Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 14 juli 2006
gepubliceerd op 23 oktober 2006

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de Algemene Raad voor cultuurbeleid en tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 april 2001 tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor de beleidsvoeringen inzake Cultuur van de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2006203168
pub.
23/10/2006
prom.
14/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/14/2006203168/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JULI 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de Algemene Raad voor cultuurbeleid en tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 april 2001 tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor de beleidsvoeringen inzake Cultuur van de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, inzonderheid op artikel 87, §§ 1 en 2;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 maart 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 21 maart 2006;

Op de voordracht van de Minister van Cultuur, de Audiovisuele sector en Jeugd;

Na beraadslaging van de Regering, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 april 2001 tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor de beleidsvoeringen inzake Cultuur van de Franse Gemeenschap wordt aangevuld als volgt : « 5o de Raad : de Algemene Raad voor cultuurbeleid ingesteld bij de artikelen 21/3 en volgende; 6o het Cultuurbeleid : het beleid inzake culturele aangelegenheid in een brede zin en kunstonderwijs ».

Art. 2.Artikel 3, 1o, a), van het besluit van de Regering van 26 april 2001 tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor de beleidsvoeringen inzake Cultuur wordt gewijzigd als volgt : « a) het cultuurbeleid ».

Art. 3.In artikel 3 van het besluit van de Regering van 26 april 2001 tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor de beleidsvoeringen inzake Cultuur wordt een punt 6o toegevoegd, luidend als volgt : « het secretariaat van de Algemene Raad voor cultuurbeleid waar te nemen ».

Art. 4.Er wordt een nieuw artikel 21/2 ingevoegd in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 april 2001 tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor de beleidsvoeringen inzake Cultuur, luidend als volgt : «

Artikel 21/2.Het Begeleidingscomité vergadert ten minste één keer per jaar met de Raad om algemene oriëntaties voor de werkzaamheden van het Waarnemingscentrum voor te stellen.

Het Begeleidingscomité blijft bevoegd voor het vaststellen van deze oriëntaties. »

Art. 5.Er wordt een hoofdstuk III ingevoegd in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 april 2001 tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor de beleidsvoeringen inzake Cultuur, luidend als volgt : « HOOFDSTUK III. - De Algemene Raad voor cultuurbeleid, opdrachten, samenstelling en werking Afdeling 1. - De Algemene Raad voor cultuurbeleid

Artikel 21/3.- Er wordt een Algemene Raad voor cultuurbeleid ingesteld binnen het Waarnemingscentrum voor Cultuurbeleid. Afdeling 2. - Opdrachten

Artikel 21/4.- De Raad heeft als opdracht : 1o analyses, voorstellen en aanbevelingen te geven over : - de toekomstwetenschap inzake cultuurbeleid en culturele dimensie van het openbaar beleid, op alle machtsniveaus ; - de coherentie en de relevantie van het cultuurbeleid binnen het globale beleid van de Franse Gemeenschap ; - de coherentie en de relevantie van de culturele dimensie van het openbaar beleid gevoerd door het Waals Gewest en het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest ; - de culturele samenwerking met de andere Gemeenschappen alsook met de Federale overheid.

De vertegenwoordigers van de andere machtsniveaus zullen slechts de vragen die inherent zijn aan het beleid dat ze zouden willen voeren binnen hun bevoegdheden en die een invloed op de cultuur zouden hebben, aanhangig kunnen maken bij de Algemene Raad. 2o analyses te bezorgen over het dispositief genomen door andere machtsniveaus en die een rechtstreekse of een onrechtstreekse invloed hebben op het cultuurbeleid van de Franse Gemeenschap. Deze adviezen zullen aan de betrokken regeringen overgezonden worden en, eventueel, aan het bestaande gewestelijke overleg; 3o analyses over elke vraag rond het cultuurbeleid voor te leggen en dit op verzoek van de Regering van de Franse Gemeenschap, van een lid van deze regering, van de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, of op eigen initiatief;

Art. 21/5.- In geen enkel geval zal de Algemene Raad zich uitspreken over een dossier voorgelegd aan een adviesinstantie, of over een aanvraag waarin een privé culturele operateur geïnteresseerd is, of als beroepsinstantie van adviesinstanties.

Art. 21/6.- Voor het vervullen van de opdrachten die hem worden toevertrouwd overeenkomstig artikel 21/4 vergadert de Raad ten minste vier keer per jaar.

Art. 21/7.- De Regering legt met elke internationale, federale, gemeenschappelijke, gewestelijke of plaatselijke, publiek- of privaatrechtelijke instelling de samenwerkingen aan die nodig zijn voor het vervullen van de opdrachten van de Raad.

Art. 21/8.- De leden van de Algemene Raad voor cultuurbeleid hebben ambtshalve toegang tot de informatie en documenten die verzameld of aangevraagd worden door het Waarnemingscentrum met toepassing van artikel 7 van dit besluit.

Art. 21/9.- De analyses bedoeld in artikel 21/4 worden ambtshalve bezorgd aan de auteur van de aanvraag, de leden van de Regering, de Secretaris-generaal van de Franse Gemeenschap, de Ambtenaren-generaal van de diensten van de Regering die bevoegd zijn voor de betrokken materies, en aan hun diensten. Afdeling 3. Samenstelling en werking

Art. 21/10 . - § 1. De Raad is samengesteld uit de stemgerechtigde leden en de leden met raadgevende stem. De Raad wordt samengesteld overeenkomstig de regels bepaald in de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt. § 2. De stemgerechtigde leden van de Raad worden aangesteld door de Regering volgens de volgende lijst : 1o drie vertegenwoordigers van de belangrijkste representatieve vakverenigingen; 2o een vertegenwoordiger van het Waals Gewest; 3o een vertegenwoordiger van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest; 4o een vertegenwoordiger van de Belgische Federatie der Ondernemingen; 5o een vertegenwoordiger van de « Union des Villes et Communes de Wallonie » (Vereniging van Waalse Steden en Gemeenten); 6o een vertegenwoordiger van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 7o tien persoonlijkheden aangesteld, na een openbare oproep tot kandidaatstellingen en op voorstel van een examencommissie waarvan de samenstelling door de Regering wordt bepaald. Deze persoonlijkheden mogen niet rechtstreeks betrokken zijn bij de directie van een culturele operateur gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, noch lid zijn van een adviesinstantie van de Franse Gemeenschap.

De examencommissie zal ten minste één geschoolde deskundige selecteren in de volgende domeinen : - onderwijs en opleiding; - audiovisuele sector en culturele industrieën; - kunstcreatie; - associatieve actie; - stedelijke ontwikkeling; 8o twee vertegenwoordigers van de representatieve gebruikersorganisaties erkend volgens de procedure bedoeld in de artikelen 6 en volgende van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 juni 2006 tot uitvoering van het decreet van 10 april 2003 betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector.

De examencommissie zal rekening houden met een evenwichtige samenstelling tussen mannen en vrouwen van Wallonië en Brussel alsook met het multiculturele karakter van de bevolking van de Franse Gemeenschap. § 3. Wordt lid van de Raad met raadgevende stem : 1o de Minister-President(e) van de Franse Gemeenschap of zijn/haar vertegenwoordiger; 2o de Ministers Vice-President(e)n van de Franse Gemeenschap of hun vertegenwoordigers; 3o de Minister van Cultuur of zijn vertegenwoordiger; 4o de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap of zijn afgevaardigde; 5o de Ambtenaar-generaal verantwoordelijk voor de Algemene Directie Cultuur of zijn afgevaardigde; 6o de Ambtenaar-generaal verantwoordelijk voor de Algemene Dienst voor de Audiovisuele sector en de Multimedia of zijn afgevaardigde; 7o de Directeur-coördinator van het Waarnemingscentrum of zijn afgevaardigde.

Art. 21/11.- De mandaten van de stemgerechtigde leden worden gebonden aan de duur van de legislatuur. Ze verstrijken van rechtswege binnen de vier maanden volgend op de hernieuwing van het Parlement van de Franse Gemeenschap. Deze mandaten worden een keer hernieuwbaar.

Een lid dat de hoedanigheid verliest volgens dewelke hij werd aangesteld, houdt op zijn ambt uit te oefenen.

Elk lid neemt van rechtswege ontslag van zijn mandaat als hij op drie opeenvolgende vergaderingen afwezig is behalve als deze afwezigheid verantwoord is.

Art. 21/12.- De examencommissie voor de selectie van de leden bedoeld in artikel 21/10 § 2, 6o zal ter aanstelling van de Regering een lijst voorleggen van tien plaatsvervangende leden voor een duur die gelijk is aan deze van het mandaat van de vaste leden. De plaatsvervangende leden zullen telkens zetelen als het lid verhinderd is. Een plaatsvervanger die het mandaat voleindigt, wordt aangesteld onder dezelfde voorwaarden als deze voor de aanstelling van de vervangen persoon, volgens de orde van plaatsvervanging vastgesteld door de Regering.

Art. 21/13.- De Raad kan één of meer deskundigen bij zijn werkzaamheden betrekken, met raadgevende stem, wanneer deze een technisch karakter hebben waarvoor bijzondere bevoegdheden vereist worden.

Art. 21/14.- Het voorzitterschap van de Raad wordt waargenomen door één van zijn stemgerechtigde leden, verkozen op voorstel van de Minister van Cultuur, uit de kandidaatstellingen die ontvangen worden na de vaststelling van de definitieve samenstelling van de Raad.

De Voorzitter zit de vergaderingen voor, ondertekent de processen-verbaal met het secretariaat, organiseert de werkzaamheden in overleg met de vertegenwoordigers van het bestuur en de Regering.

Art. 21/15.- De Directeur-Coördinator van het Waarnemingscentrum voor cultuurbeleid of zijn afgevaardigde zorgt voor het secretariaat. Hij roept de vergaderingen van de Raad bijeen.

Art. 21/16.- De Raad stelt een ontwerp van huishoudelijk reglement vast en legt het daarna voor ter goedkeuring van de Regering.

Art. 21/17.- Slechts de stemgerechtigde leden van de Raad bedoeld in artikel 21/10, § 2 van dit besluit kunnen in aanmerking komen voor het presentiegeld in het kader van hun deelname aan de werkvergaderingen en voor de terugbetaling van de vervoer- en verblijfkosten. De Regering brengt de bedragen in overeenstemming met deze bedoeld in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 juni 2006 tot uitvoering van het decreet van 10 april 2003 betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector ».

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.De Minister van Cultuur wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 juli 2006.

Vanwege de Regering : De Minister-Presidente, Mevr. M. ARENA De Minister van Cultuur, Mevr. F. LAANAN

^