Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 29 juni 2004
gepubliceerd op 05 oktober 2004

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de wijze van erkenning van de bekwaamheden verworven voor de toelating tot de studies, de cursus en de bekrachtiging van de studies binnen het onderwijs voor sociale promotie

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2004202626
pub.
05/10/2004
prom.
29/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/29/2004202626/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 JUNI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de wijze van erkenning van de bekwaamheden verworven voor de toelating tot de studies, de cursus en de bekrachtiging van de studies binnen het onderwijs voor sociale promotie


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapsraad van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het decreet van 22 oktober 2003 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 april 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 21 april 2004;

Gelet op het protocol van 29 april 2004 van het Comité van sector IX en van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, afdeling II, samen vergaderend;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 2 juni 2004 bij toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister tot wier bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Onder de voorwaarden en volgens de bepalingen die bij dit besluit worden vastgesteld, wordt de Studieraad, bedoeld in de artikelen 31, 48 en 66 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, ertoe gemachtigd voor de toegang tot de vormingseenheden van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1 en de bekrachtiging van deze, de bekwaamheden in aanmerking te nemen die werden verworven : - in het onderwijs dat door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd wordt; - in het onderwijs dat door de Vlaamse of Duitstalige Gemeenschap georganiseerd, gesubsidieerd of erkend wordt alsmede in elk onderwijs, dat door de overheden die in andere landen dan België voor het onderwijs bevoegd zijn, georganiseerd, gesubsidieerd of erkend wordt, voor zover de bedoelde Raad over de nodige bewijsstukken beschikt; - in de vormingscentra van de vormingsdienst van de "Office régional et communautaire de la Formation professionnelle et de l'Emploi", van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor arbeidsbemiddeling alsmede van de Centra voor permanente opleiding van de Middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen; - in de vormingsdiensten die erkend zijn krachtens het decreet van 17 juli 1987 betreffende de erkenning en de betoelaging van sommige instellingen die activiteiten uitoefenen gericht op maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces of op voortgezette beroepsopleiding of krachtens het besluit van 16 september 1991 betreffende de erkenning en de subsidiëring van "entreprises d'apprentissage professionnel" (ondernemingen voor het aanleren van een beroep); - door beroepservaring; - door persoonlijke vorming.

Voor de evaluatie van deze bekwaamheden krijgt het hoofd van de inrichting de toelating lestijden gebruiken die afgetrokken worden van het deel van zijn dotatie dat aan de Studieraad besteed wordt. HOOFDSTUK II. - Toelating van de studenten

Art. 2.§ 1. De vooraf verworven bekwaamheden die vereist zijn voor de toelating tot een vormingseenheid van het onderwijs voor sociale promotie of de bekwaamheidsbewijzen die ervan kunnen getuigen, worden in de pedagogische dossiers van de vormingseenheden bepaald overeenkomstig artikel 6 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 18 november 1991 betreffende de pedagogische dossiers van de opleidingsafdelingen en opleidingseenheden in het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1. § 2. De Studieraad kan oordelen dat één (meerdere) studiebewijs(zen) dat(die) in elk onderwijs verkregen is(zijn) alsmede één (meerdere) bekwaamheidsbewijs(zen) dat(die) door een erkend centrum voor het bekrachtigen van bekwaamheden uitgereikt is(zijn), kan(kunnen) gelden voor de in het vorig lid bedoelde bewijzen.

De documenten die door de erkende vormingscentra of -inrichtingen uitgereikt worden, kunnen op beslissing van de Studieraad als bewijs dienen voor de vereiste vooraf verworven bekwaamheden die in lid 1 bedoeld zijn.

De bedoelde Raad kan eveneens rekening houden met de documenten, die een beroepservaring bewijzen teneinde te erkennen dat de kandidaat over de vereiste vooraf verworven bekwaamheden beschikt.

Bij gebrek aan in deze § bedoelde bewijzen of documenten of wanneer de Studieraad oordeelt dat deze niet voldoende zijn, controleert hij de bedoelde bekwaamheden via een proef(ven) of een test(s).

De Studieraad controleert niet de bekwaamheden die door een bekwaamheidsbewijs van een erkend centrum voor het bekrachtigen van bekwaamheden bewezen zijn, door middel van een nieuwe proef. § 3. De vaststelling door de Studieraad dat de kandidaat over de vereiste vooraf verworven bekwaamheden beschikt bij de toelating tot een vormingseenheid kan daardoor geenszins de uitreiking van een attest voor het slagen van een andere vormingseenheid tot gevolg hebben.

Art. 3.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt slechts de Studieraad ertoe gemachtigd de vereiste vooraf verworven bekwaamheden na te gaan bij de toelating tot een vormingseenheid.

De beslissingen die door de Studieraad genomen zijn krachtens artikel 2 zijn definitief.

Zij worden in processen-verbaal ingeschreven die ondertekend worden door de leden van de Studieraad. Deze processen-verbaal worden gedurende twee jaar bijgehouden op de zetel van de inrichting en moeten op elk ogenblik voorgelegd kunnen worden aan de leden van de Inspectie- en controlediensten van het onderwijs voor sociale promotie. HOOFDSTUK III. - Bekrachtiging van de studies

Art. 4.§ 1. Het attest voor het slagen van een vormingseenheid kan door de Studieraad uitgereikt worden op basis van de in artikel 1 bedoelde verworven bekwaamheden, voor zover deze overeenkomen met de eindbekwaamheden van de vormingseenheid, zoals bepaald in het pedagogisch dossier. Daartoe beraadslaagt de bedoeld Raad rekening houdende met : 1° de resultaten van de proeven die door het onderwijs georganiseerd zijn, voor zover deze over de evaluatie van bekwaamheden handelen die gelijkwaardig zijn met of hoger zijn dan de eindbekwaamheden van deze vormingseenheid;in zulks geval kan de Studieraad indien nodig de bekwaamheden van de betrokken persoon nagaan aan de hand van een proef; 2° de bekwaamheidsbewijzen die door de erkende centra voor validatie van bekwaamheden uitgereikt zijn;in zulks geval controleert de Raad de beheersing van de bedoelde bekwaamheden niet doormiddel van een nieuwe proef; 3° de documenten die uitgereikt zijn door de erkende vormingscentra en -instellingen, de beroepservaring of elementen van persoonlijke vorming die door de leerling ingediend zijn;in zulks geval gaat de Studieraad door middel van een proef de bekwaamheden na die de betrokken persoon verklaart te hebben door de bedoelde documenten in te dienen. § 2. De in dit artikel beschreven procedure kan slechts gebruikt worden om aan een leerling één of meerdere attesten voor het slagen te leveren waardoor hij het geheel van attesten voor het slagen van de voor de certificatie van een afdeling vereiste vormingseenheden kan verzamelen. Daarenboven moet hij ingeschreven zijn op de vormingseenheid 'geïntegreerde proef" als deze voorzien is in het document 8ter van de bedoelde afdeling.

Het document 8ter van de afdeling is het document bedoeld in artikel 11 van voornoemd besluit van de Executieve van 18 november 1991. § 3. Het attest voor het slagen van de vormingseenheid moet noodzakelijk uitgereikt worden door een inrichting die deze vormingseenheid mag organiseren.

In zulks geval moet de samenstelling van de Studieraad conform zijn met de samenstelling die voorzien is met het oog op het uitreiken van het attest voor het slagen op het einde van de betrokken vormingseenheid.

Art. 5.De beslissingen die door de Studieraad genomen zijn krachtens artikel 4 zijn definitief. Zij worden ingeschreven in processen-verbaal die ondertekend zijn door de leden van de Studieraad. Deze processen-verbaal worden op de zetel van de inrichting bijgehouden gedurende twee jaar en moeten op elk ogenblik aan de leden van de Inspectiedienst en van de Controledienst voor het onderwijs voor sociale promotie kunnen vertoond worden. HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 6.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 juli 1993 tot vaststelling van de wijze van erkenning van de bekwaamheid verworven buiten het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2004.

Art. 8.De Minister tot wier bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 juni 2004.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. Fr. DUPUIS

^