Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 30 juni 2006
gepubliceerd op 11 september 2006

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de overgangsklassen die toegang geven tot de studies georganiseerd in Hogescholen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2006202821
pub.
11/09/2006
prom.
30/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/30/2006202821/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 JUNI 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de overgangsklassen die toegang geven tot de studies georganiseerd in Hogescholen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, inzonderheid op artikel 23, § 1, 1°bis, 2°, 3°, 5°, 6° en 7°;

Gelet op het advies van de Algemene Raad voor Hogescholen, gegeven op 9 november 2005;

Gelet op het overleg met de representatieve studentenverenigingen erkend op gemeenschapsniveau, van 10 mei 2006;

Gelet op het overleg met de inrichtende machten van de Hogescholen, van 10 mei 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 april 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 2 mei 2006;

Gelet op het advies nr. 40.485/2 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - De overgang van een geslaagd studiejaar in een universitaire instelling of in een hoger instituut voor architectuur naar een studiejaar in een Hogeschool

Artikel 1.De student die geslaagd is voor een eerste studiejaar in een universitaire instelling of in een hoger instituut voor architectuur georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type voor zover het eerste geslaagde studiejaar in deze universitaire instelling of in dat hoger instituut voor architectuur, ten opzichte van het tweede studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 1 opgenomen wordt als een eerste studiejaar dat toelaat over te gaan naar het tweede betrokken studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type.

Art. 2.De student die geslaagd is voor een eerste studiejaar in een universitaire instelling, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type voor zover het eerste geslaagde studiejaar in deze universitaire instelling ten opzichte van het tweede jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 4 wordt opgenomen als een eerste studiejaar dat toelaat over te gaan naar het tweede betrokken jaar van de eerste studiecyclus van het lange type.

Art. 3.De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van de studenten bedoeld in de artikelen 1 en 2 dat overeenstemt met hun bijzondere toestand. Wanneer het programma in één of uit meer bijkomende leeractiviteiten bestaat, kan dit programma dan 75 studiepunten niet overschrijden. Deze leeractiviteiten maken deel uit van hun studieprogramma van het tweede studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type of van het tweede jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type waarvoor de student een overgang wenst te bekomen.

Art. 4.De student die geslaagd is voor de eerste twee studiejaren in een universitaire instelling of in een hoger instituut voor architectuur georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type voor zover de eerste twee geslaagde studiejaren in deze universitaire instelling of in dat hoger instituut voor architectuur ten opzichte van het tweede studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 2 opgenomen worden als de eerste twee studiejaren die toelaten over te gaan naar het tweede betrokken studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type.

Art. 5.De student die geslaagd is voor de eerste twee studiejaren in een universitaire instelling georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type voor zover de eerste twee geslaagde studiejaren in deze universitaire instelling ten opzichte van het tweede jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 5 opgenomen worden als de eerste twee studiejaren die toelaten over te gaan naar het tweede betrokken jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type.

Art. 6.De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van het tweede studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type of van het tweede jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type van een student bedoeld in de artikelen 4 en 5 zonder dat het geheel van de leeractiviteiten van dit programma 60 studiepunten overschrijdt.

Art. 7.De student die geslaagd is voor een tweede studiejaar in een universitaire instelling georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een derde jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type voor zover het tweede geslaagde studiejaar in deze universitaire instelling ten opzichte van het derde jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 7 opgenomen wordt als een tweede studiejaar dat toelaat over te gaan naar het derde betrokken jaar van de eerste studiecyclus van het lange type.

Art. 8.De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van de student bedoeld in artikel 7 dat overeenstemt met zijn bijzondere toestand. Wanneer het programma in één of uit meer bijkomende leeractiviteiten bestaat, kan dit programma dan 75 studiepunten niet overschrijden. Deze leeractiviteiten maken deel uit van zijn studieprogramma van het derde jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type waarvoor de student een overgang wenst te bekomen.

Art. 9.Bij het slagen voor de proef behalen de studenten die toegang hebben gehad tot een derde jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type overeenkomstig artikel 7, de graad die deze eerste cyclus bekrachtigt, zoals bedoeld in artikel 18, § 1 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen.

Art. 10.De student die geslaagd is voor een eerste cyclus in een universitaire instelling georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot het derde jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type voor zover deze eerste geslaagde cyclus in deze universitaire instelling ten opzichte van het derde jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 8 opgenomen wordt als een eerste cyclus die toelaat over te gaan naar het derde betrokken jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type.

Art. 11.De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van het derde jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type van een student bedoeld in artikel 10 zonder dat het geheel van de leeractiviteiten van dit programma 60 studiepunten overschrijdt.

Art. 12.Bij het slagen voor de proef behalen de studenten die toegang hebben gehad tot een derde jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type overeenkomstig artikel 10, de graad die deze eerste cyclus bekrachtigt, zoals bedoeld in artikel 18, § 1 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen.

Art. 13.De student die geslaagd is voor een eerste cyclus in een universitaire instelling georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot het eerste jaar van de tweede studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type voor zover deze eerste geslaagde cyclus in deze universitaire instelling ten opzichte van het eerste jaar van de tweede studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 10 wordt opgenomen als een eerste cyclus die toelaat over te gaan naar het eerste betrokken jaar van de tweede studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type.

Art. 14.De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van de student bedoeld in artikel 13 dat overeenstemt met zijn bijzondere toestand. Wanneer het programma in één of uit meer bijkomende leeractiviteiten bestaat, kan dit programma dan 75 studiepunten niet overschrijden. Deze leeractiviteiten maken deel uit van zijn studieprogramma van het eerste jaar van de tweede studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type waarvoor de student een overgang wenst te bekomen.

Art. 15.De student die geslaagd is voor een eerste cyclus in een universitaire instelling georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een derde studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type voor zover deze eerste geslaagde cyclus in deze universitaire instelling ten opzichte van het derde studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 3 wordt opgenomen als studies die toelaten over te gaan naar het derde betrokken studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type.

Art. 16.De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van het derde studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type van een student bedoeld in artikel 15 zonder dat het geheel van de leeractiviteiten van dit programma 60 studiepunten overschrijdt. HOOFDSTUK II. - De overgang van een geslaagd studiejaar in een Hogeschool naar een ander studiejaar in een Hogeschool Afdeling I. - Van het korte type naar het lange type

Art. 17.De student die geslaagd is voor de eerste twee studiejaren van het hoger onderwijs van het korte type in een Hogeschool georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type voor zover de eerste twee geslaagde studiejaren in deze Hogeschool, ten opzichte van het tweede jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 6 opgenomen worden als de eerste twee studiejaren van het hoger onderwijs van het korte type die toelaten over te gaan naar het tweede betrokken jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type.

Art. 18.De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van het tweede jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type van een student bedoeld in artikel 17 zonder dat het geheel van de leeractiviteiten van dit programma 60 studiepunten overschrijdt.

Art. 19.De student die één van de graden bedoeld in artikel 15 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen behaald heeft, heeft toegang tot het derde jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type bedoeld in artikel 18, § 2 van hetzelfde decreet voor zover de studies die bekrachtigd worden met één van de graden bedoeld in het bovenvermelde artikel 15, ten opzichte van het derde jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 9 opgenomen worden als studies die toelaten over te gaan naar het derde betrokken jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type.

Art. 20.De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van het derde jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type van een student bedoeld in artikel 19 zonder dat het geheel van de leeractiviteiten van dit programma 60 studiepunten overschrijdt.

Art. 21.Bij het slagen voor de proef behalen de studenten die toegang hebben gehad tot een derde jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type overeenkomstig artikel 19, de graad die deze eerste cyclus bekrachtigt, zoals bedoeld in artikel 18, § 1 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen. Afdeling II. - Van het lange type naar het korte type

Art. 22.De student die geslaagd is voor een eerste jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type in een Hogeschool georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type voor zover het eerste geslaagde studiejaar in deze Hogeschool, ten opzichte van het tweede studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 1 opgenomen wordt als een eerste jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type dat toelaat over te gaan naar het tweede betrokken studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type.

Art. 23.De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van de student bedoeld in artikel 22 dat overeenstemt met zijn bijzondere toestand. Waneer het programma in één of uit meer bijkomende leeractiviteiten bestaat, kan dit programma dus 75 studiepunten niet overschrijden. Deze leeractiviteiten maken deel uit van zijn studieprogramma van het tweede studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type waarvoor de student een overgang wenst te bekomen.

Art. 24.De student die geslaagd is voor een tweede jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type in een Hogeschool georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, heeft toegang tot een tweede studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type voor zover het tweede geslaagde jaar van de eerste studiecyclus in deze Hogeschool, ten opzichte van het tweede studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 2 wordt opgenomen als een tweede jaar van de eerste studiecyclus van het hoger onderwijs van het lange type dat toelaat over te gaan naar het tweede betrokken studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type.

Art. 25.De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van het tweede studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type van een student bedoeld in artikel 24 zonder dat het geheel van de leeractiviteiten van dit programma 60 studiepunten overschrijdt.

Art. 26.De student die één van de graden bedoeld in artikel 18, § 1 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen behaald heeft, heeft toegang tot een derde studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type voor zover de studies die bekrachtigd worden met één van de graden bedoeld in bovenvermeld artikel 18, § 1, ten opzichte van het derde studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type dat hij wenst aan te vangen, in bijlage 3 opgenomen worden als de studies die toelaten over te gaan naar het derde betrokken studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type.

Art. 27.De overheden van de Hogeschool stellen het programma op van het derde studiejaar van het hoger onderwijs van het korte type van een student bedoeld in artikel 26 zonder dat het geheel van de leeractiviteiten van dit programma 60 studiepunten overschrijdt.

Art. 28.De student die niet geslaagd is voor het eerste jaar van een eerste cyclus die gestructureerd wordt in twee studiegedeelten aan de universiteit maar die het geheel van de studiepunten in verband daarmee behaald heeft, wordt gelijkgesteld wat zijn rechten betreft met een student die geslaagd is voor zijn eerste studiejaar. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 29.Voor de toepassing van dit besluit wordt het eerste of het tweede geslaagde studiejaar van de eerste cyclus of de academische studiegraad van het hoger onderwijs van het korte type, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, vóór de inwerkingtreding van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, in eenzelfde vak als dat vermeld in de rechter kolom van de bijlagen, gelijkgesteld met het eerste of het tweede geslaagde studiejaar van de eerste cyclus of met de graad vermeld in deze kolom.

Voor de toepassing van dit besluit wordt de academische studiegraad van de eerste cyclus van het lange type van het hoger onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, vóór de inwerkingtreding van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, in eenzelfde vak als dat vermeld in de rechter kolom van de bijlagen, gelijkgesteld met de graad vermeld in deze kolom wanneer de gediplomeerde ook geslaagd is voor ten minste één studiejaar van de tweede cyclus in hetzelfde vak.

Onder ôhetzelfde vakö, in de zin van de eerste en tweede leden, wordt verstaan : 1° wat het hoger onderwijs in Hogescholen betreft, ofwel eenzelfde afdeling, ofwel indien een afdeling in onderafdelingen ingedeeld wordt, eenzelfde onderafdeling;2° wat het hoger kunstonderwijs betreft, eenzelfde domein;3° wat het hoger onderwijs in de universiteit betreft, een overeenstemmende graad, overeenkomstig het besluit van 19 mei 2004 van de Regering van de Franse Gemeenschap dat de overeenstemmingslijst vastlegt tussen de oude en de nieuwe academische graden.

Art. 30.De bijlagen 1 tot 10 bedoeld in de artikelen 1, 2, 4, 5, 7, 10, 13, 15, 17, 19, 22, 24 en 26 kunnen elk jaar gewijzigd worden op advies van de Algemene Raad voor Hogescholen. De aldus gewijzigde bijlagen zijn van toepassing vanaf het academiejaar dat volgt op hun wijziging voor zover deze laatste vóór 15 mei door de Regering wordt vastgesteld. Indien hun wijziging na 15 mei gebeurt, zijn de aldus gewijzigde bijlagen van toepassing vanaf het tweede academiejaar volgend op de wijziging.

Art. 31.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 genomen ter uitvoering van artikel 23 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, wordt opgeheven.

Art. 32.Dit besluit treedt in werking vanaf het academiejaar 2006-2007.

Art. 33.De Minister tot wier bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 juni 2006.

De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET

^