Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 27 april 2000
gepubliceerd op 16 mei 2000

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de « Conseil supérieur de l'enseignement supérieur artistique »

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2000029199
pub.
16/05/2000
prom.
27/04/2000
ELI
eli/besluit/2000/04/27/2000029199/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 APRIL 2000. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de « Conseil supérieur de l'enseignement supérieur artistique » (Hoge Raad voor het hoger kunstonderwijs van de Franse Gemeenschap)


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 17 mei 1999 betreffende het hoger kunstonderwijs, inzonderheid op artikel 26;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 november 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 1 december 1999;

Gelet op de onderhandelingen gesloten op 10 januari 2000, binnen het Sectorcomité IX en het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, afdeling II, die samen zetelden;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 november 1999 over de aanvraag om advies dat de Raad van State binnen een termijn van een maand moet uitbrengen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 13 maart 2000, bij toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs;

Na de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 april 2000, Besluit : HOOFDSTUK I. - Oprichting en samenstelling

Artikel 1.§ 1. Er wordt een Hoge Raad voor het hoger kunstonderwijs opgericht, hierna « de Hoge Raad » genoemd.

De Hoge Raad bestaat uit 28 leden, die de instellingen voor kunstonderwijs vertegenwoordigen en die als volgt worden opgedeeld : 1° drie vertegenwoordigers van de inrichtende machten, onder wie : a) één die door de Regering wordt voorgedragen en die optreedt als vertegenwoordiger van de inrichtende macht van het onderwijs van de Franse Gemeenschap;b) één die door de representatieve organisatie van de inrichtende machten van het gesubsidieerd officieel onderwijs wordt voorgedragen;c) één die door de representatieve organisatie van de inrichtende machten van het gesubsidieerd vrij onderwijs wordt voorgedragen;2° Zestien vertegenwoordigers van de personeelsleden van de instellingen voor hoger kunstonderwijs naar rata van een per instelling, voorgedragen door de inrichtende machten en gekozen uit het bestuurs- of onderwijzend personeel.3° Drie vertegenwoordigers van de studenten, voorgedragen door de representatieve organisaties van de studenten erkend op gemeenschapsvlak.4° Zes vertegenwoordigers van de personeelsleden van de instellingen voor kunstonderwijs voorgedragen door de vakorganisaties en de interprofessionele organisaties. § 2. Ieder lid van de Hoge Raad heeft een plaatsvervanger. Het plaatsvervangend lid heeft enkel zitting bij afwezigheid van het werkend lid.

Art. 2.De werkende en plaatsvervangende leden bedoeld bij artikel 1, § 1 en § 2 worden door de Regering aangesteld op een dubbele lijst voorgedragen door elk van de betrokken groepen.

Art. 3.Het mandaat van de werkende en plaatsvervangende leden duurt vier jaar en is hernieuwbaar, met uitzondering van het mandaat van de vertegenwoordigers van de studenten, dat een jaar duurt en hernieuwbaar is.

Art. 4.Op de voordracht van de leden van de Hoge Raad, benoemt de Regering een Voorzitter en twee Ondervoorzitters onder de leden van deze Raad. Zij worden aangesteld met eerbiediging van het evenwicht van de drie netten.

Art. 5.De duur van het mandaat van de Voorzitter en de twee Ondervoorzitters van de Hoge Raad beloopt vier jaar.

Art. 6.Ieder lid dat overlijdt, ontslag neemt of de hoedanigheid verliest die zijn mandaat verantwoorde, wordt vervangen. De vervanger, aangewezen overeenkomstig de artikelen 1, 2 en 4, voleindigt het mandaat van zijn voorganger.

Art. 7.De Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, wijst een vertegenwoordiger van de Regering aan die de vergaderingen van de Hoge Raad bijwoont. HOOFDSTUK II. - Werking van de Hoge Raad

Art. 8.De Hoge Raad stelt zijn huishoudelijk reglement vast en legt het, alsook zijn eventuele latere wijzigingen, ter goedkeuring aan de Regering voor.

In dit reglement worden onder meer de nadere regels voor de bijeenroeping van de Hoge Raad bepaald.

Art. 9.De Hoge Raad beraadslaagt enkel geldig indien meer dan de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is.

Over elke beslissing, voorstel of advies moet er gestemd worden.

De Hoge Raad beslist bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

Art. 10.De Regering stelt het nodige personeel ter beschikking van de Hoge Raad om er het secretariaat van waar te nemen. Dit personeel behoort tot de Algemene Directie voor het niet-verplicht onderwijs.

Het woont de vergaderingen met raadplegende stem bij.

Art. 11.De Hoge Raad vergadert in de lokalen van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.

Art. 12.Een jaarverslag over de werking en de activiteiten van de Hoge Raad wordt aan de Regering bezorgd.

Art. 13.De leden van de Hoge Raad ontvangen vergoedingen voor verblijfkosten en de terugbetaling van hun reiskosten onder dezelfde voorwaarden als de ambtenaren van rang 12 van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 14.De Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2000.

Brussel, 27 april 2000.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, F. DUPUIS

^