Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 17 juli 2002
gepubliceerd op 26 oktober 2002

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de lijst van de overdraagbare ziekten waarvoor profylactische en opsporingsmaatregelen moeten worden getroffen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2002029454
pub.
26/10/2002
prom.
17/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/17/2002029454/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JULI 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de lijst van de overdraagbare ziekten waarvoor profylactische en opsporingsmaatregelen moeten worden getroffen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 20 december 2001 betreffende de gezondheidspromotie op school, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het decreet van 16 mei 2002 betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 1971 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2002 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten in het school- en studentenmilieu;

Gelet op het advies van de commissie voor gezondheidspromotie op school, gegeven op 27 juni 2002;

Gelet op de beraadslaging van de Regering over de aanvraag om advies te geven door de Raad van State binnen een termijn van hoogstens een maand;

Gelet op het advies nr. 33.702/4 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2002, bij toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.De ziekten die aan te geven zijn en de maatregelen die te treffen zijn bij toepassing van artikel 7 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2002 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten in het school- en studentenmilieu, worden in punt A van de bijlage opgenomen.

Daarenboven is de aangifte van de ziekten vernoemd in de punten A1, A2 en A3 van de bijlage (difterie, meningokokkeninfectie, poliomyelitis) een sanitaire dringende noodzakelijkheid en moet deze binnen de 24 uur gemeld worden aan de arts gezondheidsinspecteur voor hygiëne belast met de gezondheidsinspectie van de hygiëne bepaald in het koninklijk besluit van 1 maart 1971 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten.

Art. 2.De ziekten die aan te geven zijn en de maatregelen die te treffen zijn bij toepassing van artikel 8 van datzelfde besluit worden in het punt B van de bijlage opgenomen.

Art. 3.De organisatie en de opvolging van het onderzoek naar de de besmettingsbronnen worden, bij toepassing van artikel 3, 8° van hetzelfde besluit, onder punt C van de bijlage opgenomen.

Brussel, 17 juli 2002.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL

Bijlage bij het besluit van 17 juli 2002 tot vaststelling van de lijst van de overdraagbare ziekten waarvoor profylactische en opsporingsmaatregelen moeten worden getroffen A. Maatregelen te treffen bij toepassing van artikel 1 van het besluit. 1. Difterie a) Verwijdering van minstens 14 dagen en tot twee negatieve bacteriologische onderzoeken met zeven dagen verschil tussen de onderzoeken.b) Controle van vaccinatie en chemoprofylaxe van de nabije omgeving. Ingeval van weigering, verwijdering zoals voor de zieke. c) De ouders en het schoolpersoneel informeren. Controle van vaccinatie en aanbeveling deze uit te voeren bij de niet-gevaccineerde personen. 2. Meningokokkeninfectie a) Verwijdering tot de klinische genezing met een therapie op basis van antibiotica voor de eradicatie van kiemen op de keelholte.b) Verwijdering tot het bewijs van de inrichting van de onmiddellijke chemoprofylaxe (zo mogelijk binnen de eerste 48 uur) aanbevolen voor de leerlingen, de studenten en het personeel die in gevaarlijk contact geweest zijn met de zieke gedurende de 10 voorafgaande dagen. b.1) Als personen die contacten met veel risico hebben gehad, worden beschouwd : - de nabije familieomgeving, die onder hetzelfde dak woont; - de personen die intiem in contact geweest zijn (kussen, tandenborstel, bestek, zakdoeken, beddegoed); - de personen in leefgemeenschap met nauwe contacten : 1° de leerlingen en het personeel van het kleuter- en buitengewoon onderwijs 2° de leerlingen en het personeel van de internaten 3° de leerlingen en het personeel op voorschools verblijf. Chemoprofylaxe mag met de instemming van de ouders door de arts verantwoordelijk voor de schoolinrichting toegediend worden.

Er moet onderzocht worden naar de afwezigheidsredenen gedurende de 10 dagen die aan het geval vooraf zijn gegaan voor de personen in leefgemeenschap die beschouwd worden als personen die contacten met groot risico gehad hebben. b.2) Als personen die contacten met weinig risico gehad hebben, worden beschouwd : de leerlingen, de studenten en het personeel van het lager, secundair en hoger onderwijs, die veel in contact komen met anderen.

De arts die verantwoordelijk is voor de schoolinrichting moet de maatregelen aanpassen op grond van de organisatiewijzen van de betrokken leefgemeenschappen.

De chemoprofylaxe betekent niet dat de leerlingen niet meer gevolgd moeten worden en dat de afwezigheidsredenen gedurende de 10 dagen na het verschijnen van het laatste geval niet moeten worden gecontroleerd.

Indien een tweede geval voorkomt binnen de maand in een leefgemeenschap met weinig risico, wordt de chemoprofylaxe aanbevolen voor de contactpersonen van het 2de geval en voor de leefgemeenschapen met hoog risico zonder de identificatie van de verantwoordelijke stam.

Bij weigering van de aanbevolen chemoprofylaxe zal de arts verantwoordelijk voor de leefgemeenschap een verwijdering van 10 dagen uitroepen na de verschijning van het laatste geval.

De aanbeveling tot vaccinatie wordt slechts gegeven bij aanwezigheid van bijgevallen van eenzelfde serotype waarvoor een vaccin beschikbaar is. Ze wordt besloten in overleg met de sanitaire overheden. c) Zodra het eerste geval voorkomt, moet de arts die verantwoordelijk is voor de inrichting, het schoolpersoneel en de ouders, met inbegrip van de ouders van de leerlingen die afwezig waren gedurende de 10 dagen voorafgaand aan dat geval ervan op de hoogte brengen.3. Poliomyelitis a) Verwijdering van minstens 30 dagen en tot een negatief virologisch onderzoek.b) Controle van de vaccinatie en verplichte vaccinatieherhaling. Verwijdering van 30 dagen van de niet-gevaccineerde personen. c) Strenge hygiëne van de handen en sanitaire installaties. Controle van de vaccinatie en verplichte vaccinatie van de niet-gevaccineerde personen.

Eventuele sluiting na advies van de aangestelde arts-ambtenaar. 4. Infectiegastro-enteritis 4.1. Infecties met Salmonella typhi a) verwijdering die zal beëindigd worden na twee keer een negatieve coprocultuur te hebben afgenomen met zeven dagen verschil tussen elk. De protocollen zullen bij het genezingsattest worden gevoegd. b) De ouders informeren. Coprocultuur van de contacten en verwijdering zoals voor de zieke, bij een positief resultaat. c) Strenge hygiëne van de handen, de sanitaire installaties en de keukens. Zodra een tweede geval op school voorkomt, in samenwerking met de arbeidsgeneeskunde : - Opsporing van de kiemdragers onder het keukenpersoneel. - Tijdelijke verwijdering of eventuele overplaatsing van de kiemdragers die voedingswaren moeten manipuleren. - Eventuele sluiting na advies van de aangestelde arts-ambtenaar. 4.2. Andere enteropathogene kiemen a) Verwijdering tot het verdwijnen van de symptomen.b) De ouders informeren. Coprocultuur van de symptomatische contacten en bij positief resultaat, verwijdering als voor de zieke. c) Strenge hygiëne van de handen, de sanitaire installaties en de keukens. Indien er meer dan 3 gevallen op school voorkomen binnen de 14 dagen, in samenwerking met de arbeidsgeneeskunde : - coprocultuur bij de personen die voedingswaren manipuleren; - onderzoek van de arts verantwoordelijk voor de inrichting betreffende de hygiëne van de voeding, de keukens en de sanitaire installaties. 5. Hepatitis A a) Verwijdering van 14 dagen na het klinisch begin van de ziekte en tot het verdwijnen van de geelzucht.b) Aanbevolen vaccinatie voor de familiecontacten.Wanneer meer dan 2 gevallen die geen gezindverband houden, voorkomen binnen een termijn van een maand en in eenzelfde klas, een inrichting voor buitengewoon onderwijs of een internaat, wordt de vaccinatie eveneens aanbevolen voor de leerlingen van de klassen en de contacten in de nabijheid van de inrichting of het internaat. c) De ouders en het personeel informeren over de wijzen van overdraagbaarheid en de vaccinatiemogelijkheden. Strenge hygiëne van de handen, de sanitaire installaties en de keukens.

Indien meerdere gevallen in de inrichting voorkomen binnen een maand : - onderzoek van de arts verantwoordelijk voor de inrichting betreffende de hygiëne van de voeding, de keukens en de sanitaire installasties; - de arbeidsgeneeskunde informeren over de nuttigheid van een opsporing van de personen die voedingswaren manipuleren; - vanaf 3 gevallen op dezelfde school, vaccinatie aanbevolen waarvan de omvang zal besloten worden door de arts verantwoordelijk voor de inrichting in overleg met de arts-ambtenaar. 6. Infecties met beta- hemolytische streptokokken van groep A (roodvonk inbegrepen) a) Verwijdering tot de klinische genezing en voorschrift van een huisarts van antibiotica voor een duur van minstens 48 uur.b) De ouders informeren met het oog op een chemoprofylaxe bij de personen die dit nodig hebben.c) Indien er meer dan 2 niet familiegebonden gevallen in eenzelfde klas voorkomen binnen een termijn van 14 dagen, zal de arts verantwoordelijk voor de inrichting aan de ouders aanbevelen hun huisarts te raadplegen met het oog op een bijzondere chemoprofylaxe of een systematisch onderzoek naar gezonde dragers.7. Tuberculose a) Geen verwijdering bij een behandelde asymptomatische tuberculineomslagreactie. Voor de andere gevallen, verwijdering tot de indiening van een getuigschrift van onbesmetheid, met vermelding van de bacteriologische en radiologische resultaten, de begonnen behandeling en de regelmatige opvolging ervan. b) De ouders informeren. Regelmatig onderzoek en toezicht op de tuberculineallergie van de leerlingen of studenten van de klas, van de schoolcontacten en het personeel, volgens het programma van de Franse Gemeenschap wat betreft de aanbevelingen voor de strijd tegen tuberculose. c) Herhaalde systematische opsporing waarvan de omvang zal beslist worden door de arts verantwoordelijk voor de inrichting, in overleg met de arts-ambtenaar.8. Kinkhoest a) Verwijdering tot de indiening van een medisch attest dat getuigt van een therapie op basis van antibiotica voor een minimale duur van 14 dagen.b) De ouders informeren. De vaccinatie controleren van de leerlingen en studenten van de klas. c) Geen.9. Bof a) Verwijdering tot de volledige genezing.b) De ouders van de klas informeren. Behoudens tegenindicaties en met de instemming van de ouders, vaccinatie aanbevolen door het driewaardig MBR-vaccin bij de niet-geïmmuniseerde leerlingen of studenten. c) Geen.10. Mazelen a) Verwijdering tot de volledige genezing.b) De ouders van de klas informeren. Behoudens tegenindicaties en met de instemming van de ouders, vaccinatie aanbevolen door het driewaardig MBR-vaccin bij de niet-geïmmuniseerde leerlingen of studenten. c) Geen.11. Rubella a) Verwijdering van 8 dagen vanaf het begin van de uitslag.b) De ouders van de leerlingen van de klas informeren. Verwittiging van de arbeidsarts opdat hij de nodige maatregelen zou kunnen treffen voor de zwangere vrouwen. c) Geen. B. Maatregelen te nemen bij toepassing van artikel 2 van het besluit. 1. Schurft a) Verwijdering tot indiening van een medisch attest dat de behandeling bevestigt.b) Opsporing van de nabije contactpersonen en verwijdering van de symptomatische personen evenals voor de zieke.Informeren over de wijzen van besmetting en de maatregelen voor de lichaamshygiëne. c) De ouders, de verantwoordelijken van het internaat en de lagere scholen informeren met het oog op de ontsmetting van het linnen, de kleren en het beddegoed.2. Impetigo a) Verwijdering tot verkrijging van een medisch attest dat de behandeling bevestigt.b) Informatie over de maatregelen voor de lichaamshygiëne.c) Geen.3. Molluscum Contagiosum a) Stoppen met wateractiviteiten tot verkrijging van een behandelingsattest.b) De ouders informeren over het belang van een familiale opsporing.c) Geen.4. Tinea van de schedelhuid a) Verwijdering tot de 10de dag van een geschikte behandeling, geneeskundig bewezen met vermelding van het onderzoek naar het type tinea.b) De ouders informeren over het belang van de familiale opsporing en de opsporing van het aanwezige broeder- en zusterschap op school. Opsporing van de leerlingen van de klas zodra een tweede geval voorkomt.

Verwijdering van de symptomatische leerlingen evenals voor de zieke. c) De ouders en het schoolpersoneel informeren. Zoeken naar de besmettingsbronnen in de omgeving als er meer dan 3 gevallen voorkomen in eenzelfde klas en meer dan 5 gevallen in een school binnen de twee maanden. 5. Pediculose a) Verwijdering voor een maximale duur van 8 dagen van de dragers van luizen of neten die op minder dan een vingerbreedte van de schedelhuid gelegen zijn, tot de vaststelling door een arts of een verpleegster van de dienst of het centrum van een correcte behandeling. Bij verwijderingsmaatregelen, moet een voorafgaand contact genomen zijn met de familie en moet de opvolging met deze uitgevoerd worden. b) De ouders informeren, de opsporing bij de leerlingen van de klas voeren en verwijdering van de leerlingen die luizen of neten hebben zoals in a).c) De ouders, het schoolpersoneel en de leerlingen informeren. Bij kronieke gevallen, oprichting en toepassing van een georganiseerd plan van opvoedings- en sociale acties binnen de schoolgemeenschap. 6. Wratten aan de voetzool en athlete's foot a) Geen toegang tot de zwembaden tot genezing.b) Geen.c) Geen.7. Waterpokken en Gordelroos a) Verwijdering van minstens 8 dagen na het begin van de uitslag of totdat de wonden allemaal korsten geworden zijn.b) De ouders en het vrouwelijk schoolpersoneel informeren, ook over de mogelijkheid te worden gevaccineerd of behandeld voor de personen waarvoor dit noodzakelijk is.c) Geen. C. Opzoeking van de besmettingsbronnen bij toepassing van artikel 3 van het besluit. 1. Voor de via de lucht overdraagbare ziekten 1.1. Tuberculose Het onderzoek naar een mogelijke besmetter wordt verricht volgens de vereisten bepaald bij het programma van de Franse Gemeenschap, in overleg met de arts-ambtenaar.

Het onderzoek door intradermoreactie op tuberculine of door longenradiografie is aangewezen bij : - zichtbare tekens bij leerlingen of studenten van bijzondere risicofactoren (stagiairestudenten in omgevingen waar risicopersonen in leefgemeenschap wonen, eerstaankomende leerlingen of studenten uit landen met hoge prevalentie, leerlingen of studenten die onlangs in een land verbleven zijn met hoge prevalentie, recente contacten met een besmettelijke zieke); - contact, in een inrichting, van leerlingen of studenten en het personeel met een zieke die aan een besmettelijke longentuberculose lijdt; - omslagreactie bij een leerling waarvan de familiale opsporing negatief is.

Het onderzoek begrijpt de bewaking van de opvolging en de mededeling van elke nuttige informatie ter zake aan de arbeidsarts. 1.2. Andere via de lucht overdraagbare ziekten Het systematisch en collectief onderzoek naar de besmettingsbronnen is niet aanbevolen, behalve voor de epidemische situaties van infecties met beta-hemolytische streptokokken. 2. Voor de faeco-orale overdraagbare ziekten 2.1. Infectiegastro-enteritis Het onderzoek door coprocultuur is aangewezen bij : - de leerlingen in nabije contact met een zieke die aan gastro-enteritis lijdt met salmonella typhi; - de symptomatische leerlingen in het kleuteronderwijs, in de instellingen waar meer dan 3 gevallen van andere enteropathogene kiemen gemeld zijn binnen de 14 dagen. 2.2. Andere faeco-orale overdraagbare ziekten.

Het systematisch en collectief onderzoek naar de besmettingsbronnen is niet aanbevolen, behalve in bijzondere epidemische gevallen. 3. Voor de via het bloed overdraagbare ziekten De naleving van de universele regels voor hygiëne laat toe de mogelijke besmetting door elke infectiekiem die via het bloed kan worden overgedragen, drastisch te verminderen.De regels zijn overal, altijd en in elke omstandigheid van toepassing om het toevallig contact met het bloed of de lichaamsvloeistoffen van elke persoon te vermijden of te verminderen. 3.1. Voor de patiënt : - de prioriteit gaat altijd naar de aan hem te verlenen hulp; - bij noodgevallen, controleert men de uitstorting en de verspreiding van het bloed (door druk aan de hand van stevig verband of proper linnen); - zodra de situatie onder controle is, worden de gewoonlijke maatregelen van asepsie toegepast (handen wassen en ontsmetten voor de verdere verzorging en na deze, eventueel handschoenen dragen ingeval van huidwonden bij de verpleger). 3.2. Voor de omgeving : - ontsmetting van de voorwerpen, meubels, bezoedelde oppervlaktes (met javelwater van 10 % dat sinds minstens 24 uur voorbereid is); - tafelgerei, textiel, linnen en beddegoed wassen en spoelen (met gewoonlijke reinigingsproducten in warm water); - wegwerpen van verbanden, linnen en vodden (in zakken, beschikt tegen openscheuren, opgehaald door de gebruikelijke vuilnisbelt); - wegwerpen van spuiten en naalden (in speciale containers die door het medisch of het verpleegkundig personeel worden opgehaald). 4. Voor de huidziekten die onmiddellijk overdraagbaar zijn 4.1. Schurft en pediculose Het onderzoek door visuele inspectie is aangewezen bij de leerlingen van de klas.

Bij kronieke aanwezigheid van luizen, zorgt de dagelijkse mechanische verwijdering (electrische kam) voor de verwijdering van de besmettingsbron. 4.2. Tinea Het onderzoek naar omgevingsbronnen van de besmetting is aanbevolen bij de risicoleefgemeenschappen (meer dan 3 gevallen in dezelfde klas of meer dan 5 gevallen in de inrichting binnen de twee maanden).

Ze gebeurt in samenwerking met de arts-ambtenaar en met het « Institut supérieur de Santé punblique - Louis Pasteur ».

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 17 juli 2002 tot vaststelling van de lijst van de overdraagbare ziekten waarvoor profylactische en opsporingsmaatregelen moeten worden getroffen.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL

^