Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 21 januari 2004
gepubliceerd op 27 april 2004

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 februari 1998 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. - Ministerie van de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2004200764
pub.
27/04/2004
prom.
21/01/2004
ELI
eli/besluit/2004/01/21/2004200764/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 JANUARI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 februari 1998 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. - Ministerie van de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 december 1967 genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemd technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten;

Gelet op het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 juni 1999 betreffende het verlof voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid, toegekend aan het personeelslid van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, dat 50 jaar is of ten minste twee kinderen heeft die niet ouder zijn dan 14 jaar, en betreffende de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheid voor het rustpensioen;

Gelet op het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 7 november 1991 betreffende het ouderlijk verlof en het verlof om dwingende familiale redenen, toegestaan aan de gesubsidieerde personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra;

Gelet op het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 2 januari 1992 betreffende het ouderschapsverlof en het verlof om dwingende familiale redenen toegestaan aan personeelsleden van de onderwijsinrichtingen van de Gemeenschap;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 februari 1998 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 8 december 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 21 januari 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 21 januari 2004;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 21 januari 2004, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 februari 1998 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, wordt een § 2bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 2bis. De personen die, binnen het Ministerie van de Franse Gemeenschap, in het kader van een andere juridische relatie dan die bedoeld in de twee vorige paragrafen, een ambt in een ondergeschikt verband uitoefenen tegenover een of meer ambtenaren bedoeld in § 1, kunnen aangewezen worden om de ondertekenings- of bevoegdheidsdelegaties uit te oefenen onder dezelfde voorwaarden als de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap - met uitzondering van de handelingen van alle aard die verband houden met de toepassing of de uitvoering van het statuut van het personeel. Bedoelde uitzondering omvat niet de toelating om het jaarlijks verlof te genieten.

De handelingen luidens welke de in deze paragraaf bedoelde personen zo'n ambt uitoefenen in de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap - vermelden uitdrukkelijk of er aanleiding bestaat tot uitoefening van de delegaties zoals bedoeld bij het eerste lid, en in dit geval bepalen ze de rang van gelijkstelling van deze personen met de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap. »

Art. 2.Artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° 1° wordt vervangen als volgt : « 1° om de geslaagden toegelaten door SELOR tot de stage toe te laten, en om de stagiairs vast te benoemen.» 2° 2° wordt vervangen als volgt : « 2° om de overeenkomsten voor aanwerving of de akten van tewerkstelling te ondertekenen van : a) de contractuelen;b) de gesubsidieerde contractuelen;c) de jongeren tewerkgesteld in het kader van het Rosetta-plan, ofwel aangesteld door de Minister ofwel, na toelating tot aanwerving gegeven door de Minister, aangesteld door de secretaris-generaal voor het personeel van het Secretariaat-generaal of door de administrateur-generaal voor het Algemeen Bestuur dat onder hem ressorteert, en na advies van de Algemene Directie Personeel en Ambtenarenzaken. Om, op eigen initiatief, inzake afwezigheid, de aanhangsels bij die overeenkomsten te ondertekenen.

In afwijking van de voormelde bepalingen, om de overeenkomsten voor aanwerving of de akten van tewerkstelling ambtshalve te ondertekenen : a) voor de uitoefening van ambten tot rang 10 inbegrepen van de personeelsleden bedoeld in artikel 2, A, van het besluit van de Regering van 21 juni 1999 betreffende de vervanging van sommige personeelsleden voor de ononderbroken diensten in de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en sommige instellingen van openbaar nut die onder de Franse Gemeenschap ressorteren;b) in het kader van de vervanging van de personeelsleden die afwezig zijn voor een periode van hoogstens zes maanden. Om de zes maanden bezorgt de secretaris-generaal de Minister een verslag over de toepassing van artikel 6, § 1, 2° van dit besluit. De Minister is ertoe gehouden een afschrift van dit verslag over te brengen aan elk lid van de Regering dat erom verzoekt. » 3° in 3° worden de woorden « de ambtenaren van de niveaus 2+, 2, 3 en 4 » vervangen door de woorden « de ambtenaren van de niveaus 1 tot en met rang 11, 2, 2+ en 3 ».4° in 4° worden de woorden « de ambtenaren van de niveaus 2+, 2, 3 en 4 » vervangen door de woorden « de ambtenaren van niveau 1 tot en met rang 11, 2+, 2 en 3 ».5° in 6° worden de woorden « Vast Wervingssecretaris » vervangen door het woord « SELOR ».6° 7° wordt vervangen als volgt : « 7° om, met toepassing van al de regels betreffende de loopbaan, de ambtenaren van niveaus 1 tot en met rang 11, 2+, 2 en 3 te benoemen ».7° in 8° worden de woorden « de verandering van categorie en de verandering van kwalificatiegroep » ingevoegd tussen de woorden « de verandering van graad » en « of voor de bevordering door verhoging in graad ».8° in 9° worden de woorden « en de daarbij behorende kostenstaten goed te keuren » geschrapt.9° in 11° worden de woorden « de ambtenaren van niveaus 2+, 2, 3 en 4 » vervangen door de woorden « de ambtenaren van niveaus 1 tot en met rang 11, 2+, 2 en 3 ».10° een 23° wordt toegevoegd, luidend als volgt : « 23° om de ambtenaar die het betwiste voorstel voor de Kamer van Beroep moet verdedigen, aan te stellen ».

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1, 7° worden de woorden « en op voorafgaandelijk advies van de Algemene Directie Personeel en Ambtenarenzaken » ingevoegd tussen de woorden « vóór de uitbetaling van de overeenkomende wedde » en « het toekennen van toelagen ».2° in hetzelfde § 1 wordt een 8° toegevoegd, luidend als volgt : « 8° om overeenkomsten te sluiten voor onbezoldigde stage voor studenten ».3° in § 4, tweede lid, worden de woorden « in 3° bedoelde bevoegdheid » vervangen door de woorden « in 3° en 8° bedoelde bevoegdheden ».

Art. 4.In artikel 8, § 4, van hetzelfde besluit worden de woorden « bij 4° en 5° van § 1 » vervangen door de woorden « bij § 1 ».

Art. 5.In artikel 11, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de kwaliteitsselectie te maken » ingevoegd tussen de woorden « de bevoegdheid om de procedure in te zetten » en de woorden « en de opdrachten goed te keuren ».

Art. 6.In artikel 20 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt : « Om de bedragen te bepalen die, in deze onderafdeling, de delegatie van goedkeuring van een opdracht afbakenen, dienen de artikelen 28 en 54 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken te worden toegepast ».

Art. 7.In artikel 25 van hetzelfde besluit wordt 4° vervangen als volgt : « 4° het instellen van de procedure voor de gunning van de opdracht en het maken van de kwaliteitsselectie ».

Art. 8.In artikel 50, 2°, a), worden de woorden « de leveringen en de werken » vervangen door de woorden « de leveringen, de werken en de diensten ».

Art. 9.In artikel 54 van hetzelfde besluit worden de woorden « en in artikel 52, § 1, lid 1, 1°, c, 2°, 3°, 4° en 5° » vervangen door de woorden « en in artikel 52, § 1, eerste lid, 1°, b en c, 2°, 3°, 4° en 5° ».

Art. 10.Artikel 59, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° 1° wordt vervangen als volgt : « 1° handelingen uitvoeren inzake herstelling van arbeidsongevallen en beroepsziektes, met inbegrip van de toekenning aan een ongeval van de juridische melding « arbeidsongeval » of « ongeval op de weg van en naar het werk » en van de verwezenlijking van de beroepen tegen een verantwoordelijke derde in de aangelegenheden anders dan deze bedoeld in Afdeling 1 van Hoofdstuk II van dit besluit ».2° 4° wordt toegevoegd na 3°, luidend als volgt : « 4° voor de verwezenlijking van geschillenprocedures, met inbegrip van de aanstelling van advocaten op de lijst van advocaten die al voorafgaandelijk door de ministeriële overheid worden aangesteld ».

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een artikel 60bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 60bis, Onverminderd de bijzondere delegaties betreffende de schoolgebouwen wordt delegatie verleend aan de secretaris-generaal : 1° om de overeenkomsten voor het door de Minister gemachtigde huren van gebouwen te verhandelen alsook de aanhangsels ervan; 2° om de bedoelde overeenkomsten en de aanhangsels ervan goed te keuren, voorzover het bedrag van de jaarlijkse huur lager is dan 100.000 EUR; 3° om de overeenkomsten tot regeling van de vergoedingen voor huurschade goed te keuren waarvan het bedrag lager dan of gelijk aan 67.000 EUR moet zijn.

Onder « Minister » in de zin van het vorige lid dient te worden verstaan het Lid van de Regering dat bevoegd is voor administratieve infrastructuren. »

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een artikel 60ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 60ter.Delegatie wordt verleend aan de secretaris-generaal : 1° om de teruggave of de terugneming aan of van de Domeinen van roerende goederen zonder bestemming tot een maximumbedrag van 10 000 EUR toe te laten;2° om het reglement tot vaststelling van de modaliteiten betreffende de promotie van kunstenaren in de verschillende lokalen van de administratieve infrastructuren van het Ministerie van de Franse Gemeenschap te bepalen.»

Art. 13.Artikel 69 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1, 7° worden de woorden « in de artikelen 10, 20, 23 en 30 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 » vervangen door de woorden « in de artikelen 9 litt.a) en b), 10, 11, 13, 20, 23 en 30 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974. » 2° in § 1, 10°, worden de woorden « in de artikelen 9, 10, 20 en 23 van het koninklijk besluit van 19 mei 1981 » vervangen door de woorden « 9, 10, 11, 12, 20, 23 en 32 tot 34 van het koninklijk besluit van 19 mei 1981 ».3° in § 1, 11°, worden de woorden « Machtiging inzake verminderde prestaties » vervangen door de woorden « Toekenning van verloven en machtiging inzake verminderde prestaties » en de woorden « van artikel 15 van het koninklijk besluit van 8 december 1967 » worden vervangen door de woorden « van de artikelen 7 litt.a) en b), 8, 15, 18 tot 21 en 25 tot 28 van het koninklijk besluit van 8 december 1967 ». 4° in § 1, wordt 12° vervangen als volgt : « 12° Toekenning van verloven bepaald in het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 2 januari 1992 betreffende het ouderschapsverlof en het verlof om dwingende familiale redenen toegestaan aan personeelsleden van de onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap ».5° in § 1, wordt 16° toegevoegd, luidend als volgt : « 16° Toekenning van verloven bepaald in het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 juni 1989 betreffende het verlof voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid, toegekend aan het personeelslid van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, dat ten minste 50 jaar oud is of ten minste twee kinderen ten laste heeft die niet ouder zijn dan 14 jaar, en betreffende de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheid voor het rustpensioen ».6° in § 2 van hetzelfde artikel wordt het eerste lid vervangen door het volgende lid : « De administrateur-generaal en de directeurs-generaal kunnen, ieder wat betreft de bevoegdheden van het bestuur waar hij de leiding van heeft, de bevoegdheid bedoeld bij § 1, 5°, aan een ambtenaar van minstens rang 12 en de bevoegdheden bedoeld bij § 1, 1°, 2°, 4°, 6° tot 14° en 16° tot 17°, aan de ambtenaren van niveau 1 delegeren ».

Art. 14.De bijlage van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3° De volgende voetnoot wordt bij de tabel ingevoegd : « Om de voornoemde bedragen te bepalen dienen de artikelen 28 en 54 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken te worden toegepast ». Wijzigings- en slotbepalingen

Art. 15.Artikel 15, § 1, 1°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 juni 2003 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegaties aan de voorzitter van het Interministerieel college van commissarissen van de Regering bij de openbare instellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren, wordt vervangen als volgt : « 1° om de overeenkomsten voor aanwerving of de akten van tewerkstelling te ondertekenen van : a) de contractuelen;b) de gesubsidieerde contractuelen;c) de jongeren tewerkgesteld in het kader van het Rosetta-plan; ofwel aangesteld door de Minister ofwel aangesteld door hem, na toelating tot aanwerving gegeven door de Minister.

Om, op eigen initiatief, inzake afwezigheid, de aanhangsels bij die overeenkomsten te ondertekenen.

In afwijking van de voormelde bepalingen, om de overeenkomsten voor aanwerving of de akten van tewerkstelling ambtshalve te ondertekenen in het kader van de vervanging van de personeelsleden die afwezig zijn voor een periode van hoogstens zes maanden.

Om de zes maanden bezorgt de Voorzitter van het Interministerieel college de Minister een verslag over de toepassing van artikel 5, § 1, 1°, van dit besluit. De Minister is ertoe gehouden een afschrift van dit verslag over te brengen aan elk lid van de Regering dat erom verzoekt. »

Art. 16.Artikel 6, § 1, 1° van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 december 2002 tot delegatie van bevoegdheid en van ondertekening aan de leidend ambtenaar en aan sommige andere ambtenaren van de Ondersteuningsdienst voor de ministeriële kabinetten, wordt vervangen als volgt : « 1° om de overeenkomsten voor aanwerving of de akten van tewerkstelling te ondertekenen van : a) de contractuelen;b) de gesubsidieerde contractuelen;c) de jongeren tewerkgesteld in het kader van het Rosetta-plan, ofwel aangesteld door de Minister, ofwel aangesteld door hem, na toelating tot aanwerving gegeven door de Minister. Om, op eigen initiatief, inzake afwezigheid, de aanhangsels bij die overeenkomsten te ondertekenen.

In afwijking van de voormelde bepalingen, om de overeenkomsten voor aanwerving of de akten van tewerkstelling ambtshalve te ondertekenen in het kader van de vervanging van de personeelsleden die afwezig zijn voor een periode van hoogstens zes maanden.

Om de zes maanden bezorgt de leidend ambtenaar de Minister een verslag over de toepassing van artikel 6, § 1, 1°, van dit besluit. De Minister is ertoe gehouden een afschrift van dit verslag over te brengen aan elk lid van de Regering dat erom verzoekt. »

Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2004.

Art. 17.De Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 januari 2004.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-President, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, Chr. DUPONT De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Begroting, M. DAERDEN De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, O. CHASTEL De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. Fr. DUPUIS De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL

^