Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 04 september 2002
gepubliceerd op 04 oktober 2002

Besluit van de Franse Gemeenschapsregering tot vaststelling van de uitvoeringswijzen van het samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de door de Europese Commissie verleende steun inzake human resources en betreffende de oprichting van het Agentschap Europees Sociaal Fonds, gesloten te Brussel op 2 september 1998 tussen de Waalse Regering, de Franse Gemeenschapsregering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, goedgekeurd bij decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 5 mei 1999

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2002029465
pub.
04/10/2002
prom.
04/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/04/2002029465/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Franse Gemeenschapsregering tot vaststelling van de uitvoeringswijzen van het samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de door de Europese Commissie verleende steun inzake human resources en betreffende de oprichting van het Agentschap Europees Sociaal Fonds, gesloten te Brussel op 2 september 1998 tussen de Waalse Regering, de Franse Gemeenschapsregering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, goedgekeurd bij decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 5 mei 1999


De Regering, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140;

Gelet op het decreet van 5 mei 1999 tot goedkeuring van het samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de door de Europese Commissie verleende steun inzake human resources en betreffende de oprichting van het Agentschap Europees Sociaal Fonds, gesloten te Brussel op 2 september 1998 tussen de Waalse Regering, de Franse Gemeenschapsregering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 februari 2001 en 11 juli 2001;

Gelet op het akkoord van de minister van Begroting en Openbaar Ambt, gegeven op 12 juli 2001;

Gelet op het eensluidend advies van de Waalse Gewestregering, gegeven op 17 januari 2002;

Gelet op het eensluidend advies van het College van de Franse Gemeenschapcommissie, gegeven op 25 oktober 2001;

Gelet op het onderhandelingsprotocol nr. 257 van 22 maart 2002 van Sectorcomité XVII;

Gelet op de beraadslaging van de Regering op 6 december 2001 over het verzoek om advies dat de Raad van State moet uitbrengen binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 18 juli 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de minister-president en van de minister van Begroting en Openbaar Ambt;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit decreet verstaat men onder : 1° akkoord : het samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de door de Europese Commissie verleende steun inzake human resources en betreffende de oprichting van het Agentschap Europees Sociaal Fonds, gesloten te Brussel op 2 september 1998 tussen de Waalse Regering, de Franse Gemeenschapsregering en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en goedgekeurd bij decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 5 mei 1999;2° Agentchap : het Agentschap Europees Sociaal Fonds bedoeld in hoofdstuk II van het samenwerkingsakkoord, opgericht onder de vorm van een dienst met afzonderlijk beheer binnen de diensten van de Franse Gemeenschapsregering, ter vervanging van de Cel Europees Sociaal Fonds, met als opdracht mee te werken aan de voorbereiding en in te staan voor de animatie, het administratief en boekhoudkundig beheer, de opvolging, het toezicht en de evaluatie van de programma's en acties bedoeld in artikelen 3 en 4 van het samenwerkingsakkoord;3° Beheerscomité : het orgaan dat de operationele leiding heeft over het Agentschap, krachtens artikel 12 van het akkoord. HOOFDSTUK II. - Organisatie en beheer

Art. 2.Het Agentschap bestaat minstens uit drie afdelingen. Een afdeling staat in voor het beheer van de projecten ingediend in het raam van de programma's en acties bedoeld in artikelen 3 en 4 van het akkoord. Een andere afdeling is belast met het toezicht op deze projecten. Een derde afdeling zorgt voor de animatie en de thematische ontwikkeling.

Iedere afdeling staat onder leiding van een adjunct-directeur.

Het personeel van het Agentschap wordt verdeeld door het Beheerscomité op de voordracht van de directeur van het Agentschap.

Art. 3.De Franse Gemeenschapsregering benoemt de directeur en drie adjunct-directeurs, na eensluidend advies van de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie.

De directeur wordt aangesteld onder de vast benoemde ambtenaren die houder zijn van een bevorderingsgraad van niveau 1 binnen de diensten van de Franse Gemeenschapsregering en onder de vast benoemde ambtenaren die houder zijn van een bevorderingsgraad van niveau 1 binnen de diensten van de Waalse Gewestregering en van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, opdrachthouders binnen het Agentschap.

De adjunct-directeurs worden aangesteld onder de ambtenaren bedoeld in artikel 14 van dit besluit. Ingeval de aangestelde adjunct-directeur lid zou zijn van het contractueel personeel, krijgt laatstgenoemde een rang die gelijk staat met de eerste bevorderingsgraad van niveau 1.

De directeur van het Agentschap voert de beslissingen van het Beheerscomité uit. Hij verschaft dit Comité alle informatie en legt het alle voorstellen voor die nutig zijn voor de goede werking van het Agentschap.

Hij staat, onder toezicht van het Beheerscomité, in voor de dagelijkse leiding van het Agentschap, de geldende regelgeving inzake delegatie van bevoegdheid en ondertekening binnen de Diensten van de Franse Gemeenschapsregering indachtig.

Hij woont de vergaderingen van het Beheerscomité bij met raadgevende stem.

Art. 4.§ 1. Na beslissing van het Beheerscomité en in opdracht van zijn voorzitter, overeenkomstig artikel 16, § 2, van het samenwerkingsakkoord, mag de directeur aan de verschillende begunstigden de bedragen van de toelagen van de Europese Unie overdragen, volgens de wijzen voorzien in het huishoudelijk reglement van dit Comité, bedoeld in artikel 15, § 1, van het samenwerkingsakkoord. § 2. De Regering voert de nodige volmachten in voor de gunning van opdrachten. HOOFDSTUK III. - Budget en rekeningen van het Agentschap

Art. 5.Het budget van het Agentschap maakt een onderscheid in de volgende inkomsten : 1° deze met betrekking tot de Europese programma's;2° deze met betreking tot de werking van het Agentschap;3° deze met betrekking tot de financiële opbrengsten van de specifieke rekeningen die zijn geopend om de toelagen van de Europese Commissie te ontvangen. In het budget worden een onderscheid gemaakt in de inkomsten voor de werking van het Agentschap op grond van herkomst.

Het budget van het Agentschap verdeelt de uitgaven in 1° personeelskosten;2° werkingskosten;3° aankooponkosten;4° evaluatieonkosten;5° diverse onkosten.

Art. 6.Het budget van het Agentschap wordt onderverdeeld in drie delen : 1° de lopende verrichtingen;2° de kapitaalverrichtingen;3° de verrichtingen voor orders. Het onderscheid inkomsten-uitgaven wordt gemaakt in ieder deel.

Art. 7.§ 1. Uitgaven mogen slechts worden gedaan binnen de perken van de inkomsten en de gestemde beperkende kredieten. § 2. Overdrachten zijn toegelaten. Ze zijn evenwel beperkt tot de duur van ieder desbetreffend Europees programma.

Art. 8.De rekeningen worden voorgelegd volgens de wijzen bepaald door het Beheerscomité.

Ze omvatten minstens : a) een rekening met betrekking tot de uitvoering van het budget;b) een staat van de activa en passiva van het Agentschap;c) een rekening over de wijziging van het patrimonium alsook een inventaris van het patrimonium;d) een rekening van de financiën die de overeenstemming aantoont tussen het begrotingsresultaat en het resultaat van de financiën.

Art. 9.Vanaf het begin van een boekjaar mogen de financiële middelen die beschikbaar waren op het einde van het vorig boekjaar gebruikt worden.

Art. 10.Op voorstel van het Beheerscomité duidt de Regering twee rekenplichtgen aan voor het Agentschap die vallen onder het Rekenhof.

De ene is belast met het boekhoudkundig beheer van de inkomsten en uitgaven met betrekking tot de Europese programma's en de financiële opbrengsten hiervan.

De andere staat in voor het boekhoudkundig beheer van de andere inkomsten en uitgaven van het budget.

Art. 11.In het raam van het beheer van de programma's bedoeld in artikelen 3 en 4 van het samenwerkingsakkoord, is het Agentschap belast met het beheer van specifieke bankrekeningen die zijn geopend bij de Kashouder van de Franse Gemeenschap, in overeenstemming met de Europese regelgeving, onder de operationele leiding van het Beheerscomité. De creditinteresten van deze rekeningen worden eveneens beheerd door het Agentschap via een specifieke bankrekening en dit onder toezicht van het Beheerscomité.

Het Beheerscomité beslist over de aanwending van de financiële opbrengsten die voortvloeien uit het beheer van de specifieke rekeningen die zijn geopend door het Agentschap om de gelden die zijn gestort door de Europese Unie te beheren.

Art. 12.De verrichtingen van het Agentschap worden gecontroleerd overeenkomstig de geldende bepalingen binnen de Franse Gemeenschap inzake het administratief en budgettair toezicht. Ze worden tevens gecontroleerd door de auditcel van de Inspectie van Financiën ingesteld via bestuurscontract tussen de Waalse Regering en de Franse Gemeenschapsregering, enerzijds, en het Korps van de Inspectie van Financiën, anderzijds, voor de uitvoering van een audit van de beheers- en controlesystemen van de programma's die worden gecofinancierd door de Europese structuurfondsen van 7 september 1998 en zijn aanhangsel van 21 december 2000.

Art. 13.Het Rekenhof mag de boekhouding ter plaatse controleren. Zij mag ten alle tijde alle bewijsstukken, staten, inlichtingen en toelichtingen vragen met betrekking tot de inkomsten en uitgaven, alsook met betrekking tot het vermogen en de schulden van het Agentschap. HOOFDSTUK IV. - Personeel van het Agentschap

Art. 14.Het personeel van het Agentschap bestaat uit : ambtenaren en leden van het contractueel personeel van de diensten van de Franse Gemeenschapsregering; leden van het contractueel personeel aangesteld in het raam van de uitvoering van de Europese programma's, overeenkomstig het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 16 september 1998 tot vaststelling van de lijst van specfieke en hulptaken voor het Ministerie van de Franse Gemeenschap; ambtenaren van de Diensten van de Waalse Regering en van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, opdrachthouders binnen het Agentschap. HOOFDSTUK V. - Patrimonium van het Agentschap

Art. 15.De Franse Gemeenschapsregering stelt binnen de maand volgend op de inwerkingtreding van dit besluit een lijst op van de goederen die worden gebruikt voor het vervullen van de opdrachten van het Agentschap.

De geïnventariseerde goederen en diegene die het Agentschap aankoopt tijdens de duur van het samenwerkingsakkoord in het raam van zijn budget behoren tot de exclusieve eigendom van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 16.Het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 11 juni 1999 tot bepaling van de wijzen voor de uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschap van 5 mei 1999 houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de door de Europese Commissie verleende steun inzake human resources en betreffende de oprichting van het Agentschap Europees Sociaal Fonds, wordt opgeheven.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad verschijnt.

Art. 18.De minister-president is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 september 2002.

De Minister-President, H. HASQUIN De Minister van Begroting, Openbaar Ambt, Cultuur en Sport, R. DEMOTTE

^