Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 04 februari 2010
gepubliceerd op 25 maart 2010

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bepaling door de Regering, op grond van een advies uitgebracht door het IFC (Instituut voor opleiding tijdens de loopbaan), van het opleidingsplan van de module waarin onder andere de inhoud van de opleiding, alsook de doelstellingen van de opleiding en de te verwerven vaardigheden vastgelegd worden met toepassing van artikel 25, § 3, van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2010029153
pub.
25/03/2010
prom.
04/02/2010
ELI
eli/besluit/2010/02/04/2010029153/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 FEBRUARI 2010. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bepaling door de Regering, op grond van een advies uitgebracht door het IFC (Institut de la formation en cours de carrière) (Instituut voor opleiding tijdens de loopbaan), van het opleidingsplan van de module waarin onder andere de inhoud van de opleiding, alsook de doelstellingen van de opleiding en de te verwerven vaardigheden vastgelegd worden met toepassing van artikel 25, § 3, van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector, inzonderheid op de artikelen 24 en 25;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het IFC (Institut de la formation en cours de carrière) (Instituut voor opleiding tijdens de loopbaan) van 20 juni 2009 met toepassing van artikel 25 van dat decreet;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 januari 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 20 januari 2010;

Op de voordracht van de Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Deze module voor de opleiding pedagogiek basisonderwijs of lager secundair onderwijs wordt opgemaakt voor de geaggregeerden van het hoger secundair onderwijs en de houders van een diploma van het universitair niveau, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of het getuigschrift van middelbare technische normaalcursussen.

Art. 2.§ 1. De module heeft tot doel het personeelslid bedoeld in artikel 25, § 2, van het decreet van 30 april 2009 de vaardigheden te doen verwerven die ressorteren onder de algemene bepalingen die toepasselijk zijn inzake pedagogiek in verband met het basisonderwijs of het lager secundair onderwijs. § 2. Daartoe omvat de module twee luiken : 1. een luik bestemd voor de cognitieve psychologie van het kind;2. een luik bestemd voor de didactiek van het onderwezen vak. § 3. Het luik bedoeld in § 2, tweede lid, wordt in twee onderscheidenlijke groepen georganiseerd waarvan één bestemd is voor de cognitieve psychologie van het kind op het niveau van het basisonderwijs en de andere bestemd is voor de cognitieve psychologie van het kind op het niveau van het lager secundair onderwijs.

Het in § 2, derde lid bedoelde luik wordt voor elk vak afzonderlijk georganiseerd. § 4. De module telt 60 uren, onderverdeeld als volgt : 1. 20 uren bestemd voor het luik bedoeld in § 2, tweede lid;2. 40 uren bestemd voor het luik bedoeld in § 2, derde lid.

Art. 3.Het algemene doel van de module is de leerkrachten die les geven in een onderwijsniveau waarvoor ze geen oorspronkelijke vorming hebben gekregen de mogelijkheid te geven om de kennis en de vaardigheden te verwerven waarmee ze het kind en de jonge adolescent kunnen begeleiden bij hun leerproces.

Art. 4.Voor het luik bestemd voor de cognitieve psychologie van het kind (20 uren) voor de leerlingen van 2,5 tot 12 jaar, heeft de bij de module bedoelde opleiding de volgende bijzondere doelstellingen : - de verschillende stappen kennen van de ontwikkeling van het kind op alle vlakken voor elke leeftijdscategorie afzonderlijk; - de schoolmotivatie begrijpen; - het groepsgedrag begrijpen met het oog op een optimaal beheer van de klas; - de praktijk van de waarneming die tot een diagnose leidt, ontwikkelen.

Art. 5.Voor het luik bestemd voor de cognitieve psychologie van het kind (20 uren) voor de leerlingen van 10 tot 15 jaar, heeft de bij de module bedoelde opleiding de volgende bijzondere doelstellingen : - de verschillende stappen kennen van de ontwikkeling van het kind op alle vlakken voor elke leeftijdscategorie afzonderlijk; - de schoolmotivatie begrijpen; - het groepsgedrag begrijpen met het oog op een optimaal beheer van de klas; - de praktijk van de waarneming die tot een diagnose leidt, ontwikkelen.

Art. 6.Voor het luik bestemd voor het onderwezen vak (40 uren) : - de referentiesystemen in verband met het betrokken onderwijsniveau en het betrokken vak leren kennen; - het kind of de jonge adolescent gedurende zijn leerproces waarnemen, om gedifferentieerde onderwijspraktijken toe te kunnen passen; de gevolgen van de gedifferentieerde praktijken op het leerproces van de leerlingen meten, door nadenkend te analyseren; - verschillende instrumenten voor de externe evaluatie (al dan niet bekrachtigd door een getuigschrift) alsook de didactische projecten in verband daarmee ontdekken en gebruiken; leren communiceren over de evaluatie (doelstellingen en resultaten); - de conceptuele sprongen in het leerproces vaststellen; de mogelijke breekpunten in de leercursus van het kind of de jonge adolescent erkennen en begrijpen; de maatregelen inzake pedagogische continuïteit nemen om het conceptuele leerproces in de hand te werken.

Art. 7.Elk van de twee luiken van de module wordt bekrachtigd door de volgende proeven : - een onderhoud; - een schriftelijke proef.

Beide proeven hebben betrekking op de verwerving van de vaardigheden bepaald in de artikelen 24, § 1, en 25, § 3, van het bovenvermelde decreet van 30 april 2009.

Voor elke proef worden de kandidaten ofwel toegelaten ofwel afgewezen.

Art. 8.Voor de twee luiken van de opleiding wordt een transversaal doel bepaald dat erin bestaat gedurende de opleiding een portfolio te ontwikkelen die als basis dient voor de proef die aanleiding geeft tot de bekrachtiging met een getuigschrift.

Art. 9.De module wordt door het IFC georganiseerd op grond van het opleidingsplan bedoeld in artikel 2, § 3, en bepaald door de artikelen 4 tot en met 7.

Art. 10.De Minister van Leerplichtonderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 februari 2010.

De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET

^