Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 17 juni 2010
gepubliceerd op 24 augustus 2010

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het boekhoudkundig, begrotings- en financieel reglement van « Wallonie-Bruxelles International »

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2010029446
pub.
24/08/2010
prom.
17/06/2010
ELI
eli/besluit/2010/06/17/2010029446/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JUNI 2010. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het boekhoudkundig, begrotings- en financieel reglement van « Wallonie-Bruxelles International »


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op de artikelen 2, 6 en 7;

Gelet op het decreet van 9 mei 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/05/2008 pub. 29/08/2008 numac 2008029367 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen "Wallonie-Bruxelles" sluiten houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen « Wallonie-Bruxelles », inzonderheid op artikel 5, § 3, van het samenwerkingsakkoord;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 april 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 17 juni 2010;

Gelet op het advies nr. 46.827/4 van de Raad van State, gegeven op 7 juli 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°,van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister-President;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. De uitgaven en de ontvangsten met betrekking tot de begroting van « Wallonie-Bruxelles International », hierna « W.B.I. » genoemd, worden geboekt op grond van de vastgestelde rechten.

Het recht wordt vastgesteld wanneer volgende voorwaarden vervuld worden : 1° het bedrag ervan wordt precies aangegeven;2° de identiteit van de schuldenaar of van de schuldeiser kan bepaald worden;3° de verplichting tot betaling bestaat; 4° W.B.I. is in het bezit van een verantwoordingsstuk. § 2. Elke factuur, aangifte van schuldvordering, onkostennota of elk ander boekhoudkundig bewijsstuk wordt onmiddellijk door de dienst « boekhouding » van W.B.I. geregistreerd en chronologisch geklasseerd.

Door die registratie wordt elk stuk genummerd en ingeschreven in een ingaand factuurboek en wordt het in de economische boekhouding op een tussenrekening geboekt.

De schuldvorderingen worden evenwel enkel op de tussenrekening opgenomen wanneer het bedrag ervan als zeker en vaststaand wordt bepaald.

Die schuldvorderingen worden opgenomen in een voorfactuurboek.

Het boekhoudstuk wordt ondergebracht bij klasse 6 of klasse 2 (vaste activa) na goedkeuring van de uitgave door de gemachtigde ordonnateur. § 3. Elke vastgestelde ontvangst moet de vorm hebben van een genummerde factuur/aangifte van schuldvordering/verzoek om te betalen, opgenomen in een uitgaand factuurboek (geboekt in klasse 7 en opgenomen op een klantrekening).

Art. 2.Jaarlijks legt W.B.I. een algemene rekening voor met een balans op 31 december, een algemene balans, een resultatenrekening, een samenvattende rekening van de begrotingsverrichtingen en een begrotingsuitvoeringsrekening waarmee de boekhoudkundige en de budgettaire toestand van de instelling weergegeven wordt.

Art. 3.Tegen uiterlijk 30 april van het jaar volgend op het desbetreffende boekjaar worden de jaarrekening en de rekening ter uitvoering van de begroting, samen met een definitieve balans, door W.B.I. overgemaakt aan de Minister bevoegd voor Internationale Betrekkingen, die ze dan overmaakt aan de Minister bevoegd voor Financiën, die ze vervolgens tegen uiterlijk 31 mei van het jaar volgend op het desbetreffende boekjaar overmaakt aan het Rekenhof.

Die rekeningen worden samen ingediend met het verslag van de bij W.B.I. aangewezen bedrijfsrevisor.

Art. 4.W.B.I. stelt een boekhoudplan op dat in overeenstemming is met de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel.

Art. 5.Overeenkomstig artikel 1 worden de aangiften van schuldvordering en de facturen geboekt in klasse 6 of klasse 2 nadat het vastgestelde recht duidelijk is aangewezen.

In de economische boekhouding worden de vastleggingen geboekt in de rekeningen van niet in de balans opgenomen rechten en vastleggingen.

Art. 6.Overeenkomstig artikel 1 maken de ontvangsten het voorwerp uit van facturen/verzoeken om betalingen/ aangiften van schuldvordering die W.B.I. opmaakt op grond van ontvangstartikelen.

Die stukken worden genummerd en gerangschikt in een uitgaand factuurboek.

Als een schuldvordering verminderd of opgegeven moet worden wegens een betwisting van de derde of ten gevolge van een vergissing, wordt er een genummerde kredietnota opgemaakt in het uitgaand factuurboek.

Voor het afzien van een schuldvordering die redelijkerwijs niet meer ingevorderd kan worden, moet een voorstel tot in onverhaalbaarheidstelling worden opgemaakt. Het behoorlijk gemotiveerde voorstel voor het afzien van een schuldvordering wordt na gunstig advies van de Inspectie van Financiën voorgelegd aan de Minister bevoegd voor Internationale Betrekkingen.

Als het advies van de Inspectie van Financiën ongunstig is, wordt dat voorstel voorgelegd aan de Minister bevoegd voor Begroting.

Nadat de onverhaalbaarheid van de schuldvordering erkend is, wordt deze aangezuiverd door ze op te nemen op het begrotingsartikel, daartoe bepaald in de uitgavenbegroting van de instelling en door een inschrijving op de lastenrekening.

Art. 7.De duurzame vaste of immateriële goederen met een eenheidswaarde, belasting niet meegerekend, van meer dan 700 euro worden beschouwd als vermogensbestanddelen.

In afwijking van vorig lid worden het kantoormeubilair en de computeruitrusting van de werkposten van de personeelsleden van W.B.I. beschouwd als volledig deel uitmakend van het vermogen van W.B.I., ongeacht de eenheidswaarde.

Die bestanddelen worden in de boekhouding geboekt op grond van hun aankoopwaarde, verhoogd met de bijkomende lasten en de niet verhaalbare taksen en belastingen.

Art. 8.W.B.I. moet alle vaste goederen, geboekt in klasse 2, verrekenen via afschrijvingen.

De duur van de afschrijvingen zoals hierna aangeduid, opgedeeld per categorie goederen, gelden voor alle aankopen verricht door W.B.I. vanaf 2009 : 1° meubilair : 5 jaar;2° rollend materieel : 5 jaar;3° installaties, machines en werktuigen : 5 jaar;4° informaticamaterieel : 3 jaar of 5 jaar;5° aankoop van software : 5 jaar indien het de aankoop betreft van standaardsoftware zonder parameterbepaling en 10 jaar indien het de aankoop/ontwikkeling betreft van niet-standaardsoftware of met parameterbepaling;6° immateriële vaste activa : 5 jaar;7° de afschrijfbare goederen die gehouden worden in de vorm van leasing, pachtrechten of alle andere daarmee gelijkgestelde rechten worden afgeschreven afhankelijk van de levensduur van die rechten. De afschrijving van de immateriële vaste activa wordt lineair toegepast zonder prorata temporis.

De Minister bevoegd voor Internationale Betrekkingen mag de duurtijden van de verschillende afschrijvingen herzien.

Art. 9.De dotatie voor de hernieuwingsfondsen van W.B.I. bedraagt nul en die fondsen worden niet gevormd.

Art. 10.Bij verliezen en lasten, juist omschreven wat hun aard betreft, maar die op de datum van afsluiting van het begrotingsjaar, vermoedelijk of vaststaand zijn, maar zonder bepaald bedrag, moeten er provisies voor lasten en risico's aangelegd worden. Ze mogen er evenwel niet toe strekken de waarde van bestanddelen, opgenomen in de activa, te herstellen.

De schuldvorderingen op meer dan één jaar en hoogstens één jaar worden in waarde verminderd indien de terugbetaling ervan op de vervaldag geheel of gedeeltelijk onzeker of bedreigd is.

Art. 11.De Minister bevoegd voor Internationale Betrekkingen en de Minister van Financiën of diens gemachtigde mogen de vorming van boekhoudkundige reserves toelaten op de balans van W.B.I.

Art. 12.Er mogen voorschotten worden toegestaan in het kader van buitenlandse opdrachten, ontvangst in België, aankopen van kleine benodigdheden.

Die voorschotten worden aangerekend op de vereffeningskredieten en de lastenrekeningen wanneer de uitgave definitief en vaststaand is, namelijk na indiening en nazicht van de verantwoordingsstukken.

De sommen die als « eerste schijf » gestort worden in het kader van subsidies vallen niet onder de benaming « geldvoorschotten ».

De Minister bevoegd voor Internationale Betrekkingen omschrijft de nadere regels voor de geldvoorschotten en stelt de voorwaarden voor de toekenning, de verantwoording, de opschorting en de terugvordering ervan vast.

Art. 13.W.B.I. maakt een jaarrekening op met alle ontvangsten en alle uitgaven.

De structuur van de uitgaven- en ontvangstenbegroting wordt opgemaakt op grond van de SEC95-codificatie, versie 2000. De structuur van de W.B.I.-begroting moet duidelijk laten blijken welke middelen aangewend worden voor het beleid zowel op het niveau van het Waalse Gewest als op dat van de Franse Gemeenschap.

Art. 14.De vastgestelde rechten ten laste van het boekjaar kunnen tot en met 31 januari van het jaar n + 1 verrekend worden.

Art. 15.W.B.I. voert jaarlijks een onderzoek uit naar de encours van de gesplitste kredieten en vergewist zich van de relevantie van de daar opgenomen vastleggingen.

Art. 16.Het resultaat van het samengevoegd boekjaar, zoals opgenomen in de balans, wordt automatisch overgedragen naar het volgende boekjaar. De Ministers die respectievelijk bevoegd zijn voor Internationale Betrekkingen en Financiën kunnen evenwel geheel of gedeeltelijk beslissen over een andere aanwending van het boekhoudresultaat.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009.

Brussel, 17 juni 2010.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE

^