Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 15 april 2002
gepubliceerd op 18 juli 2002

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de samenstelling van de werkingsregels van de Centrale commissie van reaffectatie voor het officieel gesubsidieerd gewoon en buitengewoon kleuter- en lager onderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2002029291
pub.
18/07/2002
prom.
15/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/15/2002029291/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 APRIL 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de samenstelling van de werkingsregels van de Centrale commissie van reaffectatie voor het officieel gesubsidieerd gewoon en buitengewoon kleuter- en lager onderwijs


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs, inzonderheid op artikel 101bis;

Gelet op besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het officieel gesubsidieerd gewoon en buitengewoon kleuter- en lager onderwijs, inzonderheid op artikel 17;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 maart 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 26 maart 2002;

Gelet op het protocool van 15 april 2002 van het Comité van Provinciale en Plaatselijke Openbare Diensten, Afdeling 2;

Gelet op de wetten over de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de als volgt gemotiveerde dringende noodzakelijkheid; gelet op de afwezigheid van een reglementaire tekst die de samenstelling en de werkingsregels van de Centrale commissie van reaffectatie voor het gewoon en buitengewoon officieel gesubsidieerd kleuter- en lager onderwijs vaststelt;

Overwegende dat de betrokken Centrale commissie de personeelsleden moet reaffecteren die beschikbaar zijn hetzij door van rechtswege aan te stellen, hetzij door de reaffectaties aan de nemen die door de Inrichtende machten en de plaatselijke Commissies gevoerd zijn in het geoon onderwijs die zij opnieuw tewerk moet stellen volgens dezelfde procedure, de personeelsleden die beschikbaar zijn en wachten om te worden gereaffecteerd, dat ze in tweede instantie moet beraadslagen in de naam van de Minister over de beroepen die werden ingediend door de Inrichtende machten of de personeelsleden van het kleuter- of lager gewoon onderwijs tegen de beslissingen van de regionale Commissies van reaffectatie, dat ze moet beraadslagen in de naam van de Minister over de aanvragen om niet-verlenging van voornoemde reaffectaties en nieuwe tewerkstelingen;

Overwegende dat de werken van de regionale Commissies af zijn;

Dat het dus belangrijk is dat de Centrale commissie onmiddellijk haar taken kan uitvoeren, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de inrichtende machten en de gesubsidieerde personeelsleden van de inrichtingen van het officieel gesubsidieerd gewoon en buitengewoon kleuter- en lager onderwijs.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder : 1° de commissie : de Centrale commissie van reaffectatie voor het officieel gesubsidieerd gewoon en buitengewoon kleuter- en lager onderwijs;l 2° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid het Statuut van het personeel van het officieel gesubsidieerd onderwijs behoort. HOOFDSTUK II. - Samenstelling van de Commissie

Art. 3.§ 1. De Commissie bestaat uit zestien werkende leden en zestien plaatsvervangende leden waarvan de mandaten gelijk verdeeld zijn onder de vertegenwoordigers van de inrichtende machten van het officieel gesubsidieerd onderwijs en de vertegenwoordigers van de vakverenigingen. § 2. Voor elk werkend lid is er een plaatsvervangend lid. § 3. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter worden aangesteld door de Minister onder de ambtenaren van rang 12 minimum van de algemene administratie van het onderwijspersoneel. § 4. De secretaris en de plaatsvervangende secretaris worden door de Minister aangesteld onder de ambtenaren van de algemene administratie bedoeld in § 3 van ditzelfde artikel. HOOFDSTUK III. - Werkingsregels van de Commissie

Art. 4.§ 1. De Commissie komt bijeen op initiatief van de Voorzitter.

Zij komt bijeen wanneer verrichtingen van reaffectatie zijn gedaan binnen de regionale Commissies van reaffectatie en telkens als de werken het eisen.

Ze mag ook vergaderen op de aanvraag van een representatieve organisatie van de personeelsleden of van de inrichtende machten die vertegenwoordigd zijn binnen de Commissie. § 2. De oproeping is slechts tot de werkende leden gericht. In geval van verhindering, moet het werkend lid zijn plaatsvervangend lid ervan op de hoogte brengen.

Art. 5.§ 1. De Commissie zorgt ervoor dat een consensus voortvloeit uit de genomen beslissingen. Indien dit niet gebeurt, indien voor beslissingen moet worden gestemd, worden deze genomen bij absolute meerderheid van de aanwezige leden en moet elke groep - inrichtende machten, vakverenigingen - door minstens de helft van zijn leden worden vertegenwoordigd. § 2. De voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter, de secretaris en de adjunct-secretaris hebben een consultatieve stem. § 3. De aanwezigheid van technici mag toegelaten worden zonder dat zij stemgerechtigd zijn. § 4. De Centrale commissie stelt haar huishoudeijk reglement op dat ze voor goedkeuring aan de Minister doorzendt.

Art. 6.De leden van de Commissie hebben recht op de terugbetaling van hun verplaatsingskosten onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de bepalingen van toepassing op de personeelsleden van de administraties van de Franse Gemeenschap.

Brussel, 15 april 2002.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de O.N.E., J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE

^