Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 08 april 2002
gepubliceerd op 28 juni 2002

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de samenstelling en de werkingsregels van de Centrale commissie van reaffectatie voor het gewoon en buitengewoon vrij gesubsidieerd kleuter- en lager onderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2002029276
pub.
28/06/2002
prom.
08/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/08/2002029276/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 APRIL 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de samenstelling en de werkingsregels van de Centrale commissie van reaffectatie voor het gewoon en buitengewoon vrij gesubsidieerd kleuter- en lager onderwijs


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 1 februari van 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs, zoals gewijzigd, inzonderheid op artikel 111;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het officieel gesubsidieerd gewoon en buitengewoon kleuter- en lager onderwijs, inzonderheid op artikel 17;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 maart 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 26 maart 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de als volgt verklaarde dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de afwezigheid van een reglementaire tekst die de samenstelling en de werkingsregels van de Centrale commissie van reaffectatie voor het gewoon en buitengewoon vrij gesubsidieerd kleuter- en lager onderwijs vaststelt;

Overwegende dat de betrokken Centrale commissie personeelsleden moet reaffecteren die beschikbaar zijn hetzij door van rechtswege aan te stellen, hetzij door de reaffectaties aan te nemen die door de Inrichtende machten en de plaatselijke Commissies gevoerd zijn in het gewoon onderwijs die zij opnieuw tewerk moet stellen volgens dezelfde procedure, de personeelsleden die beschikbaar zijn en wachten om te worden gereaffecteerd, dat ze in tweede instantie moet beraadslagen in de naam van de Minister over de beroepen die werden ingediend door de Inrichtende machten of de personeelsleden van het kleuter- of lager gewoon onderwijs tegen de beslissingen van de regionale Commissies van reaffectatie, dat ze moet beraadslagen in de naam van de Minister over de aanvragen om niet-verlenging van voornoemde reaffectaties en nieuwe tewerkstellingen;

Overwegende dat de werken van de regionale Commissies af zijn;

Dat het dus belangrijk is dat de Centrale commissie onmiddellijk haar taken kan uitvoeren, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de inrichtende machten en de gesubsidieerde personeelsleden van de inrichtingen van het vrij gesubsidieerd gewoon en buitengewoon kleuter- en lager onderwijs.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder : 1° de commissie : de Centrale commissie van reaffectatie voor het vrij gesubsidieerd gewoon en buitengewoon kleuter- en lager onderwijs;2° de minister : de minister tot wiens bevoegdheid het statuut van het personeel van het vrij gesubsidieerd onderwijs behoort. HOOFDSTUK II. - Samenstelling van de Commissie

Art. 3.§ 1. De Commissie bevat twee kamers, een die bevoegd is voor het confessioneel onderwijs en de andere voor het niet-confessioneel onderwijs. § 2. Elke van de twee kamers bestaat uit zestien werkende leden en zestien plaatsvervangende leden waarvan de mandaten gelijk verdeeld zijn onder de vertegenwoordigers van de inrichtende machten van het vrij gesubsidieerd onderwijs en de vertegenwoordigers van de vakverenigingen. § 3. Voor elk werkend lid is er een plaatsvervangend lid. § 4. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter worden aangesteld door de Minister onder de ambtenaren van rang 12 minimum van de Algemene administratie van het onderwijspersoneel. § 5. De secretaris en de plaatsvervangende secretaris worden door de Minister aangesteld onder de ambtenaren van de Algemene administratie bedoeld in § 3 van ditzelfde artikel. HOOFDSTUK III. - Werkingsregels van de Commissie

Art. 4.§ 1. De Commissie komt bijeen op initiatief van de Voorzitter.

Zij komt bijeen wanneer verrichtingen van reaffectatie zijn gedaan binnen de regionale Commissies van reaffectatie en telkens als de werken het eisen.

Ze mag ook vergaderen op de aanvraag van een representatieve organisatie van de personeelsleden of van de inrichtende machten die vertegenwoordigd zijn binnen de Commissie. § 2. De oproeping is slechts tot de werkende leden gericht. In geval van verhindering, moet het werkend lid zijn plaatsvervangend lid ervan op de hoogte brengen.

Art. 5.§ 1. De Commissie zorgt ervoor dat een consensus voortvloeit uit de genomen beslissingen. Indien dit niet gebeurt, indien voor beslissingen moeten worden gestemd, worden deze genomen bij absolute meerderheid van de aanwezige leden en moet elke groep - inrichtende machten, vakverenigingen - door minstens de helft van zijn leden worden vertegenwoordigd. § 2. De voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter, de secretaris en de adjunct-secretaris hebben een consultatieve stem. § 3. De aanwezigheid van technici mag toegelaten worden zonder dat zij stemgerechtigd zijn. § 4. De Centrale commissie stelt haar huishoudelijk reglement op dat ze voor goedkeuring aan de Minister doorzendt.

Art. 6.De leden van de Commissie hebben het recht op de terugbetaling van hun verplaatsingskosten onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de bepalingen van toepassing op de personeelsleden van de administraties van de Franse Gemeenschap.

Brussel, 8 april 2002.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, het Onthaal en de Opdrachten toegewezen aan de O.N.E., J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE

^