Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 17 juli 2009
gepubliceerd op 07 augustus 2009

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van haar werking

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2009029405
pub.
07/08/2009
prom.
17/07/2009
ELI
eli/besluit/2009/07/17/2009029405/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JULI 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van haar werking


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, uitgebracht op 17 juli 2009;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, aangevraagd op 17 juli 2009;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het besluit van de Regering van 24 augustus 2004 houdende regeling van haar werking niet meer toepasselijk is op de huidige Regering;

Overwegende dat de Regering de mogelijkheid moet krijgen om zo doeltreffend mogelijk te werken; dat dit de inwerkingtreding van deze bepalingen binnen de kortste termijn noodzakelijk maakt;

Op de voordracht van de Minister-President, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Onverminderd de delegaties die zij aan haar leden verleent, beraadslaagt en beslist de Regering van de Franse Gemeenschap collegiaal volgens de consensusprocedure en bepaalt zij de beleidskoersen in de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap behoren.

Art. 2.§ 1. De Regering van de Franse Gemeenschap beraadslaagt en beslist geldig over de punten bepaald op de agenda, indien meer dan de helft van haar leden aanwezig is. § 2. De agenda wordt door de Minister-President opgemaakt. § 3. Op de agenda worden systematisch niet geplaatst, behalve behoorlijk gemotiveerde dringende noodzakelijkheid : -de punten waarvoor het advies van de Inspectie van Financiën niet wordt gevoegd, behalve in de gevallen waarin het advies van de Inspectie van Financiën niet vereist is of indien de Inspectie van Financiën haar advies niet binnen de tien kalenderdagen na ontvangst van het volledige dossier heeft uitgebracht; - de punten waarvoor de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken niet gevoegd is, behalve in de gevallen waarin de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken niet vereist is of indien de Minister van Ambtenarenzaken zijn instemming niet binnen de tien kalenderdagen na ontvangst van het volledige dossier heeft verleend; - de punten waarvoor de instemming van de Minister van Begroting niet gevoegd is, behalve in de gevallen waarin de instemming van de Minister van Begroting niet vereist is of indien de instemming van de Minister van Begroting ten minste tien kalenderdagen vóór de datum van de vergadering van de Regering werd aangevraagd; - de punten waarvoor het advies van de specifieke administratieve cel « duurzame ontwikkeling » niet gevoegd is, behalve in de gevallen waarin dat advies niet vereist is of indien het niet binnen de 10 kalenderdagen na ontvangst van het volledige dossier werd uitgebracht. § 4. De punten die niet op de agenda geplaatst zijn, worden niet in aanmerking genomen, behalve behoorlijk gemotiveerde dringende noodzakelijkheid. § 5. Een Minister kan elke zaak aan zich trekken die tot een gedelegeerde bevoegdheid behoort. § 6. Het uitstellen van een punt kan vóór de vergadering worden aangevraagd door een lid waarvan de aanwezigheid gewettigd is.

Art. 3.Op de voordracht van de Minister-President, kan de Regering voor haar vergadering elke Minister uitnodigen die lid is ofwel van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, ofwel van de Regering van het Waalse Gewest, ofwel van de Regering van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, en die tot de Franse taalrol behoort.

De uitgenodigde minister heeft de hoedanigheid van « geassocieerde Minister » en komt niet in aanmerking voor de beraadslagingsregels bedoeld in artikel 2.

Art. 4.§ 1. De Regering van de Franse Gemeenschap beraadslaagt en beslist over elk ontwerp van decreet en van besluit betreffende de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap behoren. § 2. De Regering van de Franse Gemeenschap beraadslaagt en beslist over elk voorstel van decreet dat op de agenda van een Commissie in het Parlement van de Franse Gemeenschap wordt geplaatst en kan beraadslagen en beslissen over de amendementsvoorstellen. § 3. Zij beraadslaagt en beslist, bovendien, over de gevallen bepaald in de §§ 2 en 3 van artikel 83 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. § 4. De Regering richt een beperkte ministerraad op die uit de Minister-President en de Vice-Presidenten samengesteld is. Hij vergadert vóór de Regering op initiatief van de Minister-President, die er de agenda van vaststelt. Hij kan worden uitgebreid tot een functionele Minister.

Art. 5.§ 1. De Regering keurt elk ontwerp van decreet betreffende de begroting van de Franse Gemeenschap goed en regelt de bestemming van de kredieten die de uitgaven van de Franse Gemeenschap moeten dekken. § 2. Driemaandelijks wordt een volledige begrotingsstaat betreffende de vastleggingen, de ordonnanceringen en de ontvangsten, aan elk van de leden van de Regering van de Franse Gemeenschap door de Minister van Begroting overgezonden binnen een termijn van veertien dagen na het verstrijken van de betrokken periode. § 3. Iedere Minister heeft een rechtstreekse toegang tot de comptabiliteit van de vastleggingen en ordonnanceringen voor de aangelegenheden die tot zijn bevoegdheid behoren.

De Minister-President en de Vice-Presidenten hebben een rechtstreekse toegang tot de comptabiliteit van het geheel van de vastleggingen en ordonnanceringen. § 4. Om de zes maand, voor elke instelling van openbaar nut, zendt(en) de functioneel bevoegde Minister(s) een staat betreffende de eventuele investeringsprogramma's van de instelling over.

Art. 6.Als de bepalingen betreffende de herverdeling van de basisallocaties niet worden uitgevoerd, wordt de Minister van Begroting belast met het opmaken en voorstellen, gezamenlijk met de functioneel bevoegde Minister, van het ontwerp van beslissing tot goedkeuring van de vastlegging, de ordonnancering en de betaling van de uitgaven boven de gestemde kredieten of bij weigering van een visum door het Rekenhof.

Art. 7.De Regering van de Franse Gemeenschap beraadslaagt en beslist over elk ontwerp of voorstel van oprichting, decentralisatie, deconcentratie of herstructurering van de overheidsdiensten en -instellingen die belast worden met de uitvoering van het beleid van de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de instellingen die uitsluitend of gedeeltelijk werken door middel van subsidies ten laste van de begroting van de Franse Gemeenschap.

Art. 8.Over de programma's voor materiële investeringen die één of meer jaren dekken wordt in de Regering van de Franse Gemeenschap beraadslaagd vóór de goedkeuring van de begrotingsontwerpen.

Die programma's omvatten inzonderheid de nauwkeurige vermelding van het bedrag van de steungelden en subsidies of de raming van de werken, leveringen en diensten, hun bestemming en, in voorkomend geval, de vermelding van hun begunstigden.

Dit artikel is niet van toepassing op de schoolgebouwen, het programma voor dringende werken voor de schoolgebouwen van het basisonderwijs en van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde secundair onderwijs, het Waarborgfonds voor schoolgebouwen van het officieel en vrij onderwijs en het Fonds voor Schoolgebouwen van het officieel gesubsidieerd onderwijs.

Art. 9.Elk ontwerp van omzendbrief of richtlijn met een algemene strekking wordt door de Minister-President medeondertekend. Elk ontwerp van omzendbrief of richtlijn met een algemene strekking wordt door de auteur ervan aan de leden van de Regering overgezonden.

Art. 10.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel betreffende de ambtenarenzaken, wordt verstaan onder : - dossiers A : 1°de besluiten met een organiek of reglementair karakter; 2°de toekenning van delegaties inzake personeel en begroting betreffende het ministerie; 3°de organieke personeelsformaties van het ministerie; 4° elke akte betreffende de mandatenregeling die onder de Regering uitdrukkelijk ressorteert overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de bepalingen van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. - dossiers B : 1° de toekenning van andere delegaties aan ambtenaren;2° de organieke personeelsformaties van de instellingen van openbaar nut;3° de vakantverklaringen voor de betrekking van directeur en de omkaderingsbetrekkingen in rang A5;4° de bevorderingen in de graad van directeur en in de omkaderingsambten in de rang van directeur;5° de definitieve beslissingen voortvloeiend uit de adviezen uitgebracht door de raden van beroep, alsook door de stagecommissies in niveau 1;6° het opmaken van de wervingsprogramma's overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de bepalingen van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. - dossiers C : de andere administratieve beslissingen betreffende het personeel, met uitzondering van die waarvoor delegaties aan ambtenaren werden toegekend. § 2. De secretaris-generaal, de administrateurs-generaal en de directeurs-generaal en de ambtenaren-generaal van de instellingen van openbaar nut zenden elk dossier bedoeld in § 1 gelijktijdig over aan de Minister-President, de Minister van Ambtenarenzaken en aan de functioneel bevoegde Minister(s). Ze zenden bovendien de dossiers A bedoeld in § 1 aan de Minister van Begroting over.

Iedere Minister die het dossier ontvangt, beschikt over een termijn van vijftien werkdagen om zijn advies mee te delen aan zijn collega die bevoegd is om het de Regering voor te leggen of om te beslissen.

Nadat die termijn is verstreken, wordt het advies als gunstig geacht.

Als de adviezen verschillen, wordt een overleg georganiseerd bij de Minister van Ambtenarenzaken binnen een termijn van tien werkdagen.

Als geen akkoord wordt bereikt, wordt het dossier door de Regering onderzocht. § 3.Onverminderd de initiatieven die de administratie moet nemen, zijn de volgende Ministers bevoegd om deze de instructies te geven die nuttig zijn voor de voorbereiding van de beslissingen : - voor de dossiers A, de Minister van Ambtenarenzaken, voor het ministerie, of de Minister van Ambtenarenzaken, op eigen initiatief of op aanvraag van de functioneel bevoegde Minister(s), voor de instellingen van openbaar nut; - voor de dossiers B, de Minister van Ambtenarenzaken, op eigen initiatief, of op aanvraag van de functioneel bevoegde Minister(s), voor het ministerie, en de functioneel bevoegde Minister(s), voor de instellingen van openbar nut. Als een aanvraag door de functioneel bevoegde Minister(s) wordt gericht aan de Minister van Ambtenarenzaken, geeft deze de instructies die nuttig zijn voor de administratie uiterlijk binnen de maand volgend op die aanvraag; - voor de dossiers C, de functioneel bevoegde Minister(s), op aanvraag van de Minister van Ambtenarenzaken of op eigen initiatief, waarbij de Minister van Ambtenarenzaken zonder verwijl op de hoogte gebracht wordt, voor het ministerie en de functioneel bevoegde Minister(s) voor de instellingen van openbaar nut.

De Minister van Ambtenarenzaken zorgt voor de coherentie van de administratieve toestanden van de ambtenaren. § 4. De dossiers A worden de Regering door de Minister van Ambtenarenzaken voorgelegd.

De dossiers B betreffende het ministerie worden aan de Regering door de Minister van Ambtenarenzaken voorgelegd.

De dossiers B betreffende de instellingen van openbaar nut worden de Regering door de functioneel bevoegde Minister(s) voorgelegd. § 5. Onverminderd de bepalingen van de §§ 3 en 4, is de Regering alleen bevoegd voor de dossiers A en B. Onverminderd de bepalingen van § 3, is de Minister van Ambtenarenzaken bevoegd voor de dossiers C betreffende het ministerie. Er wordt een afschrift van de beslissing van de Minister van Ambtenarenzaken overgezonden aan de functioneel bevoegde Minister(s).

De functioneel bevoegde Minister(s) is(zijn) bevoegd voor de dossiers C betreffende elk van de instellingen van openbaar nut. Er wordt een afschrift van de beslissing van de functioneel bevoegde Minister(s) onverwijld overgezonden aan de minister van Ambtenarenzaken. § 6. De Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van de beslissingen die door de Regering worden genomen voor alle dossiers A en B betreffende het ministerie.

De functioneel bevoegde Minister(s) wordt(en) belast met de uitvoering van de beslissingen die door de Regering worden genomen voor de dossiers B betreffende elk van de instellingen van openbaar nut.

Art. 11.Wanneer de Franse Gemeenschap ofwel betrokken wordt bij het ontwerpen of uitstippelen van een beleid, ofwel vertegenwoordigd wordt binnen de organen of instellingen die ermee belast worden, stelt de Regering van de Franse Gemeenschap de bestanddelen van het beleid van de Franse Gemeenschap vast, stelt zij haar vertegenwoordigers bij die organen of instellingen aan, geeft zij hun alle nodige onderrichtingen en ontvangt zij hun verslagen.

Art. 12.§ 1. Onverminderd de delegaties die zij aan haar leden toekent, is enkel de Regering van de Franse Gemeenschap bevoegd om, in naam van de Franse Gemeenschap, een advies uit te brengen ten aanzien van de federale, Gemeenschaps-, Europese of internationale overheden of instellingen alsook om hun een verslag of een aanvraag mee te delen. § 2. De Minister-President coördineert elke procedure inzake advies, overleg, vereniging, geschillen of samenwerking met de federale Staat, de deelstaten of de Europese en internationale instellingen.

Die procedures worden gezamenlijk door de Minister-Presiden en de functioneel bevoegde Minister voorbereid. § 3. De Regering van de Franse Gemeenschap beraadslaagt en beslist over de ontwerpen van verdrag en samenwerkingsakkoord, op de voordracht van de Minister-President of gezamenlijk met de Minister belast met de internationale betrekkingen, als het gaat om ontwerpen van verdrag of samenwerkingsakkoord met een internationale strekking. § 4. Voordat de verdragen en samenwerkingsakkoorden door de Regering van de Franse Gemeenschap worden goedgekeurd, worden ze gezamenlijk door de Minister-President en de functioneel bevoegde Minister voorbereid, op initiatief van deze, of gezamenlijk door de Minister belast met de internationale betrekkingen en de functioneel bevoegde Minister, als het gaat om ontwerpen van verdrag of samenwerkingsakkoord met een internationale strekking.

Art. 13.De Regering beraadslaagt en beslist niet over : 1° de toekenning van kredieten die nominatief ingeschreven zijn op de begroting van de Franse Gemeenschap;2° de besluiten tot toekenning van een subsidie ten laste van de begroting waarvan het opschrift alleen de naam vermeldt van de persoon die de subsidie geniet;3° de investeringen van de universitaire instellingen die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd; 4° de toekenning van subsidies en de contracten voor dienstverlening die aan te rekenen zijn op de begroting van de gewone uitgaven, waarvan het gecumuleerde bedrag, over eenzelfde boekjaar en voor eenzelfde begunstigde, lager is dan 250.000 EUR; 5° de principiële beloften alsook de toekenning van subsidies die aan te rekenen zijn op de begroting van de kapitaaluitgaven, waarvan het gecumuleerde bedrag, over eenzelfde boekjaar en voor eenzelfde begunstigde, lager is dan 750.000 EUR; 6° de rechtstreekse investeringen waarvan het bedrag lager is dan 750.000 EUR; 7° de vastleggingen en uitbetaling van de verplichte en automatische werkingssubsidies en -toelagen voor het onderwijs, ongeacht hun bedrag, als de bepaling van dit bedrag wordt vastgesteld door wets-, decreet- of verordeningsbepalingen;8° de vastleggingen en uitbetaling van andere verplichte en automatische subsidies, ongeacht hun bedrag, als de bepaling van dit bedrag wordt vastgesteld door wets-, decreet- of verordeningsbepalingen, zonder dat de verantwoordelijke Minister zou kunnen optreden noch voor het toekennen van de subsidie noch voor de bepaling van het bedrag ervan;9° behoudens de voorzitters en ondervoorzitters worden de leden van de raden van beroep en van de paritaire commissies in het onderwijs, voorgedragen door de representatieve werknemersorganisaties en de inrichtende machten, aangesteld door de Minister van Ambtenarenzaken, in overleg met de bevoegde Ministers.10° a) de samenstelling, de werking en de aanstelling van de leden van de adviescommissies, de hoge raden en de adviesraden; b) op het einde van elk kalenderjaar wordt evenwel een lijst bezorgd aan de Regering houdende vermelding van de vastleggingen inzake gewone uitgaven, principiële beloften en de vastleggingen inzake kapitaaluitgaven die lager zijn dan 750.000 EUR en hoger zijn dan 125.000 EUR, alsook de opsomming van de nieuwe dienstverleningen en instellingen die worden erkend en gesubsidieerd met toepassing van de decreet- of verordeningsbepalingen.

Deze paragraaf is niet van toepassing op de uitgaven van de schoolgebouwen, van de instellingen van openbaar nut van het type B, van de instellingen die onderworpen zijn aan een beheersovereenkomst, van de verenigingen zonder winstoogmerk die onder de Franse Gemeenschap ressorteren; § 2. Aan de functioneel bevoegde Minister worden de activiteitenverslagen, jaarrekeningen en financiële balansen van de verenigingen zonder winstoogmerk voorgelegd die onder de Franse Gemeenschap ressorteren.

Er wordt een afschrift aan de Minister-President en aan de Minister van Begroting overgezonden.

De Regering beslist over de oprichting van nieuwe VZW's die onder de Franse Gemeenschap ressorteren. § 3. 1° Wat de opleiding tijdens de loopbaan betreft, organiseert iedere Minister die opleiding voor het onderwijsniveau waarvoor hij bevoegd is. 2° Iedere Minister is gemachtigd om bevelen te geven aan de Inspecteurs die behoren tot het onderwijsniveau waarvoor hij bevoegd is.3° Wat het onderzoek betreft, indien een onderzoeksprogramma betrekking heeft op een welbepaald punt van het fundamenteel onderzoek en het toegepast onderzoek, zal er hierover overleg gepleegd worden tussen de Minister van wetenschappelijk onderzoek, enerzijds, en de functionele Minister van toegepast onderzoek, anderzijds.

Art. 14.§ 1. Aan de toestemming van de Regering wordt onderworpen : de keuze van de wijze van gunning, met inbegrip van de aankondiging van de opdracht, van de overheidsopdrachten bedoeld in artikel 6, eerste lid van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, hierna « de wet » genoemd, waarvan de raming hoger ligt dan de in onderstaande tabel opgenomen bedragen :

Openbare aanbesteding of algemene offerte-aanvraag

Beperkte aanbesteding of beperkte offerte-aanvraag Onderhandelingsprocedure met bekendmaking

Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking

Werken

8.500.000 EUR

1.850.000 EUR

570.000 EUR

Leveringen

5.700.000 EUR

570.000 EUR

290.000 EUR

Diensten

1.715.000 EUR

290.000 EUR

145.000 EUR


§ 2. De toestemming van de Regering is ook vereist vóór de aanbesteding van de opdracht, wanneer het geraamde bedrag van de opdracht lager is dan het overeenstemmende bedrag bepaald in § 1, maar het bedrag van de goed te keuren offerte dat bedrag met meer dan vijftien procent overschrijdt, of, bij bijkomende werken, leveringen of diensten, met meer dan vijfentwintig procent van de oorspronkelijke opdracht. § 3. Aan de toestemming van de Regering wordt eveneens onderworpen, het gunnen van concessies voor openbare werken en het sluiten van huurovereenkomsten waarvan de geraamde bedragen, B.T.W. niet inbegrepen, overeenstemmen met deze die bepaald zijn in § 1. § 4. Elk ontwerp van overeenkomst dat als gevolg kan hebben dat de Franse Gemeenschap of een instelling die onder het hiërarchische gezag van een Minister ressorteert een verbintenis zou aangaan inzake werken, leveringen of diensten, in het kader van de minimumbedragen bepaald in § 1, wordt eveneens aan de instemming van de Regering onderworpen. § 5. Voor de berekening van de minimumbedragen bepaald in § 1, dient het geheel van de uitgave die uit het ontwerp van overeenkomst voortvloeit, in aanmerking te worden genomen. § 6. De kredieten die voor de infrastructuren worden bestemd, blijven geïndividualiseerd.

De functionele Minister is de oorspronkelijke ordonnateur voor de infrastructuurkredieten en handelt op eigen initiatief. § 7. Het toezicht bedoeld in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2009 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap omvat niet het gezag over de bestuurders van de Franse Gemeenschapscommissie binnen het overheidsbedrijf voor het bestuur van de Brusselse schoolgebouwen. Dat toezicht wordt bedoeld in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2009 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap.

Art. 15.In de gevallen bedoeld in de artikelen 17, § 2, 1°, c, en 39, § 2,1°, c, van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, wordt de instemming van de Minister-President verleend in plaats van de instemming van de Regering, voor zover deze niet vooraf kan worden verleend wegens de dringende noodzakelijkheid.

In dat geval moet de bevoegde Minister zonder verwijl de Regering op de hoogte daarvan brengen. De ingeroepen dringende noodzakelijkheid moet met redenen worden omkleed.

Art. 16.In afwijking van artikel 14, is de instemming van de Regering niet vereist : 1° voor de overheidsopdrachten die te gunnen zijn bij beperkte aanbesteding of bij beperkte offerteaanvraag, wanneer die procedure het gevolg is van een openbare aanbesteding of een algemene offerteaanvraag, waarvoor de voorafgaande instemming van de Regering werd verkregen maar waaraan het niet mogelijk is geweest om er een gevolg aan te geven ten gevolge van kleine moeilijkheden bij de interpretatie ofwel van het bestek, ofwel van de voorgelegde offertes. Het bestek kan alleen de aanpassingen ondergaan die strikt noodzakelijk worden gemaakt door voornoemde moeilijkheden; 2° voor de overheidsopdrachten die te gunnen zijn bij een onderhandelingsprocedure in de gevallen bedoeld in de artikelen 17, § 2, 1°, d en e, en 4°, en 39, § 2, 1°, d en g, 3°, c en d, en 5° van de van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;3° in het kader van maatregelen van ambtswege, voor de overheidsopdrachten die te gunnen zijn met één of meer derden voor rekening van een in gebreke gebleven aannemer.4° voor de opdrachten gegund ingevolge een onderhandelingsprocedure op grond van artikel 17, § 2, 2°, b).

Art. 17.De leden van de Regering, het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het hiërarchische gezag van een Minister van de Regering ressorteren, gebruiken de portaalsite van de overheidsopdrachten van het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap voor het gunnen van de opdrachten die betrekking hebben op hun bevoegdheid.

Ieder lid van de Regering zorgt, wat hem of haar betreft, ervoor dat de publiekrechtelijke rechtspersonen die functioneel onder zijn bevoegdheid ressorteren, datzelfde portaalsite gebruiken voor het gunnen van de overheidsopdrachten die ze aangaan.

Art. 18.Het bedrag van de overheidsopdrachten is, naargelang van het geval, te ramen op grond van de regels vastgesteld in de artikelen 2, 28 of 54 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken of in de artikelen 2, 21 en 41 van het koninklijk besluit van 10 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en telecommunicatie.

Art. 19.In de aangelegenheden die hun worden toegekend, hebben de Ministers volmacht om, onverminderd de andere bepalingen bedoeld bij dit besluit, de wetten, decreten, besluiten, verordeningen en omzendbrieven, toe te passen.

Voor de aangelegenheden die onder de bevoegdheid van verschillende Ministers ressorteren, wordt het overleg reeds sedert de fase van het eerste opstellen van de voorstellen georganiseerd met het oog op de gezamenlijke latere goedkeuring ervan.

Art. 20.De Regering accrediteert de Inspecteurs van Financiën en bepaalt hun aanwijzing bij haar leden op de voordracht van de Minister van Begroting.

Art. 21.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 augustus 2004 houdende regeling van haar werking wordt opgeheven.

Art. 22.Dit besluit treedt in werking op de dag van de ondertekening ervan, met uitzondering van de bepalingen van artikel 2, § 3, laatste streepje, die in werking treden zodra de specifieke administratieve cel « duurzame ontwikkeling » samengesteld is en de Regering de typen punten die haar worden voorgelegd, heeft bepaald.

Art. 23.De Ministers worden, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 17 juli 2009.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Minister van Hoger Onderwijs, J.-C. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET

^