Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 21 januari 2004
gepubliceerd op 02 april 2004

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het administratief, budgettair, financieel en boekhoudkundig beheer van het Koninklijk Museum Mariemont als instelling met afzonderlijk beheer

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2004200579
pub.
02/04/2004
prom.
21/01/2004
ELI
eli/besluit/2004/01/21/2004200579/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 JANUARI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het administratief, budgettair, financieel en boekhoudkundig beheer van het Koninklijk Museum Mariemont als instelling met afzonderlijk beheer


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 27 juni 1930 waarbij de rechtspersoonlijkheid wordt verleend aan de wetenschappelijke en kunstinrichtingen welke van het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen afhangen;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140, in werking gesteld door het koninklijk besluit van 9 februari 1993;

Gelet op het decreet van 12 juni 2003 tot oprichting van het Koninklijk Museum Mariemont als instelling met afzonderlijk beheer;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 juni 1931 tot vaststelling van de bevoegdheden en de samenstelling van de Administratieve Commissie voor het Patrimonium van de wetenschappelijke en kunstinrichtingen welke van het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen afhangen, zoals gewijzigd;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 augustus 1931 waarbij rechtspersoonlijkheid wordt verleend aan het Domein van Mariemont;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 januari 2004 waarbij het Koninklijk Museum Mariemont erkend wordt als wetenschappelijke instelling;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 18 september 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 30 september 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 29 september 2003;

Gelet op het protocol nr. 299 van het Sectorcomité XVII, gesloten op 7 november 2003;

Gelet op de beraadslaging van de Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van vijf werkdagen;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 30 december 2003, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de effectieve inwerkingtreding op 1 januari 2004, om zware boekhoudkundige en budgettaire verrichtingen tijdens het jaar te vermijden, zoals het bijhouden van twee afzonderlijke boekhoudingen en de herverdelingen binnen het programma 0 (Koninklijk Museum Mariemont) van de organisatie-afdeling 24;

Overwegende dat het nieuwe budgettair, financieel en boekhoudkundig beheer van het Koninklijk Museum Mariemont, opgericht als Dienst met afzonderlijk beheer, onverwijld moet kunnen worden uitgevoerd;

Op de voordracht van de Minister van Cultuur;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 januari 2004, Besluit : HOOFDSTUK I. - Het beheer

Artikel 1.De beheersorganen van het Koninklijk Museum Mariemont, opgericht als instelling met afzonderlijk beheer, zijn het beheerscomité en de ordonnateur. HOOFDSTUK II. - Het beheerscomité

Art. 2.Het beheerscomité is belast met : 1° het verlenen van zijn voorafgaandelijke toestemming over elke uitgave waarvoor de ordonnateur en de Voorzitter van het beheerscomité geen delegatie hebben krachtens artikel 16 van dit besluit;2° het verlenen van zijn toestemming over elke aanwerving van het personeel met toepassing van artikel 17 van dit besluit;3° de goedkeuring van de rekening van uitvoering van de begroting; 4° het verlenen van zijn advies over de aankoop van collectievoorwerpen waarvan het bedrag euro 67.000 overschrijdt.

Art. 3.§ 1. Het beheerscomité is samengesteld uit : als stemgerechtigd : 1° de leden van de administratieve commissie voor het Patrimonium van het Domein Mariemont;2° de wetenschappelijk directeur;3° de directeur-generaal van de algemene directie Cultuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap; met raadgevende stem van : 1° de Inspecteur van Financiën;2° de wetenschappelijke persoonlijkheid die niet tot het museum behoort, voorzitter of ondervoorzitter van de Wetenschappelijke raad, naargelang het geval. § 2. Het beheerscomité kan elke persoon verzoeken om deel te nemen aan zijn werkzaamheden wegens zijn ervaring in de behandelde materie(s).

In dit geval heeft die raadgevende stem. § 3. Het voorzitterschap wordt waargenomen door de directeur-generaal van de algemene directie voor Cultuur en het ondervoorzitterschap door de directeur van het museum; een secretaris kan de werkzaamheden van het comité begeleiden.

Art. 4.Het comité vergadert minstens één keer per jaar, op initiatief van de voorzitter of de ondervoorzitter. Het kan slechts geldig beraadslagen en beslissen als de meerderheid van zijn stemgerechtigde leden aanwezig is. Het comité stelt zijn huishoudelijk reglement vast. HOOFDSTUK III. - De begroting

Art. 5.Het Koninklijk Museum Mariemont, hierna genoemd « het Museum », ontvangt begrotingskredieten die nodig zijn voor zijn beheer en zijn werking, en die jaarlijks door de Franse Gemeenschap worden toegekend onder voorbehoud van de goedkeuring van de algemene begroting van de Franse Gemeenschap.

Zijn begroting bestaat uit het geheel van zijn ontvangsten en zijn uitgaven.

Zij wordt jaarlijks opgemaakt.

Het begrotingsjaar, hierna genoemd « boekjaar », begint op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.

Art. 6.De begroting wordt ingedeeld in twee afdelingen : 1° de ontvangsten;2° de uitgaven.

Art. 7.§ 1. De ramingen van de ontvangsten omvatten inzonderheid : 1° het over te dragen saldo, 2° de jaarlijkse dotatie ingeschreven op de begroting van de Franse Gemeenschap, 3° de ontvangsten eigen aan het Museum omwille van zijn activiteiten, 4° de schenkingen en legaten, 5° de sponsoring. § 2. Onder begrotingskredieten worden verstaan de kredieten betreffende : - de werkingskosten en de inrichtingskosten voor de lokalen, - de kosten in verband met de activiteiten van het Museum, - de aanschaffing van duurzame goederen, - de aanschaffing van collectievoorwerpen.

Art. 8.Het ontwerp van begroting van het Museum wordt ter goedkeuring van de Minister voorgelegd die bevoegd is voor het Museumbeleid, na advies van de Inspectie van Financiën, en wordt gevoegd bij het ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap.

De begroting van het Museum wordt goedgekeurd door de aanneming van de bepalingen in verband daarmee in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap.

Wordt de goedkeuring voor het begin van het boekjaar niet verleend, dan valt er te verwijzen naar de bepalingen van het decreet - voorgesteld door de Regering - waarbij voorlopige kredieten worden geopend. HOOFDSTUK IV. - De boekhouding en de aflegging van de rekeningen

Art. 9.De Directeur van het Museum wordt aangesteld tot ordonnateur van ontvangsten en uitgaven.

Art. 10.Elke begrotings- of thesaurieverrichting wordt geboekt op de rekening van een rekenplichtige overeenkomstig de bepalingen van artikel 73 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit.

Art. 11.§ 1. De rekenplichtige maakt op het einde van elk boekjaar een beheersrekening op.

De verantwoordingsstukken worden ter plaatse bewaard.

Het Rekenhof zal een controle ter plaatse kunnen uitoefenen. § 2. De rekenplichtige maakt op het einde van elk semester een staat van ontvangsten en uitgaven op. Deze staat wordt aan het Beheerscomité overgebracht. Dit Comité kan bijkomende tussenstaten aanvragen. § 3. Een rekening van uitvoering van de begroting wordt opgemaakt op het einde van elk boekjaar in dezelfde vorm als de begroting.

Art. 12.Er wordt een vermogenscomptabiliteit gevoerd en een inventaris van het patrimonium opgemaakt.

Deze inventaris zal rekening houden met de aanschaffingen, schenkingen en legaten alsook van de declassering van het obsolete meubilair en materiaal. Deze declassering zal worden uitgevoerd op gemotiveerde beslissing van de Directeur van het Museum.

Er wordt een jaarrekening van vermogenswijziging opgemaakt. Deze inventaris vermeldt voor elk artikel : - de toestand op 1 januari, - de wijzigingen geboekt tijdens het jaar, - de toestand op 31 december.

Art. 13.§ 1. De Minister die bevoegd is voor het Museumbeleid, brengt uiterlijk op 30 april van het jaar volgend op het boekjaar, de documenten bedoeld in de artikelen 11 en 12 over aan de Minister die bevoegd is voor de Begroting. Deze zal de documenten aan het Rekenhof voorleggen vóór 31 mei van dat jaar.

In geval van tekort en stopzetting van functie van de rekenplichtige worden onverwijld de rekening van de rekenplichtige, de staat van ontvangsten en uitgaven en een rekening van uitvoering van de begroting opgemaakt. § 2. Overeenkomstig artikel 2 van dit besluit, wordt de rekening van uitvoering van begroting uiterlijk op 1 maart van het jaar volgend op het boekjaar ter goedkeuring aan het beheerscomité voorgelegd. Het beheerscomité neemt een beslissing vóór 30 april van hetzelfde jaar. HOOFDSTUK V. - De boekhoudkundig en het financieel beheer

Art. 14.Het bedrag van de uitgaven wordt beperkt door de bedragen van de goedgekeurde kredieten en de ontvangsten.

Art. 15.De ordonnanceringen hebben betrekking op de bedragen verschuldigd gedurende het begrotingjaar voor verbintenissen die werden aangegaan gedurende dat begrotingsjaar en verbintenissen die van vorige begrotingsjaren overgedragen werden.

De vastleggingen aangerekend op de begrotingsmiddelen van het Museum zullen moeten worden uitgevoerd voor 31 december van het boekjaar volgend op het jaar van de vastlegging.

Art. 16.§ 1. De begroting wordt beheerd door de ordonnateur die belast is met de inachtneming van de regels voor de vastlegging van de uitgaven van de diensten van bestuur van de Staat en die daartoe een boekhouding van vastleggingen doet bijhouden. § 2. De ordonnateur wordt ertoe gemachtigd de uitgaven te ordonnanceren en overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten te gunnen en uit te voeren, overeenkomstig het besluit van 9 februari 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap.

Voor de toepassing van dit artikel wordt hij gelijkgesteld met een ambtenaar van rang 15.

De uitgaven van een hoger bedrag worden voorafgaandelijk voor toestemming aan de Voorzitter van het Beheerscomité voorgelegd en dit, binnen de perken van de delegaties verleend aan een ambtenaar-generaal van rang 16.

Art. 17.§ 1. Binnen de perken van de eigen ontvangsten van het Museum kan de Directeur personeel aanwerven, met de voorafgaandelijke toestemming van het beheerscomité, voor bijkomende en specifieke opdrachten, onder dezelfde voorwaarden als deze die van kracht zijn bij het Ministerie van de Franse Gemeenschap. § 2. Na toestemming van het beheerscomité kan hij, binnen dezelfde perken, personeel aanwerven in het kader van een programma voor werkloosheidsbestrijding.

Art. 18.§ 1. Het op het einde van het boekjaar beschikbare thesauriesaldo wordt automatisch naar het volgende boekjaar overgedragen. § 2. De op het einde van een boekjaar beschikbare financiële middelen kunnen worden aangewend vanaf het begin van het daaropvolgende boekjaar.

Art. 19.De rekenplichtige van ontvangsten en uitgaven onderworpen aan de rechtsmacht van het Rekenhof is verantwoordelijk, overeenkomstig het besluit houdende zijn aanstelling, voor de handelingen van zijn beheer alsook voor de behandeling en de bewaring van de gelden waarvoor hij bevoegd is.

Art. 20.De rekenplichtige wordt door de Regering benoemd. HOOFDSTUK VI. - De controle

Art. 21.De uitgaven worden onmiddellijk vereffend en uitbetaald door de rekenplichtige van ontvangsten en uitgaven van het Museum.

Art. 22.De regels voor de administratieve en begrotingscontrole op de diensten van algemeen bestuur van de Franse Gemeenschap zijn van toepassing op het Museum.

De organen van de administratieve en begrotingscontrole mogen op elk ogenblik alle verantwoordingsstukken, staten, inlichtingen of verduidelijkingen vragen met betrekking tot de ontvangsten, uitgaven, bezittingen en schulden en mogen ter plaatse de boekhouding controleren. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 23.In afwijking van artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 juni 1931, is de Commissie voor het Patrimonium van het Domein Mariemont samengesteld als volgt : - de directeur van het Koninklijk Museum Mariemont; - een vertegenwoordiger van de Franse Gemeenschap aangesteld door de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap; - drie leden gekozen door de Minister die bevoegd is voor het Museumbeleid onder de mecenassen die belang stellen voor het Koninklijk Museum Mariemont.

Art. 24.Opgeheven worden, de bepalingen van artikel 2 van het koninklijk besluit van 6 augustus 1931 en, wat het Domein Mariemont betreft, die van de koninklijke besluiten van 21 mei 1955.

Art. 25.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.

Art. 26.De Minister die bevoegd is voor het Museumbeleid en de Minister die bevoegd is voor de Begroting worden, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 januari 2004.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur en Ambtenarenzaken, C. DUPONT

^