom.
16/11/1998
ELI
eli/besluit/1998/11/16/1999029006/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 NOVEMBER 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de samenstelling en de werking van de Commissie belast met het vaststellen van de overeenstemming van het diploma en van de graad van industrieel ingenieur uitgereikt door het hoger onderwijs voor sociale promotie van het lange type met het diploma en de graad van industrieel ingenieur uitgereikt door het hoger onderwijs van het lange type en met volledig leerplan


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, inzonderheid op de artikelen 63 en 75;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 1998 over de aanvraag om advies, dat door de Raad van State binnen een maand moet uitgebracht worden;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 21 oktober 1998 in toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 16 november 1998, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° « het Decreet » : het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie;2° « de Commissie » : de bij artikel 63 van het decreet bedoelde commissie;3° « de Overlegcommissie » : de overlegcommissie voor het onderwijs voor sociale promotie bedoeld bij artikel 15 van het decreet;4° « de Minister » : de minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort.

Art. 2.De Commissie bepaalt de overeenstemming van het diploma en van de graad van industrieel ingenieur uitgereikt door het hoger onderwijs voor sociale promotie van het lange type met het diploma en de graad van industrieel ingenieur uitgereikt door het hoger onderwijs van het lange type en met volledig leerplan op basis van een combinatie van bevoegdheden waarvan de lijst opgesteld wordt na eensluidend advies van de Overlegcommissie, overeenkomstig artikel 75 van het decreet.

Art. 3.De Commissie is samengesteld uit : 1° de administrateur-generaal tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort;2° de adjunct-directeur-generaal van de Algemene Dienst voor het onderwijs voor sociale promotie, het kunstonderwijs met beperkt leerplan en het afstandsonderwijs, of zijn gemachtigde;3° de verantwoordelijke voor de dienst inspectie van het onderwijs voor sociale promotie, of zijn gemachtigde;4° de directeur-generaal van het niet-verplicht onderwijs en van het wetenschappelijk onderzoek, of zijn gemachtigde;5° de voorzitter van de Hoge Raad voor het onderwijs voor sociale promotie en de voorzitter van de Overlegcommissie, of hun gemachtigde;6° de voorzitter en de ondervoorzitter van de Algemene Raad van de Hogescholen opgericht bij het decreet van 5 augustus 1995 houdende algemene organisatie van het hoger onderwijs in Hogescholen. Nemen deel aan de werkzaamheden van de Commissie, zonder stemgerechtigd te zijn : 1° de Minister of zijn afgevaardigde;2° de ondervoorzitter van de Hoge Raad voor het onderwijs voor sociale promotie, of zijn afgevaardigde;3° een vertegenwoordiger van de Algemene Dienst voor het onderwijs voor sociale promotie, het kunstonderwijs met beperkt leerplan en het afstandsonderwijs, en een vertegenwoordiger van de Inspectie van het onderwijs voor sociale promotie.Laatstgenoemde wordt gekozen door de Overlegcommissie; 4° een afgevaardigde van de Overlegcommissie door haar uit eigen midden gekozen.

Art. 4.De Commissie beraadslaagt en beslist geldig wanneer ten minste vijf van de bij artikel 3, lid 1, bedoelde leden aanwezig zijn.

Zij neemt haar beslissingen bij gewone meerderheid van de aanwezige leden.

Wanneer het bij lid 1 bedoelde quorum niet bereikt is, komt de Commissie opnieuw binnen de veertien kalenderdagen samen en beslist geldig ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art. 5.De lijst van de bij artikel 2 bedoelde bevoegdheden wordt door het Vast Secretariaat van de Overlegcommissie overgezonden aan : 1° de administrateur-generaal tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort;2° de Algemene Raad van de Hogescholen opgericht bij het voornoemd decreet van 5 augustus 1995;3° de Hoge Raad voor het onderwijs voor sociale promotie bedoeld bij artikel 78 van het decreet;4° de Pedagogische Raad van het onderwijs van de Franse Gemeenschap;5° de vertegenwoordigings- en coördinatie-organen bedoeld bij artikel 74, 2°, 3° en 4° van het decreet van 24 juli 1997 waarbij de prioritaire taken van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs zijn bepaald en waarbij de structuren zijn georganiseerd die het mogelijk maken ze uit te voeren.

Art. 6.Tussen de veertigste en vijftigste werkdag die volgt op de datum waarop de lijst wordt bezorgd aan de bij artikel 5 bedoelde instanties, roept de administrateur-generaal tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, of zijn gemachtigde, de Commissie bijeen.

De oproepingsbrief moet ten minste tien werkdagen vóór de vergadering worden opgezonden, met datum als postmerk.

De bij lid 1 bedoelde administrateur-generaal neemt het voorzitterschap waar van de vergaderingen van de Commissie. Het Vast Secretariaat van de Overlegcommissie zorgt voor het secretariaat van de Commissie.

De beslissingen van de Commissie worden onverwijld aan de Overlegcommissie doorgestuurd samen met de adviezen die door de Overlegcommissie aan de minister worden doorgezonden.

Art. 7.Wanneer zij aan de vergaderingen van de Commissie deelnemen, worden de bij artikel 3 bedoelde leden beschouwd als zijnde in dienstactiviteit.

Art. 8.De voorzitter en de leden van de Commissie mogen de terugbetaling van hun reiskosten vragen volgens de voorwaarden vastgelegd in de bepalingen die van toepassing zijn op de personeelsleden van de besturen van de Franse Gemeenschap.

Daartoe worden de leden bedoeld bij artikel 3, lid 1, 1° tot 4°, gelijkgesteld met de rang die zij bekleden.

De andere leden worden gelijkgesteld met de ambtenaren van rang 13.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10.De Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 november 1998.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

^