Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 12 juni 2003
gepubliceerd op 14 augustus 2003

Besluit van de Franse Gemeenschapsregering tot oprichting van de Ondersteuningsdienst van de ministeriële kabinetten

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2003029425
pub.
14/08/2003
prom.
12/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/12/2003029425/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 JUNI 2003. - Besluit van de Franse Gemeenschapsregering tot oprichting van de Ondersteuningsdienst van de ministeriële kabinetten


De Franse Gemeenschapsregering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid de artikelen 60, 68 en 87;

Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 24 oktober 2002 tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschap van 29 juli 1999 betreffende de samenstelling, de werking van de kabinetten van de ministers van de Franse Gemeenschapsregering en het personeel van de diensten van de Franse Gemeenschapsregering dat wordt opgenomen in een ministerieel kabinet van een minister van de Franse Gemeenschapsregering;

Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 28 november 2002 tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 29 juli 1999 betreffende de samenstelling en werking van de kabinetten van de ministers van de Franse Gemeenschapsregering evenals het personeel van de diensten van de Gemeenschapsregering dat wordt opgenomen in een ministerieel kabinet van een minister van de Franse Gemeenschapsregering;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, inzonderheid artikel 2;

Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 februari 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 13 februari 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister van Openbaar Ambt, gegeven op 13 maart 2003;

Gelet op het Protocol nr. 281 van 12 maart 2003 van het Sectorcomité XVII;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 13 maart 2003 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 35.183/4, gegeven op 17 april 2003, in toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van de Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, en van de Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en Sport;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 15 mei 2003, Besluit :

Artikel 1.Binnen de diensten van de Regering wordt een Ondersteuningsdienst van de ministeriële kabinetten opgericht, die staat onder het gezag van de Franse Gemeenschapsregering en hierna de Dienst wordt genoemd. De Minister-President staat in voor de coördinatie van het dagelijks beheer.

Art. 2.Het personeelsbestand van de Dienst wordt als volgt vastgesteld : 1. een ambtenaar van rang 15, Leidend ambtenaar, voor de leiding van de dienst : loonschaal 150/1;2. twee ambtenaren van rang 12, Adviseurs, toegevoegd aan de directie van de dienst : loonschaal 120/3;3. twee ambtenaren van rang 12, Adviseurs, experts : loonschaal 120/1;4. vijf attachés;5. negen ambtenaren van niveau 2+;6. vier ambtenaren van niveau 3. Er zal een individuele arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd worden afgesloten tussen elk personeelslid van de Dienst en de Franse Gemeenschapsregering, overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, § 1, 4°, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, voor wat de personeelsleden betreft bedoeld in de punten 1 tot 3 van het vorig lid.

Er zal een individuele arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd worden afgesloten tussen elk personeelslid van de Dienst en de Franse Gemeenschapsregering, overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, § 1, 3°, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, voor wat de personeelsleden betreft bedoeld in punt 6 van het eerste lid van dit artikel.

De bijkomende opdrachten bedoeld in artikel 2, § 1, 3°, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, zijn, voor wat de Ondersteuningsdienst van de ministeriële kabinetten betreft, identiek aan de taken bedoeld in artikel 2, 1°, 2° en 8°, van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 16 september 1998 tot vaststelling van de lijst van de bijkomende en specifieke opdrachten voor het Ministerie van de Franse Gemeenschap.

Art. 3.§ 1. Bovenop de wedde waarvan het bedrag wordt vastgesteld binnen de grenzen van de minimumwedde en de maximumwedde van de loonschaal verbonden aan het organiek stelsel van de graad overeenkomstig het besluit van van de Regering van de Franse Gemeenschap vn 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, omvat de bezoldiging van al deze ambtenaren een jaarlijkse vergoeding die als volgt wordt berekend : 1. Leidend ambtenaar 6.466 euro 2. Adviseur, toegevoegd aan de directie van de Dienst, en Adviseurs, experts 5.785 euro 3. Attaché 3.403 euro 4. Personeelslid die gelijkwaardige functies uitoefent met een niveau 2+ of 3 2.382 euro . § 2. Een forfaitaire jaarlijkse vergoeding voor verblijfskosten wordt toegekend aan sommige personeelsleden van de Dienst.

Het bedrag van de vergoeding wordt als volgt vastgesteld : 1. Leidend ambtenaar : 1.814 euro 2. Adviseurs, toegevoegd aan de directie van de Dienst en Adviseurs, experts : 1.360 euro . § 3. Aan de chauffeurs van de autovoertuigen van de Dienst wordt het volgende toegekend : 1° een maandelijkse forfaitaire vergoeding van 273 euro ; 2° een forfaitaire vergoeding voor een maximumbedrag van 2.479 euro per jaar. § 4. Aan de boekhouders van de Dienst wordt een maandelijkse forfaitaire vergoeding toegekend van 273 euro . § 5. De bedragen bedoeld in dit artikel zijn verbonden aan de schommelingen van de consumptie-index, overeenkomstig de modaliteiten zoals vastgesteld in de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel tot koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen; hiertoe worden deze bedragen gekoppeld aan de index 138.01.

Art. 4.De in het vorig lid bedoelde dienst is belast met : 1. de logistieke ondersteuning van het kabinet van de Minister-President inzake de Kanselarij en het secretariaat van de Regering;2. de archivering van de dossiers die op de agenda van de regering zijn geplaatst;3. het op netwerk zetten van deze gegevens;4. het administratief en geldelijk beheer van de dossiers van het personeel van de ministeriële kabinetten, met inbegrip van de archivering van de persoonlijke dossiers van dit personeel;5. het bijhouden van documentatie inzake de regelgeving op het vlak van het administratief en geldelijk beheer van het personeel van de ministeriële kabinetten;6. de logistieke ondersteuning van de ministeriële kabinetten in overleg met de kabinetssecretarissen;7. het beheer van de globale contracten die betrekking hebben op alle of sommige ministeriële kabinetten, met name wat betreft de reiniging, bewaking, huisvuilomhaling, levering van gas of elektriciteit, het onderhoud van de gebouwen en de leasing van de kopieertoestellen;8. het beheer van de globale bestellingen voor het economaat van de ministeriële kabinetten;9. het beheer van de overheidsopdrachten voor werken in de gebouwen waarin de ministeriële kabinetten zijn ondergebracht;10. het beheer van het gebouw waar het voorzitterschap van de Regering is gevestigd;11. de ondersteuning van de Regering inzake evaluatie van de beleidseffecten en inzake diagnostische en prospectieve analyse;12. het beheer van alle verzoeken om bijstand die betrekking hebben op de winsten van de Nationale Loterij;13. iedere andere opdracht die door de Regering aan de Dienst wordt toevertrouwd.

Art. 5.De secretaris van de Regering staat in voor het toezicht op de samenstelling van de ministeriële kabinetten.

De ministeriële kabinetten zullen het correct gedateerd origineel van elk besluit betreffende hun personeel versturen naar de Ondersteuningsdienst.

De Ondersteuningsdienst moet de goedkeuring vragen van de secretaris van de Regering, belast met het toezicht op de samenstelling van de ministeriële kabinetten.

Eens het besluit goedgekeurd, stuurt de secretaris van de Regering dit terug naar de Ondersteuningsdienst die een voor eensluidend verklaarde kopie bezorgt aan het betrokken kabinet en overgaat tot de uitbetaling van de lonen

Art. 6.In het kader van de opdrachten van de ondersteuningsdienst, mag de leidend ambtenaar of, bij diens afwezigheid, zijn adjuncten, rechtstreeks handelen met de ministeriële kabinetten, hetzij via de kabinetsdirecteur, of de persoon die laatstgenoemde hiertoe aanstelt, hetzij via de kabinetssecretaris. Iedere mededeling of opdracht van de ministeriële kabinetten aan de Ondersteuningsdienst wordt gericht aan de leidend ambtenaar. Bij geplande afwezigheid duidt deze een vervanger aan om de continuïteit van de dienst te garanderen.

De leidend ambtenaar is gemachtigd om de beslissingen van de Regering en de juridische akten van de Regering of een van haar leden voor echt te verklaren.

Art. 7.De leidend ambtenaar pleegt minstens om de drie maanden overleg met de kabinetssecretarissen.

Art. 8.Het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 24 oktober 2002 tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschap van 29 juli 1999 betreffende de samenstelling, de werking van de kabinetten van de ministers van de Franse Gemeenschapsregering en het personeel van de diensten van de Franse Gemeenschapsregering dat wordt opgenomen in een ministerieel kabinet van een minister van de Franse Gemeenschapsregering en het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 28 november 2002 tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 29 juli 1999 betreffende de samenstelling en werking van de kabinetten van de ministers van de Franse Gemeenschapsregering evenals het personeel van de diensten van de Gemeenschapsregering dat wordt opgenomen in een ministerieel kabinet van een minister van de Franse Gemeenschapsregering, worden ingetrokken.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

Art. 10.De ministers van de Franse Gemeenschapsregering zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 juni 2003.

Namens de Franse Gemeenschapsregering : De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. Fr. DUPUIS De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, D. DUCARME De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheidszorg, Mevr. N. MARECHAL

^