Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 25 september 2009
gepubliceerd op 17 november 2009

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de Hoge Raad voor Permanente Opvoeding

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2009029716
pub.
17/11/2009
prom.
25/09/2009
ELI
eli/besluit/2009/09/25/2009029716/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 SEPTEMBER 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de Hoge Raad voor Permanente Opvoeding


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 17 juli 2003 met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding, zoals gewijzigd bij de decreten van 17 december 2003, 1 juli 2005, 20 juli 2006 en 7 december 2007, inzonderheid op artikel 28, tweede lid, artikel 29, eerste lid en artikel 36;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 mei 2009;

Gelet op het advies van de Minister van Begroting, gegeven op 14 mei 2009;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Permanente Opvoeding, gegeven op 15 september 2009;

Gelet op het advies 46.779/2 van de Raad van State, gegeven op 23 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Permanente Opvoeding;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "Het decreet" : het decreet van 17 juli 2003 met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding.2° "Het besluit" : het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 april 2004 met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding.3° "De Raad" : de Hoge Raad voor Permanente Opvoeding. HOOFDSTUK II. - Criteria voor de aanstelling van de leden

Art. 2.§ 1. Onder de leden bedoeld in artikel 28 van het decreet, eerste lid, wordt geteld : 1° ten minste 8 werkende leden en 8 plaatsvervangende leden, vertegenwoordigers van verenigingen zonder winstoogmerk die erkend worden voor onbepaalde duur als "beweging" in de zin van artikel 5 van het decreet.2° ten minste 12 werkende leden en 12 plaatsvervangende leden, vertegenwoordigers van verenigingen zonder winstoogmerk die erkend worden voor onbepaalde duur als "vereniging" in de zin van artikel 4 van het decreet. § 2. Onder de werkende en plaatsvervangende leden bedoeld in § 1, 2°, wordt ten minste het volgende geteld : 1° 8 vertegenwoordigers van verenigingen erkend ten minste binnen as 1;2° 2 vertegenwoordigers van verenigingen erkend ten minste binnen as 2;3° 2 vertegenwoordigers van verenigingen erkend ten minste binnen as 3, 1°;4° 2 vertegenwoordigers van verenigingen erkend ten minste binnen as 3, 2°;5° 2 vertegenwoordigers van verenigingen erkend ten minste binnen as 4. § 3. Onder de werkende en plaatsvervangende leden bedoeld in § 2, 1°, wordt ten minste het volgende geteld : 1° 1 vertegenwoordiger van verenigingen erkend krachtens artikel 4 van het besluit;2° 2 vertegenwoordigers van verenigingen erkend krachtens artikel 5 van het besluit;3° 2 vertegenwoordigers van verenigingen erkend krachtens artikel 6 van het besluit.

Art. 3.De kandidaatstellingen ingediend voor rekening van de verenigingen die voorlopig erkend worden, zijn slechts ontvankelijk voor zover deze voorlopige erkenning tijdens de periode waarin het mandaat van vertegenwoordiger van de Raad uitgeoefend moet worden, blijft duren. HOOFDSTUK III. - Nadere regels voor de oproep tot kandidaten

Art. 4.§ 1. De openbare oproep tot kandidaten bedoeld in artikel 29 van het decreet bepaalt de volgende elementen : 1° het opschrift en het voorwerp van het mandaat;2° het adres waaraan het verzonden moet worden;3° de termijn waarin het verzonden moet worden. § 2. De akte van kandidaatstelling moet : 1° een werkende kandidaat en een plaatsvervangende kandidaat vermelden.Ingeval de werkende kandidaat en de plaatsvervangende kandidaat niet tot dezelfde vereniging behoren, bewijzen ze dat ze ten minste één erkenningsas in gemeen hebben van hun vereniging. 2° de as en de categorie van het vast bedrag bepalen waarvoor de vereniging erkend werd.3° de verantwoordelijkheid vermelden die door de kandidaten uitgeoefend wordt binnen de vereniging.4° het curriculum vitae van de kandidaten bevatten. § 3. De kandidaatstellingen moeten meegedeeld worden binnen de dertig dagen na de oproep tot kandidaten.

Art. 5.Indien de openbare oproep tot kandidaten geen aanleiding geeft tot de indiening van een voldoend aantal kandidaturen, gelet op het aantal vertegenwoordigers per categorie bedoeld in artikel 2, wordt een aanvullende oproep tot de verenigingscategorieën gemaakt waarvoor het aantal nodige kandidaatstellingen niet bereikt wordt.

De termijn van de indiening van de kandidaatstellingen wordt op 30 dagen vastgesteld na de verzending van de aanvullende oproep tot kandidaatstellingen. HOOFDSTUK IV. - Presentiegelden en vervoerkosten

Art. 6.Met uitzondering van de leden die de Minister of de Administratie vertegenwoordigen, krijgen de werkende en plaatsvervangende leden van de Raad en de leden van het Bureau presentiegelden voor elke vergadering van een halve dag.

De presentiegelden bedragen 40 euro voor een halve werkdag.

Art. 7.De werkende en plaatsvervangende leden van de Raad en de leden van het Bureau genieten een vergoeding voor vervoerkosten tussen hun woonplaats en de plaats van de vergadering, voor de ontmoetingen ter gelegenheid van het opstellen van een verslag of voor elke andere taak voorzien door de Raad voor de uitvoering van hun opdracht. Deze vergoeding wordt toegekend overeenkomstig de regelgeving die van kracht is voor de personeelsleden van rang 12 van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.

Het maximaal bedrag van de vergoeding stemt overeen met de prijs van een ticket met de spoorwegen in eerste klas. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 8.De Minister van Permanente Opvoeding wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 september 2009.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Audiovisuele sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN

^