Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 01 februari 2008
gepubliceerd op 01 april 2008

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de werking van de Beroepscommissie voor het onderwijs voor sociale promotie

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2008029149
pub.
01/04/2008
prom.
01/02/2008
ELI
eli/besluit/2008/02/01/2008029149/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 FEBRUARI 2008. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de werking van de Beroepscommissie voor het onderwijs voor sociale promotie


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, inzonderheid op artikel 123quater § 2, achtste lid, ingevoegd bij het decreet van 27 oktober 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 juni 2007;

Gelet op het advies van de Minister van Begroting van 19 oktober 2007;

Gelet op het protocol van de onderhandeling die plaatsvond op 19 en 28 november 2007, van het Onderhandelingscomité van Sector IX, van het Comité van de provinciale en plaatselijke openbare diensten - Afdeling II en van het Onderhandelingscomité voor de statuten van het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs;

Gelet op het protocol van het overleg dat plaatsvond op 19 en 28 november 2007, van het Overlegcomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van inrichtende machten van het onderwijs en van de gesubsideerde PMS-centra die erkend worden door de Regering;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid om snel de nadere regels te bepalen voor de werking van de Beroepscommissie voor het onderwijs voor sociale promotie, zodat deze commissie er in staat zou worden gesteld om beslissingen te nemen zo vroeg als mogelijk, op elk ogenblik van het schooljaar, over de beroepen ingesteld door de leerlingen van het onderwijs voor sociale promotie tegen de beslissingen tot weigering door de Studieraden, aangezien als gevolg van de specifieke modulaire structuur en organisatie van het onderwijs voor sociale promotie in de Franse Gemeenschap, elk ogenblik beslissingen tot weigering kunnen voorkomen tijdens het schooljaar en, dat dientengevolge op elk ogenblik beroepen ingesteld kunnen worden tegen vermelde beslissingen;

Gelet op het advies 43913/2 van de Raad van State, gegeven op 17 december 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, gewijzigd bij de wet van 2 april 2003, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Jeugd en Onderwijs voor sociale promotie;

Gelet op de beraadslagingen van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 oktober 2007 en 1 februari 2008, Besluit : HOOFDSTUK I. - Installatie van de Beroepscommissie

Artikel 1.De Commissie voor de beroepen tegen de beslissingen van de Studieraden vergaderd in het kader van een opleidingseenheid « geïntegreerde proef » of een bepalende opleidingseenheid ingericht in het kader van een afdeling van stelsel 1 en van de examencommissies vergaderd in het kader van de eindproef van een afdeling van stelsel 2 - hierna « de Beroepscommissie » - wordt ingericht bij het Algemeen bestuur onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, algemene directie niet-verplicht onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. HOOFDSTUK II. - Werking van de Beroepscommissie

Art. 2.Bij geval van ontslagindiening of overlijden van een lid, wordt hij vervangen. Het aldus aangewezen lid voleindigt het mandaat van zijn voorganger.

Een lid wordt als van ambtswege ontslagnemend beschouwd als hij de hoedanigheid verliest wegens dewelke hij aangewezen werd.

Art. 3.De vergaderingen van de Beroepscommissie vinden plaats op de zetel van de algemene directie van het niet-verplicht onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Het secretariaat wordt waargenomen door het bestendig secretariaat van de Hoge raad en de Overlegcommissie van het onderwijs voor sociale promotie.

Art. 4.De oproepingen voor de vergaderingen worden aan de leden gestuurd door de secretaris, minstens vijf werkdagen voor de datum van de vergadering, waarbij verondersteld wordt dat de zaterdag niet als een werkdag wordt beschouwd. De oproepingen vermelden de agenda.

In geval van dringende noodzakelijkheid : 1° kunnen de oproepingen overgezonden worden via een telecopie, een email, en langs de post bevestigd worden, 2° kan de voorzitter de termijn tot 2 werkdagen terugbrengen. De Beroepscommissie kan enkel beraadslagen op de punten die vermeld staan op de agenda.

Art. 5.De Voorzitter tracht tot een consensus te komen.

De verhinderde werkende leden zorgen ervoor dat ze respectief vervangen worden door hun plaatsvervanger.

Wanneer een lid het hoofd is van de inrichting betrokken bij het beroep of de echtgenote, een bloed- of aanverwante tot en met de vierde graad van de betrokken leerling, kan hij in de Beroepscommissie niet zetelen.

Art. 6.Vanaf de ontvangst van het beroep, bepaalt de Voorzitter van de Commissie de datum van de vergadering gedurende dewelke het beroep onderzocht zal worden.

Art. 7.De Beroepscommissie gaat voorafgaandelijk na of het beroep ontvankelijk is met betrekking tot de voorwaarden bepaald bij de artikelen 123ter en 123quater van het voormelde decreet van 16 april 1991.

Art. 8.De beslissingen worden bij een meerderheid van tweederde van de stemmen uitgedrukt door de aanwezige leden, genomen. Indien deze meerderheid niet bereikt wordt, wordt het beroep verworpen.

Art. 9.De Beroepscommissie maakt haar met redenen omklede beslissing bekend via een aangetekende brief aan de leerling en aan het inrichtingshoofd binnen de dertig kalenderdagen buiten schoolvakanties die volgen op de verzending per aangetekende brief van het externe beroep.

Nochtans, wat betreft de beroepen ingediend tussen 1 juni en 7 juli, zal de Commissie haar beslissingen mededelen ten laatste tegen 31 augustus van het betrokken jaar.

Art. 10.De Beroepscommissie stelt elke jaar een activiteitenverslag op dat ze aan de algemene directie niet-verplicht onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en aan de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, overzendt. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 12.De Minister tot wiens bevoegdheid het Onderwijs voor sociale promotie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 februari 2008.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs, Mevr. M. ARENA De Vice-Presidente, Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President, Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport, M. DAERDEN De Minister van Cultuur en de Audiovisuele Sector, Mevr. F. LAANAN De Minister van Jeugd en Onderwijs voor Sociale Promotie, M. TARABELLA De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK

^